Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47, bepaalt het volgende:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Volgens de toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
Op 4 april 2024 werd de aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer VVO2024/0256 - OMV_2024049813 ingediend bij het college van burgemeester en schepenen van de stad Hasselt betreffende het plaatsen van een betonnen prefab elektriciteitscabine op een deel van het openbaar domein langs de Eindhovenlaan in de directe omgeving van nr. 6.
De omgevingsvergunning omvat enerzijds een onttrekking van een deel van het openbaar domein en anderzijds het oprichten van een betonnen prefab elektriciteitscabine.
De gemeenteraad dient enkel een beslissing te nemen over de onttrekking van een deel van het openbaar domein t.b.v. de elektriciteitscabine.
Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 30/04/2024 tot en met 29/05/2024.
Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 3 bezwaarschriften (waarvan 2 identieke) ingediend aangaande de locatie van de distributiecabine.
De bezwaarschrijvers merken op dat het geen esthetische constructie betreft en dat de inplanting van de cabine de toegang tot achterzijde van de aanpalende percelen bemoeilijkt en stellen de vraag of een andere locatie mogelijk is.
De locatie in de Eindhovenlaan werd gekozen omwille van de ligging aan de pijpenkop, op een reststuk van het openbaar domein (het betreft een grasberm die grenst aan enkele achtertuinen van woningen). Voor deze locatie dienen er geen private percelen gehypothekeerd te worden, ook de speeltuin aan de overzijde kan gevrijwaard blijven. Er blijft een afstand van min. 1,5 m bewaard tot de perceelsgrenzen van de aanpalende achtertuinen, waardoor deze bereikbaar blijven. Bovendien is de hoofdtoegang tot deze percelen langs de Sittardlaan en Detmoldlaan gelegen en niet langs de Eindhovenlaan. De locatie is technisch goed bereikbaar en wordt eveneens bepaald door de actieradius van de cabines. Er hoeven geen bomen gekapt te worden of groenbeplanting verwijderd te worden en de cabine ligt centraal t.o.v. de omgeving waar men de huidige spanningsklachten wenst op te lossen en toekomstige spanningsklachten wenst te voorkomen voor de directe omgeving.
Om de cabine uit het zicht te onttrekken zal er een groenaanleg (draad met klimop) rond de cabine opgelegd worden.
Het betreft bovendien een gemeenschapsvoorziening die alle gebruikers en bewoners in de directe omgeving ten goede zal komen. Bijgevolg is de plaatsing van de cabine ruimtelijk aanvaardbaar en in overeenstemming met de gewestplanbestemming nl. woongebied.
De bezwaren worden bijgevolg ongegrond bevonden.
Het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende openbaarheid van bestuur.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.
Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De gemeenteraad keurt het rooilijnplan goed voor de onttrekking van een deel van het openbaar domein t.b.v. een nieuwe elektriciteitscabine aan de Eindhovenlaan (ter hoogte van nr. 6) in kader van omgevingsvergunning VVO2024/0256 - OMV_2024049813.