De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 28 mei 2024 worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Er werden notulen opgemaakt van de vergadering van de gemeenteraad van 28 mei 2024. Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Er werden geen opmerkingen gemaakt.
Artikel 32, 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 28 mei 2024 goed.
Conform het Decreet Lokaal Bestuur dient de Raad van Bestuur van een extern verzelfstandigd agentschap de jaarrekening 2023 voor 30 juni 2024 vast te stellen waarop de gemeenteraad advies uit dient te brengen over deze jaarrekening.
Nadat de rekeningen van de boekhouding in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris van al de bezittingen, rechten, vorderingen, schulden en verplichtingen, van welke aard ook, worden ze samengevat opgenomen in het ontwerp van de jaarrekening dat op 28 mei 2024 door de Raad van Bestuur werd vastgesteld.
De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.
Binnen de 50 dagen na de goedkeuring door de Raad van Bestuur, dient de gemeenteraad een advies te formuleren over de jaarrekening. Dat advies wordt overgemaakt aan het toezicht.
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en haar latere wijzigingen, inzonderheid artikels 243, 262, 286 (§1, 3°) en 287.
Wetboek van economische recht van 28 februari 2013 en haar latere wijzigingen.
Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019 en haar latere wijzigingen.
Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale] besturen van 30 maart 2018.
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale [en de provinciale (ing. MB 12 september 2018, art. 1, I: 1 januari 2020)] besturen van 26 juni 2018.
Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 12 september 2018.
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen van 8 december 2023.
Omzendbrief KB/ABB 2018 /4 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005.
De gemeenteraad keurt de vraag tot een positief advies op de jaarrekening 2023 van het AG Stadsontwikkeling Hasselt goed. Deze jaarrekening werd eerder door de Raad van Bestuur van AG Stadsontwikkeling Hasselt vastgesteld. De jaarrekening 2023 omvat 2 luiken. Het eerste luik is een verslag dat werd opgesteld volgens de regels van de beleids-en beheerscyclus. Het tweede luik is een verslag dat werd opgesteld volgens de regels van de boekhoudwetgeving voor ondernemingen.
De jaarrekening van Crematorium Hasselt wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de gewone algemene vergadering (jaarvergadering) zoals voorzien in artikel 15 van de statuten van Crematorium Hasselt. Voorafgaand aan voormelde gewone algemene vergadering wordt de jaarrekening van het Crematorium Hasselt tijdig voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen met het oog op het verkrijgen van een positief advies op de jaarrekening 2023 door de gemeenteraad.
Nadat de rekeningen van de boekhouding in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris van al de bezittingen, rechten, vorderingen, schulden en verplichtingen, van welke aard ook, worden ze samengevat opgenomen in het ontwerp van de jaarrekening dat op 18 april 2024 door het Crematorium Hasselt werd vastgesteld.
De jaarrekening omvat 2 luiken: een financiële nota die werd opgesteld volgens de regels van de boekhoudwetgeving voor ondernemingen, en ook revisoraal werd nagekeken en goedgekeurd, en een jaarverslag.
Samenwerkingsovereenkomst tussen Stad Hasselt en Crematorium Hasselt NV goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 24 mei 2022 en besluit van de Raad van Bestuur van 10 maart 2022.
Artikel 8 - Rapportering: De jaarrekening van Crematorium Hasselt wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de gewone algemene vergadering (jaarvergadering) zoals voorzien in artikel 15 van de statuten van Crematorium Hasselt. Crematorium Hasselt bezorgt de door de Raad van Bestuur vastgestelde ontwerpjaarrekening tijdig aan het college van burgemeester en schepenen met het oog op de goedkeuring door de gemeenteraad voorafgaand aan voormelde gewone algemene vergadering.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 247.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Statuten Crematorium Hasselt NV, goedgekeurd door de algemene vergadering van Crematorium Hasselt NV, inzonderheid artikel 12.
De gemeenteraad keurt de vraag tot een positief advies op de jaarrekening 2023 van het Crematorium goed. Deze jaarrekening werd eerder door de het Crematorium Hasselt vastgesteld.
1.
Op 1 januari 2015 werden de pensioenen van de statutaire personeelsleden en mandatarissen van stad Hasselt aangesloten bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO, zoals ingesteld bij de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen.
Het beheer en de betaling van de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO werd verder toevertrouwd aan Ethias. Dit gebeurde bij besluit “2014_GR_00032 - Pensioenen – Aansluiting bij het gesolidariseerd pensioenfonds van RSZPPO vanaf 1 januari 2015 – Goedkeuren”.
2.
In 2020 werd de overeenkomst goedgekeurd tot vereffening van de opdracht houdende vereniging HeLics, zijnde intergemeentelijke samenwerking tussen Stad Hasselt en Stad Leuven rond ICT, en haar bijlagen. Met ingang van 1 juli 2020 werden personeelsleden van HeLics door Stad Hasselt overgenomen.
De statutaire personeelsleden kwamen onder de toepassing van de overeenkomst die met Ethias gesloten was voor het beheer en de betaling van de rust- en overlevingspensioenen. Dit gebeurde bij besluit "2020_CBS_01147 - Overdracht - Personeel van HeLics naar stad Hasselt - Goedkeuren".
3.
Vanaf 1 januari 2022 werden ook de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van het OCMW Hasselt bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZ/FPD aangesloten.
De raad maatschappelijk welzijn keurde goed om de toekenning, het beheer en de betaling van de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZ/FPD verder te blijven toevertrouwen aan Ethias, evenals de betaling van de bijdragen. Dit gebeurde bij besluit "2021_RMW_00092 - Pensioenen - Toetreding tot het gesolidariseerd pensioenfonds - Goedkeuren".
4.
Hoger vermelde gebeurtenissen maakte een aanpassing aan de overeenkomst met Ethias nodig. De bijgewerkte pensioenverzekeringsovereenkomst en de overeenkomst bijdrageverzekering werd goedgekeurd door de gemeenteraad en raad maatschappelijk welzijn op 27 september 2022. Dit gebeurde via besluit "2022_GR_00161 - Pensioenverzekeringsovereenkomst 1ste pp (wettelijke pensioenen) Stad OCMW Hasselt - Overeenkomst bijdrageverzekering Stad Hasselt - Goedkeuren " en "2022_RMW_00074 - Pensioenverzekeringsovereenkomst 1ste pp (wettelijke pensioenen) Stad en OCMW Hasselt - Overeenkomst bijdrageverzekering OCMW Hasselt - Goedkeuren ".
5.
N.a.v. de samenvoeging van gemeente Kortessem met Stad Hasselt in 2025 moet er een regeling uitgewerkt worden voor de pensioenen 1ste pijler van de mandatarissen en statutaire werknemers die in de nieuwe entiteit terecht gaan komen.
Stad Hasselt heeft sinds 2015 een pensioenverzekeringsovereenkomst 1 ste pijler (wettelijke pensioenen) pensioenverzekering NR. 210 ten voordele van de mandatarissen. Daarnaast is er een overeenkomst bijdrageverzekering NR. FP 304C ten voordele van de statutaire personeelsleden.
In het kader van de fusie met gemeente Kortessem stellen wij vast dat:
- Gemeente Kortessem geen pensioenverzekeringsovereenkomst of bijdrageverzekering heeft bij Ethias;
- Op grond van artikelen 344 en 350 DLB de nieuwe gemeente bij samenvoeging (fusie) van rechtswege de rechten, plichten en lasten overneemt die voortvloeien uit overeenkomsten van de samengevoegde gemeenten.
- Het is niet wenselijk om twee systemen naast elkaar te laten bestaan na de samenvoeging.
Omwille hiervan en omwille van de vereenvoudiging van de administratieve last na de samenvoeging, is het noodzakelijk om nu te beslissen dat de mandatarissen en de (statutaire) personeelsleden van gemeente of OCMW Kortessem, die na de fusie onder de nieuwe entiteit stad terecht komen, ook onder de toepassing zullen vallen van hogervermelde pensioenverzekeringsovereenkomst (fonds 210) en de bijdrageverzekering (fonds 304).
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
De wet van 5 mei 2014 betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector.
Wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 344 en 350,3°betreffende de overname van (contractuele) rechten en plichten na samenvoeging.
beleidsbudget
De gemeenteraad keurt de uitbreiding goed van de pensioenverzekeringsovereenkomst 1 ste pensioenpijler (voor de mandatarissen) en de overeenkomst bijdrageverzekering (voor de statutaire personeelsleden) onderschreven door de stad Hasselt, naar de personeelsleden van Kortessem die na de samenvoeging (fusie) onder de nieuwe entiteit tewerkgesteld zullen worden.
Afschrift van dit besluit wordt aan Ethias bezorgd.
Jaarlijkse rapportering aan het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn over de organisatiebeheersing.
Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn.
Het organisatiebeheersingssysteem beantwoordt minstens aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en is verenigbaar met de continuïteit van de werking van de gemeentelijke diensten.
Het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, het vast bureau en de raad voor maatschappelijk welzijn worden jaarlijks in kennis gesteld (rapportering) over de organisatiebeheersing.
Art. 219 decreet lokaal bestuur: Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.
Het jaarrapport op zich heeft geen financiële impact.
De gemeenteraad neemt kennis van het jaarrapport organisatiebeheersing 2023.
Naar aanleiding van de organisatiewijzigingen november 2023, werd verder aan de slag gegaan met het verder vorm geven van de verschillende directies.
Op basis daarvan worden nu een aantal wijzigingen aan het organogram voorgesteld.
Dit is een logische volgende stap in de groei van onze organisatie.
De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor de opmaak van het voorontwerp van het organogram (DLB art 171 §4).
De GR en de RMW stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden. (DLB art 161)
De gemeenteraad stelt het gezamenlijk organogram van stad- en OCMW Hasselt van juni 2024, zoals gevoegd in bijlage, vast.
De fusie van Hasselt met Kortessem werd goedgekeurd in november 2023 door beide besturen en definitief bekrachtigd door de Vlaamse overheid in het fusiedecreet.
Een degelijke voorbereiding en eenmaking van systemen en processen is noodzakelijk om een vlotte start te maken als nieuwe stad/OCMW vanaf 1 januari 2025. Daartoe behoren onder meer de vertaling van het organogram naar de financiële en HR systemen. Omdat het organogram de kapstok vormt voor vele processen, is het cruciaal te kunnen starten met de voorbereiding hiervan reeds geruime tijd op voorhand (6 maanden).
Daarnaast is het als goed huisvader belangrijk dat we de medewerkers van onze organisatie voldoende gemoedsrust geven door hen zicht te geven op hun toekomstige plaats in het organogram.
De algemeen directeur zorgt in overleg met het managementteam voor de opmaak van het voorontwerp van het organogram. (DLB art 171 §4)
De GR en de RMW stellen het gezamenlijk organogram van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vast. Het organogram geeft de organisatiestructuur van de diensten van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn weer, duidt de gezagsverhoudingen en de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden. (DLB art 161)
De gemeenteraad stelt het gezamenlijk organogram van stad- en OCMW Hasselt van januari 2025, zoals gevoegd in bijlage, vast.
In uitvoering van het koninklijk besluit betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties van 22 mei 2019 en de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid heeft de stad Hasselt, en in het bijzonder de veiligheidscel, het algemeen nood- en interventieplan (ANIP) grondig geactualiseerd.
Elke gemeente of stad in België is immers verplicht een algemeen nood- en interventieplan (ANIP), dat het multidisciplinair optreden regelt en de algemene richtlijnen en de nodige informatie bevat om het beheer van een noodsituatie te verzekeren, op te maken en actueel te houden. Iedere grondige wijziging of actualisatie aan het Algemeen nood- en interventieplan (ANIP) wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het ANIP werd, als basisrichtlijn voor het beheer van noodsituaties, grondig onder de loep genomen door de noodplanningscoördinatoren en de gemeentelijke veiligheidscel, en aangepast waar aangewezen. De aanleiding hiervoor is het nieuwe canvas voor de gemeentelijke algemeen nood- en interventieplannen. Dit canvas werd aangereikt door de dienst noodplanning en crisisbeheer van de provincie Limburg en wordt ook nationaal verspreid. Het doel van het canvas is nationale eenvormigheid op vlak van nood - en interventieplannen. De gemeenten worden aangeraden om hun gemeentelijk algemeen nood- en interventieplan op te maken in dit canvas, zodanig duidelijk en eenvoudig voor alle bovenlokale betrokken stakeholders.
Het vernieuwde actuele Algemeen Nood- en Interventieplan van de stad Hasselt werd goedgekeurd door de gemeentelijke veiligheidscel op 26 april 2024, en wordt nu ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Dit ANIP is een levend document dat continu geactualiseerd wordt op vlak van contactgegevens, data en beperkte procedurebijsturingen n.a.v. oefeningen en incidenten.
Na goedkeuring door de gemeenteraad zal het ANIP ook aan de gouverneur worden voorgelegd ter goedkeuring.
Een algemeen nood- en interventieplan (ANIP) bevat de algemene richtlijnen en de informatie die nodig zijn om het beheer van om het even welke noodsituatie te garanderen en legt de organisatie van de beleidscoördinatie en de hoofdbeginselen van de multidisciplinaire interventie vast. Het doel is dat het gemeentelijk ANIP kan ingezet worden voor een brede waaier aan noodsituaties.
Het ANIP vermeldt een duidelijke omschrijving van de wetgeving, de risico’s, afspraken tussen de verschillende actoren (disciplines), wie de verantwoordelijken zijn voor de verschillende disciplines en de organisaties hiervan, wijze van informatiedeling aan de bevolking en kanalen, organisatie van het coördinatiecomité van de burgemeester, ondersteuning en informatiebronnen.
Er worden vijf disciplines onderscheiden, namelijk:
- discipline 1: de hulpverleningsoperaties;
- discipline 2: de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening;
- discipline 3: de politie;
- discipline 4: de logistieke steun (technische dienst, Civiele bescherming, Defensie);
- discipline 5: alarmering van en de informatie aan de bevolking.
Het ANIP voor stad Hasselt werd uitgewerkt binnen de gemeentelijke veiligheidscel. In deze veiligheidscel zijn de verschillende disciplines vertegenwoordigd. De redactie ligt in handen van de noodplanningscoördinator. Het voorliggend ANIP is een levendig document dat ten allen tijde moet kunnen worden aangepast in functie van aanduiding verantwoordelijken, wijzigingen contactgegevens, evaluaties oefeningen en incidenten, enzovoort.
De wet betreffende civiele veiligheid van 15 mei 2007.
Koninklijk Besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaalniveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen.
De gemeenteraad keurt het algemeen nood- en interventieplan van stad Hasselt goed.
Stad Hasselt is aandeelhouder van Nuhma CV.
De stad Hasselt werd per elektronisch bericht van 17 mei 2024, daar de stad Hasselt haar gegevens, overeenkomstig artikel 35 van de statuten, daartoe heeft bezorgd aan Nuhma cv, opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Nuhma cv die op 8 oktober 2024 zal besluiten omtrent de inbreng in natura met uitgifte van aandelen en de statutenwijziging.
VLAAMSE ENERGIEHOLDING, een besloten vennootschap met zetel te Noordlaan 9, 8820 Torhout, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0448.632.324 (RPR Gent, afdeling Oostende) (“VEH”) fungeert als holding in het Vlaamse energielandschap. Op heden is VEH eigenaar van 79.700 van de in totaal 446.766 aandelen van soort B2 (“B2 Aandelen”) uitgegeven door PUBLI-T, een coöperatieve vennootschap met zetel te Galerie Ravenstein 4 bus 2, 1000 Brussel, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0475.048.986 (RPR Brussel, Nederlandstalige afdeling) (“Publi-T”).
VEH wenst haar rol als holding in het Vlaamse energielandschap te versterken door haar deelneming in Publi-T te verhogen (“Project Transactie Publi-T”), door middel van enerzijds een aankoop van een aantal B2 Aandelen, en anderzijds een inbreng in natura van een aantal B2 Aandelen. De verschillende fases en stappen ter uitwerking van Project Transactie Publi-T werd opgesteld in samenspraak met de betrokken partijen.
In het kader van Project Transactie Publi-T heeft Fluvius Limburg, een opdrachthoudende vereniging met zetel te Trichterheideweg 8, 3500 Hasselt, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0207.165.769 (RPR Antwerpen, afdeling Hasselt) (“Fluvius Limburg”), op 13 mei 2024 een koop-verkoopovereenkomst gesloten met NUHMA AC, een naamloze vennootschap met zetel te Herkenrodesingel 14, 3500 Hasselt, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0697.972.507 (RPR Antwerpen, afdeling Hasselt) (“NUHMA AC”), voor de verkoop van een aantal B2 Aandelen, onder opschortende voorwaarden te vervullen uiterlijk 30 juni 2024, waarbij de koopprijs zal blijven openstaan tussen de partijen en een schuldvordering zal vormen van Fluvius Limburg ten opzichte van NUHMA AC (“Schuldvordering Fluvius Limburg”) (“Fase 2B Regio Limburg”).
Volgend op de verwezenlijking van Fase 2B Regio Limburg, is Fluvius Limburg voornemens om de Schuldvordering Fluvius Limburg uit te keren aan hun respectievelijke deelnemende gemeenten, waarbij aan elk van deze deelnemende gemeenten een deel van de betreffende schuldvordering uitgekeerd zal worden (de “Dividenduitkering”).
Volgend op de Dividenduitkering, zijn de deelnemende gemeenten van Fluvius Limburg voornemens om over te gaan tot de inbreng in natura van hun respectievelijk deel van de Schuldvordering Fluvius Limburg in het vermogen van NUHMA, een coöperatieve vennootschap met zetel te Herkenrodesingel 14, 3500 Hasselt, ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0472.325.068 (RPR Antwerpen, afdeling Hasselt) (“NUHMA”), in ruil voor nieuwe aandelen uitgegeven door NUHMA.
Project Transactie Publi-T is in de voorbije vergaderingen van de gemeenteraad reeds uitvoerig besproken en alle gemeenteraadsleden bevestigen voldoende te zijn ingelicht om geïnformeerd tot besluitvorming te komen.
Ingevolge de inwerkingtreding van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) dienen de statuten van NUHMA geconformeerd te worden aan de bepalingen van de coöperatieve vennootschap in het WVV. Hiertoe dienen de statuten te worden aangepast aan de bepalingen van het WVV en te aligneren met de bepalingen van de coöperatieve vennootschap.
Naar aanleiding van de statutenwijzing:
Artikel 33 van de statuten van Nuhma.
Dividenduitkering Fluvius Limburg aan stad Hasselt, integraal in te brengen in Nuhma.
Verdere financiële details zie bijlage dossier 'Oproepingsbrief':
Concreet zal dit tot gevolg hebben dat het aandeelhouderschap van de stad Hasselt in Nuhma CV als volgt wijzigt:
Aantal aandelen
Vermogen (volledig volstort in EUR)
Huidige toestand
A-aandelen: 1.363.896
Onbeschikbaar vermogen: € 13.638.960,00
B-aandelen: 340.974
Beschikbaar vermogen: € 3.409.740,00
Totaal Aantal aandelen: 1.704.870
Totaal vermogen: € 17.048.700,00
Toestand na inbreng
A-aandelen: 1.844.657
Onbeschikbaar vermogen: € 31.792.497,52
B-aandelen: 340.974
Beschikbaar vermogen: € 3.409.740,00
Totaal Aantal aandelen: 2.185.631
Totaal vermogen: € 35.202.237,52
Toename door inbreng
+ 480.761 A aandelen
+ € 18.153.537,52 (waarde van de inbreng)
MJP: 008423 - BA dividend Fluvius - ARK 75000000
MJP 008424 - BE volstorting van aandelen publi-T - ARK 28110000
De gemeenteraad keurt de implementatie van Project Transactie Publi-T formeel goed, en bevestigt dat zij alle nodige stappen zal ondernemen en haar medewerking zal verlenen om Project Transactie Publi-T te voltooien.
Met het oog op de voltooiing van Project Transactie Publi-T, besluit de gemeenteraad om akkoord te gaan met de ontvangst in natura door de stad Hasselt van de Dividenduitkering, door middel van de overdracht van (een deel van) de Schuldvordering Fluvius Limburg aan de stad Hasselt, te weten ten belope van 18.153.537,52 euro.
Met het oog op de voltooiing van Project Transactie Publi-T, besluit en verbindt de gemeenteraad zich ertoe om, na de Dividenduitkering:
(i). het deel van de Schuldvordering Fluvius Limburg dat uitgekeerd werd aan de stad Hasselt, wetende een schuldvordering van 18.153.537,52 euro ten opzichte van NUHMA AC (de “Schuldvordering Gemeente”), integraal in natura in te brengen in het vermogen van NUHMA in ruil voor 480.761 nieuwe A-aandelen uitgegeven door NUHMA;
(ii). met betrekking tot de Schuldvordering Gemeente geen enkele verrichting anders dan de inbreng vermeld onder punt (i) uit te voeren.
De gemeenteraad keurt de statutenwijziging van NUHMA goed, op basis van de bekomen documenten.
De gemeenteraad keurt de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van NUHMA op 8 oktober 2024 goed:
1) In het kader van de hierna geagendeerde verhoging van het eigen vermogen van de Vennootschap door inbreng in natura; kennisname en bespreking van de nagemelde verslagen, waarvan de aandeelhouders kosteloos een afschrift hebben kunnen bekomen, te weten:
- het verslag opgesteld door het bestuursorgaan van de Vennootschap overeenkomstig de bepalingen van artikel 6:108 §2 juncto 6:110 §1 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna ook genoemd “het WVV”) inzake de geplande inbreng in natura met uitgifte van nieuwe aandelen (hierna ook genoemd “de Inbreng”);
- het verslag opgesteld door de commissaris van de Vennootschap overeenkomstig de bepalingen van artikel 6:110 §1 van het WVV inzake de Inbreng;
2) Verhoging van het eigen vermogen van de Vennootschap door middel van een inbreng in natura door de Deelnemende Gemeenten (hierna ook genoemd “de Inbrengers”), te weten de 42 reeds bestaande aandeelhouders van de Vennootschap en de nieuwe aandeelhouder die zal toetreden tot de Vennootschap, de gemeente Voeren, voormeld, van een schuldvordering; in ruil voor nieuw uitgegeven aandelen in het vermogen van de Vennootschap, waarbij:
- de Inbreng wordt gewaardeerd op een bedrag van honderd vijfenzestig miljoen driehonderd vierenvijftig duizend negen honderd dertig euro (165.354.930,00 EUR) mits uitgifte van vier miljoen driehonderd negenenzeventig duizend honderd en vier (4.379.104) nieuwe door de Vennootschap uit te geven A-aandelen, met een uitgifteprijs van zevenendertig euro en zesenzeventig cent (37,76 EUR), waardoor het onbeschikbare eigen vermogen van de Vennootschap gebracht zal worden op tweehonderd zesenzeventig miljoen negenhonderd zeventien duizend zeshonderd vijftig euro (276.917.650,00 EUR).
De nieuwe A-aandelen die door de Vennootschap worden uitgegeven, zullen aandelen op naam zijn die van dezelfde aard zijn als de bestaande A-aandelen van de Vennootschap. Aan elk van de nieuw uitgegeven A-aandelen zullen dezelfde winst- en stemrechten verbonden zijn als die welke aan de bestaande A-aandelen verbonden zijn. Bij de uitgifte zullen deze aandelen volledig volstort zijn. De nieuwe A-aandelen zullen recht geven op deelname in de winst van het boekjaar dat een aanvang nam op 1 januari 2024 en afgesloten zal worden op 31 december 2024.
Volgend op de hierboven beschreven Inbreng, zal het aantal aandelen uitgegeven door de Vennootschap verhoogd worden als volgt:
- de Inbreng wordt geboekt op de onbeschikbare eigen vermogensrekening.
3) Onmiddellijke inschrijving op de verhoging van het eigen vermogen door de Deelnemende Gemeenten en volstorting van de nieuw uitgegeven A-aandelen.
4) Vaststelling van de verwezenlijking van de inbreng in natura, de uitgifte van de nieuwe A-aandelen en de verwezenlijking van de verhoging van het eigen vermogen. Vaststelling dat de gemeente Voeren effectief is toegetreden als aandeelhouder.
5) Voorstel tot wijziging van het voorwerp van de Vennootschap waarbij het voorwerp van de vennootschap integraal vervangen wordt door de volgende tekst:
“De vennootschap heeft tot voorwerp, in België en in het buitenland, in eigen naam of in naam van derden, voor eigen rekening of voor rekening van derden, activiteiten en handelingen van een vennootschap die handelt in energie en van een investerings- of holdingvennootschap, daaronder begrepen:
(i) de aan- en verkoop, de distributie en de uitwisseling van elektrische en thermische energie, de levering van diensten of adviezen in verband met deze activiteiten, evenals alle verbonden activiteiten;
(ii) het investeren, onderschrijven, verwerven, plaatsen, kopen en verkopen en overdragen van aandelen, obligaties, certificaten, kredieten, geld en andere effecten uitgegeven door Belgische of buitenlandse vennootschappen die al dan niet commerciële vennootschappen, administratieve kantoren, instituten of verenigingen zijn en die al dan niet een publiek of semi-publiek karakter hebben;
(iii) het beheer van investeringen en participaties in dochtervennootschappen, het waarnemen van bestuursmandaten, het verlenen van advies, management en andere diensten die verwant zijn met de activiteiten van de vennootschap; deze diensten kunnen verleend worden op contractuele basis of op grond van deze statuten en kunnen uitgeoefend worden als extern adviseur dan wel als vennootschapsorgaan;
(iv) het toestaan van leningen en voorschotten ongeacht de vorm of duur, aan verbonden vennootschappen of vennootschappen in dewelke de vennootschap participeert, alsook borgstelling voor de verbintenissen van deze vennootschappen.
De vennootschap heeft in het algemeen de volle rechtsbekwaamheid om alle handelingen en verrichtingen te voltrekken die een rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met haar voorwerp of welke van die aard zijn dat zij de verwezenlijking van dit voorwerp, rechtstreeks of onrechtstreeks, geheel of ten dele vergemakkelijken of bevorderen.
De vennootschap kan in elke vennootschap met een gelijk of verwant voorwerp alsook in elke vennootschap die ertoe strekt het voorwerp van de vennootschap te bevorderen een belang nemen door middel van samenwerking, kapitaalinbreng, fusie, inschrijving op aandelen, participatie, financiële tussenkomst of op gelijk welke andere manier.
De vennootschap mag zich borg stellen of zakelijke zekerheden verlenen ten voordele van derden in de meest ruime zin.
Het voorwerp van de vennootschap kan uitgebreid of ingeperkt worden door middel van een statutenwijziging overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen en verenigingen."
En kennisname, zoals wettelijk verplicht, van het verslag van het bestuursorgaan opgesteld per 30 april 2024, houdende een omstandige verantwoording inzake de voorgestelde wijziging van het voorwerp conform artikel 6:86 WVV.
De aandeelhouders verklaren hiervan een afschrift ontvangen te hebben en ervan kennis genomen te hebben conform de bepalingen van artikel 6:70 §2 WVV. Zij ontslaan derhalve de voorzitter van het voorlezen ervan.
6) Voorstel tot wijziging van de rechten verbonden aan de soort A en soort B aandelen, zoals hierna verder omschreven.
En kennisname, zoals wettelijk verplicht, van het verslag van het bestuursorgaan, opgesteld per 30 april 2024 conform de bepalingen van artikel 6:87 WW, houdende de omstandige verantwoording inzake de wijziging van de rechten verbonden aan de soort A en soort B aandelen.
Eveneens kennisname van het verslag opgesteld door de commissaris, te weten de besloten vennootschap MOORE AUDIT, voormeld, per 16 mei 2024, zoals opgenomen in artikel 6:87 WVV, aangezien aan het verslag van het bestuursorgaan financiële en boekhoudkundige gegevens ten grondslag liggen.
Een kopie van beide verslagen werd aan de aandeelhouders ter beschikking gesteld overeenkomstig artikel 6:70 §2 WVV. Deze verslagen werden eveneens neergelegd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 2:8 en 2:14, 4° WVV.
7) Aanpassing van de statuten aan het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), met inbegrip van de aanpassing van het begrip ‘kapitaal’ en aanneming van volledig nieuwe statuten.
8) Volmacht voor formaliteiten aan NUHMA cv met zetel te 3500 Hasselt, Herkenrodesingel 14, KBO 0472.325.068 haar aangestelden of gevolmachtigden, allen met de bevoegdheid om alleen te handelen en/of in de plaats te stellen, om alle formaliteiten te vervullen die zouden nuttig of noodzakelijk zijn bij alle private of publiekrechtelijke instellingen, met inbegrip van alle latere mogelijke wijzigingen dienaangaande.
De gemeenteraad besluit om bijzondere volmacht toe te kennen aan mevrouw Sofie Donneaux, bedrijfsjurist NUHMA, met het recht van indeplaatsstelling om, in naam en voor rekening van de stad Hasselt, deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van NUHMA op 8 oktober 2024 (of iedere andere datum waarop deze zou worden uitgesteld of verdaagd), te handelen en te beslissen conform de beslissingen van deze gemeenteraad.
Hiertoe wordt het volmachtformulier aangevuld en ondertekend.
De gemeenteraad beslist het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan Nuhma, ter attentie van het secretariaat, (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres sofie.lodewyckx@nuhma.be.
De vraag van Audio om het uittreksel van het verslag van de algemene vergadering van Audio en de jaarrekening 2023 ter kennisgeving voor te leggen aan de gemeenteraad.
De afgevaardigden van de deelgenoten van Audio zijn verantwoordelijk voor de kennisgeving van het verslag van de algemene vergadering aan de gemeenteraad.
Art. 20 van de statuten van Audio.
Art 485 van het decreet lokaal bestuur.
Art. 490 paragraaf 2 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van de algemene vergadering van Audio d.d. 24 mei 2024.
De gemeenteraad neemt kennis van de jaarrekening Audio 2023.
Het schrijven van IGL van 15 mei 2024, voor de algemene vergadering van 27 juni 2024 om 18.00 uur die de volgende agendapunten bevat:
1. Toelichting van het verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2023: kennisneming
2. Toelichting van het verslag van de commissaris-revisor over het boekjaar 2023: kennisneming
3. De balans 2023 en de resultatenrekening 2023 en de vaststelling van het saldo (resultaatsverwerking): goedkeuring
4. Kwijting aan de bestuurders: goedkeuring
5. Kwijting aan de commissaris-revisor: goedkeuring
6. Vaststelling van de werkingstoelage voor de deelnemers-gemeenten (aandelen A) voor het boekjaar 2024: goedkeuring
De stad Hasselt is deelnemer van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg.
De beslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2019 waarbij de mevrouwen Nele Kelchtermans en Inge Hendrikx respectievelijk aangesteld werden als afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde in de algemene vergadering van IGL.
Artikel 35 van de gecoördineerde statuten van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg.
Mevrouw Nele Kelchtermans gaat deelnemen aan deze vergadering.
De gemeenteraad keurt de agendapunten van de algemene vergadering van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg op 27 juni 2024 goed, op basis van de bekomen documenten en toelichtingsnota's.
De gemeenteraad verleent aan mevrouw Nele Kelchtermans en mevrouw Inge Hendrikx mandaat om aan alle beraadslagingen en stemmingen met betrekking tot de dagorde deel te nemen, alle akten, stukken, notulen en aanwezigheidslijsten te ondertekenen en om in het algemeen het nodige hiervoor te doen.
De aanstelling van de afgevaardigden en het toegekende mandaat blijven behouden ingeval van verdaging van deze algemene vergadering met dezelfde agenda.
De mail van Audio van 30 mei 2024, waarin men vraagt om de formele goedkeuring van de gemeenteraad voor de toetreding van de stad Sint-Truiden, gemeenten Knokke-Heist en Oosterzele, OCMW's Knokke-Heist, Oosterzele, Sint-Gillis-Waas en Sint-Truiden en zorgvereniging VitaS, tot de vereniging Audio.
De gemeenteraad keurde op 20 december 2016 de toetreding tot ledenorganisatie Audio goed.
De toetreding van stad Hasselt tot de ledenorganisatie werd door de algemene vergadering van Audio goedgekeurd op 14 juni 2017.
De vraag van de stad Sint-Truiden, gemeenten Knokke-Heist en Oosterzele, OCMW's Knokke-Heist, Oosterzele, Sint-Gillis-Waas en Sint-Truiden en zorgvereniging VitaS, om toe te treden tot ledenorganisatie Audio.
De groeistrategie van Audio, goedgekeurd door de algemene vergadering van Audio op 24 mei 2024.
De vraag van Audio om formele goedkeuring van de verzoeken tot toetreding.
Art. 482 van het decreet Lokaal Bestuur.
Art. 330 van het decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad keurt de toetreding van gemeente Knokke-Heist tot de ledenorganisatie Audio, goed.
De gemeenteraad keurt de toetreding van OCMW Knokke-Heist tot de ledenorganisatie Audio, goed.
De gemeenteraad keurt de toetreding van gemeente Oosterzele tot de ledenorganisatie Audio, goed.
De gemeenteraad keurt de toetreding van OCMW Oosterzele tot de ledenorganisatie Audio, goed.
De gemeenteraad keurt de toetreding van OCMW Sint-Gillis-Waas tot de ledenorganisatie Audio, goed.
De gemeenteraad keurt de toetreding van stad Sint-Truiden tot de ledenorganisatie Audio, goed.
De gemeenteraad keurt de toetreding van OCMW Sint-Truiden tot de ledenorganisatie Audio, goed.
De gemeenteraad keurt de toetreding van zorgvereniging VitaS tot de ledenorganisatie Audio, goed.
Op 21 april 2023
werd de Regioraad Limburg opgestart, naar aanleiding van het Regiodecreet dat door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd.
In dat decreet werden de referentieregio's afgebakend. De 42 gemeenten van de provincie Limburg behoren tot één referentieregio.
Om de Regioraad Limburg vorm te geven nam de gouverneur het initiatief om samen met de VVSG en de lokale besturen een ontwikkeltraject uit te werken voor de regio Limburg, en organiseerde op 21 april 2023 de Reflectienamiddag van Limburgse burgemeesters en algemeen directeurs. Daar werd uitvoerig gesproken over het te ontwerpen concept van burgemeestersoverleg voor de één-referentieregio Limburg. Dit regioplatform heet Regioraad Limburg en de burgemeesters van de Limburgse gemeenten vormen de spil. De bedoeling is dat de Regioraad Limburg ontmoeting en informatiedeling faciliteert op schaal van de één-referentieregio Limburg.
Tijdens de reflectienamiddag werden reeds een aantal ontwerpprincipes en randvoorwaarden geformuleerd om tot een goed functionerende raad te komen. Er werd al dieper ingegaan op de werking op procesniveau, maar er moeten uiteraard nog verdere stappen gezet worden. Daartoe werden een politieke en een tijdelijke projectgroep opgericht. De eerste is samengesteld uit burgemeesters en zal zich focussen op succes- en randvoorwaarden en condities voor de werking. De tweede kreeg het mandaat om een volgende ontmoeting voor te bereiden op basis van de input van de reflectienamiddag en de politieke projectgroep te ondersteunen. De eerstvolgende ontmoeting ging door op 24 november 2023.
Het regiodecreet voorziet in de agendering van de regiowerking op de agenda van de gemeenteraad, minstens 2 keer per jaar.
Het regiodecreet van 3 februari 2023 - art. 8
De gemeenteraad neemt kennis van de voorbereidende documenten en het verslag van de regioraad van 24 november 2023.
Van 14 juni 2024 tot en met 14 juli 2024 zal op het Kolonel Dusartplein het Festival da Copa plaatsvinden en dit naar aanleiding van het EK voetbal.
Op het Kolonel Dusartplein zullen alle matchen van het EK voetbal vertoond worden op een groot scherm en tevens vrij toegankelijk zijn voor het publiek.
Afhankelijk van de type wedstrijden zal al dan niet het volledige terrein in gebruik genomen worden. Zo zullen de openingswedstrijd, de finale en alle wedstrijden waarbij de Rode Duivels spelen doorgaan onder de noemer Copa Xl ( in openlucht en op het groot scherm), alle andere wedstrijden zullen ( tenzij anders beslist) doorgaan als Copa Cafe ( in de daartoe voorziene tent).
Voor elke wedstrijd zal er een risicoanalyse worden uitgevoerd. Op basis van deze risicoanalyse zal de inzet van ondersteunende en veiligheidsdiensten worden bepaald.
Naast de inzet van de lokale politie zal er tevens een beroep worden gedaan op veiligheidsagenten tijdens het evenement.
De organisatie van dit event werd op touw gezet door 3vents - evenementenbureau met als maatschappelijke zetel - Kempische Kaai 55A - 3500 Hasselt.
In het kader van de organisatie en teneinde de veiligheid te kunnen waarborgen wenst 3vents private bewakingsagenten in te zetten op het Kolonel Dusartplein van 14 juni tot en met 14 juli 2024. Deze vraag kwam toe bij de gemeente via het overlegorgaan AGEV ( adviesgroep evenementenveiligheid) op 16 mei 2024.
Zo zal de organisatie veiligheidsagenten inzetten om toe te zien op het huishoudelijk reglement (opgesteld door de organisatie) van het event op het Kolonel Dusartplein.
Artikel 115, 2° en 116 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid voorzien in deze mogelijkheid.
Er dient benadrukt te worden dat deze bewakingsagenten niet beschikken over gerechtelijke bevoegdheden, noch over de bevoegdheid om dwang of geweld te gebruiken en ook geen andere handelingen kunnen stellen dan deze die voortvloeien uit de rechten waarover ieder persoon beschikt, tenzij dit uitdrukkelijk voorzien is in de wet private veiligheid of haar uitvoeringsbesluiten.
Ook voor materiële vaststellingen met betrekking tot goederen, hebben ze geen vaststellingsbevoegdheid, en zullen ze steeds de lokale politie verwittigen.
De private bewakingsagenten zijn wel bevoegd een persoon te fouilleren en staande te houden in afwachting van de komst van de politie. De bewakingsagent heeft echter niet de bevoegdheid om daarbij betrokken personen, getuigen of verantwoordelijken op te sporen, de identiteit te controleren, bijkomende inlichtingen in te winnen of personen te verhoren.
De private bewakingsagenten treden dus niet in de plaats van de lokale politie maar zij werken er in tegendeel zeer nauw mee samen, waarbij de lokale politie de regie behoudt en een sturende rol vervult.
De inzet van private bewakingsagenten voor evenementenbewaking, met name elke vorm van statische bewaking van de goederen, van toezicht op en controle van het publiek met het oog op het verzekeren van het veilig en vlot verloop van evenement, is enkel mogelijk op voorwaarde dat de gemeenteraad een politiereglement aanneemt waarin de zone wordt afgebakend waarbinnen deze private bewakingsactiviteiten kunnen plaatsvinden en waarin de duurtijd ervan wordt bepaald.
Aangezien de eerstvolgende gemeenteraad pas samenkomt op 25 juni 2024 en het event zijn aanvang neemt op 14 juni 2024 en de bewakingsactiviteiten eerder starten, kon niet gewacht worden op de volgende gemeenteraad voor goedkeuring van de verordening.
Aangezien de burgemeester krachtens artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet bevoegd is om in geval van onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, politieverordeningen te maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven.
Aangezien het event reeds van start zal gaan op 14 juni 2024 en de melding dat private bewaking noodzakelijk is om de veiligheid te garanderen pas einde mei duidelijk bleek, was een optreden van de burgemeester bij hoogdringendheid noodzakelijk teneinde de veiligheid tijdens het event te bewaken.
De burgemeester ging op donderdag 23 mei 2024 dan ook over tot goedkeuring van een politieverordening waarbij de zone waarbinnen private bewakingsagenten de bewaking van het event konden uitvoeren, werd afgebakend tot " Op en rond het Kolonel Dusartplein en begrensd door de kruising van de Koning Boudewijnlaan met de Martelarenlaan en de kruising van de Wijngaardstraat met de Congostraat."
De evenementenbewaking werd enkel toegestaan in de periode dat dit noodzakelijk was om de veiligheid van het evenement te garanderen, met name van 14 juni 2024 tot en met 14 juli 2024.
De tijdelijke politieverordening wordt heden ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet;
Artikelen 115, 2°, 116 en 117 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;
Het ministerieel besluit van 10 november 2017 tot vaststelling van de wijze van aanduiding van het begin en het einde van een zone op de openbare weg onder toezicht, van de mogelijkheid van uitgangscontrole bij het verlaten van een winkelruimte en van de uitoefening van situationele bevoegdheden, tot uitvoering van de wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, Titel II, hoofdstuk 3;
Het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
De gemeenteraad bekrachtigt de tijdelijke politieverordening tot afbakening van de zone waarin evenementenbewaking door private bewakingsagenten kan worden uitgeoefend, die werd goedgekeurd door de burgemeester bij besluit d.d. 23 mei 2024 (2024_BURG_00016) zoals gevoegd in bijlage.
Dit besluit wordt voorgelegd op vraag van de lokale politie LRH in het kader van het globaal veiligheidsplan van het evenement UEC Road European Championships EK Limburg 2024.
Van 11 tot en met 15 september gaat het EK wielrennen door met Hasselt als aankomstplaats.
Dit is een evenement met een grote internationale uitstraling waarvan er een verwachting is dat er tijdens dit evenement meer dan 100.000 bezoekers zullen zijn.
Grote wielerwedstrijden gaan traditioneel hand in hand met een groot alcoholgebruik en een heel grote toeschouwerscompressie wat de kans op incidenten groot maakt.
De grote groep medewerkers hebben een grote verantwoordelijkheid toe naar de wedstrijdbezoekers en moeten beschikken over een grote betrouwbaarheidsfactor. Deze groep heeft een grote kennis over de wedstrijd. Dit kan een grote meerwaarde zijn maar het kan ook een bedreiging zijn indien ze slechte bedoelingen zouden hebben.
Om het goede verloop van het evenement UEC Road European Championships EK Limburg 2024 enerzijds en de openbare orde, rust en veiligheid van de bevolking anderzijds te verzekeren is het nodig specifieke politiemaatregelen te nemen.
De te nemen specifieke politiemaatregelen worden bepaald aan de hand van de risicoanalyse die werd uitgevoerd door de lokale politie LRH in het kader van de voorbereiding van het politionele beheer van het evenement.
De burgemeester neemt op basis van deze risicoanalyse de noodzakelijke preventieve, regulerende en controlemaatregelen die pertinent, proportioneel en opportuun zijn voor het bewerkstelligen van het vreedzame verloop en veilige verloop van het evenement.
Vanuit deze risicoanalyse komt de vraag aan de bestuurlijke overheid om de nodige stappen te ondernemen zodat een screening van medewerkers (betaald of vrijwillig),van het evenement UEC Road European Championships EK Limburg 2024 mogelijk is. Bijgevolg vraagt de politie LRH de toepassing van de Ministeriële omzendbrief betreffende veiligheidscontroles naar aanleiding van evenementen dd. 29 maart 2018.
De veiligheidscontroles dienen te voldoen aan de beginselen van de legaliteit, van subsidiariteit, van proportionaliteit, van gelijkheid en van opportuniteit.
Bij de voorafgaande veiligheidscontrole onderzoekt de verantwoordelijke politiedienst of de betrokkene een gevaar vormt voor de openbare orde op het evenement. Op basis van een door de verantwoordelijke politiedienst uitgevoerde risicoanalyse, rekening houdend met antecedenten, zullen de criminaliteitsdomeinen door de politiediensten worden bepaald waarop de veiligheidscontrole zal gebeuren.
Op basis van de beginselen met betrekking tot de veiligheidscontrole en op basis van de risicoanalyse zullen de medewerkers (betaald of vrijwillig) voorafgaandelijk gescreend worden op basis van volgende feiten:
Zoals omschreven in de Ministeriële omzendbrief betreffende veiligheidscontroles naar aanleiding van evenementen dd. 29 maart 2018 zal het Openbaar Ministerie betrokken worden bij de uiteindelijke verificatie naar een eventuele veroordeling.
Deze voorafgaande veiligheidscontroles van medewerkers (betaald of vrijwillig) van het evenement UEC Road European Championships EK Limburg 2024 zijn noodzakelijk om een veilig verloop van het evenement te garanderen. Daarnaast laat deze voorafgaande veiligheidscontrole het toe om te oordelen of deze personen al dan niet een gevaar kunnen betekenen voor de openbare orde tijdens het evenement.
De nieuwe gemeentewet;
De bevoegdheden van de gemeenteraad, zoals bepaald in het artikel 119 van de nieuwe gemeentewet en artikel 286 van het decreet lokaal bestuur;
Artikel 135, § 2, van de Nieuwe Gemeentewet (NGW) zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de openbare orde op hun grondgebied;
Artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet (NGW) is de burgemeester de bevoegde overheid in het kader van bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente;
Artikel 14 van de wet op het politieambt (WPA) zien de politiediensten toe op de handhaving van de openbare orde, met inbegrip van de naleving van de politiewetten en –verordeningen, de voorkoming van misdrijven en de bescherming van personen en goederen;
Artikelen 5/1, 5/2, en 44/1, § 4 van de wet op het politieambt (WPA) communiceren de politiediensten het resultaat van hun veiligheidscontrole aan de overheid van bestuurlijke politie zodat deze zijn beslissing om welbepaalde personen niet toe te laten op het terrein van het evenement kan communiceren aan de organisator;
Artikelen 7 tot 7/2 van de wet op het politieambt (WPA);
De artikelen 44/1 en 44/7, 4° - 6° van de Wet op het Politieambt (WPA) die aan politiediensten de toelating geven om in het kader van de uitoefening van hun opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie persoonsgegevens te verwerken en in het bijzonder om politionele gegevensbanken te creëren en te gebruiken;
De ministeriële omzendbrief van 29 maart 2018 (BS 05/04/2018) betreffende veiligheidscontroles naar aanleiding van evenementen;
De ministeriële omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 (BS 15/05/2014 betreffende de operationalisering van het referentiekader CP 4 over het genegotieerd beheer van de publieke ruimte n.a.v. gebeurtenissen die de openbare orde aanbelangen;
De gemeenteraad keurt een voorafgaandelijke veiligheidscontrole van de personen die meewerken aan de organisatie en het verloop van het evenement UEC Road European Championships EK Limburg 2024, goed.
Deze personen kunnen als medewerker (betaald of vrijwillig), meewerken aan het evenement.
De organisator van het evenement UEC Road European Championships EK Limburg 2024, is verplicht om de personen, die meewerken aan de organisatie en het verloop van het evenement, in te lichten over de voorafgaandelijke veiligheidscontrole.
De organisator van het evenement UEC Road European Championships EK Limburg 2024, is verplicht om de personen, die meewerken aan de organisatie en het verloop van het evenement, een schriftelijke verklaring te laten ondertekenen waarin ze zich akkoord verklaren met deze voorafgaandelijke veiligheidscontrole en bijgevolg hun toestemming verlenen dat hun persoonsgegevens kunnen worden overgemaakt aan de politiediensten met het oog op de veiligheidscontrole. Deze schriftelijke verklaring kan opgenomen worden in een arbeids- , vrijwilligers- of dienstenovereenkomst. Elke andere vorm van vrijelijke en geïnformeerde schriftelijke toestemming is ook toegelaten.
De organisator van het evenement UEC Road European Championships EK Limburg 2024 maakt de persoonsgegevens ten laatste 6 weken voor aanvang van het evenement over aan de verantwoordelijke politiedienst. De organisator moet eventuele wijzigingen zo snel mogelijk doorgeven en kan, mits akkoord van de verantwoordelijke politiedienst, na deze termijn ook nog aanvullingen doorgeven.
De volgende gegevens worden minstens overgemaakt:
De organisator staat in voor de juistheid van de aangeleverde persoonsgegevens.
De verantwoordelijke politiedienst legt een register aan dat de verwerking van deze gegevens documenteert.
Op basis van de beginselen met betrekking tot de veiligheidscontrole en op basis van de risicoanalyse zullen de medewerkers (betaald of vrijwillig), tijdens het evenement UEC Road European Championships EK Limburg 2024 voorafgaandelijk gescreend worden op basis van volgende feiten:
Bij de voorafgaande veiligheidscontrole raadpleegt de verantwoordelijke politiedienst de haar ter beschikking gestelde gegevensbanken.
Op basis van de persoonsgegevens, die ter beschikking zijn gesteld door de organisator, voert de verantwoordelijke politiedienst de voorafgaande veiligheidscontrole uit. Na deze veiligheidscontrole geeft de verantwoordelijke politiedienst een advies aan de burgemeester over het veiligheidsrisico van de gecontroleerde personen.
De burgemeester kan - op basis van het advies van de politie - beslissen dat de gecontroleerde persoon de toegang tot het evenement geweigerd wordt.
De burgemeester maakt deze beslissing over aan de organisator en de betrokkene.
De burgemeester motiveert zijn beslissing aan de betrokkene op basis van het gevaar voor de openbare orde dat zijn aanwezigheid op het evenement zou betekenen. In zijn motivering kan de burgemeester geen melding maken van politionele gegevens (informatie of onderzoeksgegevens), behalve met het akkoord van de bevoegde magistraat.
De organisator informeert de burgemeester over het gevolg dat aan de weigeringsbeslissing is gegeven door de betrokkene.
Indien de betrokkene de toegang tot het evenement geweigerd wordt, dan licht de burgemeester de betrokkene in dat hij hiertegen een verzoek tot schorsing of nietigverklaring kan indienen bij de Raad van State (dit in toepassing van artikel 19, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State).
Indien de beslissing gebaseerd is op onjuiste gegevens, dan kan de betrokkene via de procedure van onrechtstreekse toegang de verbetering van zijn gegevens vragen dit in toepassing van artikel 71 (met verwijzing naar artikel 26, 7°a van de wet van 30 juni 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot verwerking van persoonsgegevens).
Na de melding van de verificatie van juistheid van de gegevens door het controleorgaan, dient de verantwoordelijke politiedienst opnieuw de veiligheidscontrole uit te voeren op basis van mogelijk gewijzigde gegevens in haar gegevensbanken. De verantwoordelijke politiedienst bezorgt opnieuw haar advies aangaande de veiligheidscontrole, maar de bevoegdheid van de beslissing tot weigering blijft bij de burgemeester.
Indien er tijdens deze veiligheidscontroles door de politie, naar aanleiding van het overmaken van de persoonsgegevens door de organisator krachtens artikel 4 van onderhavig reglement, elementen naar boven komen die aanleiding kunnen geven tot een negatief advies - aangaande de toegang van de medewerker tot het evenement - aan de burgemeester, kan de politie een dubbelcheck uitvoeren. Dit om valse negatieven geweigerden zoveel als mogelijk te vermijden. Daartoe kan de politie desgevallend overleg plegen met het openbaar ministerie, de Local Task Force of andere geëigende en bevoegde adviesorganen en instanties.
Deze verordening wordt van kracht onmiddellijk na de vereiste afkondiging.
Deze politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur.
Afschrift van deze verordening wordt gestuurd aan de
Het EK Voetbal is van start gegaan op 14 juni 2024 en loopt tot en met 14 juli 2024. Dit evenement zal de nodige weerklank vinden onder andere door het organiseren en uitzenden van de wedstrijden op groot scherm.
Dit alles dient op een ordelijke en veilige manier te kunnen plaatsvinden voor zowel de inwoners, de handelaars, de bezoekers van de stad en de bezoekers van de desbetreffende evenementen.
Om dit te kunnen bewerkstellingen was het nodig om bijkomende veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals een meldingsplicht bij het vertonen van de wedstrijden in het kader van het EK Voetbal 2024 op groot scherm.
Om het goede verloop rond de georganiseerde activiteiten rond het EK Voetbal enerzijds en de openbare orde, rust en veiligheid van de bevolking anders te verzekeren is het nodig specifieke politiemaatregelen te nemen.
De te nemen specifieke politiemaatregelen worden bepaald aan de hand van de risicoanalyse die werd uitgevoerd door de lokale politie LRH in het kader van de voorbereiding van het politionele beheer van het evenement.
De burgemeester nam op basis van deze risicoanalyse de noodzakelijke, preventieve, regulerende en controlemaatregelen die pertinent, proportioneel en opportuun zijn voor het bewerkstellingen van het vreedzame en veilig verloop van het evenement.
Vanuit deze risicoanalyse kwam de vraag aan de bestuurlijke overheid om de nodige stappen te ondernemen om een meldingsplicht uit te vaardigen voor het vertonen van uitzendingen van het EK Voetbal 2024 op schermen groter dan 80 inch op het openbaar terrein.
Schermen groter dan 80 inch die gericht staan naar de stoepen en wegen kunnen hinder geven en problemen veroorzaken in het kader van de verkeersveiligheid. Daarnaast kunnen omwonenden mogelijks hinder ondervinden van schermen die teveel naar buiten gericht staan.
Om dit te voorkomen in het kader van openbare orde, rust en veiligheid werd huidige politieverordening opgesteld.
Aangezien het event reeds van start is gegaan op 14 juni 2024 ,de melding dat huidige politieverordening noodzakelijk was om de veiligheid te garanderen pas eind mei duidelijk bleek en de eerstvolgende gemeenteraad pas samen kwam op 25 juni 2024 was een optreden van de burgemeester bij hoogdringendheid noodzakelijk teneinde de veiligheid tijdens het evenement te bewaken.
Aangezien de burgemeester krachtens artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet bevoegd is om in geval van onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, politieverordeningen te maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven.
Aangezien het event reeds van start is gegaan op 14 juni 2024 en de melding dat een meldingsplicht inzake het uitzenden van de wedstrijden in het kader van het EK voetbal pas eind mei duidelijk bleek was een optreden van burgemeester bij hoogdringendheid noodzakelijk teneinde de veiligheid tijdens de periode van het EK Voetbal 2024 te bewaken.
De burgemeester ging op 31 mei 2024 dan ook over tot goedkeuring van een politieverordening waarin de meldingsplicht aangaande het uitzenden van de wedstrijden in het kader van het EK Voetbal 2024 werd vastgelegd.
De tijdelijk politieverordening wordt heden ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikelen 119 en 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet
Artikel 134 van de Nieuwe Gemeentewet
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hfdst 3
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
De gemeenteraad bekrachtigt de tijdelijke politieverordening in het kader van uitzendingen van het EK Voetbal die werd goedgekeurd door de burgemeester bij besluit dd. 31 mei 2024 ( 2024_BURG_00020), zoals toegevoegd in bijlage.
Het EK voetbal is van start gegaan op 14 juni 2024 en loopt tot en met 14 juli 2024, gedurende deze periode zal het Festival Da Copa plaatsvinden op het Kolonel Dusartplein.
Daarnaast weten we uit voorbije edities van het EK en WK - voetbal dat naast de georganiseerde activiteiten in het kader van deze gebeurtenissen, het Kolonel Dusartplein vaak een ontmoetingsplaats is voor voetballiefhebbers.
Wanneer er echter veel mensen afzakken naar het Kolonel Dusartplein, waardoor er een grote mensenmassa ontstaat en deze groep mensen ook dicht op elkaar staat kan dat bepaalde risico's inhouden.
Om zulke risico's in te perken was het nodig om bijkomende veiligheidsmaatregelen te nemen, zoals een verbod op glazen recipiënten.
Om het goede verloop van het event Festival Da Copa en de bijhorende activiteiten rond het EK Voetbal 2024 enerzijds en de openbare orde, rust en veiligheid van de bevolking anders te verzekeren was het nodig specifieke politiemaatregelen te nemen.
De te nemen specifieke politiemaatregelen werden bepaald aan de hand van de risicoanalyse die werd uitgevoerd door de lokale politie LRH in het kader van de voorbereiding van het politionele beheer van het evenement.
De burgemeester nam op basis van deze risicoanalyse de noodzakelijke, preventieve, regulerende en controlemaatregelen die pertinent, proportioneel en opportuun zijn voor het bewerkstellingen van het vreedzame en veilig verloop van het evenement.
Vanuit deze risicoanalyse kwam de vraag aan de bestuurlijke overheid om de nodige stappen te ondernemen om een verbod op het gebruik van glas uit te vaardigen voor de omgeving van het Kolonel Dusartplein en dit telkens voor een periode van 2 uur voor de wedstrijden tot 3 uur na de wedstrijden van het EK Voetbal 2024.
Omwille van de openbare veiligheid vroeg de politie om een verbod op het gebruik van glas voor het Kolonel Dusartplein en dit voor een periode van 2 uur voor de wedstrijd tot 3 uur na de wedstrijd.
Het Kolonel Dusartplein is traditioneel een plaats waar veel volk samenkomt om te genieten van de voetbalwedstrijden of de traditionele après-voetbal.
Door een vaak te grote mensenmassa en een grote dichtheid van het volk ontstaan er heel erg gevaarlijk situaties voor het gebruik van glas. Hierdoor kunnen er gemakkelijk gevaarlijke situaties ontstaan waarbij mensen in een dikwijls benevelde toestand snel gekwetst kunnen geraken.
Bovendien is voetbal een sport die veel emoties losmaakt bij supporters. De combinatie van emotie en alcoholgebruik heeft in het verleden reeds meermaals geleid tot vechtpartijen. Door het aanwezig zijn van glas stijgt het risico op ernstige kwetsuren bij een vechtpartij. Dronken mensen gebruiken immers de glazen om kwetsuren toe te brengen bij vechtpartijen.
Aangezien het event reeds van start is gegaan op 14 juni 2024 ,de melding dat huidige politieverordening noodzakelijk was om de veiligheid te garanderen pas eind mei duidelijk bleek en de eerstvolgende gemeenteraad pas samen kwam op 25 juni 2024 was een optreden van de burgemeester bij hoogdringendheid noodzakelijk teneinde de veiligheid tijdens het evenement te bewaken.
Aangezien de burgemeester krachtens artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet bevoegd is om in geval van onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, politieverordeningen te maken, onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven.
Aangezien het event reeds van start is gegaan op 14 juni 2024 en de melding dat een politieverordening voor het gebruik van glas pas eind mei duidelijk bleek was een optreden van burgemeester bij hoogdringendheid noodzakelijk teneinde de veiligheid tijdens de periode van het EK Voetbal 2024 te bewaken.
De burgemeester ging op 31 mei 2024 dan ook over tot goedkeuring van een politieverordening waarin het verbod van glazen recipiënten voor het Kolonel Dusartplein gedurende het EK Voetbal werd vastgelegd.
De tijdelijk politieverordening wordt heden ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikelen 119 en 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet
Artikel 134 van de Nieuwe gemeentewet
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hfdst 3
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
De gemeenteraad bekrachtigt de tijdelijke politieverordening rond het verbod op het gebruik van glas voor het Kolonel Dusartplein in het kader van het EK Voetbal die werd goedgekeurd door de burgemeester bij besluit dd. 31 mei 2024 ( 2024_BURG_00018) zoals toegevoegd in bijlage.
Elke nieuwe legislatuur dient de Raad van Bestuur van het AGB Stadsontwikkeling Hasselt opnieuw samengesteld te worden. De leden van de Raad van Bestuur worden benoemd door de gemeenteraad.
In de huidige statuten is voorzien dat de voordracht van de kandidaat-bestuurder door een voordrachtakte dient te gebeuren. Er is in het decreet lokaal bestuur geen vormvereiste voorzien voor de voordracht van de kandidaat-bestuurders.
We streven naar administratieve vereenvoudiging en passen de huidige statuten aan door het weglaten van het verplicht gebruik van voordrachtaktes voor het voordragen van leden voor de Raad van Bestuur van AGB Stadsontwikkeling Hasselt.
Hiervoor is een statutenwijziging nodig die door de gemeenteraad dient goedgekeurd te worden.
De Raad van Bestuur heeft de statutenwijziging voorbereid en legt deze voor aan de gemeenteraad ter goedkeuring.
Enkel artikel 11.4 van de statuten wordt gewijzigd.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 235 § 2
De gemeenteraad keurt de gecoördineerde statuten van het AGB Stadsontwikkeling Hasselt goed.
Om bijkomende capaciteit te genereren, dient Fluvius een extra nutscabine te plaatsen langs de Bruynebosstraat. Een bijkomende cabine is nodig wegens spanningsklachten in de omgeving van Bruynebosstraat. In samenspraak met de betrokken diensten (vergunningen, planning, mobiliteit, groen) wordt voorgesteld om de cabine langs de Bruynebosstraat, ter hoogte van huisnummer 11, op een deel van perceelnummer 952/03, te plaatsen.
Meer bepaald wordt de volgende zone voorgesteld: een perceel grond met een oppervlakte van 29 m², gelegen te Hasselt langs de Bruynebosstraat, gekend ten kadaster 14de afdeling, sectie A, deel perceelnummer 952/03, volgens bijgevoegd plan, aangeduid als lot 1 en afgebeeld in oranje kleur, plan opgemaakt door Landmeter-Expert Bart Severi (Geowijzer), opgemaakt op datum van 23 april 2024 (dossier 2023FL30). Dit lot is geprékadastreerd met planreferentienummer 71056/10131, en gereserveerd perceelnummer 71056 A 952 / 3 A P0000. Dit plan zal worden opgenomen in de databank van de plannen van afbakening van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.
Het doel van de aankoop is het oprichten van een distributiecabine ten openbare nutte.
De toegang naar het perceel grond gebeurt rechtstreeks via het openbaar domein.
De verkoop van de grond wordt toegestaan en aanvaard voor de prijs van HONDERD VIJFENVEERTIG EURO (145,00 euro) cfr. het schattingsverslag (dossier 2024/HA14) opgesteld door Bart Severi, Landmeter expert dd. 25 januari 2024, aangesteld door de stad Hasselt via goedgekeurd raamcontract.
De koopsom zal betaald worden bij de ondertekening van de notariële akte.
De overeenkomst wordt aangegaan onder volgende opschortende voorwaarden:
Binnen het vergunningsluik, bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor de elektriciteitscabine, zal het geldend rooilijnplan, eveneens met de veilige afstand ten opzichte van het kruispunt, ook de groenintegratie in de omgeving en het maximum behoud van de bestaande bomen, rekening houdend met de kroonprojecties op het maaiveld, als voorwaarde worden opgenomen. De cabine wordt uitgevoerd in een groene kleur en ligt op een veilige afstand van het kruispunt zodat er voor de bestuurders een voldoende zicht is én rekening gehouden is met de veiligheid van de weggebruikers.
"Tijdens de graafwerken dient rekening gehouden met eventueel aanwezige boomwortels, het Standaardbestek 250 versie 4.1 moet van toepassing zijn op de uitvoering van deze werken. In principe mag binnen de totale boombeschermingszone (TBBZ) niet gewerkt worden. Definitie TBBZ ( Hoofdstuk 2 blz 2-31):
De straal van de totale boombeschermingszone uitgedrukt in centimeter = 12 × stamdiameter gemeten in cm op 1 m boven de grond. De straal wordt uitgezet aan de voet van de boom. De straal is nooit minder dan 2 m of groter dan 15 m. Deze beschermingszone is driedimensioneel.
Indien dit niet mogelijk is stelt het Standaardbestek 250 4.1 ( april 2019, Hoofdstuk 2 blz 2-71 ) dat wortels dikker dan 5 cm moeten ondergraven worden. Indien dit niet mogelijk is of haalbaar is, dienen wortels afgesneden te worden. Dit dient te gebeuren met een scherpe snoeitang en/of een scherpe snoeizaag. De wonde dient zo klein mogelijk te zijn. Er worden geen producten op de wonde aangebracht. Wortels worden in geen geval mechanisch overgetrokken of afgerukt binnen de TBBZ. Spades, schoppen, houwelen, bijlen en hakmessen worden evenmin gebruikt om wortels te doorsnijden.
Binnen de TBBZ is het niet toegelaten om: de bestaande water- en zuurstofhuishouding te verstoren door de bodem onder water te zetten; materialen en goederen op te slaan; constructies, bouwketen, machines, containers ed te plaatsen; het niveau van het maaiveld tijdelijk of definitief te verhogen of te verlagen.
Daarnaast dient men ervoor te zorgen dat er geen bovengrondse plantendelen worden beschadigd. Indien werken noodzakelijk zijn binnen de TBBZ worden stam en laaghangende takken beschermd tegen mechanische schade. Bij het opvullen van de sleuven na de werken, dient de bodem in juiste volgorde terug aangevuld te worden. Zwarte teelaarde dient maximaal terug bovenaan geplaatst te worden. De groendienst zal de uitvoering van de werken komen controleren.”
Zoals eerder goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in de zitting van 12 augustus 2021, wordt voor dit dossier de dienst Vastgoedtransacties aangesteld (2021_CBS_02428). Deze dienst zal het dossier afhandelen en op haar beurt de authentieke akte verlijden. Deze dienst is gevestigd te Koningin Astridlaan 50, 3500 Hasselt. Alle kosten (incl. metingsplan) en erelonen die betrekking hebben op deze akte zijn voor rekening van de koper, zijnde Fluvius Limburg.
Deze verkoop geschiedt dan ook om reden van algemeen nut.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, Titel II, hfdst. 3.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Verkoop onroerend goed (= opbrengst)
Volgnummer: MJP007064 - BE - Verkoop gronden patrimonium (Investeren in een duidelijk, duurzaam en evenwichtig ruimtelijk kader)
Algemene rekening: 26000000
Actienummer: AC000795
Exact bedrag = € 145,00 (incl. BTW)
Prijs conform het schattingsverslag opgesteld door Bart Severi, Landmeter expert (Geowijzer bvba - dossier 2024/HA14) dd. 25 januari 2024.
De gemeenteraad keurt de verkoop van een perceel grond met een oppervlakte van 29 m², gelegen te Hasselt langs de Bruynebosstraat, gekend ten kadaster 14de afdeling, sectie A, deel van perceelnummer 952/03, aangeduid als lot 1 en afgebeeld in oranje kleur, plan opgemaakt door landmeter-expert Bart Severi (Geowijzer), opgemaakt op datum van 23 april 2024 (dossier 2023FL30), aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg (voorheen Inter-Energa), goed. Dit lot is geprékadastreerd met planreferentienummer 71056/10131, en gereserveerd perceelnummer 71056 A 952 / 3 A P0000.
Het betreffende opmetingsplan zal, na goedkeuring, worden opgenomen in de databank van de plannen van afbakening van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.
Het doel van de verkoop is het oprichten van een distributiecabine ten openbare nutte.
De toegang naar het perceel grond gebeurt rechtstreeks via het openbaar domein.
De verkoop van de grond wordt toegestaan en aanvaard voor de prijs van HONDERD VIJFENVEERTIG EURO (145,00 euro) cfr. het schattingsverslag (dossier 2024/HA14) opgesteld door Bart Severi, Landmeter expert (Geowijzer bvba - dossier 2024/HA14) dd. 25 januari 2024.
De koopsom zal betaald worden bij de ondertekening van de notariële akte.
Fluvius Limburg zal het genot hebben van het verkochte goed vanaf de dag van de ondertekening van deze overeenkomst. Hij kan vanaf dan, op eigen risico, noodzakelijke werken/herstellingen aanvatten.
De gemeenteraad keurt goed dat de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de koopakte.
Fluvius Limburg zal de onroerende voorheffing en de andere belastingen van alle aard welke betrekking hebben op het vernoemde goed te zijnen laste nemen vanaf één januari volgend op het tot stand komen van de koop.
De overeenkomst wordt aangegaan onder volgende opschortende voorwaarden:
De akte wordt verleden door de dienst Vastgoedtransacties. Deze dienst zal het dossier afhandelen en op haar beurt de authentieke akte verlijden. Deze dienst is gevestigd te Koningin Astridlaan 50, 3500 Hasselt. Alle kosten (incl. metingsplan) en erelonen die betrekking hebben op deze akte zijn voor rekening van de koper, zijnde Fluvius Limburg.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van dit besluit.
Ter realisatie van het RUP 217 ‘Blauwe Boulevard West’ keurde de gemeenteraad in de zitting van 28 mei 2019 een samenwerkingsovereenkomst met NV Mommen Wegenbouw goed (2019_GR_00157).
In een latere fase werd er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 november 2023 (2023_GR_00280). De samenwerkingsovereenkomst van 2019 wordt bijgevolg vervangen door de versie van 2023.
De grondruil zonder opleg mondt uit in een transactie waar de stad Hasselt verschillende percelen ruilt met nv Mommen Wegenbouw voor de ontwikkeling van een deel van de site Blauwe Boulevard, meer bepaald het deel 'Parkwijk'.
De nieuwe samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd volgens gemeenteraadsbesluit dd. 28 november 2023 (2023_GR_00280) geeft nv Mommen Wegenbouw de mogelijkheid om site Blauwe Boulevard -deel Parkwijk- te ontwikkelen.
Volgens besluit 2020_GR_00128 dd. 23 juni 2020 wordt er door de gemeenteraad bekrachtigd dat de grondruil met nv Mommen Wegenbouw zonder opleg zal gebeuren.
Begeleidend aan de grondruil zonder opleg is er een opmetingplan gemaakt -op datum van 16 mei 2024- door landmeter-expert Steven Jocken, zie bijlage. Voor de grondruil werden percelen benoemd van lot 1 tot en met lot 12. Bijkomend zal er nog een erfdienstbaarheid gevestigd worden op loten 1G, 5B en 5D.
Het opmetingsplan van 20 februari 2020, opgemaakt door landmeter-expert Bart Cleuren, werd ingediend ter prekadastratie. Het opmetingsplan aangevuld door landmeter-expert Steven Jocken werd ingediend om planreferentienummer 71327/10375 te bekomen.
Concreet zal er het volgende geruild worden.
Nv Mommen Wegenbouw geeft in ruil aan stad Hasselt:
Lotnummer | Kadastrale gegeven | kadastrale oppervlakte volledig perceel | gemeten te ruilen oppervlakte | nieuw perceelnummer |
lot 1 | 7-G-430/Z | 28a32ca | 10a94ca | 713/A |
lot 2 | 7-G-430/Z | 28a32ca | 11a28ca | 713/B |
lot 3 | 7-G-430/A2 | 60a24ca | 36a65ca | 713/C |
lot 4 | 7-G-430/A2 | 60a24ca | 08a48ca | 713/D |
lot 5 | 7-G-430/A2 | 60a24ca | 31ca | 713/E |
lot 6 | 7-G-430/Z | 28a32ca | 05ca | 713/F |
Stad Hasselt geeft in ruil aan nv Mommen Wegenbouw:
Lotnummer | Kadastrale gegeven | kadastrale oppervlakte volledig perceel | gemeten te ruilen oppervlakte | nieuw perceelnummer |
lot 7 | 7-G-430/C2 | 13a71 | 06a62ca | 713/G |
lot 8 | 7-G-430/D2 | 04a86ca | 51ca | 713/H |
lot 9 | 7-G-430/B2 | 03a10ca | 03a09ca | 713/K |
lot 10 | openbaar domein | 07a67ca | 713/L | |
lot 11 | 300/02 | 06a70ca | 48ca | 713/M |
lot 12 | 297/H | 74ca | 02ca | 713/N |
Zoals eerder vermeld zal er op loten 1G, 5B en 5D een erfdienstbaarheid gevestigd worden aan de hand van volgend artikel (pagina 4-5 van de ontwerpakte): "De erfdienstbaarheid wordt gevestigd in functie van werken aan ondergrondse nutsleidingen meer bepaald nieuwe aanleg, heraanleg en onderhoud van leidingen.
De eigenaar zal in functie en in de periode van deze werken de grond vrijhouden van blijvende constructies, opstapeling van materialen, hoogstammige beplantingen en leidingen. De toegang moet permanent zijn : 24uur op 24, 7 dagen op 7, onmiddellijk, veilig en zonder tussenkomst van derden.
De bedekking boven de leidingenstrook moet met normale mechanische handwerktuigen kunnen verwijderd en nadien teruggeplaatst worden zodat deze in haar oorspronkelijke staat kan hersteld worden.
De erfdienstbaarheid wordt ook gevestigd in functie van de ontsluiting (toegang en uitgang) van de parking Blauwe Boulevard. Deze ontsluiting moet permanent zijn: 24 uur op 24, 7 dagen op 7, veilig en zonder tussenkomst van derden.
De erfdienstbaarheid eindigt op het moment dat de werken van de nutsleidingen voltooid en opgeleverd zijn en wanneer de Gelatineboulevard gerealiseerd is conform het tracé opgenomen in het RUP Blauwe Boulevard West waardoor een definitieve ontsluiting van de parking Blauwe Boulevard wordt gerealiseerd."
Volgens dit besluit wordt de ontwerpakte met betrekking tot de grondruil zonder opleg tussen stad Hasselt en nv Mommen Wegenbouw aan de gemeenteraad voorgelegd ter goedkeuring.
Verder wordt er ook de goedkeuring gevraagd aan de gemeenteraad om een oppervlakte van 07a67ca (lot 10) te onttrekken uit het openbaar domein om de ruil mogelijk te maken
In de zitting van het college van burgemeester en schepenen dd. 02 juli 2020 (2020_CBS_01354) werd dienst Vastgoedtransacties (Koningin Astridlaan 50, 3500 Hasse) aangesteld om de authentieke akte op te stellen en ten gepaste tijden te verlijden. De gemeenteraad keurt goed dat de bevoegde commissaris in naam van de Stad Hasselt kwijting geeft. Alle kosten die betrekking hebben op de grondruil zijn ten laste van nv Mommen Wegenbouw.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, Titel II, hfdst. 3
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
geen financiële gevolgen
De gemeenteraad keurt de ontwerpakte goed betreffende de grondruil tussen de stad Hasselt en nv Mommen Wegenbouw.
De gemeenteraad keurt goed dat lot 10, zoals aangeduid op het opmetingsplan voor verwerving van gronden en onttrekking van gronden aan het openbaar domein opgesteld door landmeter-expert Bart Cleuren dd. 20/02/2020, onttrokken wordt aan het openbaar domein.
De wederzijdse grondoverdracht gebeurt om reden van openbaar nut, namelijk ter uitvoering van het RUP 217 ‘Blauwe Boulevard West’.
Het opmetingsplan van 20 februari 2020, opgemaakt door landmeter-expert Bart Cleuren, werd ingediend ter prekadastratie. Het opmetingsplan aangevuld door landmeter-expert Steven Jocken werd ingediend om planreferentienummer 71327/10375 te bekomen.
Indien de ruil tot stand komt, dan zal hij geschieden onder de gewone voorwaarden als naar rechte en bovendien onder de volgende bedingen:
- De koper zal de volle eigendom van het goed hebben vanaf het tot stand komen van de koop en in het genot ervan treden na verlijden akte.
- De koper zal de onroerende voorheffing en de andere belastingen van alle aard welke betrekking hebben op het vernoemde goed te zijnen laste nemen vanaf één januari volgend op het tot stand komen van de ruil.
De gemeenteraad keurt goed dat partijen de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de ruilakte.
De gemeenteraad keurt goed dat de bevoegde commissaris in naam van de Stad Hasselt kwijting geeft.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van dit besluit.
De huidige inrichting van de Diepstraat te Kuringen voldoet niet meer aan de moderne kwaliteits-, leefbaarheids-, toegankelijkheids- en verkeersveiligheidseisen. Om voorgaande reden heeft dienst Mobiliteit een dossier gestart om de Diepstraat kritisch onder de loep te nemen.
Omwille van verscheidene redenen wordt er geopteerd om de Diepstraat her in te richten. De buurtwegen (nr. 1 en nr. 47) die de Diepstraat vandaag vormen, worden afgeschaft. Tegelijkertijd zal er een nieuwe rooilijn vastgelegd worden opdat de geplande infrastructuurwerken uitgevoerd kunnen worden. Het vastleggen van een nieuwe rooilijn zorgt er voor dat het openbaar domein uitgebreid wordt en er verschillende innames dienen te gebeuren.
Het decreet gemeentewegen van 2019 legt vast dat niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond. Hierbij moet rekening gehouden worden met de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau, bescherming van trage wegen, wijzigingen ten dienste van het algemeen belang, de verkeersveiligheid, de ontsluiting van de omliggende percelen en de toekomstige functie van de weg.
Volgens besluit dd. 29 juni 2023 (2023_CBS_02153) voerde dienst Mobiliteit een studie uit betreffende de mogelijke herinrichting van de Diepstraat.
Er werden verschillende opties bekeken over een mogelijke herinrichting en er werd een publieke bevraging gedaan van de omliggende buurtbewoners.
Momenteel behoort de volledige zate van de Diepstraat tot het openbaar domein. In de Altas der Buurtwegen bestaat de Diepstraat uit twee buurtwegen namelijk buurtweg nr. 1 en buurtweg nr. 47. In 1908 en 1930 werden voorgaande buurtwegen gewijzigd (rechtzetting en verbreding), de fysieke Diepstraat heeft doorheen de jaren zijn vorm aangenomen maar de juridische grenzen van buurtwegen 1 en 47 blijven ongewijzigd van kracht. Om de Diepstraat als gemeenteweg op te nemen in het gemeentewegenregister, is het aangeraden om de buurtwegen nr. 1 en nr. 47 af te schaffen en te vervangen door de nieuwe rooilijn. De opstart tot de afschaffing van de buurtwegen wordt per afzonderlijk besluit behandeld door het college en de gemeenteraad.
De verbreding van het openbaar domein houdt dus rekening met de principes zoals opgenomen in artikel 3 en 4 van het decreet gemeentewegen, waaraan voorliggend dossier onderhevig is:
Beperkte hinder voor betrokken eigenaars: Bij het verbreden van het huidig openbaar domein zal er rekening worden gehouden met de belangen van de betrokken eigenaars en gebruikers van aangrenzende percelen.
Geen belemmering voor openbaar nut: De voorgestelde wijziging van buurtweg nr. 1 en buurtweg nr. 47 zal geen belemmering vormen voor het openbaar nut. Integendeel, het zal de toegankelijkheid en bruikbaarheid van de openbare ruimte verbeteren door het creëren van een veilige en efficiënte fiets- en wandelverbinding in de Diepstraat.
Compensatie voor betrokken eigenaars: Indien nodig zal compensatie worden geboden aan de betrokken eigenaars als gevolg van de vastlegging van de nieuwe rooilijn. Dit zal, zoals hoger aangehaald, in een afzonderlijk dossier worden voorgelegd.
Het vastleggen van de nieuwe rooilijn zorgt er voor dat het openbaar domein uitgebreid wordt en bijgevolg verschillende innames gedaan moeten worden. Het zou gaan over een 60-tal innames (van particuliere grond naar openbaar domein) / afstanden (van openbaar domein naar particuliere grond). De aanbodformulieren tot verkoop/afstand van de onroerende goederen zullen in een afzonderlijk dossier ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het college van burgermeester en schepenen heeft in dit besluit het voornemen om de gemeenteraad te laten beraadslagen over de nieuwe ontwerp-rooilijn van de Diepstraat.
De bijhorende plannen werden opgesteld door beëdigd landmeter-expert Ronny Van Eester op datum van dd. 09/10/2023:
- ontwerp van een gemeentelijk rooilijnplan, waaruit duidelijk de toekomstige rooilijn van de gemeenteweg Diepstraat blijkt
- topografische kaart
- orthofoto
- uittreksel uit de Atlas van de Buurtwegen
- uittreksel kadaster
De aanpassingen staan ten diensten van het algemeen belang. De rooilijnprocedure en de bijhorende innames gebeuren om redenen van openbaar nut.
De nieuwe rooilijnen van de Diepstraat worden gedefinieerd met lijnstukken 01 tot en met 20, 21 tot en met 25, 26 tot en met 38, 39 tot en met 55, 56 tot en met 63, 64 tot en met 72, 73 tot en met 102, zoals weergegeven op bijgevoegd ontwerp-rooilijnplan.
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen
Bestuursdecreet van 7 december 2018
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
Decreet gemeentewegen van 3 mei 2019
Geen financiële implicaties in deze fase.
De gemeenteraad keurt de ontwerp-rooilijnen voor de verbreding en herinrichting van de Diepstraat, zoals aangeduid op het ontwerprooilijnplan dd. 09/10/2023, opgesteld door beëdigd landmeter-expert Ronny Van Eester, goed. Dit plan wordt voorlopig vastgesteld.
De rooilijnen van de Diepstraat worden gedefinieerd met lijnstukken 01 tot en met 20, 21 tot en met 25, 26 tot en met 38, 39 tot en met 55, 56 tot en met 63, 64 tot en met 72, 73 tot en met 102, zoals weergegeven op bijgevoegd ontwerp-rooilijnplan.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van dit besluit, de samenstelling van het dossier en de organisatie van het wettelijk voorgeschreven openbaar onderzoek, alsook met de nodige bekendmakingen.
Het dossier zal na het voeren van het wettelijk voorgeschreven openbaar onderzoek opnieuw worden voorgelegd aan de gemeenteraad voor beraadslaging en de definitieve vaststelling van het rooilijnplan.
Om de rooilijn vast te leggen zijn er bijkomende innames van toepassing. De aanbodformulieren tot verkoop van de onroerende goederen van deze innames zullen in een afzonderlijk dossier ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
In 2020 engageerde stad Hasselt zich om samen met Trage Wegen vzw, inwoners en lokale organisaties het netwerk van trage wegen te inventariseren en een beleidskader op te maken dat voldoet aan de bepalingen van het Vlaams decreet houdende de gemeentewegen (oftewel Gemeentewegendecreet) van 03.05.2019.
Dit beleidskader heeft als doel de trage wegen in onze stad te beschermen, te verbeteren en te promoten als belangrijk onderdeel van onze leefomgeving.
Het beleidskader houdt geen beslissingen in over het juridische statuut van individuele verbindingen. Concrete acties m.b.t. het tragewegennetwerk dienen steeds weg per weg en met de nodige neutraliteit, transparantie en inspraak bekeken te worden, volgens de regelgeving van toepassing door het Gemeentewegendecreet.
In de zitting van 19 december 2023 keurde de gemeenteraad de voorlopige vaststelling van dit beleidskader goed.
Daaropvolgend werd er een openbaar onderzoek georganiseerd van 15/01/2024 tot en met 15/02/2024. Dit openbaar onderzoek werd bekend gemaakt via de website (een hele pagina werd gewijd aan dit project), het Belgisch Staatsblad, via gele affiche, via een mail naar al de stakeholders en inventariseerders en andere mensen die zich als geïnteresseerd hebben opgegeven gedurende het traject.
Daarnaast werd er ook op 2 februari een publieksmoment georganiseerd, waarbij iedereen alle plannen en documenten kon komen inkijken groot formaat in het Scheep (eerste verdieping) met een extra woordje uitleg van zowel dienst grondbeleid als Trage Wegen vzw. Er werden informatiepanelen voorzien en waar nodig werd er ook in dialoog gegaan. Dit infomoment werd kenbaar gemaakt via de website en via de sociale mediakanalen van de Stad Hasselt alsook via de Digitale Nieuwsbrief.
Voorliggende nota met bijlages vormt het beleidskader en verduidelijkt de rol die trage wegen vervullen in het versterken van Hasselt als belevingsvolle en beweegvriendelijke stad. Aanvullend is de toolbox een inspiratieboek dat een brede waaier van initiatieven op, rond en over trage(re) wegen bundelt. Aan de hand van sprekende voorbeelden binnen en buiten Hasselt kunnen zowel stadsdiensten, beleidsmakers als inwoners en burgerinitiatieven concreet aan de slag met trage wegen en stapvriendelijke straten.
De fundamenten van dit beleidskader zijn de trage wegen: alle wegen, paden of routes die in principe niet toegankelijk zijn voor gemotoriseerd verkeer. Voetgangers en fietsers voelen er zich thuis en bepalen het ritme. Trage wegen maken Hasselt tot een beweegvriendelijke stad en een belevingsvolle stad.
Om tot een actuele kaart en databank van alle trage wegen te komen, werden gedurende de zomer van 2020 alle paden in Hasselt geïnventariseerd. 35 bereidwillige Hasselaars brachten met de hulp van een inventarisatie-app 3400 wegsegmenten in kaart.
Vandaag is 258 km (van de 388 km) aan trage wegen ook effectief toegankelijk. Dat is een mooi aantal. Toch zijn er vele trage wegen niet (duidelijk) toegankelijk en is niet elk gebied of elke buurt even goed ontsloten door trage wegen. Via dit project worden daarom knelpunten en kansen aangeduid.
Het wensbeeld voor het traag netwerk is een stadsbreed ideaalbeeld op lange termijn en vormt een leidraad voor de versterking van trage wegen. Zes eigenschappen dienen als graadmeter voor die kwaliteit: de samenhang, de fijnmazigheid, de multifunctionaliteit, de veellagigheid, de mate waarin het netwerk ontsloten is en de flexibiliteit van het netwerk.
Wenslijnen zijn een indicatie van een wenselijke verbinding tussen twee punten en vormen geen directe aanleiding tot realisatie. Ze duiden een zoekzone aan waar in overeenstemming met eigenaar(s) zal worden gezocht naar het meest wenselijke tracé. Het wensbeeld is richtinggevend en dynamisch en kan wijzigen in functie van realisaties en toekomstige opportuniteiten.
Samen met Trage Wegen vzw werden er bovendien een aantal gebiedsgerichte en / of thematische invalshoeken (conform het GWD) uitgewerkt. Zij maken het mogelijk om stapsgewijs te werken (delen van) het wensbeeld op korte en middellange termijn. Dit zijn de zoekscenario’s als opstap naar actie of operationale beleidskeuzes (OBKs). Zij geven bijkomend en diepgaand richting aan het beleidskader. De OBKs maken het mogelijk voor beleidsmakers en administraties om op stads- en wijkniveau prioriteiten te stellen, een focus vast te leggen als het gaat over het versterken en optimaliseren van het traag netwerk. Deze operationele beleidskeuzes werden reeds goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in de zitting van 21 april 2022. De vier operationele beleidskeuzes voor Hasselt zijn de volgende: OBK1 Buurtwegencheck, OBK2 Wandellussen, OBK3 Op avontuur door de vallei van Herk en Mombeek, OBK4 Beleefbare wijken.
Voor de concrete uitwerking van deze operationele beleidskeuzes wordt rechtstreeks verwezen naar het beleidsplan als bijlage.
Belangrijk om nog te vermelden is dat dit hele plan volgens een participatief traject tot stand kwam, waarbij verschillende soorten stakeholders (zowel intern als extern) werden gehoord. Zo zijn er intern verschillende werktafels geweest waarbij diensten van verschillende departementen werden uitgenodigd om mee de krijtlijnen uit te zetten (Vergunningen, Planning, Mobiliteit, Groen, Publieke infrastructuur - Openbaar domein, Leefomgeving, Jeugd, Sport, Cultuur). Daarnaast werd er ook twee maal een samenwerking opgezet met de UHasselt Live Lab waarbij de Live-Project weken zorgde voor interactieve participatiemomenten in Katarina (CCH), Hollands Veld (De Tuimelaar) en Heilig-Hart (Vrijwilligersplein). Bovendien werd er ook een publieke werksessie georganiseerd waarbij verschillende stakeholders werden uitgenodigd om mee te denken. Er werd tot slot ook afgestemd met verschillende dorpsraden en met natuurverenigingen die actief zijn in de Herk- en Mombeekvallei.
Regelmatig werd er ook breed gecommuniceerd over het project:
- 24/04/2020 - Lancering oproep vrijwilligers inventarisatie + opmaak projectwebsite + bericht in de wijkkrantjes en Nieuwe Hasselaar
- 18/01/2021 - Persbericht opstart visie
- 15/10/2021 - Nieuwsbrief aan alle vrijwilligers inventarisatie
en geïnteresseerden
- 27/06/2022 - Persbericht OBK's
- 16/10/2022 - Dag van de Trage Weg - 3 bewegwijzerde wandelroutes werden aangeboden door Stad Hasselt
- 15/02/2023 - Nieuwsbrief Stavaza aan vrijwilligers inventarisatie
en geïnteresseerden + uitnodiging werktafels
- 31/03/2023 - Publieksmoment Live-Projectweek Heilig-Hart Vrijwilligersplein
Het voorliggende beleidskader vormt een visie en leidraad voor de uitbouw van een volwaardig traag netwerk in Hasselt. Het kader houdt geen beslissingen in over het juridische statuut van individuele verbindingen. Concrete acties zullen geval per geval en altijd in overleg met de betrokkenen bekeken worden, volgens de regelgeving van toepassing door het Gemeentewegendecreet. Voorgestelde adviezen of initiatieven impliceren dus geen onmiddellijke actie op het terrein en kunnen pas uitgevoerd worden na grondig bijkomend onderzoek en goedkeuring door de gemeenteraad.
Zoals hierboven reeds vermeld, werd dit beleidsplan met alle bijlages ook onderworpen aan een openbaar onderzoek. Iedereen had de mogelijkheid hier bezwaar op in te tekenen.
In deze periode werd er ook advies gevraagd aan de GECORO, aan de deputatie van Provincie Limburg en aan MOW.
Het advies van de GECORO luidt als volgt:
"De GECORO stelt dat het voorliggend beleidsnota Trage Wegen voldoende is om gunstig te kunnen adviseren. Volgende bedenkingen werden door de GECORO nog gemaakt over voorliggende beleidsnota: De GECORO complimenteert Trage Wegen vzw en de dienst Grondbeleid Stad Hasselt met het geleverde werk voor de opmaak van de beleidsnota en hoopt dat het Stadsbestuur het voorliggend advies zal vertalen in concrete projecten. De GECORO neemt akte van het feit dat de kaarten opgenomen in deze beleidsnota geen juridische waarde hebben en dat eventuele nog vergeten buurtwegen, voetwegen, gemeentewegen en/of toekomstige trage wegen alsnog kunnen toegevoegd worden aan de voorliggende kaarten."
Er werd geen advies ontvangen van MOW of Provincie Limburg binnen de periode van het openbaar onderzoek, noch in de periode erna.
Uit het proces-verbaal van het openbaar onderzoek is af te leiden dat er 94 bezwaren werden ingediend. Niet alle bezwaren kwamen via de officiële manier binnen, desondanks zijn alle opmerkingen/bezwaren die via andere kanalen zijn binnengekomen ook behandeld, om het beleidsplan met alle mogelijke opmerkingen te kunnen voeden.
Alle bezwaren werden individueel behandeld en grondig onderzocht. Voor het volledige overzicht van alle bezwaren en het concrete antwoord dat erop geformuleerd werd, wordt verwezen naar de eerste bijlage van dit besluit, dat integraal zal deel uitmaken van dit besluit. Dit besluit zou te lang en uitgebreid worden om alle bezwaren te integreren.
De meest voorkomende bezwaren/gevoeligheden en de antwoorden worden hier wel samengevat:
Aantasting van privacy/privaat karakter: Eigenaars van bepaalde percelen verzetten zich tegen het voorstel om een wandelweg door hun percelen aan te leggen. Ze benadrukken het louter private karakter van hun percelen en verzetten zich tegen elke mogelijke aantasting hiervan.
Algemeen antwoord Stad Hasselt: We respecteren de eigendomsrechten en streven naar een evenwichtige aanpak waarbij zowel de belangen van eigenaars als die van het publiek worden gerespecteerd.
Het voorliggende beleidskader vormt een visie en leidraad voor de uitbouw van een volwaardig traag netwerk in Hasselt. Het kader houdt geen beslissingen in over het juridische statuut van individuele verbindingen. Concrete acties zullen geval per geval en altijd in overleg met de betrokkenen bekeken worden, volgens de regelgeving van toepassing door het Gemeentewegendecreet. Voorgestelde adviezen of kansen impliceren dus geen onmiddellijke actie op het terrein en kunnen pas uitgevoerd worden na goedkeuring door de gemeenteraad. Opgenomen wenslijnen zijn een indicatie van een wenselijke verbinding tussen twee punten en vormen geen directe aanleiding tot realisatie. Ze duiden een zoekzone aan waar in overeenstemming met eigenaar(s) zal worden gezocht naar het meest wenselijke tracé. Het wensbeeld is richtinggevend en dynamisch en kan wijzigen in functie van realisaties en toekomstige opportuniteiten.
Ondanks bovenstaande neemt het bestuur de bezorgdheden van de bezwaarindiener serieus, en primeert het feit dat sommige wenslijnen of bestaande wegen volledig privaat zijn zonder grond van openbaar gebruik. Deze zullen voor nu niet opgenomen worden in het wensbeeld traag netwerk (of verwijderd worden). We hopen dat er ruimte blijft voor toekomstige dialoog om deze trage wegen (of alternatieven) in de toekomst mogelijk toegankelijk te maken voor het publiek.
Belangrijke opmerking: dit antwoord is doorgetrokken voor alle private wegen/private percelen met geen grond van openbare toegang. Indien het gaat om een officiële buurtweg, zijn er andere decretale verplichtingen (zie hieronder).
Behoud van ongerepte natuur/schade aan fauna en flora: Bezwaarmakers maken zich zorgen over de aantasting van ongerepte natuur door het "trage wegen-netwerk" project van de Stad Hasselt, over de ecologische gezondheid en over mogelijke schade aan fauna en flora.
Algemeen antwoord Stad Hasselt:
De openstelling en het gebruik van wandelwegen leiden niet noodzakelijk tot grote verstoring van de natuur of schade aan fauna en flora:
- Wandelpaden worden meestal aangelegd met het oog op het minimaliseren van verstoring van de natuur. Door het gebruik van aangewezen paden wordt het beperkte verkeer over het terrein verspreid, waardoor de verstoring van de omgeving tot een minimum wordt beperkt.
- Bezoekers van wandelpaden kunnen worden voorgelicht over het belang van het behoud van de natuurlijke omgeving en het respecteren van flora en fauna.
- Bij de aanleg van wandelwegen kunnen ecologische ontwerpprincipes en randvoorwaarden worden toegepast, zoals maximaal inzetten op onverharde paden, het vermijden van gevoelige habitats, inzetten op behoud van biodiversiteit en het minimaliseren van de impact op lokale ecosystemen.
Daarnaast zijn er ook de positieve effecten van recreatie: Het bieden van toegang tot de natuur via wandelpaden kan het bewustzijn en de waardering voor de natuur vergroten, natuurbehoud stimuleren en economische voordelen voor lokale gemeenschappen genereren.
Het is belangrijk om te erkennen dat de aanleg van wandelwegen zorgvuldig moet worden overwogen en gepland, rekening houdend met de specifieke kenmerken van het gebied en het behoud van de natuurlijke omgeving als prioriteit. Met de juiste aanpak kunnen wandelpaden worden gecreëerd die zowel recreatief waardevol zijn als het behoud van fauna en flora bevorderen.
Niet persoonlijk zijn aangeschreven tijdens openbaar onderzoek: Bezwaarmakers maken melding van niet persoonlijk gecontacteerd te zijn tijdens het openbaar onderzoek.
Antwoord Stad Hasselt: Bij de opmaak van een beleidsvisie en het openbaar onderzoek voor het beleidskader is het geen vereiste om de (aanpalende) eigenaars aan te schrijven. Het project en bijhorende publieksmomenten (zowel voor burgers en stakeholders) werden meermaals gecommuniceerd via verschillende kanalen van Stad Hasselt (zie nota beleidskader pagina 91 tot en met 93). M.b.t. het openbaar onderzoek en het publieksmoment was er communicatie via de website van Stad Hasselt en de nieuwsbrief van Stad Hasselt. Het aanschrijven van de eigenaars is wel voorzien in de procedures in het gemeentewegendecreet (in deze fase van het project nog niet aan de orde), die worden toegepast voor het erkennen, aanleggen, wijzigen, verplaatsen en opheffen van gemeentewegen. Deze procedures worden verder verduidelijkt en opgenomen in het afwegingskader.
Officiële buurtwegen: Bezwaarmakers die eigenaar zijn van percelen waar nog juridisch bestaande buurtwegen/wandelpaden op gelegen zijn, wensen deze verwijderd te zien.
Algemeen antwoord Stad Hasselt: Buurtwegen die zijn opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen, hebben nog steeds een juridische status als een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid en/of openbaar domein. In het traag netwerk zijn deze ook in OBK1 grondig gescreend en daar waar ze nog een belangrijk alternatief vormen voor gemotoriseerde wegen, voorgesteld om te behouden. Bovendien is in de bijhorende adviezen altijd opgenomen om te onderzoeken of de trage weg kan worden verlegd naar perceelsgrenzen, om zo weinig mogelijk hinder te veroorzaken voor particuliere eigenaars. We benadrukken dat de aanleg van trage wegen niet alleen de toegankelijkheid vergroot voor wandelaars, maar ook bijdraagt aan de algemene mobiliteit en het behoud van het landelijk karakter van een gebied. We staan open voor verdere discussie en het onderzoeken van mogelijke alternatieven die tegemoetkomen aan zowel de belangen van de gemeenschap als die van particuliere eigenaars. Verder is er ook het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 (artikel 3) (waar alle Vlaamse gemeenten en steden aan gebonden zijn): "Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen. Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op: 1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau; 2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak."
Voor de bezwaren die weerhouden werden, werden ook de nodige aanpassingen doorgevoerd aan kaarten en/of teksten. Nogmaals wordt de aandacht gevestigd op bijlage 1 met alle bezwaren en antwoorden die integraal deel uitmaken van dit besluit. In dit document zijn de bezwaren anoniem gemaakt. De volledige bezwaren zijn als niet-integrale bijlage opgenomen en zijn niet vatbaar voor openbaarmaking omwille van GDPR-regelgeving.
De verwerking van de bezwaren gebeurde in samenwerking met de juridische dienst en met Trage Wegen VZW.
Het beleidsplan inclusief bijlages, met alle aanpassingen op basis van de ingediende bezwaren, wordt nu definitief voorgelegd aan gemeenteraad ter goedkeuring.
Het decreet van de Vlaamse regering houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
De gemeenteraad keurt de definitieve vaststelling van het beleidskader trage wegen, met verwerking van de bezwaren tijdens het openbaar onderzoek, inclusief bijlagen, goed.
Het college wordt belast met de uitvoering van dit besluit overeenkomstig art. 18 en 19 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019, en behoudens administratief beroep.
Het beleidsplan wordt samen met het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het beleidsplan trage wegen onmiddellijk met een beveiligde zending bezorgd aan het departement Mobiliteit en Openbare Werken en aan de deputatie van de provincie Limburg.
Tegen deze beslissing kan binnen een termijn van 30 dagen een opschortend administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Overheid, overeenkomstig art. 24 en 25 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.
Deze beslissing wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 18 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Vandereycken Invest wenst over te gaan tot de kosteloze overdracht van twee percelen gelegen te Haagdoornlaan, kadastraal gekend onder: Hasselt, 13de afdeling, sectie E, nr. 146K3 en 146N3.
De overdracht geschiedt om reden van openbaar nut, en meer in het bijzonder voor de inlijving van de goederen bij het openbaar domein van de stad Hasselt.
Uit het BPA “Rode Rok” blijkt dat beide percelen als bestemming hebben om ingelijfd te worden bij het openbaar domein. Het gaat om de percelen gelegen in de Haagdoornlaan, kadastraal gekend onder: Hasselt, 13de afdeling, sectie E, nr. 146K3 en 146N3.
De overname van beide percelen zal kosteloos gebeuren volgens het ondertekend document opgesteld door beëdigd landmeter-schatter, Bart Severi d.d. 30/05/2024.
In het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 25/01/2024 (2024_CBS_00097) werd notaris Ernst Van Soest (gelegen te Koningin Astridlaan 57, 3500 Hasselt), reeds aangesteld.
Alle kosten die het verlijden en opmaken van de akte met zich meebrengt zijn ten laste van stad Hasselt.
Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende bestuurlijk toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
De gemeenteraad keurt de kosteloze overname van twee restpercelen te Haagdoornlaan, ter inlijving van deze goederen bij het openbaar domein, goed.
De gemeenteraad gaat akkoord met de kosteloze overname volgens het ondertekend document opgesteld door beëdigd landmeter-schatter, Bart Severi d.d. 30/05/2024.
De percelen hebben als bestemming uit het BPA “Rode Rok” om ingelijfd te worden bij het openbaar domein en zijn kadastraal gekend onder: Hasselt, 13de afdeling, sectie E, nrs.146K3 en 146N3. Beide percelen zijn tot op heden nog in eigendom van projectontwikkelaar Vandereycken Invest.
Deze verwerving door het stadsbestuur geschiedt voor openbaar nut.
Alle kosten die het verlijden en opmaken van de akte met zich meebrengt zijn ten laste van stad Hasselt.
Na de overdracht zal dienst grondbeleid het kadaster contacteren ter inlijving van de percelen bij het openbaar domein.
Bij de samenvoeging van gemeenten kunnen identieke of gelijkklinkende straten meermaals voorkomen. Om verwarring en problemen bij onder meer postbedeling en interventies van hulpdiensten te vermijden, moet dit probleem worden weggewerkt voor 1 januari 2025. Er werden 19 straatnamen geïdentificeerd die in aanmerking komen voor verandering. In de gemeenteraad van 19/12/2023 werd besloten welke straatnamen in Hasselt van naam zouden moeten veranderen en welke procedure er gevolgd moet worden.
In de maand februari (01-29) konden de bewoners van Hasselt suggesties indienen voor nieuwe straatnamen. De werkgroep heeft alle ingediende voorstellen samen met de socioculturele raad en de erfgoedraad geanalyseerd en heeft voor elke straat een geschikt en onderbouwd voorstel geformuleerd dat voorlopig werd vastgesteld in de gemeenteraad van 23/04/2024. Na de voorlopige vaststelling volgde er een openbaar onderzoek van 30 kalenderdagen (01-30 mei) waarbij opmerkingen en bezwaren konden worden ingediend. Tevens werd officieel advies gevraagd aan de socioculturele raad.
De socioculturele raad geeft een gunstig advies op de voorgestelde straatnamen:
In totaal zijn er acht bezwaren binnengekomen in het kader van het openbaar onderzoek dat liep van 01mei t/m 30 mei. Hieronder een korte weergave van de bezwaren, een uitgebreide behandeling wordt weergegeven in de bijgevoegde nota.
Tulpenlaan > Madeliefstraat > Madeliefjeslaan
Voorstel vanuit bewonersgroep om te veranderen naar Madeliefjeslaan.
De werkgroep stelt voor om Madeliefjeslaan als voorlopige naam vast te stellen.
Eeuwfeeststraat > Korte Eeuwfeeststraat > Eerste Eeuwfeeststraat
Voorstel vanuit bewoner om te veranderen naar Eerste Eeuwfeeststraat.
De werkgroep stelt voor om Eerste Eeuwfeeststraat als voorlopige naam vast te stellen.
Sint-Lambertusstraat > Jozef Droogmansstraat
Voorstel vanuit bewoner om de naam te verkorten naar Droogmansstraat.
Het bezwaar werd weerlegd gezien het weglaten van Jozef in de Jozef Droogmanstraat de erkenning van de verdienstelijke burger teniet zou doen. Er zijn veel Droogmansen, maar er is maar één Jozef Droogmans. Daarnaast telt de nieuwe naam evenveel letters als de voormalige naam (=20).
Sint-Rochusstraat > Maanlichtstraat
Er werd één bezwaar ingediend buiten de periode van het openbaar onderzoek, bijgevolg werd dit onontvankelijk verklaard.
Kerselaarstraat > Gagelstraat > Kersenstraat
Voorstel vanuit bewonersgroep om te veranderen naar Kersenstraat.
De werkgroep stelt voor om Kersenstraat als voorlopige naam vast te stellen.
Beemdenstraat > Broekbeemdenstraat
Voorstel vanuit bewoner om de Beemdenstraat toe te voegen aan de aangrenzende Garebeekstraat.
Het bezwaar werd weerlegd gezien er geen mogelijkheid is om de Garebeekstraat door te trekken zonder de nummering van de huidige Garebeekstraat ook te veranderen. Deze start met het nummer 1 aan de kant van de Beemdenstraat en loopt op weg van de Beemdenstraat.
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen (BS. 07.04.1977), gewijzigd bij:
Decreet van 1 juli 1987 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, BS. 01/09/1987;
Decreet van 4 februari 1977 houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, BS. 25/02/1997;
Decreet van 29 november 2002, houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen, BS. 17/12/2002.
De gemeenteraad keurt de wijziging van de straatnaam 'Tulpenlaan' naar 'Madeliefjeslaan' voorlopig goed.
De gemeenteraad keurt de wijziging van de straatnaam 'Dorpsstraat' naar 'Het Dorp' definitief goed.
De gemeenteraad keurt de wijziging van de straatnaam 'Eeuwfeeststraat' naar 'Eerste Eeuwfeeststraat' voorlopig goed.
De gemeenteraad keurt de wijziging van de straatnaam 'Helstraat' naar 'Recorstraat' definitief goed.
De gemeenteraad keurt de wijziging van de straatnaam 'Sint-Lambertusstraat' naar 'Jozef Droogmansstraat' definitief goed.
De gemeenteraad keurt de wijziging van de straatnaam 'Sint-Rochusstraat' naar 'Maanlichtstraat' definitief goed.
De gemeenteraad keurt de wijziging van de straatnaam 'Kerselaarstraat' naar 'Kersenstraat' voorlopig goed.
De gemeenteraad keurt de wijziging van de straatnaam 'Beemdenstraat' naar 'Broekbeemdenstraat' definitief goed.
Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47, bepaalt het volgende:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Volgens de toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
De aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd bij de stad Hasselt ingediend op 19/03/2024 en betreft de omgevingsaanvraag voor "verkavelen van een perceel in 3 loten voor grondgebonden eengezinswoningen " (OMV_2024039825).
Deze omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omvat daarom onder meer vastleggen van een nieuwe rooilijn. Het beoogde ontwerp voorziet een nieuwe rooilijn over percelen ten kadaster gekend als 12e afdeling, sectie B, perceelnummers 56 P en 55 W 5 met een totale oppervlakte van 8a84ca.
Het perceel is gelegen op de hoek van de Crutzenstraat en de Joris van Oostenrijkstraat en is gelegen binnen de contouren van BPA 101 bis Kuringen-centrum. Het perceel is gelegen deels in zone voor wegenis, zone voor gesloten bebouwing, zone voor bijgebouwen en zone voor koeren en hovingen. Voor de Crutzenstraat werd een rooilijnplan opgemaakt KB 06/11/1981. Voorliggend rooilijnplan opgemaakt door landmeter Paquay op 19 maart 2024 houdt zowel rekening met het rooilijnplan van de Crutzenstraat als het BPA.
Het rooilijnplan komt niet in conflict met de wegeniszone in het BPA.
Lot 4 op het verkavelingsplan en lot 2 genoemd op het rooilijnplan met een oppervlakte van 2a83ca zal gratis overgedragen worden naar de stad om ingelijfd te worden bij het openbaar domein. De inrichting van dit perceel zal gebeuren door de stad Hasselt gezien de komende de maanden de Crutzenstraat heraangelegd wordt.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 15/04/2024 tot en met 14/05/2024. Er werd één bezwaar ingediend waarvan twee bezwaarpunten betrekking hebben op de zaak der wegen:
De mogelijkheid vermeld in het eerste lid, geldt niet als de beoogde wijziging, verplaatsing of opheffing betrekking heeft op een gemeenteweg die in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd is, of een gemeentelijk rooilijnplan dat in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen. In dat geval gelden de procedureregels voor het opstellen van een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De 2 bezwaarpunten worden als volgt weerlegd:
Het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende openbaarheid van bestuur.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De gemeenteraad keurt de vaststelling van het rooilijnplan van de verkaveling "hoek Crutzenstraat - Joris Van Oostenrijkstraat" goed.
Lot 2 volgens het rooilijnplan opgemaakt door Johan Paquay op datum van 19 maart 2024 wordt gratis afgestaan aan de stad Hasselt om in te lijven bij het openbaar domein.
Het beleidsakkoord 2019-2024 streeft naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling voor Hasselt én naar een aangename stad voor en met elke Hasselaar. Tevens willen we verdichten op goed uitgeruste locaties en ter zelfder tijd een aantrekkelijke, bruisende stad blijven. Om hieraan te werken streven we naar regelgeving die proactief is, ruimte laat voor creativiteit in het ontwerpproces, flexibel en toekomstbestendig is. De verordeningen woonkwaliteit (2011), wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007) van de stad Hasselt beantwoorden niet aan deze beschrijving. Door de vele minutieuze bepalingen, met name in de verordening woonkwaliteit (2011), worden ze eerder gezien als obstakel, dan wel een efficiënt richtsnoer voor ontwikkelingen. Ze geven aanleiding tot discussies die uiteindelijk weinig bijdroegen aan de ruimtelijke kwaliteit van een woonproject. Daarom besloot stad Hasselt tot het opheffen van de verordening wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007), en het aanpassen van de verordening woonkwaliteit (2011).
De verordening werd goedgekeurd door de gemeenteraad van Hasselt op 16 december 1997. De verordening werd destijds opgemaakt om de tendens van het omvormen van woningen naar winkelpanden waarbij enkel het gelijkvloers in gebruik wordt genomen en de bovenverdiepingen ongebruikt blijven, tegen te gaan. Deze tendens was om verschillende redenen nadelig voor de stad: de gevels van de bovenverdiepingen werden niet of slecht onderhouden en het stadscentrum dreigde een desolaat uitzicht te krijgen na het sluitingsuur van de winkels. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan stelde overigens dat de bewoning in de kernen moest bevorderd worden en dat een functionele verweving na te streven was. De tendens die zich stelde was hiermee in strijd. De verordening legt op dat er minstens een woongelegenheid moet voorzien worden bij het bouwen, herbouwen of wijzigen van bestemming van commerciële of dienstverlenende gebouwen met particulier karakter in het stadscentrum. Voorts gaat de verordening verder in op de concrete randvoorwaarden van die woongelegenheden. Het stadsbestuur stelt voor om de verordening op te heffen omdat deze niet resulteert in de gewenste ruimtelijke kwaliteit. Ze verhindert tevens een dynamische stadsontwikkeling in de stadskern.
Op 16 maart 2023 heeft het college van burgemeester en schepenen de opheffing verordening bestemmingswijzigingen en vergunningsplichtige bestemmingswijzigingen goedgekeurd om daarna cfr. artikel 2.3.2.§2 van de VCRO aan het departement, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening advies te vragen. Het departement en de deputatie geven advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in paragraaf 2/1, derde lid, 1° tot en met 5°. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Als er geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.
De opheffing van verordening wordt aan de deputatie van provincie Limburg voorgelegd op 3 april 2023. De deputatie gaf geen advies.
De opheffing van de verordening wordt aan het departement omgeving voorgelegd op 3 april 2023. Het departement gaf het volgende advies :
“De verordening waarnaar verwezen wordt, is meer dan 25 jaar oud en voldoet niet aan de hedendaagse praktijk van bouwen in een binnenstad. Vanzelfsprekend is deze oude verordening dan eerder een struikelblok geweest dan een instrument om een gezond beleid te voeren rond wonen boven winkels. Om de leefbaarheid van de binnenstad te vergroten en de verloedering van onbewoonde verdiepingen boven winkels tegen te gaan is het nog steeds aangewezen beleid te voeren rond wonen boven winkels. We adviseren de stad Hasselt om de verordening niet zonder meer af te schaffen maar onderzoek te doen naar mogelijkheden om de verloedering van onbewoonde verdiepingen boven winkels aan te pakken en ook om de verdiepingen boven winkels beter te benutten, dus een beter ruimtelijk rendement na te streven (cfr. strategische visie van het BRV). Dit zal de leefbaarheid van de binnenstad verhogen. De stad kan zich hierbij laten inspireren door andere steden die beleid voeren rond wonen boven winkels : Sint-Truiden (RUP binnenstad – Luikerstraat), Gent, Mechelen, …
Op 6 juni 2023 wordt de ontwerp verordening voorgelegd aan de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening.
Afschaffing verordening wonen boven winkels en bestemmingswijziging. Het afschaffen hangt samen met het in werking treden van de nieuwe verordeningen. De leegstand boven de winkels en het gebruik van deze ruimtes als opslagruimtes is een probleem in de stad. Wat is de motivatie voor deze afschaffing, dit is onduidelijk. De motivering moet toegelicht worden door het beleid.
Ongunstig advies voor de afschaffing verordening wonen boven winkels en bestemmingswijzigingen
Een openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 1 februari 2024 tot en met 1 maart 2024.
Dit werd bekendgemaakt in het stedelijk informatieblad "De nieuwe Hasselaar" van januari 2024, door aanplakking aan het stadhuis, de stedelijke website en het Belgisch Staatsblad op 24 januari 2024 http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl?language=nl&sum_date=2024-01-24&lg_txt=N&numac_search=2024700212
Voor de verordening wonen werd een plan-MER screening opgemaakt die aan de adviesverlenende instanties werd voorgelegd en deze adviezen werden samen met deze plan-MER screening ter advies voorgelegd aan het team omgevingseffecten, milieueffectrapportage van het departement omgeving op 12 april 2024.
Op 24 april 2024 gaf het team omgevingseffecten het volgende advies:
Het screeningsdossier bevat de nodige informatie over de voorgenomen stedenbouwkundige verordening en heeft de relevante milieudisciplines besproken.
Enkel adviesinstantie Agentschap Wegen en Verkeer heeft opmerkingen geuit over de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten van de stedenbouwkundige verordening (het gaat om één advies uitgebracht over de 4 hierboven vermelde verordeningen samen). Er wordt aangegeven dat dit advies handelt over de verordening mobiliteit. De opmerkingen werden op een voldoende wijze beantwoord en verwerkt of weerlegd in het screeningsdossier via een toevoeging van een 6e hoofdstuk in de screeningsnota, zodat het screeningsdossier voldoende informatie bevat om een correcte inschatting m.b.t. de milieueffecten te kunnen maken.
In het screeningsdossier wordt duidelijk aangetoond dat de milieueffecten die de stedenbouwkundige verordening genereert niet van die aard zijn dat zij als aanzienlijk beschouwd moeten worden.
Opmerkingen die geen betrekking hebben op de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten, maar die een suggestie inhouden om de stedenbouwkundige verordening te verbeteren hebben geen impact op de beoordeling van de aanzienlijkheid van de milieueffecten ervan. De initiatiefnemer beschikt in het kader van de plan-m.e.r.-screening over de vrije keuze om al dan niet in te gaan op deze opmerkingen.
Rekening houdend met het bovenvermelde bevestigt het Team Omgevingseffecten dat de stedenbouwkundige verordening geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.
Het stadbestuur zet in op actieve stadsontwikkeling met andere instrumenten zoals de detailhandelsvisie, opmaken van overeenkomsten met projectontwikkelaars, inzet van de stedenbouwkundige last, menging van functies gebaseerd op de visie van het deelgebied die wordt uitgewerkt in omgevingsscans, het inzetten van de kwaliteitsmeter als dialoogkader bij omgevingsvergunningsaanvragen, enz...
Het is aangewezen om deze verordening op te heffen omdat deze niet resulteert in de gewenste ruimtelijke kwaliteit. Ze verhindert tevens een dynamische stadsontwikkeling in de stadskern.
Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening art. 2.3.1 en art. 2.3.2.
De gemeenteraad keurt de opheffing van de stedenbouwkundige verordening wonen boven winkels (16 december 1997) goed.
Na opheffing wordt deze opheffing van de verordening wonen boven winkels bekendgemaakt op de stedelijke website.
Het beleidsakkoord 2019-2024 streeft naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling voor Hasselt én naar een aangename stad voor en met elke Hasselaar. Tevens willen we verdichten op goed uitgeruste locaties en ter zelfder tijd een aantrekkelijke, bruisende stad blijven. Om hieraan te werken streven we naar regelgeving die proactief is, ruimte laat voor creativiteit in het ontwerpproces, flexibel en toekomstbestendig is. De verordeningen woonkwaliteit (2011), wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007) van de stad Hasselt beantwoorden niet aan deze beschrijving. Door de vele minutieuze bepalingen, met name in de verordening woonkwaliteit (2011), worden ze eerder gezien als obstakel, dan wel een efficiënt richtsnoer voor ontwikkelingen. Ze geven aanleiding tot discussies die uiteindelijk weinig bijdroegen aan de ruimtelijke kwaliteit van een woonproject. Daarom besloot stad Hasselt tot het opheffen van de verordening wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007), en het aanpassen van de verordening woonkwaliteit (2011) naar de verordening wonen (2023).
De verordening werd goedgekeurd door de gemeenteraad van Hasselt op 18 september 2007. De verordening werd destijds opgemaakt omdat beargumenteerd werd dat de vrijgestelde functiewijzigingen (verkeerdelijk aangeduid als bestemmingswijzigingen) een dermate grote impact zouden kunnen hebben op de leefbaarheid en veiligheid van de onmiddellijke omgeving dat ze best vergunningsplichtig gemaakt werden. De stad wilde met deze verordening extra controle over functiewissels door ze ongeacht de oppervlakte vergunningsplichtig te maken en door een meer gedetailleerde categorisering te hanteren waardoor sneller een vergunning tot functiewissel zou aangevraagd moeten worden. De verschillende categorieën die stad Hasselt hanteerde waren:
- hotels, restaurants en inrichtingen waar geen alcoholische dranken geserveerd worden;
- café’s;
- handel; - dienstenverlening; algemeen; - dienstverlening in verband met internet- en/of telefoongebruik (internetcafé’s, telefoonshops, etc.), nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie;
- kantoren;
- ambachten.
Het stadsbestuur stelt voor om de verordening op te heffen omdat de verordening vergunningsplicht voorziet voor bestemmingswijzigingen kleiner dan 100m2 en hiermee strenger is dan de Vlaamse regelgeving.
Op 16 maart 2023 heeft het college van burgemeester en schepenen de opheffing verordening bestemmingswijzigingen en vergunningsplichtige bestemmingswijzigingen goedgekeurd om daarna cfr. artikel 2.3.2.§2 van de VCRO aan het departement, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening advies te vragen. Het departement en de deputatie geven advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in paragraaf 2/1, derde lid, 1° tot en met 5°. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Als er geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.
De opheffing van verordening wordt aan de deputatie van provincie Limburg voorgelegd op 3 april 2023. De deputatie gaf geen advies.
De opheffing van de verordening wordt aan het departement omgeving voorgelegd op 3 april 2023. Het departement gaf het volgende advies :
“De stad wenst de verordening van 18 september 2007 af te schaffen. De stad stelt dat deze verordening vergunningsplicht voorziet voor bestemmingswijzigingen kleiner dan 100m2 en hiermee strenger is dan de Vlaamse regelgeving. Hierbij merken we op dat volgens art.2 §3 van het ‘uitvoeringsbesluit tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen’’ (dd. 14/04/2000) enkel een functiewijziging kleiner dan 100m2 wordt vrijgesteld indien het om een woongebouw gaat en mits voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden.
§ 3. Vrijgesteld van deze omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is het in een woongebouw uitoefenen van functies, complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen, verblijfsrecreatie, detailhandel, restaurant, café en bedrijvigheid, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is: 1° het woongebouw is gelegen in een woongebied of in een daarmee vergelijkbaar gebied; 2° de woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie; 3° de complementaire functie beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100 vierkante meter; 4° de complementaire functie is niet strijdig met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, bouwverordeningen, verkavelingsverordeningen, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, bijzondere plannen van aanleg, minder dan vijftien jaar oude verkavelingsvergunningen of minder dan vijftien jaar oude omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden.
Op de website van de stad vinden we in de verordening van 18 september 2007 niet terug dat deze verordening enkel gaat over kleine functiewijzingen in woongebouwen. In de verordening is sprake van functiewijzigingen bij gebouwen met als functie horeca, handel, diensten, kantoren en ambacht. Bij dergelijke gebouwen geldt er volgens het genoemd uitvoeringsbesluit geen vrijstelling van vergunning voor kleine bestemmingswijzigingen.
Artikel 2. (22/11/2018- ...) § 1. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is nodig als een van de volgende hoofdfuncties van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in een andere hierna vermelde hoofdfunctie. De volgende functies worden als hoofdfunctie beschouwd : 1° wonen; 2° verblijfsrecreatie; 3° dagrecreatie, met inbegrip van sport; 4° land- en tuinbouw in de ruime zin; 5° detailhandel; 6° dancing, restaurant en café; 7° kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen; 8° industrie en bedrijvigheid; 9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; 10° militaire functie.
De stad zal de motivering waarom ze de verordening “bestemmingswijzigingen” wil afschaffen dus moeten herbekijken.
Op 6 juni 2023 wordt de ontwerp verordening voorgelegd aan de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening.
Afschaffing verordening wonen boven winkels en bestemmingswijziging. Het afschaffen hangt samen met het in werking treden van de nieuwe verordeningen. De leegstand boven de winkels en het gebruik van deze ruimtes als opslagruimtes is een probleem in de stad. Wat is de motivatie voor deze afschaffing, dit is onduidelijk. De motivering moet toegelicht worden door het beleid. Ongunstig advies voor de afschaffing verordening wonen boven winkels en bestemmingswijzigingen.
Een openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 1 februari 2024 tot en met 1 maart 2024.
Dit werd bekendgemaakt in het stedelijk informatieblad "De nieuwe Hasselaar" van januari 2024, door aanplakking aan het stadhuis, de stedelijke website en het Belgisch Staatsblad op 24 januari 2024 http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl?language=nl&sum_date=2024-01-24&lg_txt=N&numac_search=2024700212
Voor de verordening wonen werd een plan-MER screening opgemaakt die aan de adviesverlenende instanties werd voorgelegd en deze adviezen werden samen met deze plan-MER screening ter advies voorgelegd aan het team omgevingseffecten, milieueffectrapportage van het departement omgeving op 12 april 2024.
Op 24 april 2024 gaf het team omgevingseffecten het volgende advies:
Zoals in de screeningsnota aangegeven wordt, komt de stedenbouwkundige verordening in aanmerking voor een onderzoek tot milieueffectrapportage en kan er dus een plan-m.e.r.- screening gemaakt worden.
Het screeningsdossier bevat de nodige informatie over de voorgenomen stedenbouwkundige verordening en heeft de relevante milieudisciplines besproken.
Enkel adviesinstantie Agentschap Wegen en Verkeer heeft opmerkingen geuit over de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten van de stedenbouwkundige verordeningen (het gaat om één advies uitgebracht over de 4 hierboven vermelde verordeningen samen). Er wordt aangegeven dat dit advies handelt over de verordening mobiliteit. De opmerkingen werden op een voldoende wijze beantwoord en verwerkt of weerlegd in het screeningsdossier via een toevoeging van een 6e hoofdstuk in de screeningsnota, zodat het screeningsdossier voldoende informatie bevat om een correcte inschatting m.b.t. de milieueffecten te kunnen maken.
In het screeningsdossier wordt duidelijk aangetoond dat de milieueffecten die de stedenbouwkundige verordening genereert niet van die aard zijn dat zij als aanzienlijk beschouwd moeten worden.
Opmerkingen die geen betrekking hebben op de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten, maar die een suggestie inhouden om de stedenbouwkundige verordening te verbeteren hebben geen impact op de beoordeling van de aanzienlijkheid van de milieueffecten ervan. De initiatiefnemer beschikt in het kader van de plan-m.e.r.-screening over de vrije keuze om al dan niet in te gaan op deze opmerkingen.
Rekening houdend met het bovenvermelde bevestigt het Team Omgevingseffecten dat de stedenbouwkundige verordening geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.
Het stadsbestuur streeft naar een regelgeving die proactief is, ruimte laat voor creativiteit in het bouwproces, flexibel en toekomstbestendig is. De stad wenst deze verordening af te schaffen omdat deze niet resulteert in de gewenste ruimtelijke kwaliteit. Bovendien werd het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen (14-04-2000) in 2015 verstrengd waardoor er nu 10 hoofdfuncties zijn in plaats van 6. De bestaande functiecategorie ‘handel, horeca en diensten’ werd bijvoorbeeld opgedeeld in drie volwaardige hoofdfuncties
- detailhandel;
- dancing, restaurant en café;
- kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen.
Hierdoor zijn er meer functiewijzigingen vergunningsplichtig geworden en worden de functiewijzigingen op Vlaams niveau afdoende geregeld.
Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening art. 2.3.1 en art. 2.3.2.
De gemeenteraad keurt de opheffing van de stedenbouwkundige verordening vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (18 september 2007), goed.
Na opheffing wordt deze opheffing van de verordening vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen bekendgemaakt op de stedelijke website.
Het beleidsakkoord 2019-2024 streeft naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling voor Hasselt én naar een aangename stad voor en met elke Hasselaar. Tevens willen we verdichten op goed uitgeruste locaties en ter zelfder tijd een aantrekkelijke, bruisende stad blijven. Om hieraan te werken streven we naar regelgeving die proactief is, ruimte laat voor creativiteit in het ontwerpproces, flexibel en toekomstbestendig is. De verordeningen woonkwaliteit (2011), wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007) van de stad Hasselt beantwoorden niet aan deze beschrijving. Door de vele minutieuze bepalingen, met name in de verordening woonkwaliteit (2011), worden ze eerder gezien als obstakel, dan wel een efficiënt richtsnoer voor ontwikkelingen. Ze geven aanleiding tot discussies die uiteindelijk weinig bijdroegen aan de ruimtelijke kwaliteit van een woonproject. Daarom besloot stad Hasselt tot het opheffen van de verordening wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007), en het aanpassen van de verordening woonkwaliteit (2011).
De verordening woonkwaliteit (2011), met betrekking tot mobiliteit en de huidige parkeernormen, resulteert niet meer in de huidige en toekomstige maatschappelijke behoeftes op vlak van ruimtelijke kwaliteit in de stad. Stad Hasselt wil het mobiliteitsgedrag actualiseren en optimaliseren en de multimodale bereikbaarheid van de stad versterken. Daarom stelde ze voorliggende verordening op die een herziening inhoudt van de auto- en fietsparkeernormen bij woonprojecten vanaf vijf wooneenheden. Met de opmaak van deze verordening worden de artikels uit de verordening woonkwaliteit van 2011, die betrekking hebben tot mobiliteit, opgeheven.
De verordening mobiliteit omvat vijf doelstellingen van de duurzame mobiliteitsvisie:
De verordening woonkwaliteit werd vastgelegd in 2011 als toetsingskader voor "de burger of vakman bij de voorbereiding van een project of bouwaanvraag. Dit om de kwaliteit te vrijwaren of te garanderen maar ook om beoordelingscriteria en normen maximaal te objectiveren”. In de praktijk werd kwaliteit soms te veel gelijkgesteld aan “beantwoorden aan de regels van de verordening”. De maatschappelijke standpunten inzake goede ruimtelijke ordening, de verwachtingen van de bouwers en ook de visie van het stadsbestuur zijn ondertussen sterk geëvolueerd. De kwaliteit van een project moet tot stand komen door het zoeken naar een evenwicht tussen verschillende eisen die samen er voor zorgen dat een project als kwalitatief kan worden bestempeld.
De bestaande verordening woonkwaliteit wordt beperkt tot een aantal vaste normen en maatvoeringen voor woningen, leefruimtes en groenvoorziening.
De parkeernormen voor auto’s en fietsen worden vastgelegd in de nieuwe verordening mobiliteit.
Verder zal het bestuur voor grotere projecten vanaf een bruto vloeroppervlakte van 2500 m² een stedenbouwkundige ontwikkelingskost opleggen waarmee het een versnelde investering kan uitvoeren van de noodzakelijke maatschappelijke voorzieningen.
Het debat over nieuwe bouwprojecten gebeurt met de kwaliteitsmeter als richtsnoer waarbij het project respectievelijk op het niveau van de stad, omgeving, project en de individuele wooneenheid wordt bekeken. De kwaliteitsmeter bestaat uit aantal vragen over thema’s die bijdragen tot een kwalitatief project die samen met de bouwheer per niveau worden bekeken. Door een constructief en kritisch gesprek tussen de stad en de bouwheer zal gestreefd worden naar het beste bouwvoorstel. Voor grotere projecten vanaf 30 wooneenheden is het voorzien van een substantieel percentage sociale en betaalbare woningen een belangrijk streefdoel voor het stadsbestuur. Ook het zoeken naar nieuwe woonconcepten die nog te weinig gebouwd worden is steeds een onderwerp van gesprek bij elk bouwproject.
Op 16 maart 2023 heeft het college van burgemeester en schepenen de ontwerp verordening mobiliteit goedgekeurd om deze cfr. artikel 2.3.2.§2 van de VCRO aan het departement, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening voor advies voor te leggen. Het departement en de deputatie geven advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in paragraaf 2/1, derde lid, 1° tot en met 5°. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Als er geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.
De ontwerp verordening mobiliteit (versie 1) wordt aan de deputatie van provincie Limburg voorgelegd op 3 april 2023. De deputatie gaf geen advies.
De ontwerp verordening mobiliteit (versie 1) wordt aan het departement omgeving voorgelegd op 3 april 2023. Het departement gaf het volgende advies :
De teksten moeten nog bijgewerkt en aangepast worden. Ze zijn zodanig bondig geschreven dat ze niet eenduidig te begrijpen zijn terwijl eenduidigheid een vereiste is om een verordening correct te kunnen toepassen. Meerdere begrippen en bepalingen blijven nu te vaag of zijn onvolledig omschreven wat ongetwijfeld zal leiden tot verwarring en vragen (bv. de bedoeling en onderlinge relatie van ‘ingrijpende renovatie – elektromobiliteit – oppervlakte bouwschil’ op p.4/8).
Deze verordening gaat enkel over parkeercijfers voor auto’s en fietsen zodat de benaming ‘parkeerverordening’ meer aangewezen is. In de inleidende paragraaf staat dat het aantal parkeerplaatsen en fietsenstallingen wordt bekomen door “de berekende oppervlakte te vermenigvuldigen met de factor afhangend met de betreffende functie”. De factoren per functie zijn echter niet aangegeven zodat deze tekst niet toe te passen is.
Bij de fietsparkeerplaatsen wordt aangegeven hoeveel fietsparkeerplaatsen per inwoner moeten gerekend worden. Wat wordt bedoeld met ‘inwoner’? Worden deze cijfers enkel toegepast voor woningen? Hoe kent men het aantal inwoners per woning? Het aantal inwoners van een wooneenheid evolueert meestal in de tijd, dit is geen vast gegeven. Het aantal fietsenstallingen wordt in de meeste stedenbouwkundige verordeningen gekoppeld aan het aantal slaapkamers van de wooneenheid omdat dit een goede graadmeter is voor het aantal bewoners en dus de (mogelijke) fietsgebruikers.
Bij de autoparkeerplaatsen staat niet aangegeven waarop de cijfers slaan. Wellicht zijn de cijfers per woongelegenheid bedoeld. Welke cijfers worden toegepast voor andere functies dan wonen? Hier is verduidelijking nodig.
Indien de cijfers voor autoparkeerplaatsen effectief bedoeld zijn als aantal per woongelegenheid, gelden volgende vragen/bemerkingen : Zijn de parkeercijfers voor auto’s gebaseerd op cijfergegevens ? Heeft de stad zicht op het autobezit van de Hasselaren en op het aantal auto’s waarvoor geen stalplaats bestaat op privédomein ? De opgelegde cijfers zijn erg laag en komen wellicht niet overeen met het reële autobezit in Hasselt. Te weinig stalplaatsen leidt tot een veelheid aan geparkeerde wagens op het publiek domein waardoor de leefbaarheid van de stad bedreigd wordt. Anderzijds zijn te hoge parkeercijfers af te raden omdat dit het autobezit kan aanmoedigen. Een goed mobiliteits- en parkeerbeleid zorgt ervoor dat de lasten en lusten evenredig zijn. Wie een auto koopt, heeft het genot van de auto maar daar tegenover staat de plicht om de geparkeerde auto van de straat weg te houden. Een autobezitter zal ook de lasten van het parkeren van zijn auto moeten dragen en dus over een parkeerplaats op privé terrein (al dan niet zijn eigendom) moeten kunnen beschikken. De lasten mogen niet op het openbaar domein afgewenteld worden.
Om het fietsgebruik effectief te stimuleren is het aangewezen de fietsenstallingen steeds op maaiveldniveau te voorzien, zo dicht mogelijk bij het openbaar domein. Uit veiligheidsoverwegingen is het ten zeerste aan te raden het stallen van fietsen te scheiden van het stallen van wagens.
Het inroepen van het STOP-principe en daarbij stellen dat autostalplaatsen mogen weggelaten worden ten voordele van fietsstalplaatsen kan niet aanvaard worden. We verwijzen naar het principe van lasten en lusten dat in een gezond parkeerbeleid wordt toegepast om de auto zoveel mogelijk uit het straatbeeld te houden. Binnen een kwaliteitsvol bouwproject zullen én voldoende autostalplaatsen én voldoende fietsstalplaatsen voorzien worden om het openbaar domein niet te belasten.
Art. 3.3 van de mobiliteitsverordening kan in de huidige vorm niet opgenomen worden in de verordening. Hier wordt enkel een aanzet gegeven met een aantal ideeën en principes en stelt men dat afwegingskaders moeten opgemaakt worden. Deze ideeën, principes en afwegingskaders moeten uitgeschreven worden in een eenduidige tekst waarbij wordt aangegeven welke normen gehanteerd zullen worden en welke marges toegelaten kunnen worden zodat een aanvrager hiermee rekening kan houden bij zijn ontwerp"
Op 6 juni 2023 wordt de ontwerp verordening mobiliteit (versie 1) voorgelegd aan de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening.
Deze commissie geeft het volgende advies :
Globaal kan de GECORO zich vinden in de beoogde doelstellingen en afbakening zoals beschreven in het voorwoord en de geest van het ontwerp ‘verordening mobiliteit’. De GECORO vindt echter dat de voorliggende tekst van de verordening nog teveel onduidelijkheden en onregelmatigheden bevat om deze verordening mobiliteit gunstig te adviseren.
Ongunstig advies op de verordening mobiliteit
De GECORO vraagt om een grondig herwerkte tekst op korte termijn van de ‘verordening mobiliteit’ terug ter goedkeuring voor te leggen aan alle adviserende instanties. Daarnaast wenst de GECORO een timing voor het verkrijgen van het herwerkte document."
De detailopmerkingen werden verzameld en in het advies van de gecoro opgenomen.
Op basis van de opmerkingen werd de ontwerp verordening mobiliteit herschreven en door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd op 28 september 2023.
De aangepaste ontwerp verordening mobiliteit (versie 2) wordt opnieuw voor advies aan de gecoro voorgelegd op 10 oktober 2023.
De gecoro geeft volgend advies:
De GECORO stelt dat het voorliggend ontwerpvoorstel voldoende is om gunstig met voorwaarden te kunnen adviseren. Gunstig advies met voorwaarden op de verordening mobiliteit.
Volgende bedenkingen werden door de GECORO nog gemaakt over voorliggend voorstel:
• algemeen: De GECORO vindt het jammer dat in de ‘verordening mobiliteit’ enkel het woonparkeren wordt opgenomen en niet samen met deze van andere functies zoals kantoren, handel, recreatie, enz.… . De GECORO adviseert om een geïntegreerde visie te ontwikkelen en deze allemaal op te nemen in de ‘verordening mobiliteit’.
• De GECORO adviseert om de zone Binnen Singel zone op figuur A te beperken tot de effectieve zone binnen de Grote Ring.
• p6 – Omschrijving ‘1 fietsparkeerplaats/ruimte (=gemiddeld 2,5m2)’ niet zo duidelijk > wellicht duidelijker te omschrijven als ‘1 fietsparkeerplaats per inwoner (= gemiddeld te voorzien oppervlakte van 2,5 m2/fiets)’
• p6 - onder 3.2. Fietsparkeerplaatsen: in de tabel staat "+ 0.1 extra per wooneenheid voor bezoekers": De GECORO adviseert om dit op te nemen in de buurtfietsenstalling beschikbaar voor derden. Definitie buurtfietsstalling op te nemen.
• p7 "minstens 1 oplaadpunt per aandeel van 10 fietsen": De GECORO adviseert om dit niet op te nemen in de verordening. • p7 Wat is het mobiliteitsprofiel van een project ? Misschien best te duiden bij de definitie ?
• De GECORO adviseert om algemeen op te nemen dat de afronding telkens dient geïnterpreteerd te worden als zijnde naar boven tot de hoger gelegen eenheid.
Het aangepaste ontwerp verordening mobiliteit (versie 2) werd opnieuw voor advies voorgelegd aan de deputatie op 6 november 2023. De deputatie geeft geen advies.
Op 3 november 2023 werd opnieuw advies gevraagd aan het departement omgeving voor het aangepaste ontwerp verordening mobiliteit (versie 2). Op 21 november 2023 gaven het departement volgend advies:
In toepassing van artikel 2.3.2 §2 van de VCRO inzake stedenbouwkundige verordeningen brengt het departement volgend advies uit:
Strijdigheid met gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen of andere wetgeving.
Er zijn geen strijdigheden vastgesteld met gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen.
MER-screening
In ons advies van 27/04/2023 werd verwezen naar een arrest van het Europees Hof van Justitie (arrestnr. C-671/16 van 7 juni 2018) inzake MER-plicht en naar een sjabloon ‘screening voor een stedenbouwkundige verordening’. Omwille van het belang hiervan brengen we dit nogmaals onder de aandacht. …/…
"Verordening “Mobiliteit”
De verordening Mobiliteit werd aangepast. Er is deels tegemoet gekomen aan de opmerkingen van het departement Omgeving.
De benaming ‘verordening Mobiliteit’ behelst meer dan enkel parkeercijfers voor auto’s en fietsen waardoor de benaming ‘parkeerverordening bij woongebouwen’ meer aangewezen is. Deze verordening is bovendien enkel van toepassing op woongebouwen.
Het is positief dat de mobiliteitsvisie van de stad Hasselt uitgaat van het STOP-principe. Dit mag echter niet leiden tot het weglaten van autostalplaatsen ten voordele van fietsstalplaatsen. Men moet er over waken dat binnen een kwaliteitsvol bouwproject voldoende auto- en fietsstalplaatsen worden voorzien om het openbaar domein niet te belasten. In uitzonderlijke gevallen kan men afwijken van de normen (Art. 3.3)
Een openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 1 februari 2024 tot en met 1 maart 2024.
Dit werd bekendgemaakt in het stedelijk informatieblad "De nieuwe Hasselaar" van januari 2024, door aanplakking aan het stadhuis, op de stedelijke website en het Belgisch Staatsblad op 24 januari 2024 http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl?language=nl&sum_date=2024-01-24&lg_txt=N&numac_search=2024700212
Voor de verordening wonen werd een plan-MER screening opgemaakt die aan de adviesverlenende instanties werd voorgelegd en deze adviezen werden samen met deze plan-MER screening ter advies voorgelegd aan het team omgevingseffecten, milieueffectrapportage van het departement omgeving op 12 april 2024.
Op 24 april 2024 gaf het team omgevingseffecten het volgende advies:
"Het screeningsdossier bevat de nodige informatie over de voorgenomen stedenbouwkundige verordening en heeft de relevante milieudisciplines besproken.
Enkel adviesinstantie Agentschap Wegen en Verkeer heeft opmerkingen geuit over de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten van de stedenbouwkundige verordeningen (het gaat om één advies uitgebracht over de 4 hierboven vermelde verordeningen samen). Er wordt aangegeven dat dit advies handelt over de verordening mobiliteit. De opmerkingen werden op een voldoende wijze beantwoord en verwerkt of weerlegd in het screeningsdossier via een toevoeging van een 6e hoofdstuk in de screeningsnota, zodat het screeningsdossier voldoende informatie bevat om een correcte inschatting m.b.t. de milieueffecten te kunnen maken.
In het screeningsdossier wordt duidelijk aangetoond dat de milieueffecten die de stedenbouwkundige verordening genereert niet van die aard zijn dat zij als aanzienlijk beschouwd moeten worden.
Opmerkingen die geen betrekking hebben op de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten, maar die een suggestie inhouden om de stedenbouwkundige verordening te verbeteren hebben geen impact op de beoordeling van de aanzienlijkheid van de milieueffecten ervan. De initiatiefnemer beschikt in het kader van de plan-m.e.r.-screening over de vrije keuze om al dan niet in te gaan op deze opmerkingen.
Rekening houdend met het bovenvermelde bevestigt het Team Omgevingseffecten dat de stedenbouwkundige verordening geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is".
De vermindering van stedenbouwkundige voorschriften ten opzichte van de bestaande verordening woonkwaliteit is een bewuste keuze. Enkel de strikt noodzakelijke voorschriften worden opgenomen en voorschriften zoals bv kwaliteitseisen voor terrassen op verdieping of een verbod op bepaalde types afsluiting, enz... zijn onderwerp van de beoordeling van een specifieke omgevingsvergunningsaanvraag binnen een bepaalde context, een bepaald ontwerp, een bepaalde functie, enz...en zullen in een dialoog over ruimtelijke kwaliteit op de verschillende niveaus stad, omgeving, project, bouweenheid besproken worden. De voorschriften worden niet generiek vastgelegd in deze verordening omdat dit impliceert dat algemene regels overal toepassen in een goed project zullen resulteren. Dit is zeker mogelijk maar absoluut geen garantie en dikwijls ook een obstakel. Door in dialoog te gaan met de bouwheer op basis van de kwaliteitsmeter vanaf het begin van het bouwproces zal er beter naar een ruimtelijk kwalitatief project kunnen worden toegewerkt en op de context worden ingespeeld alsook op wijzigende inzichten en bijkomende kwaliteitseisen in de loop van de tijd.
De kwaliteitsmeter is een dialoogkader waarbij de bouwheer/ontwikkelaar vooraf weet welke elementen moeten bekeken en zullen besproken worden in gesprek met de stad. Telkens als er in de loop van de tijd bijkomende eisen of problematieken opduiken dan kunnen deze ook worden opgenomen in de kwaliteitsmeter en verder in het gesprek over een project worden beoordeeld. Het is geen afvinklijst van eisen maar een combinatie van vragen op een bepaald niveau (stad, omgeving, project, wooneenheid). Het geheel van de antwoorden op een bepaald niveau moet als ruimtelijk kwalitatief worden beoordeeld. Op die manier kan men ook gemakkelijker inspelen op specifieke eisen van een deelgebied om zo ook de vergunningsverlening te koppelen aan de globale ruimtelijke visie van de stad.
De verlaging van de norm autoparkeerplaatsen en normering in 3 verschillende zones past in een globale visie omtrent toekomstige mobiliteit. We delen de bezorgdheid van het departement omgeving en het agentschap wegen en verkeer dat het parkeren van projecten niet op het openbaar domein mag afgewenteld worden. De verlaging van de parkeernorm is een bewuste keuze die past in een algemene modal shift waarbij stap voor stap wordt ingezet op andere vervoerwijzen en waarbij het mobiliteitsmodel uitgaat van randparkings die druk van de auto uit het stadscentrum halen. Omdat bouwprojecten ook geleidelijk aan worden gerealiseerd zal dit ook geleidelijk aan er voor zorgen dat er gemiddeld minder parkeerplaatsen zijn per bouwproject en op die manier andere verplaatsingsmogelijkheden worden opgezocht en ondersteund door een gericht mobiliteitsbeleid en de daarbij horende infrastructurele investeringen en investeringen in andere vervoerswijzen om dit te faciliteren. Ook individuele projecten moeten zich inschrijven in dit model waarbij geleidelijk aan er een andere manier van mobiliteit ontstaat die de stad leefbaarder en duurzamer maakt.
Het stadsbestuur streeft naar een regelgeving die proactief is, ruimte laat voor creativiteit in het bouwproces, flexibel en toekomstbestendig is. De verordening woonkwaliteit beantwoordt niet aan deze beschrijving. De vele minutieuze bepalingen worden eerder gezien als een obstakel dan wel een efficiënt richtsnoer voor ontwikkelingen. Ze geven aanleiding tot discussies die uiteindelijk weinig bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van een woonproject. Daarom besluit stad Hasselt tot het opheffen van de verordening boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007), en het aanpassen van de verordening woonkwaliteit (2011). De voorschriften die essentieel zijn voor de ruimtelijke kwaliteit van een project leven door in de verordeningen mobiliteit en woonkwaliteit.
Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening art. 2.3.1 en art. 2.3.2.
De gemeenteraad keurt de stedenbouwkundige verordening mobiliteit goed.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen tien dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement.
Als het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening niet tijdig is geschorst of vernietigd, wordt de gemeenteraadsbeslissing houdende definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad
Het beleidsakkoord 2019-2024 streeft naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling voor Hasselt én naar een aangename stad voor en met elke Hasselaar. Tevens willen we verdichten op goed uitgeruste locaties en ter zelfder tijd een aantrekkelijke, bruisende stad blijven. Om hieraan te werken streven we naar regelgeving die proactief is, ruimte laat voor creativiteit in het ontwerpproces, flexibel en toekomstbestendig is. De verordeningen woonkwaliteit (2011), wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007) van de stad Hasselt beantwoorden niet aan deze beschrijving. Door de vele minutieuze bepalingen, met name in de verordening woonkwaliteit (2011), worden ze eerder gezien als obstakel, dan wel een efficiënt richtsnoer voor ontwikkelingen. Ze geven aanleiding tot discussies die uiteindelijk weinig bijdroegen aan de ruimtelijke kwaliteit van een woonproject. Daarom besloot stad Hasselt tot het opheffen van de verordening wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007), en het aanpassen van de verordening woonkwaliteit (2011) naar de verordening wonen (2023).
De verordening woonkwaliteit werd vastgelegd in 2011 als toetsingskader voor ”de burger of vakman bij de voorbereiding van een project of bouwaanvraag. Dit om de kwaliteit te vrijwaren of te garanderen maar ook om beoordelingscriteria en normen maximaal te objectiveren”. In de praktijk werd kwaliteit soms te veel gelijkgesteld aan “beantwoorden aan de regels van de verordening”. De maatschappelijke standpunten inzake goede ruimtelijke ordening, de verwachtingen van de bouwers en ook de visie van het stadsbestuur zijn ondertussen sterk geëvolueerd. De kwaliteit van een project moet tot stand komen door het zoeken naar een evenwicht tussen verschillende eisen die samen er voor zorgen dat een project als kwalitatief kan worden bestempeld.
De bestaande verordening woonkwaliteit wordt beperkt tot een aantal vaste normen en maatvoeringen voor woningen, leefruimtes en groenvoorziening.
De parkeernormen voor auto’s en fietsen worden vastgelegd in de nieuwe verordening mobiliteit.
Verder zal het bestuur voor grotere projecten vanaf een bruto vloeroppervlakte van 2500 m² een stedenbouwkundige ontwikkelingskost opleggen waarmee het een versnelde investering kan uitvoeren van de noodzakelijke maatschappelijke voorzieningen.
Het debat over nieuwe bouwprojecten gebeurt met de kwaliteitsmeter als richtsnoer waarbij het project respectievelijk op het niveau van de stad, omgeving, project en de individuele wooneenheid wordt bekeken. De kwaliteitsmeter bestaat uit aantal vragen over thema’s die bijdragen tot een kwalitatief project die samen met de bouwheer per niveau worden bekeken. Door een constructief en kritisch gesprek tussen de stad en de bouwheer zal gestreefd worden naar het beste bouwvoorstel. Voor grotere projecten vanaf 30 wooneenheden is het voorzien van een substantieel percentage sociale en betaalbare woningen een belangrijk streefdoel voor het stadsbestuur. Ook het zoeken naar nieuwe woonconcepten die nog te weinig gebouwd worden is steeds een onderwerp van gesprek bij elk bouwproject.
Op 16 maart 2023 heeft het college van burgemeester en schepenen de aangepaste verordening woonkwaliteit goedgekeurd om deze cfr. artikel 2.3.2.§2 van de VCRO aan het departement, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening voor advies voor te leggen. Het departement en de deputatie geven advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in paragraaf 2/1, derde lid, 1° tot en met 5°. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Als er geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.
De aangepaste verordening (versie 1) wordt aan de deputatie van provincie Limburg voorgelegd op 3 april 2023. De deputatie gaf geen advies.
De aangepaste verordening (versie 1) wordt aan het departement omgeving voorgelegd op 3 april 2023. Het departement gaf het volgende advies :
“Deze verordening vervangt de verordening “Woonkwaliteit” van 26 april 2011:
… de gehanteerde begrippen en bepalingen onvoldoende duidelijk omschreven en benoemd.
De teksten zijn te kort en bondig opgemaakt en hebben meer redactie nodig om de bedoelde bepalingen eenduidig te kunnen begrijpen en toe te passen.
Onder ‘1. Definities’ is wellicht per vergissing ‘Artikel 2:…’ terecht gekomen.
Verder ontbreekt hier de definitie van een appartement, waardoor het verschil tussen een appartement met één slaapkamer en een studio niet duidelijk is.
Onder 4.1 Woontypologieën, ‘Nieuwe woonconcepten’ wordt verwezen naar de mogelijkheid om ‘af te wijken van bovenstaande normen’. Wellicht worden hier de ‘onderstaande normen’ bedoeld of gaat het om de ‘bovenstaande’ oppervlaktenormen bepalend voor typologie appartement en studio? De eigenlijke beschrijving van wat er onder ‘nieuwe woonconcepten’ begrepen kan worden, ontbreekt hier. Tegelijkertijd wordt er gesuggereerd dat er kan afgeweken worden voor zover het geheel aan alle kwalitatief noodzakelijke eisen voor goed wonen voldoet …’. Zijn de criteria voor deze beoordeling ergens vastgelegd? Wordt dit gekoppeld aan de kwaliteitsmeter Wonen, die geen deel uit maakt van deze verordening?
Het is positief dat er een groennorm wordt opgemaakt waarbij een minimum aan groene en onverharde oppervlaktes (exclusief oppervlaktes boven ondergrondse parkeergarages) wordt opgelegd. Er wordt echter geen duiding gegeven of minimumeisen gesteld over hoe men dit groen ziet. De groennorm zou ook richtlijnen kunnen bevatten over de aard en kwantiteit van het groen, om op die manier een maximum aan biodiversiteit en kwaliteit na te streven.
Wat wordt verstaan onder een ‘niet zelfstandige wooneenheid’?
Worden er ook normen gehanteerd waar deze niet zelfstandige wooneenheden (bv. zorgunits) aan moeten voldoen? We stellen ons de vraag of bepaalde principes uit de ‘oude’, uitgebreide verordening “Woonkwaliteit” die nog steeds actueel zijn, niet hernomen of verwerkt kunnen worden in deze nieuwe, vervangende verordening, zoals bv. kwaliteitseisen voor gevel- en dakterrassen.“
Op 3 april 2023 wordt ook de ontwerp verordening voorgelegd aan de Deputatie van de provincie Limburg. Hierop wordt geen advies gegeven door de Deputatie.
Op 6 juni 2023 wordt de ontwerp verordening (versie 1) voorgelegd aan de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening.
Deze commissie geeft het volgende advies : “In de zitting van 6 juni 2023 stelt de GECORO dat hij zich kan vinden in de beoogde doelstellingen van het ontwerp ‘verordening wonen’ en adviseert deze verordening als gunstig en vraagt verder nog enkele punten te verduidelijken.
Op basis van de opmerkingen werd de ontwerp verordening herschreven en door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd op 28 september 2023.
De aangepaste ontwerp verordening (versie 2) wordt opnieuw voor advies aan de gecoro voorgelegd op 10 oktober 2023.
De gecoro geeft volgend advies:
De GECORO stelt dat het voorliggend ontwerpvoorstel voldoende is om gunstig met
voorwaarden te kunnen adviseren.
Gunstig advies met voorwaarden op de verordening wonen.
Volgende bedenkingen werden door de GECORO nog gemaakt over voorliggend voorstel:
• Algemeen: Vermelden welke verordeningen vervallen. De verordening woonkwaliteit zal waarschijnlijk vervallen bij de inwerkingtreding van de nieuwe verordening wonen, dit wordt niet duidelijk vermeld. Eventueel achteraan de verordening te vermelden.
• De buitenruimte bij appartementen wordt niet omschreven, enkel voor woningen en gelijkvloerse appartementen. Er moet voldoende aandacht gegeven worden aan kwalitatieve buitenruimtes. De GECORO vraagt om een voorstel te formuleren, al dan niet cijfermatig of een beschrijving aan toegevoegd worden. Bvb alle appartementen van minstens 2 slaapkamers dient een bruikbare buitenruimte te hebben van minimum 10m². Het is ook mogelijk om deze buitenruimten samen te voegen tot een collectieve buitenruimte.
• Daglicht : alle leef- en slaapruimten moeten, voor verlichting en verluchting, direct grenzen aan een niet-overdekte buitenruimte van minimum 16m² en i.f.v de hoogte van deze zone te evalueren met de stedenbouwkundige dienst
De aangepaste ontwerp verordening (versie 2) werd opnieuw voor advies voorgelegd aan de deputatie op 6 november 2023.
De deputatie heeft op 30 november 2023 het volgende advies gegeven:
"Op 6 november 2023 heeft het provinciebestuur het voorontwerp van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende “Wonen” voor het grondgebied van de gemeente ontvangen.
Conform art. 2.3.2 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan een advies worden uitgebracht aan het college van burgemeester en schepenen, over de onverenigbaarheid met opties en beleidskaders uit beleidsplannen, de strijdigheid met provinciale of gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen, de strijdigheid met artikel 2.3.1 en 4.2.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, de strijdigheid met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan ruimtelijke ordening of de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.
Verenigbaarheid met de beleidsplannen en/of beleidskaders
Bij deputatiebesluit van 14 december 2022 stelde de provincieraad het ontwerp provinciaal ruimtelijk beleidsplan “Ruimtepact 2040” en het ontwerp-Plan-MER voorlopig vast. Vanaf de voorlopige vaststelling kan de deputatie rekening houden met het voorgestelde beleidsplan. Het beleidsplan bestaat uit een strategische visie en drie beleidskaders: “Economische ruimte”, “Openruimteschakels” en “Wonen”. Het ontwerp-Ruimtepact 2040 kan bij de definitieve vaststelling nog wijzigen naar aanleiding van de tijdens het openbaar onderzoek ingediende adviezen en bezwaren.
Voorliggende stedenbouwkundige verordening kadert grotendeels binnen de principes zoals opgenomen in dit ontwerp, meer bepaald binnen volgende strategische doelstellingen:
-SD2: Steden en dorpen gericht versterken
De stedenbouwkundige verordening maakt dat de woonbehoefte van de Limburger kwalitatief kan worden ingevuld en draagt bij tot de leefbaarheidsverhoging in de kernen.
Voorliggend ontwerp van stedenbouwkundige verordening is niet tegenstrijdig met de bepalingen in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg (RSPL).
Verenigbaarheid met gewestelijke of provinciale stedenbouwkundige verordeningen
/
Strijdigheid met artikel 2.3.1 of 4.2.5 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
/
Naleving van substantiële vormvereisten
Verenigbaartieid met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening /
Overige aandachtspunten Volgende belangrijke inhoudelijke opmerkingen worden nog geformuleerd:
Conclusie
Het voorontwerp van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening betreffende “Wonen” voor het grondgebied van de stad Hasselt wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd mits rekening wordt gehouden met bovenstaande opmerkingen.”
Op 3 november 2023 werd opnieuw advies gevraagd aan het departement omgeving voor de aangepaste verordening (versie 2). Op 21 november 2023 gaf het departement volgend advies:
“Het departement heeft op 3 november 2023 de aanvraag tot advies met betrekking tot de bovenstaande gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen ontvangen. Wij wensen u erop te wijzen dat de procedure ook via het uitwisselingsplatform DSI kan verlopen.
In toepassing van artikel 2.3.2 §2 van de VCRO inzake stedenbouwkundige verordeningen brengt het departement volgend advies uit:
Strijdigheid met gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen of andere wetgeving.
Er zijn geen strijdigheden vastgesteld met gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen.
MER-screening
In ons advies van 27/04/2023 werd verwezen naar een arrest van het Europees Hof van Justitie (arrestnr. C-671/16 van 7 juni 2018) inzake MER-plicht en naar een sjabloon ‘screening voor een stedenbouwkundige verordening’. Omwille van het belang hiervan brengen we dit nogmaals onder de aandacht. …/…
Verordening “Wonen”
Deze verordening vervangt de verordening “Woonkwaliteit” van 26 april 2011. De verordening Wonen werd aangepast. Er is deels tegemoet gekomen aan de opmerkingen van het departement Omgeving.
Het is aangewezen om dezelfde afbakeningszones, met aanduiding op kaart, toe te passen zoals bij de verordening Mobiliteit, dit om de leesbaarheid van de verschillende verordeningen makkelijker en eenduidiger te maken voor de burger. ”Binnen de grote Ring kan afgeweken worden”, betekent dit ook dat er binnen de Groene Boulevard kan afgeweken worden?
We stellen ons de vraag of bepaalde principes, al dan niet aangepast, uit de bestaande verordening “Woonkwaliteit” kunnen opgenomen worden in deze verordening; bijvoorbeeld kwaliteitseisen voor terrassen op de verdieping, een verbod op bepaalde types afsluitingen, , …
We merken op dat de kwaliteitsmeter Wonen, zoals wij hebben voorgesteld in ons advies, is weggelaten. Indien dit definitief is blijven de geformuleerde opmerkingen van toepassing.”
Een openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 1 februari 2024 tot en met 1 maart 2024.
Dit werd bekendgemaakt in het stedelijk informatieblad "De nieuwe Hasselaar" van januari 2024, door aanplakking aan het stadhuis, de stedelijke website en het Belgisch Staatsblad op 24 januari 2024 http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl?language=nl&sum_date=2024-01-24&lg_txt=N&numac_search=2024700212
Voor de verordening wonen werd een plan-MER screening opgemaakt die aan de adviesverlenende instanties werd voorgelegd en deze adviezen werden samen met deze plan-MER screening ter advies voorgelegd aan het team omgevingseffecten, milieueffectrapportage van het departement omgeving op 12 april 2024.
Op 24 april 2024 gaf het team omgevingseffecten het volgende advies:
"Het screeningsdossier bevat de nodige informatie over de voorgenomen stedenbouwkundige verordening en heeft de relevante milieudisciplines besproken.
Enkel adviesinstantie Agentschap Wegen en Verkeer heeft opmerkingen geuit over de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten van de stedenbouwkundige verordeningen (het gaat om één advies uitgebracht over de 4 hierboven vermelde verordeningen samen). Er wordt aangegeven dat dit advies handelt over de verordening mobiliteit. De opmerkingen werden op een voldoende wijze beantwoord en verwerkt of weerlegd in het screeningsdossier via een toevoeging van een 6e hoofdstuk in de screeningsnota, zodat het screeningsdossier voldoende informatie bevat om een correcte inschatting m.b.t. de milieueffecten te kunnen maken.
In het screeningsdossier wordt duidelijk aangetoond dat de milieueffecten die de stedenbouwkundige verordening genereert niet van die aard zijn dat zij als aanzienlijk beschouwd moeten worden.
Opmerkingen die geen betrekking hebben op de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten, maar die een suggestie inhouden om de stedenbouwkundige verordening te verbeteren hebben geen impact op de beoordeling van de aanzienlijkheid van de milieueffecten ervan. De initiatiefnemer beschikt in het kader van de plan-m.e.r.-screening over de vrije keuze om al dan niet in te gaan op deze opmerkingen.
Rekening houdend met het bovenvermelde bevestigt het Team Omgevingseffecten dat de stedenbouwkundige verordening geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is".
In de verordening wordt in punt 4.3 Groennorm aangegeven dat "Voor een nieuwbouw- en herbouwproject in de zone binnen de Groene Boulevard zal voor percelen die initieel meer dan 70% bebouwd zijn en als vergund beschouwd worden ditzelfde percentage heropgebouwd mogen worden, mits grondige motivatie." Dit is een aparte norm voor dit gebied ten opzichte van de 30% norm groen en onverhard voor nieuwbouwprojecten. Deze regel binnen de zone Groene Boulevard wordt opgenomen omdat het bestuur geen grote waardevermindering bij nieuwbouw wenst op te leggen aan eigenaars binnen dit dicht gebouwde gebied maar anderzijds er ook zoveel mogelijk naar probeert te streven om in overleg met de eigenaar bijkomend groen in de stadskern te realiseren.
De vermindering van het aantal stedenbouwkundige voorschriften ten opzichte van de bestaande verordening woonkwaliteit is een bewuste keuze. Enkel de strikt noodzakelijke voorschriften, die als voorwaarde voor kwaliteit vereist zijn, worden opgenomen en voorschriften zoals bv kwaliteitseisen voor terrassen op verdieping, oppervlakte van bruikbare buitenruimte of een verbod op bepaalde types afsluiting, enz... zijn onderwerp van de beoordeling van een specifieke omgevingsvergunningsaanvraag binnen een bepaalde context, een bepaald ontwerp, een bepaalde functie, enz...en zullen in een dialoog over ruimtelijke kwaliteit op de verschillende niveaus stad, omgeving, project, bouweenheid besproken worden. Deze voorschriften worden niet generiek vastgelegd om de mogelijkheid te geven om het ontwerp als geheel in zijn context te kunnen beoordelen. Door in dialoog te gaan met de bouwheer op basis van de kwaliteitsmeter vanaf het begin van het bouwproces zal er beter naar een ruimtelijk kwalitatief project kunnen worden toegewerkt en op de context worden ingespeeld alsook op wijzigende inzichten en bijkomende kwaliteitseisen in de loop van de tijd.
De kwaliteitsmeter is een dialoogkader waarbij de bouwheer/ontwikkelaar vooraf weet welke elementen moeten bekeken en zullen besproken worden in gesprek met de stad. Telkens als er in de loop van de tijd bijkomende eisen of problematieken opduiken dan kunnen deze ook worden opgenomen in de kwaliteitsmeter en verder in het gesprek over een project worden beoordeeld. Het is geen afvinklijst van eisen maar een combinatie van vragen op een bepaald niveau (stad, omgeving, project, wooneenheid). Het geheel van de antwoorden op een bepaald niveau moet als ruimtelijk kwalitatief worden beoordeeld. Op die manier kan gemakkelijker ingespeeld worden op specifieke eisen van een deelgebied om zo de vergunningsverlening te koppelen aan de globale ruimtelijke visie van de stad.
Het stadsbestuur streeft naar een regelgeving die proactief is, ruimte laat voor creativiteit in het bouwproces, flexibel en toekomstbestendig is. De verordening woonkwaliteit beantwoordt niet aan deze beschrijving. De vele minutieuze bepalingen worden eerder gezien als een obstakel dan wel een efficiënt richtsnoer voor ontwikkelingen. Ze geven aanleiding tot discussies die uiteindelijk weinig bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van een woonproject. Daarom besluit stad Hasselt tot het opheffen van de verordening boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007), en het aanpassen van de verordening woonkwaliteit (2011). De voorschriften die essentieel zijn voor de ruimtelijke kwaliteit van een project leven door in de nieuwe verordeningen mobiliteit en wonen.
Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening art. 2.3.1 en art. 2.3.2.
De gemeenteraad keurt de stedenbouwkundige verordening woonkwaliteit goed.
De gemeentelijke stedenbouwkundige verordening wordt samen met het besluit van de gemeenteraad en het volledige advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening binnen tien dagen na de definitieve vaststelling met een beveiligde zending bezorgd aan de deputatie en het departement.
Als het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening niet tijdig is geschorst of vernietigd, wordt de gemeenteraadsbeslissing houdende definitieve vaststelling van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad
Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47, bepaalt het volgende:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Volgens de toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
Op 4 april 2024 werd de aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer VVO2024/0256 - OMV_2024049813 ingediend bij het college van burgemeester en schepenen van de stad Hasselt betreffende het plaatsen van een betonnen prefab elektriciteitscabine op een deel van het openbaar domein langs de Eindhovenlaan in de directe omgeving van nr. 6.
De omgevingsvergunning omvat enerzijds een onttrekking van een deel van het openbaar domein en anderzijds het oprichten van een betonnen prefab elektriciteitscabine.
De gemeenteraad dient enkel een beslissing te nemen over de onttrekking van een deel van het openbaar domein t.b.v. de elektriciteitscabine.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 30/04/2024 tot en met 29/05/2024.
Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 3 bezwaarschriften (waarvan 2 identieke) ingediend aangaande de locatie van de distributiecabine.
De bezwaarschrijvers merken op dat het geen esthetische constructie betreft en dat de inplanting van de cabine de toegang tot achterzijde van de aanpalende percelen bemoeilijkt en stellen de vraag of een andere locatie mogelijk is.
De locatie in de Eindhovenlaan werd gekozen omwille van de ligging aan de pijpenkop, op een reststuk van het openbaar domein (het betreft een grasberm die grenst aan enkele achtertuinen van woningen). Voor deze locatie dienen er geen private percelen gehypothekeerd te worden, ook de speeltuin aan de overzijde kan gevrijwaard blijven. Er blijft een afstand van min. 1,5 m bewaard tot de perceelsgrenzen van de aanpalende achtertuinen, waardoor deze bereikbaar blijven. Bovendien is de hoofdtoegang tot deze percelen langs de Sittardlaan en Detmoldlaan gelegen en niet langs de Eindhovenlaan. De locatie is technisch goed bereikbaar en wordt eveneens bepaald door de actieradius van de cabines. Er hoeven geen bomen gekapt te worden of groenbeplanting verwijderd te worden en de cabine ligt centraal t.o.v. de omgeving waar men de huidige spanningsklachten wenst op te lossen en toekomstige spanningsklachten wenst te voorkomen voor de directe omgeving.
Om de cabine uit het zicht te onttrekken zal er een groenaanleg (draad met klimop) rond de cabine opgelegd worden.
Het betreft bovendien een gemeenschapsvoorziening die alle gebruikers en bewoners in de directe omgeving ten goede zal komen. Bijgevolg is de plaatsing van de cabine ruimtelijk aanvaardbaar en in overeenstemming met de gewestplanbestemming nl. woongebied.
De bezwaren worden bijgevolg ongegrond bevonden.
Het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende openbaarheid van bestuur.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan goed voor de onttrekking van een deel van het openbaar domein t.b.v. een nieuwe elektriciteitscabine aan de Eindhovenlaan (ter hoogte van nr. 6) in kader van omgevingsvergunning VVO2024/0256 - OMV_2024049813.
Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47, bepaalt het volgende:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Volgens de toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
De aanvraag tot omgevingsvergunning werd bij de stad Hasselt ingediend op 6/11/2023 en betreft een omgevingsaanvraag voor het verkavelen van een perceel in 2 loten voor open bebouwing.
De aanvraag heeft betrekking op een verkaveling aan de Diestersteenweg 389 in Hasselt. Het betreft een project waarbij de bestaande woning met stalling wordt afgebroken met oog op het bouwrijp maken van het terrein in functie van de verkaveling van 2 loten in open bebouwing.
Lot 4, met een totale oppervlakte van 189m², wordt gratis afgestaan voor inlijving bij het openbaar domein. Het perceel is momenteel toegankelijk via een privaatweg naar de Rijksweg N2 (Diestersteenweg).
Onderwerp aanvraag
De gratis overdracht van lot 4 om in te lijven bij het openbaar domein.
Zaak der wegen
Volgens de plannen, gevoegd bij de aanvraag tot omgevingsvergunning.
De stukken met betrekking tot de zaak der wegen zijn als volgt in het dossier opgenomen:
Openbaar Onderzoek
Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 30/01/2024 tot en met 28/02/2024 en van 28/02/2024 tot en met 28/03/2024. Er werd 1 bezwaarschrift ingediend tijdens het eerste openbaar onderzoek en er werden 3 bezwaarschriften ingediend tijdens het tweede openbaar onderzoek met betrekking tot de wegenis/overdracht naar het openbaar domein.
De bezwaarschriften bevatten de volgende punten:
De bezwaarschriften werden als volgt weerlegt:
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende openbaarheid van bestuur.
Het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019
De gemeenteraad keurt de zaak der wegen goed betreffende de kosteloze overdracht van lot 4, naar openbaar domein met een totale oppervlakte van 189m², volgens het rooilijnplan opgemaakt door Tempels & Jacobs Landmeters - Experten d.d. 02/11/2023 en ingediend via het Omgevingsloket (OMV_2023147263).
Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47, bepaalt het volgende:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Volgens de toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
Op 4 april 2024 werd de aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer VVO2024/0257 - OMV_2024049856 ingediend bij het college van burgemeester en schepenen van de stad Hasselt betreffende het plaatsen van een betonnen prefab elektriciteitscabine op een deel van het openbaar domein langs de Oude-Maasstraat in de directe omgeving van nr. 87.
De omgevingsvergunning omvat enerzijds een onttrekking van een deel van het openbaar domein en anderzijds het oprichten van een betonnen prefab elektriciteitscabine.
De gemeenteraad dient enkel een beslissing te nemen over de onttrekking van een deel van het openbaar domein t.b.v. de elektriciteitscabine.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 30/04/2024 tot en met 29/05/2024.
Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ingediend.
De locatie in de Oude-Maasstraat werd gekozen omwille van de ligging langs de straatzijde aan de zijde van het agrarisch gebied. Voor deze locatie dienen er geen private percelen gehypothekeerd te worden, de locatie is technisch goed bereikbaar en geeft geen zichthinder voor het verkeer. De cabine ligt centraal t.o.v. de woonomgeving waar men de huidige spanningsproblemen wenst op te lossen en de spanning voor de toekomst wenst te versterken.
Het betreft een constructie in functie van het algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact.
Het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende openbaarheid van bestuur.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan goed voor de onttrekking van een deel van het openbaar domein t.b.v. een nieuwe elektriciteitscabine aan de Oude-Maasstraat (ter hoogte van nr. 87) in kader van omgevingsvergunning VVO2024/0257 - OMV_2024049856.
In 2020 kreeg De Werkvennootschap NV de opdracht van de Vlaamse regering om het studiewerk te verrichten met het oog op een versnelde ingebruikname van Spartacus Lijn 2 met een trambus als voertuig.
Het tracé start aan het station van Hasselt en loopt via de Singel tot aan de Elfde Liniestraat. Hier buigt het tracé af om via de Elfde Liniestraat aan te takken op de Boudewijnlaan. Vanaf hier kent het een gecombineerd tracé met Lijn 1 tot aan de campus in Diepenbeek.
Het einddoel is een maximaal vrije bedding te voorzien voor de trambus. Aangezien de trambus ook gemengd kan rijden met het overige gemotoriseerd verkeer, is het niet noodzakelijk om de gehele bedding te realiseren vooraleer de trambus in dienst genomen kan worden. Daarom is een gefaseerde aanpak vooropgesteld.
In Hasselt werd de Elfde Liniestraat en het kruispunt Koning Boudewijnlaan/Elfde Liniestraat geselecteerd als ‘quick win’. In de samenwerkingsovereenkomst worden de afspraken tussen de Werkvennootschap en de stad Hasselt omtrent de herinrichting vastgesteld.
In de samenwerkingsovereenkomst worden de afspraken tussen de Werkvennootschap en de stad Hasselt omtrent de herinrichting vastgelegd.
De Werkvennootschap staat zowel in voor de volledige financiering van de herinrichting van de Elfde Liniestraat en het kruispunt Koning Boudewijnlaan/Elfde Liniestraat als voor alle aspecten die kaderen binnen de realisatie, zoals de uitvoering van de studies, de opmaak van de opdrachtdocumenten voor de uitvoering van werken, het voeren van de plaatsingsprocedure in het kader van opdrachten van werken, de plaatsing van de opdrachten voor werken, de opvolging van en toezicht op de werf en het verlenen van de voorlopige en definitieve oplevering. De Werkvennootschap duidt de leidend ambtenaar aan.
De Werkvennootschap staat echter niet in:
• voor de werken die betrekking hebben op de installatie van openbare verlichting die noch deel uitmaken van de vergunningsaanvraag, noch deel uitmaken van de werken waarvoor De Werkvennootschap een overheidsopdracht heeft geplaatst;
• voor de plaatsing van straatmeubilair (zitbanken, vuilnisbakken, halteaccommodatie van reguliere bushaltes op het traject, fietsenrekken,…);
• voor aspecten die kaderen binnen het beheer en het onderhoud.
De stad, in haar hoedanigheid van domeinbeheerder van de Elfde Liniestraat en van het kruispunt Koning Boudewijnlaan/Elfde Liniestraat, geeft haar toestemming aan De Werkvennootschap om de herinrichting van de Elfde Liniestraat en van het kruispunt Koning Boudewijnlaan/Elfde Liniestraat uit te voeren, conform de vergunningen die hiertoe verkregen dient te worden.
In deze samenwerkingsovereenkomst is ook de aanleg van de Vilderstraat (deel) opgenomen als voorwaardelijk deel.
De studie, het ontwerp en het aanvragen van de noodzakelijke vergunningen voor het aanleg van de Vilderstraat zijn ten laste van de werkvennootschap. De uitvoeringskosten zouden ten laste zijn van de stad.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, Titel II, hfdst. 3
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Geen financiële implicaties.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Hasselt en De Werkvennootschap NV met betrekking tot de herinrichting van de Elfde Liniestraat en van het kruispunt Koning Boudewijnlaan/Elfde Liniestraat in het kader van de Hoogwaardig Openbaar Vervoersverbinding tussen Hasselt en Maasmechelen goed.
Om het parkeren/stallen van fietsen zo efficiënt en ordelijk mogelijk te maken is het wenselijk om voor de vele fietsenstallingen en fietsparkeerplaatsen van de Stad Hasselt fietsrekken en -beugels aan te kopen.
De dienst wenst het budget vooral in te zetten in de binnenstad om de beeldkwaliteit te garanderen en tegen het hierdoor soms wanordelijk karakter en eventueel onveilige situaties van de binnenstad in te gaan.
In het kader van de opdracht “Raamovereenkomst voor levering van fietsrekken en -beugels” werd een bestek met nr. 2024-5606 opgesteld door dienst aankopen.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 99.173,55 excl. btw of € 120.000,00 incl. 21% btw.
Het maximale bestelbedrag bedraagt € 123.966,94 excl. btw of € 150.000,00 incl. 21% btw.
De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 48 maanden zonder afnameverplichting.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet) en artikel 43.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De uitgaven zijn als volgt voorzien:
De gemeenteraad keurt het bestek met nr. 2024-5606 en de raming voor de opdracht “Raamovereenkomst voor levering van fietsrekken en -beugels”, opgesteld door dienst aankopen goed.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
De raming bedraagt € 99.173,55 excl. btw of € 120.000,00 incl. 21% btw. Het maximale bestelbedrag bedraagt € 123.966,94 excl. btw of € 150.000,00 incl. 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in de lijst ‘Investeringsbudget 2024-2026’ prioriteit 1a.
Stad Hasselt, Docklands (grondeigenaar) en TM Mouttoren (ontwikkelaar) beogen de ontwikkeling van de site rond de Mouttoren.
Deze samenwerkingsovereenkomst bepaalt duidelijke afspraken tussen de stad Hasselt, de ontwikkelaar en de grondeigenaar, betreffende o.a. een kwalitatieve gezamenlijke ontwikkeling, aanleg publieke en private ruimte, kwaliteit en fasering, communicatie, kostenverdeling, programma sociaal/betaalbaar, typologiemix, vermindering bruto maximale vloeroppervlakte, overdracht van gronden tussen de stad en de grondeigenaar, het opstellen van een mobiliteitsplan en een kettingbeding.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De opleg voor de grondruil bestaat niet uit een bedrag in euro maar wel in een last in natura, nl. de uitvoering van werken door en voor rekening van de ontwikkelaar met name limitatief: de aanleg van de wegenis (lage kade, hoge kade, park) zoals voorzien in het RUP Blauwe Boulevard Oost en zoals aangeduid op het plan als bijlage 5 bij de samenwerkingsovereenkomst.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad, Docklands (grondeigenaar) en TM Mouttoren (ontwikkelaar) goed.
Stad Hasselt en 'PDF 2 Land NV en Hasselt Harbor Invest (ontwikkelaar)' beogen de ontwikkeling van de Slachthuissite.
Deze samenwerkingsovereenkomst bepaalt duidelijke afspraken tussen de stad Hasselt en de ontwikkelaar, betreffende o.a. een kwalitatieve gezamenlijke ontwikkeling, aanleg publieke toegankelijke ruimte, kwaliteit en fasering, communicatie, kostenverdeling, programma sociaal/betaalbaar, typologiemix, vermindering bruto maximale vloeroppervlakte, het opstellen van een mobiliteitsplan en een kettingbeding.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
nvt
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen stad Hasselt en 'PDF 2 Land NV en Hasselt Harbor Invest (ontwikkelaar)' goed.
Stad Hasselt, Vivet Projects BV (grondeigenaar) en Lapis BV (ontwikkelaar) beogen de ontwikkeling van de site Lambrecks gelegen in het RUP Blauwe Boulevard deelplan Parkwijk.
Deze samenwerkingsovereenkomst bepaalt duidelijke afspraken tussen de stad Hasselt, de grondeigenaar en de ontwikkelaar, betreffende o.a. een kwalitatieve gezamenlijke ontwikkeling, aanleg publieke toegankelijke ruimte, kwaliteit en fasering, communicatie, kostenverdeling, programma sociaal/betaalbaar, typologiemix, het opstellen van een mobiliteitsplan en een kettingbeding.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen stad Hasselt en Lapis BV (Ontwikkelaar) en Vivet Projects BV (Grondeigenaar) goed.
De kerkfabrieken stellen een meerjarenplan op voor hun financieel beheer gedurende een periode van zes jaar (2020-2025). Soms dient dit meerjarenplan aangepast te worden.
De meerjarenplanwijzigingen moeten dan gelijktijdig en gecoördineerd ingediend worden door het centraal kerkbestuur bij de gemeenteoverheid, het representatief orgaan van de eredienst en de provinciegouverneur.
De kredieten van het budget zijn de grenzen van de uitgaven die het kerkbestuur kan doen. Soms moeten de ramingen van het budget aangepast worden indien interne kredietaanpassingen niet volstaan of niet mogelijk zijn.
Ook de budgetwijzigingen dienen gecoördineerd ingediend te worden door het centraal kerkbestuur.
Via Religiopoint ontvingen we de meerjarenplanwijziging met een gunstig advies van het bisdom voor:
Naast meerjarenplanwijzigingen werd er ook een budgetwijzigingen ontvangen met een gunstig advies van het bisdom voor:
De adviezen van de directie financiën per kerkfabriek zijn terug te vinden in bijlage.
Het decreet van de Vlaamse Raad van 7 mei 2004, en navolgende wijzigingen, over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 oktober 2019 over het meerjarenplan 2020-2025 en het budget 2020 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 september 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over de meerjarenplanwijziging 2020/3 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over het budget 2021 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 september 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2021 over het budget 2022 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2022 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2022/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2022 over het budget 2023 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 september 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/2 van de kerkfabrieken.
Wijziging van de investeringstoelage in 2024: 0 euro
Wijziging van de exploitatietoelage in 2024: +3.408,25 euro
Wijziging leningen 2024: 0 euro
Geen verdere wijzigingen.
MJP 001268
Uitbetalingen gebeuren volgens het afgesproken schema en de gemaakte afspraken.
De wijzigingen worden ingegeven in AMJP10.
De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek Onze Lieve Vrouw Bezoeking Godsheide goed. Hierdoor stijgt de exploitatietoelage van de stad in 2024 met 3.408,52 euro.
De gemeenteraad keurt de budgetwijziging van de kerkfabriek Onze Lieve Vrouw Bezoeking goed met opmerkingen: Het bedrag van de exploitatietoelage in de kolom “voorgaande” wordt verkeerd weergegeven door een technische fout. Het bedrag in de kolom wijziging zou hierdoor veranderen van 1.950 EUR naar 3.408,50 EUR. Het nieuwe bedrag blijft dus behouden, de wijziging is foutief. Door goedkeuring van deze budgetwijziging wordt de technische fout opgelost.
Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan :
De kerkfabrieken stellen een meerjarenplan op voor hun financieel beheer gedurende een periode van zes jaar (2020-2025). Soms dient dit meerjarenplan aangepast te worden.
De meerjarenplanwijzigingen moeten dan gelijktijdig en gecoördineerd ingediend worden door het centraal kerkbestuur bij de gemeenteoverheid, het representatief orgaan van de eredienst en de provinciegouverneur.
De kredieten van het budget zijn de grenzen van de uitgaven die het kerkbestuur kan doen. Soms moeten de ramingen van het budget aangepast worden indien interne kredietaanpassingen niet volstaan of niet mogelijk zijn.
Ook de budgetwijzigingen dienen gecoördineerd ingediend te worden door het centraal kerkbestuur.
Via Religiopoint ontvingen we de meerjarenplanwijzigingen met een gunstig advies met opmerkingen van het bisdom voor:
Naast de meerjarenplanwijzigingen werden er ook budgetwijzigingen ontvangen met een gunstig advies met opmerkingen van het bisdom voor:
De adviezen van de directie financiën per kerkfabriek zijn terug te vinden in bijlage.
Het decreet van de Vlaamse Raad van 7 mei 2004, en navolgende wijzigingen, over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 oktober 2019 over het meerjarenplan 2020-2025 en het budget 2020 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 september 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over de meerjarenplanwijziging 2020/3 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over het budget 2021 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 september 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2021 over het budget 2022 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2022 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2022/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2022 over het budget 2023 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 september 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/2 van de kerkfabrieken.
Wijziging van de investeringstoelage in 2024: +30.400 euro
Wijziging van de exploitatietoelage in 2024: 0 euro
Wijziging leningen 2024: 0 euro
Geen verdere wijzigingen.
Uitbetalingen gebeuren volgens het afgesproken schema en de gemaakte afspraken.
De wijzigingen worden ingegeven in AMJP10.
De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijzigingen van de kerkfabriek Sint-Gertrudis Kuringen goed. Hierdoor stijgt de investeringstoelage van de stad in 2024 met 30.400 euro.
De gemeenteraad keurt de budgetwijzigingen van de kerkfabriek Sint-Gertrudis Kuringen goed. De investeringstoelage stijgt hierdoor met 30.400 euro.
Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan :
De kerkfabrieken stellen een meerjarenplan op voor hun financieel beheer gedurende een periode van zes jaar (2020-2025). Soms dient dit meerjarenplan aangepast te worden.
De meerjarenplanwijzigingen moeten dan gelijktijdig en gecoördineerd ingediend worden door het centraal kerkbestuur bij de gemeenteoverheid, het representatief orgaan van de eredienst en de provinciegouverneur.
De kredieten van het budget zijn de grenzen van de uitgaven die het kerkbestuur kan doen. Soms moeten de ramingen van het budget aangepast worden indien interne kredietaanpassingen niet volstaan of niet mogelijk zijn.
Ook de budgetwijzigingen dienen gecoördineerd ingediend te worden door het centraal kerkbestuur.
Via Religiopoint ontvingen we de meerjarenplanwijziging met een gunstig advies van het bisdom voor:
Naast de meerjarenplanwijziging werd er ook een budgetwijziging ontvangen met een gunstig advies van het bisdom voor:
De adviezen van de directie financiën per kerkfabriek zijn terug te vinden in bijlage.
Het decreet van de Vlaamse Raad van 7 mei 2004, en navolgende wijzigingen, over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 oktober 2019 over het meerjarenplan 2020-2025 en het budget 2020 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 september 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over de meerjarenplanwijziging 2020/3 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over het budget 2021 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 september 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2021 over het budget 2022 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2022 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2022/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2022 over het budget 2023 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 september 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/2 van de kerkfabrieken.
Wijziging van de investeringstoelage in 2024: +8.000 euro
Wijziging van de exploitatietoelage in 2024: 0 euro
Wijziging leningen 2024: 0 euro
Geen verdere wijzigingen.
De wijzigingen worden ingegeven in AMJP10.
De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek Sint-Jozef Tuilt goed. Hierdoor stijgt de investeringstoelage van de stad in 2024 met 8.000 euro.
De gemeenteraad keurt de budgetwijzigingen van de kerkfabriek Sint-Jozef Tuilt goed. De investeringstoelage stijgt hierdoor met 8.000 euro.
Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan :
De kerkfabrieken stellen een meerjarenplan op voor hun financieel beheer gedurende een periode van zes jaar (2020-2025). Soms dient dit meerjarenplan aangepast te worden.
De meerjarenplanwijzigingen moeten dan gelijktijdig en gecoördineerd ingediend worden door het centraal kerkbestuur bij de gemeenteoverheid, het representatief orgaan van de eredienst en de provinciegouverneur.
De kredieten van het budget zijn de grenzen van de uitgaven die het kerkbestuur kan doen. Soms moeten de ramingen van het budget aangepast worden indien interne kredietaanpassingen niet volstaan of niet mogelijk zijn.
Ook de budgetwijzigingen dienen gecoördineerd ingediend te worden door het centraal kerkbestuur.
Via Religiopoint ontvingen we de meerjarenplanwijziging met een gunstig advies van het bisdom voor:
Naast de meerjarenplanwijziging werd er ook een budgetwijziging ontvangen met een gunstig advies van het bisdom voor:
De adviezen van de directie financiën per kerkfabriek zijn terug te vinden in bijlage.
Het decreet van de Vlaamse Raad van 7 mei 2004, en navolgende wijzigingen, over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 oktober 2019 over het meerjarenplan 2020-2025 en het budget 2020 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 september 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over de meerjarenplanwijziging 2020/3 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over het budget 2021 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 september 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2021 over het budget 2022 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2022 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2022/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2022 over het budget 2023 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 september 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/2 van de kerkfabrieken.
Wijziging van de investeringstoelage in 2024: +42.661,06 euro (overdracht van 2023 naar 2024)
Wijziging van de exploitatietoelage in 2024: -1.381,22 euro
Wijziging van de exploitatietoelage in 2025: -11.010,82 euro
Totale wijziging van de exploitatietoelage: -12.392,04 euro
Wijziging leningen 2024: 0 euro
Geen verdere wijzigingen.
MJP 001285
Uitbetalingen gebeuren volgens het afgesproken schema en de gemaakte afspraken.
De wijzigingen worden ingegeven in AMJP10.
De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek Sint-Niklaas Wimmertingen goed. Hierdoor verschuift de investeringstoelage van de stad van 2023 naar 2024 voor het bedrag 42.661,06 euro. De exploitatietoelage daalt in 2024 met 1.381,22 euro en in 2025 met 11.010,82 euro.
De gemeenteraad keurt de budgetwijzigingen van de kerkfabriek Sint-Niklaas Wimmertingen goed. Hierdoor verschuift de investeringstoelage van de stad van 2023 naar 2024 voor het bedrag 42.661,06 euro. De exploitatietoelage daalt in 2024 met 1.381,22 euro.
Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan :
De kerkfabrieken stellen een meerjarenplan op voor hun financieel beheer gedurende een periode van zes jaar (2020-2025). Soms dient dit meerjarenplan aangepast te worden.
De meerjarenplanwijzigingen moeten dan gelijktijdig en gecoördineerd ingediend worden door het centraal kerkbestuur bij de gemeenteoverheid, het representatief orgaan van de eredienst en de provinciegouverneur.
De kredieten van het budget zijn de grenzen van de uitgaven die het kerkbestuur kan doen. Soms moeten de ramingen van het budget aangepast worden indien interne kredietaanpassingen niet volstaan of niet mogelijk zijn.
Ook de budgetwijzigingen dienen gecoördineerd ingediend te worden door het centraal kerkbestuur.
Via Religiopoint ontvingen we de budgetwijziging met een gunstig advies van het bisdom voor:
De adviezen van de directie financiën per kerkfabriek zijn terug te vinden in bijlage.
Het decreet van de Vlaamse Raad van 7 mei 2004, en navolgende wijzigingen, over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 oktober 2019 over het meerjarenplan 2020-2025 en het budget 2020 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 september 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over de meerjarenplanwijziging 2020/3 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over het budget 2021 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 september 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2021 over het budget 2022 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2022 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2022/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2022 over het budget 2023 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 september 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/2 van de kerkfabrieken.
Wijziging van de investeringstoelage in 2024: 0 euro
Wijziging van de exploitatietoelage in 2024: +6.100 euro
Wijziging leningen 2024: 0 euro
Geen verdere wijzigingen.
MJP 001271
Uitbetalingen gebeuren volgens het afgesproken schema en de gemaakte afspraken.
De wijzigingen worden ingegeven in AMJP10.
De gemeenteraad keurt de budgetwijzigingen van de kerkfabriek Onze Lieve Vrouw van Banneux goed. Hierdoor stijgt de exploitatietoelage van de stad van 2024 met 6.100 euro.
Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan :
De kerkfabrieken stellen een meerjarenplan op voor hun financieel beheer gedurende een periode van zes jaar (2020-2025). Soms dient dit meerjarenplan aangepast te worden.
De meerjarenplanwijzigingen moeten dan gelijktijdig en gecoördineerd ingediend worden door het centraal kerkbestuur bij de gemeenteoverheid, het representatief orgaan van de eredienst en de provinciegouverneur.
De kredieten van het budget zijn de grenzen van de uitgaven die het kerkbestuur kan doen. Soms moeten de ramingen van het budget aangepast worden indien interne kredietaanpassingen niet volstaan of niet mogelijk zijn.
Ook de budgetwijzigingen dienen gecoördineerd ingediend te worden door het centraal kerkbestuur.
Via Religiopoint ontvingen we de meerjarenplanwijziging met een gunstig advies van het bisdom voor:
Naast de meerjarenplanwijziging werd er ook een budgetwijziging ontvangen met een gunstig advies van het bisdom voor:
De adviezen van de directie financiën per kerkfabriek zijn terug te vinden in bijlage.
Het decreet van de Vlaamse Raad van 7 mei 2004, en navolgende wijzigingen, over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 oktober 2019 over het meerjarenplan 2020-2025 en het budget 2020 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 september 2020 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2020/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over de meerjarenplanwijziging 2020/3 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 oktober 2020 over het budget 2021 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 september 2021 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2021/2 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2021 over het budget 2022 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 juni 2022 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2022/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2022 over het budget 2023 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 27 juni 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/1 van de kerkfabrieken.
Het gemeenteraadsbesluit van 26 september 2023 over de meerjarenplanwijziging en budgetwijziging 2023/2 van de kerkfabrieken.
Gevraagde wijziging van de investeringstoelage in 2024: +442.939,38 euro
Gevraagde wijziging van de investeringstoelage in 2025: +250.000 euro
Totaal gevraagde wijzigingen van de investeringstoelage: 692.939,38 euro
Wijziging van de exploitatietoelage in 2024: 0 euro
Wijziging leningen 2024: 0 euro
Geen verdere wijzigingen.
Uitbetalingen gebeuren volgens het afgesproken schema en de gemaakte afspraken.
De wijzigingen worden ingegeven in AMJP10.
De gemeenteraad keurt de meerjarenplanwijziging van de kerkfabriek Sint Quintinus en Onze Lieve Vrouw niet goed. Het bedrag voor de investeringstoelagen moet beperkt worden tot het bedrag voor de restauratie van de schilderijen. Voor de werken aan de toren moet er eerst een dossier bij het Vlaams gewest ingediend worden voor de gewestelijke toelage én vragen we de kerkfabriek om deze uitgave te bespreken met het CKB, die ze mee op moet nemen in het overzicht van alle geplande investeringen in een overleg met de stad.
De gemeenteraad keurt de budgetwijzigingen van de kerkfabriek Sint Quintinus en Onze Lieve Vrouw niet goed. Het bedrag voor de investeringstoelagen moet beperkt worden tot het bedrag voor de restauratie van de schilderijen. Voor de werken aan de toren moet er eerst een dossier bij het Vlaams gewest ingediend worden voor de gewestelijke toelage én vragen we de kerkfabriek om deze uitgave te bespreken met het CKB, die ze mee op moet nemen in het overzicht van alle geplande investeringen in een overleg met de stad.
Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan :
Het omzetten van nominatieve subsidies is een bevoegdheid van de gemeenteraad conform artikel 41 23° van het decreet Lokaal Bestuur.
Bij de vaststelling van de meerjarenplanning heeft de gemeenteraad een lijst van nominatieve subsidies vastgelegd. Deze lijst dient door gewijzigde situatie voor de organisatie van de Jeneverfeesten 2024 te worden aangepast.
Door deze aanpassing wordt de lijst van subsidies in overeenstemming gebracht met de concrete situatie.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, Titel II, hfdst. 3
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies.
De kredieten voor deze uitgave zijn voorzien op:
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor het omzetten van het werkingsbudget van € 100.000,00 in 2024 (MJP007618) naar een nominatieve subsidie aan de Hasseltse Jeneverfeesten vzw.
De gemeenteraad keurt de toekenning van een nominatieve subsidie van € 100.000,00 aan de Hasseltse Jeneverfeesten vzw goed.
In april 2023 lanceerde het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid de oproep ‘Natuur in je school’. Met deze oproep wil de Vlaamse overheid onderwijsinstellingen stimuleren om hun schooldomein vanuit een geïntegreerde visie te vergroenen en hierbij voldoende aandacht te besteden aan biodiversiteit. Hiermee wordt gedoeld op natuurgebaseerde klimaatadaptieve maatregelen die zorgen voor meer infiltratie en buffering van water, aanvullen van grondwater en het actief bestrijden van hittestress.
Een natuurlijke omgeving ondersteunt rechtstreeks de onderwijsopdracht. Meer buiten leren heeft positieve effecten op leerresultaten van leerlingen en het welzijn op school voor leerlingen, personeel en andere gebruikers.
Op 14 september 2023 gaf het college van burgemeester en schepenen het principieel akkoord om de subsidieaanvraag in te dienen op basis van het bestek uitgeschreven onder advies door Natuur- en Landschapszorg VZW.
De subsidieaanvraag werd goedgekeurd voor beide projecten voor het maximaal subsidieerbaar bedrag.
In het kader van de opdracht “Vergroening SBS Rapertingen en SBS Kuringen” werd een bestek met nr. 2024-5547 opgesteld door Natuur- en Landschapszorg VZW.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 115.577,30 excl. btw of € 139.848,53 incl. 21% btw.
Een deel van deze opdracht wordt gesubsidieerd.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 143.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 115.577,30 excl. btw of € 139.848,53 incl. 21% btw.
De ontvangst (subsidie) voor deze opdracht is € 84.962,88 voorzien op MJP008028.
De gemeenteraad keurt het bestek 2024-5547 voor de opdracht "Vergroening SBS Rapertingen en SBS Kuringen", opgesteld onder advies van Natuur- en Landschapszorg VZW goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 115.577,30 excl. btw of € 139.848,53 incl. 21% btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Het Hasselts Virga-Jessespel vzw heeft als doelstelling:
Alle 7 jaren het Virga-Jessespel van auteur Jozef Schonkeren uit te voeren in een originele bewerking.
Hiervoor stelt ze elk 7de jaar een werkgroep samen die wordt belast met de uitwerking en uitvoering, aangepast aan de actuele religieuze visie en literaire theatereisen.
Hierbij hebben ze blijvende aandacht voor de verwijzingen naar de de lokale geschiedenis, bestaande legendes rond de Virga-Jesse en de waarden waar de Maria figuur voor staat.
Vervolgens wordt deze theaterproductie tijdens diverse opvoeringen gebracht in de periode van de zevenjaarlijkse feesten.
In het meerjarenplan van de stad Hasselt staat dat men verenigingen en organisatoren wenst te ondersteunen in hun werking.
Met het toekennen van deze toelage herwaardeert ze de traditie van het Virga-Jesse spel tijdens de zevenjaarlijkse feesten.
Op deze manier wordt immaterieel erfgoed bewaard en geherinterpreteerd.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De kredieten voor deze uitgave zijn voorzien op:
Bedrag: €11.000 in 2024
Volgnummer: MJP008406
Exploitatiebudget.
Actienummer: AC000843
Algemeen rekeningnummer: 64900000
Beleidsbudget
Totaal beschikbaar bedrag volgnummer: €11.000,00 in 2024.
Saldo na uitbetaling van deze toelage is € 0,00.
De gemeenteraad keurt de nominatieve toelage aan Het Hasselts Virga-Jessespel vzw van € 11.000,00 voor 2024 goed.
We willen als Stad Hasselt de kans geven aan klanten van de omliggende gemeenten om te komen zwemmen aan hetzelfde tarief als de Hasselaren. Het verschil in het tarief Hasselaar – niet Hasselaar zal dan door de betrokken gemeente moeten worden gedragen.
Met dit voorstel kunnen gemeenten van de ILV MIDWEST-LIM een overeenkomst met Stad Hasselt aangaan om hun inwoners alsnog aan een gunstig tarief te laten zwemmen. Wel dient de toetredende gemeente het verschil met de huidige prijzen in het retributiereglement bij te passen. De gemeenten van de ILV MIDWEST-LIM zijn uiteraard vrij om al dan niet in te stappen in dit voorstel.
De bedoeling is het hanteren van één nog nader te bepalen tarief voor al de inwoners van toetredende gemeenten. Het verschil met de huidige prijzen dient te worden gecompenseerd door de toetredende gemeente zodat de tarieven in het huidige reglement nog steeds kloppen, alleen anders geïnd worden.
Gemeenten van ILV MIDWEST-LIM de opportuniteit geven hun inwoners aan een gunstiger tarief te laten komen zwemmen op voorwaarde dat deze gemeenten er zich toe verbinden het verschil in tarief bij te leggen.
De gemeenteraad keurt de mogelijkheid tot het aangaan van overeenkomsten betreffende de tarieven van het zwembad met gemeenten van LV Midwest Lim goed.
De gemeenteraad keurt het retributiereglement als bijlage goed vanaf 1 juli in vervanging van het voorgaande reglement zoals beslist op de gemeenteraad van 27/02/2024.
Om tegemoet te komen in de aanloop van project 'Sure2050' en in opvolging van de patrimoniumoefening heeft de stad Hasselt in het collegebesluit d.d. 22 december 2022 (2021_CBS_00334) het dossier ter verkoop goedgekeurd van onder andere het onroerend goed gelegen te Smetstraat 15.
De voormalige pastorij kent een zeer geringe bezettingsgraad (opslag van gewaden voor de Kerkfabriek en een plaatselijk kleinschalig koor wat sporadisch repeteert in een deel van de woning). Uit de analyse van project Sure2050 blijkt dat de voormalige pastorij gelegen te Smetstraat 15 té veel investeringen zou vereisen om te voldoen aan de hedendaagse normen wat betreft klimaatbeleid. Ook is dit pand niet meer geschikt om te verhuren op de plaatselijke verhuurmarkt.
De stad Hasselt wenst dit onroerend goed te vervreemden.
De voormalige pastorij van Wimmertingen is gelegen in de Smetstraat 15 (gekend ten kadaster, Hasselt, 9e Afdeling, Sectie A, perceelnummer 167/E). De pastorij is al verschillende jaren niet meer bewoond door een lid van de Kerkelijke orde of een andere individu. Het pand was de laatste jaren vooral in gebruik door de Kerkfabriek voor de opslag van kerkelijke gewaden en het Sint-Niklaaskoor repeteerde sporadisch in het voorste gedeelte van de woning.
Het in stand houden van patrimonium, met een zeer geringe bezettingsgraad, brengt een financieel kostenplaatje met zich mee. Een vermogen waar de stad Hasselt vandaag verandering in wenst te brengen, met andere woorden, kritisch kijken naar de huidige portefeuille aan patrimonium in eigendom. De woning is niet meer geschikt om te huur te zetten op de openbare woonmarkt. Het gebruik van het pand is zeer miniem wat maakt dat het opportuun is om dit onroerend goed te vervreemden.
Het onroerend goed is volgens het gewestplan gelegen in woongebied met landelijk karakter en heeft een oppervlakte van 12a64ca.
Het onroerend goed zelf (pastorij en tuin) bevindt zich op perceel 9-A-167/E. De twee achterliggende percelen, momenteel grasweide/speelweide (9-A-167/B en 9-A-167/C2), sluiten aan op het onroerend goed en zorgen eveneens voor een verbinding tussen de Smetstraat en de Wimmertingenstraat. De twee achterliggende percelen, namelijk 9-A-167/B en 9-A-167/C2, blijven gevrijwaard van vervreemding omwille van de kostbare waarde voor de buurt en de jeugd die zich heeft gevestigd onder de vorm van een jeugdbeweging aan de zijde van de Wimmertingenstraat.
Om de doorsteek van de Smetstraat naar de Wimmertingenstraat zo goed mogelijk te behouden adviseert dienst Grondbeleid om een strook aan de rechterzijde van het perceel te vrijwaren van vervreemding. Deze strook ligt op een afstand van 3m vanaf de woning tot aan de perceelsgrens met de aangelanden van perceel 9-A- 27/L2. Dit maakt dat de doorgang een breedte heeft van 8,02m waar ook rekening gehouden wordt met de kruinen van de bomen aan de rechterzijde van het perceel. Deze doorgang biedt de mogelijkheid voor trage weggebruikers om nog steeds verbinding te maken tussen twee straten. Ook is het wenselijk dat de Mariagrot aan de voorzijde van het perceel gevrijwaard wordt van vervreemding.
Om bovenstaande oppervlaktes af te splitsen van perceel 9-A-167/E zal er ten gepaste tijden door landmeter-expert van de stad Hasselt een gereserveerd identificatienummer (prekad) aangevraagd worden ten behoeve van de afsplitsing.
Rekening houdend met bovenstaande voor afsplitsing, zou het perceel een oppervlakte behouden van 9a53ca.
Volgens besluit 2021_CBS_00334 (dd. 22/12/2022), goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen, werd onafhankelijk landmeter-expert bvba Geowijzer via raamcontract aangesteld ter bepaling van de verkoopwaarde van het onroerend goed.
De instelprijs werd bepaald aan de hand van schattingsverslag d.d. 29 september 2022 (2022HA26) opgesteld door landmeter-expert Bart Severi en bedraagt in vrije verkoop € 280.000,00.
Ondanks dat de stad Hasselt onderzoekt om dit onroerend goed uit haar portefeuille aan patrimonium te halen, is het een meerwaarde voor de maatschappij/omgeving om dit goed in te zetten voor maatschappelijke doeleinden.
Voor de aankoop van het onroerend goed, dient er zich al snel een geïnteresseerde kandidaat aan, namelijk vzw De Oever. Deze organisatie is actief binnen jeugdwelzijn- en zorg. De vzw is een erkende voorziening bij Bijzondere Jeugdzorg en wordt gesubsidieerd voor hun werking door het Agentschap Opgroeien. Vzw De Oever biedt hulp aan kinderen en jongeren en hun gezinnen die in een problematische opvoedingssituatie zijn verzeild geraakt. De vzw zet in op begeleiding in de bijzondere jeugdzorg meer specifiek in module-verblijf, dag begeleiding in groep, contextbegeleiding, contextbegeleiding in functie van autonoom wonen, ... voor kinderen van 0 tot 25 jaar.
De vzw heeft haar maatschappelijke zetel gevestigd te Smetstraat 19-21 (perceel 9-A-168/R), naast het gebouw gelegen te Smetstraat 15. De vzw heeft een masterplan opgemaakt voor de huidige site en haar toekomstige werking. Ideaal zou het zijn om het onroerend goed in eigendom van de stad Hasselt te verwerven zodat ze hun masterplan ten volle kunnen uitwerken en de bestaande werking van de vzw zo optimaal mogelijk kan doen uitgroeien. Uit het masterplan is gebleken dat de extra ruimte die ze zouden kunnen verwerven door het onroerend goed aan te kopen, broodnodig is.
De uitganspunten en criteria voor het masterplan op gebied van infrastructuur zijn:
- op de eerste plaats een goede huisvesting voor de begeleiding van kinderen en jongeren,
- een hedendaagse werkomgeving voor de medewerkers,
- een kwaliteitsvolle, energiezuinige en duurzame infrastructuur,
- een goede inbedding in de buurt,
- samenwerking met partners,
- als organisatie financieel gezond blijven.
Vanuit het Agentschap Opgroeien krijgt vzw De Oever de vraag om actief in Hasselt te blijven. In het masterplan gaat het met betrekking tot de werking concreet over de vestigingen in Hasselt waaronder de site Wimmertingen, Huis 17 in de Rozenstraat en de site van Het Luik op de Luikersteenweg.
Voor het grondgebied Hasselt werd er de keuze gemaakt om Huis 17 (Rozenstraat) en de site in Wimmertingen te behouden.
De site van Wimmertingen aangevuld met het onroerend goed gelegen te Smetstraat 15 biedt volgende troeven:
- de bereikbaarheid (dicht bij de autosnelweg) en de parkeergelegenheid voor de medewerkers en bezoekers vormen een grote meerwaarde,
- de site biedt veel ruimte waarvan efficiënter gebruik gemaakt kan worden. Er is potentieel om de site te vergroenen en meer open te trekken naar de omgeving,
- de site leent zich voor 2 leefgroepen, zowel -12 als +12 jarigen. De vzw wilt graag een huiselijk kleinschalige leefgroep voor pubers en adolescenten een plaats geven (i.p.v. de site van Het Luik), naast een kleinschalige leefgroep voor de kinderen. De huidige capaciteit van kinderen en jongeren in verblijf op deze site zal niet groter worden,
- verder leent de site zich ook als hoofdzetel en kunnen we hier voldoende flexwerkplekken en vergaderruimte en gesprekslokalen voorzien,
- de vzw heeft een goede verstandhouding met de buurt. De buurt kent hun werking en houdt jaarlijks de buurt barbecue op de parking en in de grote zaal van vzw De Oever. Verenigingen die in het verleden gebruik maakten van de pastorij wilt de vzw graag in overleg gaan om na te gaan of er een samenwerking mogelijk is in het delen van ruimtes.
Met de verwerving van het onroerend goed gelegen te Smetstraat 15 zou vzw De Oever een reconversie kunnen uitvoeren op hun Kidscampus in Wimmertingen. Dit houdt in dat de huidige 21 verblijfplaatsen omgebouwd worden tot een kleinere leefgroep van een 6-tal kinderen en twee gezinnen gaan opnemen in de werking. De andere 13 kinderen en hun gezin zou de vzw heel intensief en outreachend begeleiden in hun eigen leefomgeving met ondersteuning vanuit hun eigen netwerk, om plaatsing te vermijden. Dit alles vraagt om een aanpassing van de huidige, verouderde infrastructuur.
Stad Hasselt wilt met deze verkoop vooral de organisatie actief in de bijzondere jeugdzorg in Hasselt verder doen groeien in hun dagelijkse werking en de kans bieden om hun bestaande vestiging uit te breiden.
Bevoegde dienst Gezinsondersteuning zit mee aan tafel tijdens de opbouw van het dossier. In bijlage hun positief advies en motivatie voor het verkopen van het onroerend goed aan vzw De Oever.
Volgens ondertekend compromis d.d. 28 mei 2024 zal de verkoop van het onroerend goed gelegen te Smetstraat geschieden voor een bedrag van € 255.000,00. De onderhandelde verkoopprijs bevindt zich onder de schattingsprijs in vrije verkoop maar er zijn bepaalde redenen die deze afwijking kunnen bijtreden:
- gezien het belang van kleinschaligheid van de leefgroepen voor kinderen, pubers en adolescenten dat gewaarborgd wordt,
- gezien uitbouw vernieuwd aanbod m.n. gezinsopvang (2 gezinnen),
- gezien het duurzame karakter van de investering,
- gelet op de bijdrage van dit initiatief aan de realisatie van de SDG’s:
*geen armoede, geen honger, goede gezondheid en welzijn
*industrie, innovatie en infrastructuur
*veiligheid, vrede en sterke publieke diensten
- gelet op de doelstellingen opgenomen in het bestuursakkoord:
*we voorzien in een duurzame woonomgeving
*de stad neemt een regierol op in het lokaal woonbeleid met aandacht op woonontwikkelingsmodellen met voldoende maatschappelijke antwoorden
*we pakken leegstand aan,
- gelet op het beleid van de stad, waarbij stad Hasselt meewerkt aan de bevordering van de gelijke ontwikkelingskansen van alle kinderen en jongeren.
Naast hoger opgesomde argumenten kan het actief bijdragen aan sociale doelen het vertrouwen van burgers in het lokale bestuur versterken. Bovendien laat het zien dat de gemeente zich inzet voor maatschappelijk verantwoord bestuur en het welzijn van haar burgers vooropstelt.
Het bodemattest van OVAM van 30 oktober 2023 wijst uit dat het perceel niet opgenomen is in het grondeninformatieregister.
Het asbestattest van 9 januari 2024 wijst uit dat er 8 niet-asbestveilige materialen zitten in het onroerend goed. Het verwijderen van niet-asbestveilige materialen vereist een bepaalde werkwijze die door gespecialiseerde firma's uitgevoerd dienen te worden, met het nodige financiële plaatje.
Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende bestuurlijk toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Verkoop (inkomst)
Smetstraat 15, 3501 Hasselt, gekend ten kadaster Hasselt, 9e Afdeling, Sectie A, perceelnummer 167/E
Grond en gebouw:
Instelprijs: € 255.000,00
MJP006515 - Verkoop gebouwen i.k.v. strategische ontwikkeling
Beleidsbudget
Het college van burgemeester en schepenen keurt de prijs en voorwaarden goed voor de verkoop van de voormalige pastorij gelegen te Smetstraat 15 (gekend ten kadaster Hasselt, 9e Afdeling, Sectie A, perceelnummer 167/E). De verkoop van dit onroerend goed geschiedt om redenen van algemeen belang.
De instelprijs werd bepaald aan de hand van schattingsverslag d.d. 29 september 2022 (2022HA26) opgesteld door landmeter-expert Bart Severi en bedraagt in vrije verkoop € 280.000,00.
Volgens ondertekend compromis d.d. 28 mei 2024 zal de verkoop van het onroerend goed gelegen te Smetstraat geschieden voor een bedrag van € 255.000,00.
Het bodemattest van OVAM van 30 oktober 2023 wijst uit dat het perceel niet opgenomen is in het grondeninformatieregister.
Het asbestattest van 9 januari 2024 wijst uit dat er 8 niet-asbestveilige materialen zitten in het onroerend goed.
Indien de koop tot stand komt, dan zal hij geschieden onder gewone voorwaarden als naar rechte en bovendien onder de volgende bedingen:
a. De koper zal de volle eigendom en het genot van het goed hebben vanaf het verlijden van de authentieke akte.
b. De koper zal de onroerende voorheffing en de andere belastingen van alle aard welke betrekking hebben op het goed te zijnen laste nemen vanaf het verlijden van de authentieke akte.
c. Vanaf het verlijden van de authentieke akte zijn alle risico's met betrekking tot het goed ten last van de koper.
d. Het goed zal worden overgedragen voor vrij, zuiver en niet bezwaard met enige schuld, hypotheek, voorrecht, in- of bezwarende overschrijvingen en andere bezwarende kantmeldingen.
e. De koper zal het goed nemen in zijn huidige staat zonder aanspraak te kunnen maken jegens de stad op enige vergoeding of vermindering van de hierna vastgestelde prijs, noch wegens gebreken aan de grond of aan de ondergrond, noch wegens afwijkingen in de hoger aangeduide oppervlakte. Elk verschil tussen deze oppervlakte en de werkelijke, al overtrof het één twintigste, zal ten voordele of ten nadele van de verkrijger blijven, zonder verhaal tegen de medecontractant.
Partijen dragen het goed over met al zijn zichtbare en verborgen gebreken, zonder tot vrijwaring zou gehouden zijn. De stad verklaart geen kennis te hebben van een verborgen gebrek.
De koper zal geen enkele vergoeding mogen eisen wegens vergissing in benaming, beschrijving en ligging.
In de KMO-zone Pietelbeek zal stad Hasselt het huidige fietspad (gekend als voetweg 72 in de Atlas van de Buurtwegen in Hasselt) gedeeltelijk opheffen en verleggen inclusief verbreden naar een nieuwe locatie die tevens zal ingericht worden als fietspad.
Momenteel is de voetweg een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang (stippellijn in de Atlas der Buurtweg), en belast volgend percelen: Hasselt, 8ste afdeling, sectie D, nr.: 563A, 428, 430A, 523B, 524B.
Deze zal opgeheven, verlegd en verbreed worden naar het gepland fietspad op de percelen: Hasselt, 8ste afdeling, sectie D, nrs.: 563A, 428, 430A, 523B, 524B. Stad Hasselt is reeds eigenaar van de percelen 523B en 524B.
De bedoeling is om de zate binnenin de rooilijn in de toekomst toe te voegen aan het openbaar domein door middel van de nodige innames en overdrachten naar het openbaar domein (we zullen afstappen van de publiekrechtelijke erfdienstbaarheid).
Het college van burgermeester en schepenen heeft in dit besluit het voornemen om de gemeenteraad te laten beraadslagen over het nieuwe ontwerp innemingsplan/rooilijnplan van voetweg 72 ter hoogte van de Pietelbeekstraat.
De bijhorende plannen werden opgesteld door beëdigd landmeter-expert Peter Gijsen op datum van 02/05/2024, nl.:
- ontwerp van een gemeentelijk rooilijnplan, waaruit duidelijk de toekomstige rooilijn van de gemeenteweg Pietelbeek blijkt
- Topografische kaart
- Orthofoto
- Uittreksel uit de Atlas van de Buurtwegen
Om deze rooilijn te realiseren zijn er bijkomende innemingen van toepassing. De aanbodformulieren tot verkoop van de onroerende goederen van deze innames zullen in een afzonderlijk dossier ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Eigenaars van aanpalende percelen, die tijdens het openbaar onderzoek zullen aangeschreven worden, zijn opgesomd in het rooilijnplan. Omwille van GDPR-wetgeving zijn de eigenaars van de percelen anoniem gemaakt.
Het decreet gemeentewegen van 2019 legt vast dat niemand kan een gemeenteweg aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad. De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond. Hierbij moet rekening gehouden worden met de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau, bescherming van trage wegen, wijzigingen ten dienste van het algemeen belang, de verkeersveiligheid, de ontsluiting van de omliggende percelen en de toekomstige functie van de weg.
De rooilijn afschaffing, verlegging en verbreding houdt dus rekening met de principes zoals opgenomen in artikel 3 en 4 van het decreet gemeentewegen, waaraan voorliggend dossier onderhevig is.
Nuttig en noodzakelijk voor algemeen belang: Het verleggen en verbreden van voetweg nr. 72 is nuttig en noodzakelijk voor het algemeen belang, omdat het zal resulteren in de aanleg van een hoogwaardig fietspad dat de Pietelbeekstraat verbindt met de nieuwe KMO-zone Pietelbeek. Dit draagt bij aan de verbetering van de mobiliteit en de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers in de regio.
Beperkte hinder voor betrokken eigenaars: Bij het verleggen en verbreden van voetweg nr. 72 zal rekening worden gehouden met de belangen van de betrokken eigenaars en gebruikers van aangrenzende percelen. Er zal gestreefd worden naar minimale hinder en verstoring van hun eigendommen, gezien het nieuwe fietspad zo dicht mogelijk op bestaande perceelgrenzen wordt ontworpen.
Compensatie voor betrokken eigenaars: Indien nodig zal compensatie worden geboden aan de betrokken eigenaars als gevolg van de wijziging van de voetweg. Dit zal, zoals hoger aangehaald, in een afzonderlijk dossier worden voorgelegd.
Geen belemmering voor openbaar nut: De voorgestelde wijziging van voetweg nr. 72 zal geen belemmering vormen voor het openbaar nut. Integendeel, het zal de toegankelijkheid en bruikbaarheid van de openbare ruimte verbeteren door het creëren van een veilige en efficiënte fiets- en wandelverbinding tussen de Pietelbeekstraat en de nieuwe KMO-zone, wat bijdraagt aan de duurzame ontwikkeling van de regio.
Het ontwerp-rooilijnplan wordt als integrale bijlage aan dit besluit gehecht:
De rooilijnprocedure en de bijhorende innames gebeuren om redenen van openbaar nut.
In het goedgekeurde besluit van het college van burgemeester en schepenen op 07/03/2024 (2024_CBS_00720) werd notariskantoor Michel Van der Linden (Toekomststraat 56, 3500 Hasselt) reeds aangesteld.
De aanleg van het fietspad en verlegging van voetweg 72 naar het fietspad geschiedt om reden van openbaar nut.
Het decreet van de Vlaamse regering houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
De gemeenteraad keurt het ontwerp innemingsplan/rooilijnplan voor de gedeeltelijke opheffing/verlegging en verbreding van voetweg 72 ter hoogte van de Pietelbeekstraat, zoals aangeduid op het ontwerp innemingsplan/rooilijnplan dd. 02/05/2024, opgesteld door beëdigd landmeter-expert Peter Gijsen, goed. Dit plan wordt voorlopig vastgesteld.
De huidige en op te heffen rooilijn van deel voetweg nr. 72 wordt gedefinieerd met lijnstukken 1 t.e.m. 16-1 met een oppervlakte van 359m², zoals weergegeven (blauwe lijnen) op bijgevoegd ontwerp-rooilijnplan.
De nieuwe en te verleggen rooilijn ter hoogte van de Pietelbeekstraat nl. deel voetweg nr. 72 wordt gedefinieerd met lijnstukken 15 t.e.m. 46 met een oppervlakte van 2382m², zoals weergegeven (rode lijnen) op bijgevoegd ontwerp-rooilijnplan.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van dit besluit, de samenstelling van het dossier en de organisatie van het wettelijk voorgeschreven openbaar onderzoek, alsook met de nodige bekendmakingen.
Het dossier zal na het voeren van het wettelijk voorgeschreven openbaar onderzoek opnieuw worden voorgelegd aan de gemeenteraad voor beraadslaging en de definitieve vaststelling van het rooilijnplan.
Om deze rooilijn te realiseren zijn er bijkomende innemingen van toepassing. De aanbodformulieren tot verkoop van de onroerende goederen van deze innames zullen in een afzonderlijk dossier ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
In de zitting van 29 juni 2023 (2023_CBS_02442) keurde het college van burgemeester en schepenen de opstart goed voor de verkoop van de voormalige pastorij in eigendom van de stad Hasselt gelegen te Spalbeekstraat 35, Hasselt.
Om een zo goed mogelijke uitkomst te voorzien voor de verkoop van de pastorij, is het aangewezen dat de stad Hasselt een deel in eigendom van de Kerkfabriek aankoopt.
In 1935 koopt de stad Hasselt een perceel aan van de Kerkfabriek Spalbeek (destijds nog een aparte gemeente, voor de fusie) voor de realisatie van de pastorij. Na de bouw van de pastorij was er verschillende jaren een lid van de kerkgemeenschaap woonachtig maar onder andere door de fusie tussen de verschillende gemeenten en verschillende verschuivingen binnen de Kerkfabriek, staat de pastorij al langere tijd leeg.
De voormalige pastorij is gelegen in een deelgemeente van Hasselt namelijk Spalbeek. De pastorij bestaat uit een kelder, twee volwaardige verdiepingen en een bescheiden tuintje.
Het huidig perceel van de pastorij (16-A-170/F) wordt ingesloten door eigendom van de Kerkfabriek Spalbeek. Zoals de contouren vandaag ingetekend zijn, is het niet aantrekkelijk om het onroerend goed op deze manier te koop te zetten op de verkoopmarkt. Het onroerend goed ligt ongeveer 12m diep ten opzichte van de perceelsgrens, de toegang tot het goed verloopt via een doorgang met een breedte van ongeveer 2,30m en de tuin is nogal aan de bescheiden kant.
Om de contouren van het perceel van de huidige pastorij uniformer te maken ten opzichte van het straatbeeld en het achterliggend ontmoetingscentrum, is het gunstiger om een gunstigere configuratie te voorzien van het perceel.
Tijdens de verkennende fase van het dossier werd vastgesteld dat de huidige eigendomssituatie ten opzichte van de reële eigendomssituatie, zoals verworven in 1935, niet correct is. Na uitgebreider onderzoek en opzoekingswerken bij het Rijksarchief is de huidige inplanting van het onroerend goed en de bijhorende grond niet correct ingetekend door het kadaster ten opzichte van de correcte eigendomssituatie zoals verworven in 1935. Kortweg wilt dit zeggen dat de huidige inplanting van het onroerend goed onrechtmatig gezet werd. Om deze onrechtmatige kadastrale situatie recht te zetten én om een gunstigere configuratie van het perceel te bekomen, gaat de stad Hasselt een deel van perceel 16-A-170/E in eigendom van de Kerkfabriek aankopen.
De huidige kadastrale situatie uit zich als volgt (zie plan in bijlage C210400 Spalbeekstraat - Opmeting Pastorij+Plan 1935 GrondVerhandeling 20230302_DEF_aanduiding_zones'):
- de groen omlijnde zone is de effectieve grondverhandeling wat de stad heeft verworven van de Kerkfabriek Spalbeek in 1935. Het smalle gangpad van de openbare weg tot aan de uitstulping kent een afmeting van respectievelijk 5 meter lang,
- de rode stippellijn is de contour zoals het kadaster ze heeft ingetekend in 1935 en hoe de stad de bebouwing gerealiseerd heeft = huidige eigendomssituatie volgens het kadaster. Het smalle gangpad van de openbare weg tot aan de uitstulping kent een afmeting van respectievelijk +/- 12,60 meter lang.
De huidige intekening (rode stippellijn) maakt dat het eigendom van stad Hasselt achteruit geschoven is. Respectievelijk is de verworven grond van 1935 bij benadering +/- 7,50 meter achteruit geschoven ten opzichte van de werkelijke grondverwerving.
Om de onrechtmatige ingenomen situatie recht te zetten zijn de volgende transacties noodzakelijk:
- lot 1: Kerkfabriek Spalbeek verkoopt een oppervlakte van 250m² (deel van perceel 16-A-170/E) aan de stad Hasselt,
- lot 2 en 3: Kerkfabriek Spalbeek en stad Hasselt ruilen een oppervlakte van 22m² (deel van perceel 16-A-170/E en deel van perceel 16-A-170/F).
Als alle grondinnames (verkoop en ruil) gerealiseerd zijn en de onterechte kadastrale inname recht gezet kan worden bij het kadaster, zal de eigendomssituatie leiden tot de contour zoals weer gegeven op het plan in bijlage, in de vorm van een zwarte dikke stippellijn (zie C210400 Spalbeekstraat - Opmeting Pastorij+Plan 1935 GrondVerhandeling 20230302_DEF_gewenste situatie').
Door bovenstaande transacties uit te voeren, kan stad Hasselt een vollediger geheel op de verkoopmarkt aanbieden wat het interessanter maakt voor potentiële kandidaat-kopers om het goed aan te kopen.
Het bodemattest van OVAM van 20 maart 2023 wijst uit dat de percelen niet opgenomen zijn in het grondeninformatieregister.
In de zitting van 29 juni 2023 (2023_CBS_02442) stelde de stad Hasselt onafhankelijk landmeter-expert bvba Geowijzer via raamcontract aan om een schattingsverslag af te leveren voor de koop/verkoop van het onroerend goed. Op 11 oktober 2023 werd schattingsverslag 2023HA22 afgeleverd, wat leidde tot een ondertekende compromis d.d. 15 mei 2024 tussen stad Hasselt en Kerkfabriek Spalbeek. Het totale bedrag voor de aankoop van lot 1 is ondertekend op € 42.500,00. Lot 2 en lot 3 zullen met elkaar geruild worden zonder opleg.
In de zitting van 29 juni 2023 stelde het college van burgemeester en schepenen notariskantoor Marc Jansen en Arvid Leroi (Luikersteenweg 175, 3500 Hasselt) aan om de authentieke akte op te stellen en te verlijden. Na akkoord van de prijs en voorwaarden door de gemeenteraad, zal het aangestelde notariskantoor het nodige ondernemen om de akte verder voor te bereiden en te verlijden ten gepaste tijden. De verkoop van de pastorij in z'n geheel komt in een latere fase aan bod.
Alle kosten wat de opmaak van de notariële akte met zich mee brengt, zijn ten laste van de stad Hasselt.
Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende bestuurlijk toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
Aankoop onroerend goed (= uitgave)
Spalbeekstraat 35, 3500 Hasselt
Budget: opgenomen in de lijst prio 1a
Exact bedrag = € 42.500,00
Prijs conform schattingsverslag d.d. 11 oktober 2023 opgesteld door Geowijzer bvba (dossier 2023HA22).
Het college van burgemeester en schepenen keurt de prijs en voorwaarden goed betreffende de 1)aankoop en 2)ruil aan het onroerend goed gelegen te Spalbeekstraat 35, gekend ten kadaster Hasselt 16e Afdeling, Sectie A, perceelnummer 170/F.
Om de onrechtmatige ingenomen situatie recht te zetten zouden de volgende transacties noodzakelijk zijn:
- lot 1: de Kerkfabriek Spalbeek verkoopt een oppervlakte van 250m² (deel van perceel 16-A-170/E) aan de stad Hasselt
- loten 2 en 3: de Kerkfabriek Spalbeek en stad Hasselt ruilen een oppervlakte van 22m² (deel van perceel 16-A-170/E en deel van perceel 16-A-170/F).
In de zitting van 29 juni 2023 (2023_CBS_02442) stelde de stad Hasselt via het voorziene raamcontract, bvba Geowijzer aan om een schattingsverslag af te leveren voor de koop/verkoop van het onroerend goed. Op 11 oktober 2023 werd schattingsverslag 2023HA22 afgeleverd, wat leidde tot een ondertekende compromis d.d. 15 mei 2024 tussen stad Hasselt en Kerkfabriek Spalbeek. Het totale bedrag voor de aankoop van lot 1 is ondertekend op € 42.500,00. Lot 2 en lot 3 zullen met elkaar geruild worden zonder opleg.
In de zitting van 29 juni 2023 stelde het college van burgemeester en schepenen notariskantoor Marc Jansen en Arvid Leroi (Luikersteenweg 175, 3500 Hasselt) aan om de authentieke akte op te stellen en te verlijden. Na akkoord van de prijs en voorwaarden door de gemeenteraad, zal het aangestelde notariskantoor het nodige ondernemen om de akte verder voor te bereiden en te verlijden ten gepaste tijden. De verkoop van de pastorij in z'n geheel komt in een latere fase aan bod.
Alle kosten wat de opmaak van de notariële akte met zich mee brengt, zijn ten laste van de stad Hasselt.
Het bodemattest van OVAM van 20 maart 2023 wijst uit dat de percelen niet opgenomen zijn in het grondeninformatieregister.
Geotec bvba, Riemsterweg 117 te 3740 Bilzen heeft een ontwerp opgesteld voor de "Runkstersteenweg - Hasseltse Dreef - Fase 1".
De samenwerkingsovereenkomst R/006350 voor het uitvoeren van de opdracht 'Runkstersteenweg - Hasseltse Dreef - Fase 1', tussen de aanbestedende overheden zijnde Fluvius System Operator (Fluvius) en de Stad Hasselt, waarbij de Stad Hasselt in het kader van het algemeen belang wordt aangesteld als opdrachtgevend bestuur, werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 7 september 2022.
In het kader van de opdracht “Runkstersteenweg - Hasseltse Dreef - Fase 1” werd het bestek, de plannen en de raming opgesteld door de ontwerper, Geotec bvba, Riemsterweg 117, 3742 Bilzen.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 1.396.509,07 (excl. btw) of € 1.541.135,39 (incl. btw zoals verrekend op gedeelte stad Hasselt) en opgesplitst als volgt:
- Werken t.l.v. Stad Hasselt: Dit deel wordt geraamd op € 877.607,05 (excl. btw) verminderd met het sleufherstel € 188.910,25 = € 688.696,8 (excl. btw) of € 833.323,13 (incl. 21% btw & sleufherstel);
- Werken t.l.v. Fluvius System Operator, Gouverneur Verwilghensingel 32 te 3500 Hasselt. Dit deel wordt geraamd op € 396.275,91 geen btw & excl. sleufherstel) + € 188.910,25 (geen btw - deel sleufherstel) = € 585.186,16 (incl. sleufherstel - geen btw);
- Stad Hasselt betaalt een tussenkomst van 75% op het deel werken t.l.v. Fluvius, zijnde 75 % van € 163.501,48 of € 122.626,11 (excl. btw - basis raming). Voor de financiering van de tussenkomst van de Stad Hasselt in de aanleg van de riolering (75% basis raming) wordt beroep gedaan op kredieten van het rioleringsfonds;
- De kosten voor de fietspaden worden voor 100% gesubsidieerd door de provincie Limburg: geraamd bedrag: € 180.399,13 (excl. btw) of € 218.282,95 (incl. BTW).
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van openbare procedure.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 1.396.509,07 (excl. btw) of € 1.541.135,39 (incl. btw zoals verrekend op gedeelte stad Hasselt) en opgesplitst als volgt:
- Werken t.l.v. Stad Hasselt: Dit deel wordt geraamd op € 877.607,05 (excl. btw) verminderd met het sleufherstel € 188.910,25 = € 688.696,8 (excl. btw) of € 833.323,13 (incl. 21% btw & sleufherstel);
- Werken t.l.v. Fluvius System Operator, Gouverneur Verwilghensingel 32 te 3500 Hasselt. Dit deel wordt geraamd op € 396.275,91 geen btw & excl. sleufherstel) + € 188.910,25 (geen btw - deel sleufherstel) = € 585.186,16 (incl. sleufherstel - geen btw);
- Stad Hasselt betaalt een tussenkomst van 75% op het deel werken t.l.v. Fluvius, zijnde 75 % van € 163.501,48 of € 122.626,11 (excl. btw - basis raming). Voor de financiering van de tussenkomst van de Stad Hasselt in de aanleg van de riolering (75% basis raming) wordt beroep gedaan op kredieten van het rioleringsfonds;
- De kosten voor de fietspaden worden voor 100% gesubsidieerd door de provincie Limburg: geraamd bedrag: € 180.399,13 (excl. btw) of € 218.282,95 (incl. BTW).
Algemene rekening:
Basis- of beleidsbudget: Beleidsinvesteringsbudget
PA-nummer: PA5582
Borg: Ja
Prijsherziening: Ja
Omschrijving MJP-nummer: Runkstersteenweg - Hasseltse Dreef - Fase 1
Restbudget: Bestekvaststelling
Voor het deel wegenwerken - rioleringsfonds:
Bedrag excl. 0% btw: € 122.626,11
voor dit bedrag zal er beroep gedaan worden op de kredieten van het rioleringsfonds.
De gemeenteraad keurt het bestek met nr. 2024-5608 en de raming voor de opdracht “Runkstersteenweg - Hasseltse Dreef - Fase 1”, opgesteld door de ontwerper, Geotec bv, Riemsterweg 117 te 3742 Bilzen, goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 1.396.509,07 excl. btw of € € 1.541.135,39 incl. 21% btw (zoals verrekend op gedeelte stad Hasselt).
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Er dient over te gaan tot het vervangen van bestaande terreinverlichting hoofdveld Sporting Hasselt naar Ledverlichting.
In het kader van de opdracht “Vervangen van bestaande terreinverlichting hoofdveld Sporting Hasselt naar Ledverlichting” werd een bestek met nr. 2024-5609 opgesteld door Stadsbeheer - Gebouwen.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 342.085,00 excl. btw of € 413.922,85 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Raming: € 342.085,00 excl. btw of € 413.922,85 incl. 21% btw.
Investering
Beleidsbudget
ORBA: PA6405 - Sporting Hasselt: afbraak van de oude tribunes en plaatsen van nieuwe overdekte tribune
Projectbedrag volgens ORBA: € 1.252.349,66
Uitgave werd opgenomen in de prioritaire investeringslijst 1A.
Borg: ja
Prijsherziening: ja
De gemeenteraad keurt het bestek met nr. 2024-5609 en de raming voor de opdracht “Vervangen van bestaande terreinverlichting hoofdveld Sporting Hasselt naar Ledverlichting”, opgesteld door Stadsbeheer – Gebouwen, goed.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
De Vlaamse Regering drukte haar ambitie uit om de regelgeving over ambulante en kermisactiviteiten te actualiseren. Het wil daarmee de lokale autonomie verhogen, op nieuwe consumententrends inspelen, de administratieve lasten verlagen en meer rechtszekerheid bieden. Ondertussen namen de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement hiervoor alle nodige regelgevende stappen. Vanaf 1 april 2024 gingen alle wijzigingen van deze hervorming in. Een aanpassing van het lokale kermisreglement met de nieuwe regelgeving is daarom nodig.
De verschillende markten, jaarmarkten en kermissen zijn doorheen de jaren uitgegroeid tot vaste afspraken voor de Hasselaren. Deze vormen een absolute meerwaarde en dienen waar mogelijk versterkt te worden, zodat ze ook in de toekomst hun rol kunnen blijven spelen.
Hieronder de aanpassingen van het reglement in vet en cursief:
Artikel 2: Gegevens van openbare kermissen:
Tuilt kermis: Sint Jozefsplein - 2de zondag van mei
Artikel 3: Voorwaarden op gebied van toewijzing standplaatsen:
De standplaatsen op een openbare kermis worden toegewezen aan ondernemingen met een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen die de kermisactiviteit toelaat.
§1 Voor kermisattracties en vestigingen van kermisgastronomie met bediening aan tafel:
Bijkomende voorwaarden:
§2 Voor vestigingen van kermisgastronomie zonder bediening aan tafel:
Bijkomende voorwaarden:
Artikel 5.1: Vacature en kandidatuurstelling standplaats
Wanneer een standplaats vrijkomt, zal de burgemeester of zijn afgevaardigde deze vacature bekend maken door publicatie van een kennisgeving.
Deze kennisgeving zal gebeuren door middel van een bericht via www.hasselt.be, mail en social media.
Artikel 9: Opschorten abonnement
De houder van het abonnement kan het abonnement opschorten wanneer:
Het bewijs van ziekte of overmacht moet worden overhandigd voor de start van de kermis.
Artikel 13: inname standplaatsen:
13.1 De standplaatsen kermisattractie of vestiging van kermisgastronomie met bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:
De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.
13.2 De standplaatsen voor een ambulante activiteit in kermisgastronomie zonder bediening aan tafel kunnen ingenomen worden door:
Artikel 19: In werking treden reglement:
Dit reglement wordt binnen de maand gestuurd naar de FOD economie en treedt in werking op 1 juli 2024.
De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten, gewijzigd bij wet van 4 juli 2005, van 20 juli 2006, 22 december 2009, 21 januari 2013 en decreet van 24 februari 2017 meer bepaald de artikelen 8 tot en met 10.
Het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie meer bepaald de artikelen 8 tot en met 24.
Volgens artikel 8 §1 van voornoemde gewijzigde wet wordt de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op de openbare markten en kermissen geregeld bij gemeentelijk reglement.
Volgens artikel 9 § 1 van voornoemde gewijzigde wet wordt de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten op het openbaar domein, buiten de openbare markten en kermissen, geregeld bij gemeentelijk reglement.
Het koninklijk besluit van 18 juni 2003 betreffende de uitbating van kermistoestellen meer bepaald artikel 10.
Het koninklijk besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen meer bepaald artikel 9.
De gemeenteraad keurt de aanpassingen aan het kermisreglement n.a.v. de nieuwe Vlaamse regelgeving op kermisactiviteiten goed, zoals vastgelegd in de bijlage die integraal deel uitmaakt van het besluit.
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 juli 2024 en vervangt het reglement van 2018.
Sinds 28 maart 2019 wordt door stad Hasselt een pand gehuurd voor vzw Beestig Wijs die onder de naam Baas&Beest, samen met partner Stichting Prins Laurent inzet op sociale dienstverlening voor mens en dier.
De huur van dit pand wordt door de verhuurder vervroegd beëindigd zodat Baas&Beest vanaf eind juni 2024 zonder locatie en middelen voor de huur van een andere locatie valt.
In de zitting van 7 juni 2018 keurde het college van burgemeester en schepenen de nota (2018_CBS_02403) met betrekking tot het dierenwelzijnsbeleid van de stad Hasselt goed. In deze nota werd bij punt 12 het principieel engagement tot partnerschap met vzw Beestig Wijs goedgekeurd. Om dit engagement te realiseren werd in de zitting van 20 december 2018 (2018_CBS_04047) de huurovereenkomst gemeen huurrecht voor de inhuurneming van de benedenverdieping van een pand te Jukstraat 33 (3600 Hasselt) door het college van burgemeester en schepenen goedgekeurd en werd dit pand na een goedgekeurd besluit op 28 maart 2019 met een overeenkomst ter bede ter beschikking gesteld aan vzw Beestig Wijs.
De huurovereenkomst is ingegaan op 28 maart 2019 en werd op 16 juli 2021 verlengd tot 31 maart 2025. Op 16 december 2023 ontving stad Hasselt een aangetekend schrijven van Hulpfonds jeugdzorg vzw, de verhuurder van het pand te Jukstraat 33. De verhuurder communiceert met dit schrijven een vervroegde beëindiging van de huurovereenkomst die zal ingaan op 30 juni 2024.
Sindsdien zijn vzw Beestig Wijs (hoofdcontractant van de huurovereenkomst) en Stichting Prins Laurent, die ook gebruik maken van de accommodatie op zoek naar een nieuwe locatie in Hasselt, tot nu toe zonder resultaat.
Omwille van de sterke groei van het project is er twee jaar geleden een nieuwe juridische structuur opgericht met de naam vzw Beestig Bezig, die Beestig Wijs vervangt. In samenspraak met de stad is beslist om het lopende contract ter bede te laten doorlopen onder Beestig Wijs. (motivatie in bijlage 3: Beestig Wijs werd Beestig Bezig)
Om ons engagement tegenover dit waardevolle initiatief verder te zetten keren we de huur van het voormalige pand voor de rest van het jaar 2024 uit als een éénmalige, nominale subsidie. Het bedrag van deze subsidie is 6 maal de huur van € 1163,41, in totaal € 6980,46. (Bijlage 1: Aanvraag nominatieve subsidie, Bijlage 2: Verklaring rekening op naam).
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De kredieten voor deze uitgave zijn voorzien op:
Bedrag: € 6.980,46
Volgnummer: MJP008413 - BE - vzw Beestig Wij (nominatief)
Algemene rekening: 64900000 Niet verplichte werkingssubsidies
Actieplan: AP000092
Actienummer: AC0000410
Beleidsbudget
Exploitatiebudget
De gemeenteraad keurt de nominatieve toelage van € 6.980,46 aan vzw Beestig Bezig met ondernemingsnummer BE 0746.508.733 goed.
De betaling zal gebeuren met krediet ingeschreven in het exploitatiebudget, op algemeen rekeningnummer 64900000 (volgnummer MJP008413 - actie AC000410).
Het gebouw CCHA is 50 jaar oud. Een grondige renovatie dringt zich op.
In het masterplan renovatie CCHA werd de renovatie van de stookplaats als eerste prioriteit weerhouden.
De raming voor deze werken bedraagt € 1.000.000, waarvan de helft met toegekende FOCI-middelen wordt gedekt.
Het bestek voor deze werken werd opgemaakt in samenwerking met dienst gebouwen.
In het kader van de SURE2050 oefening werd dit gebouw geïdentificeerd als 1 van de prioritair aan te pakken gebouwen, gezien de oppervlakte en de bezetting.
Met deze investering wordt een eerste stap gezet in een grondige (energetische) renovatie van het CCHA.
Het budget zal ter beschikking gesteld worden aan Cultuurcentrum Hasselt vzw in functie van oplevering (op basis van facturen).
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, Titel II, hfdst. 3.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies.
De kredieten voor deze uitgave zijn voorzien op:
Bedrag: € 500.000,00 *
Algemene rekening: 66400000
PA nummer (Orba) + omschrijving: PA5261 - Renovatie CCHA
Projectbedrag volgens ORBA-project: € 1.000.000,00 (overige €500.000 via FOCI-subsidie aan CCHA)
Project is opgenomen in de lijst prio1A
De gemeenteraad keurt de toekenning van de nominatieve investeringssubsidie aan Cultuurcentrum Hasselt vzw goed ten bedrage van € 500.000,00.
De uitbetaling van deze nominatieve subsidie zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het beleidsbudget van de meerjarenplanning, op het algemene rekeningnummer 66400000.
Conform het decreet lokaal bestuur dient de gemeenteraad haar eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de Stad Hasselt vast te stellen.
Na vaststelling van haar eigen deel en de vaststelling van de raad voor maatschappelijk welzijn van haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 zullen beide delen als een geïntegreerd geheel ter goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
De aanpassing van het meerjarenplan is nodig voor de verdere werking van het bestuur.
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22/12/2017 en haar latere wijzigingen (o.a. meer specifiek art. 249-253, art. 257-258 en art. 259);
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen;
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen;
Omzendbrief KB/ABB 2019/4 - strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
Omzendbrief KB/ABB 2018 /4 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005.
De gemeenteraad stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van de Stad Hasselt vast.
Conform het decreet lokaal bestuur keurt de gemeenteraad de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan door de RMW goed waardoor de gehele aanpassing van het meerjarenplan wordt goedgekeurd.
De aanpassing van het meerjarenplan is nodig voor de verdere werking van Groep Hasselt.
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22/12/2017 en haar latere wijzigingen (o.a. meer specifiek art. 249-253, art. 257-258 en art. 259);
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen;
Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen;
Omzendbrief KB/ABB 2019/4 - strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
Omzendbrief KB/ABB 2018 /4 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005.
De gemeenteraad keurt het deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 zoals vastgesteld door de raad van maatschappelijk welzijn goed.
Door deze goedkeuring wordt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van Groep Hasselt in zijn geheel geacht definitief goedgekeurd te zijn.
Een zelfstandig thuisverpleger in Hasselt meldt mij dat hij en zijn collega’s door de vele wegenwerken steeds vaker te laat komen bij zijn patiënten. Een groeiende groep patiënten krijgt sondevoeding, die ’s avonds wordt opgezet. Als de voeding leeg is, gaat de pomp in alarm. Doordat zij meer en meer in de file staan, doet dat probleem zich vaker voor. Dat zorgt uiteraard voor veel stress bij de verplegers en de patiënten, die vaak zeer zorgbehoevend zijn (palliatief of terminaal).
Mijn vraag: de busbanen in Hasselt mogen ook door taxi’s gebruikt worden. Is het een optie om die banen ook te laten gebruiken door thuisverplegers die hun kruis hebben ophangen aan hun voorruit?
1 op 5 jongeren tussen 11 en 18 jaar is een jonge mantelzorger.
Dit betekent dat er gemiddeld minstens in elke klas één jonge mantelzorger aanwezig is. Voor een jonge mantelzorger is het niet evident de zorgtaak die ze op zich nemen te combineren met school en al zeker niet met sociale activiteiten met vrienden, in de sportclub of een andere hobby. Dit zorgt voor extra druk op hun schouders, wat weer een negatieve invloed kan hebben op hun mentale welzijn en gezondheid en uiteraard ook op hun schoolresultaten, hetgeen ook weer een impact heeft op hun toekomstkansen
Vaak is deze problematiek verdoken omdat het niet gekend is, niet herkend wordt en bijgevolg ook niet erkend wordt. Daarom wordt in oktober de week van de jonge mantelzorger georganiseerd. Doel van deze week is de jonge mantelzorger zichtbaar te maken. Hiervoor hebben we zoveel mogelijke steun nodig van onderwijsinstellingen maar ook van steden en gemeenten.
Is onze stad bereid in te stappen in bewustmakingsacties rond de situatie van jonge mantelzorgers?
Is Hasselt bereid om tijdens die week activiteiten mee te organiseren voor jonge mantelzorgers?
Vorige maand tijdens de gemeenteraad gaf het bestuur aan een nieuw ontmoetingscentrum in Runkst te willen bouwen op de site van de Sint Hubertuskerk. Het formaat zou kleiner worden dan initieel voorzien, vnl. om budgettaire redenen.
Intussen blijkt uit de jaarrekening van 2023 dat er een overschot was van miljoenen euro’s op het voorziene investeringsbudget.
Bovendien vond op 11 juni een gesprek plaats met een delegatie van verenigingen en beheerders van het OCR, de mensen die later ook zullen instaan voor de uitbating. Het gesprek heeft niet geleid tot een akkoord: het politiek bestuur gaf tijdens dat gesprek aan een bouwaanvraag te willen lanceren op basis van het laatste, afgeslankte ontwerp met het aanbod om later indien nog regularisaties toe te laten.
Is er bereidheid van dit bestuur om echt in overleg te gaan met de verenigingen en de toekomstige beheerders om te komen tot een compromis waar zowel de Runkstenaar den ontmoetingscentrum heeft dat voldoet aan de noden, alsook waarin de beheerders zich in kunnen vinden?