Terug
Gepubliceerd op 26/06/2024

2024_GR_00146 - Stedenbouwkundige Verordening - Opheffing stedenbouwkundige verordening vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen - Goedkeuren

gemeenteraad
di 25/06/2024 - 20:05 Raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Andere.

Samenstelling

Aanwezig

Guido Fissette, voorzitter; Steven Vandeput, burgemeester; Marc Schepers, schepen; Dymfna Meynen, schepen; Habib El Ouakili, schepen; Laurence Libert, schepen; Rik Dehollogne, schepen; Nele Kelchtermans, schepen; Frank Dewael, schepen; Derya Erdogan, schepen; Michel Froidmont, gemeenteraadslid; Brigitte Smets, gemeenteraadslid; Karolien Mondelaers, gemeenteraadslid; Tom Vandeput, gemeenteraadslid; Kevin Schouterden, gemeenteraadslid; Pieter Cuppens, gemeenteraadslid; Joske Dexters, gemeenteraadslid; Bert Lambrechts, gemeenteraadslid; Frank Troosters, gemeenteraadslid; Joost Venken, gemeenteraadslid; Kim De Witte, gemeenteraadslid; Stefan Hendrickx, gemeenteraadslid; Anne Caelen, gemeenteraadslid; Inge Hendrikx, gemeenteraadslid; Tom Cox, gemeenteraadslid; Koen Ooms, gemeenteraadslid; Dietrich Vandereyken, gemeenteraadslid; Carlo Gysens, gemeenteraadslid; Philip Dehollogne, gemeenteraadslid; Hubert Lenssen, gemeenteraadslid; Dirk Sweron, gemeenteraadslid; Marc Roppe, gemeenteraadslid; Peter Briers, gemeenteraadslid; Sameer Srivastva, gemeenteraadslid; Dirk Thoelen, gemeenteraadslid; Mark Leppens, gemeenteraadslid; Peter Vanaken, adjunct-algemeendirecteur

Afwezig

Gerald Corthouts, gemeenteraadslid; Silvie Nickmans, gemeenteraadslid; Raf Martens, gemeenteraadslid; Bart Moors, gemeenteraadslid; Maryam Jamshid, gemeenteraadslid; Koen Deconinck, algemeen directeur

Secretaris

Peter Vanaken, adjunct-algemeendirecteur

Voorzitter

Guido Fissette, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2024_GR_00146 - Stedenbouwkundige Verordening - Opheffing stedenbouwkundige verordening vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen - Goedkeuren

Aanwezig

Guido Fissette, Steven Vandeput, Marc Schepers, Dymfna Meynen, Habib El Ouakili, Laurence Libert, Rik Dehollogne, Nele Kelchtermans, Frank Dewael, Derya Erdogan, Michel Froidmont, Brigitte Smets, Karolien Mondelaers, Tom Vandeput, Kevin Schouterden, Pieter Cuppens, Joske Dexters, Bert Lambrechts, Frank Troosters, Joost Venken, Kim De Witte, Stefan Hendrickx, Anne Caelen, Inge Hendrikx, Tom Cox, Koen Ooms, Dietrich Vandereyken, Carlo Gysens, Philip Dehollogne, Hubert Lenssen, Dirk Sweron, Marc Roppe, Peter Briers, Sameer Srivastva, Dirk Thoelen, Mark Leppens, Peter Vanaken
Stemmen voor 24
Bert Lambrechts, Brigitte Smets, Carlo Gysens, Derya Erdogan, Habib El Ouakili, Joske Dexters, Joost Venken, Kevin Schouterden, Laurence Libert, Michel Froidmont, Rik Dehollogne, Steven Vandeput, Dymfna Meynen, Anne Caelen, Marc Schepers, Inge Hendrikx, Nele Kelchtermans, Frank Dewael, Philip Dehollogne, Dirk Sweron, Peter Briers, Marc Roppe, Mark Leppens, Guido Fissette
Stemmen tegen 7
Hubert Lenssen, Karolien Mondelaers, Pieter Cuppens, Tom Vandeput, Stefan Hendrickx, Tom Cox, Dirk Thoelen
Onthoudingen 5
Frank Troosters, Koen Ooms, Kim De Witte, Dietrich Vandereyken, Sameer Srivastva
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2024_GR_00146 - Stedenbouwkundige Verordening - Opheffing stedenbouwkundige verordening vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen - Goedkeuren 2024_GR_00146 - Stedenbouwkundige Verordening - Opheffing stedenbouwkundige verordening vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen - Goedkeuren

Motivering

Aanleiding en context

Het beleidsakkoord 2019-2024 streeft naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling voor Hasselt én naar een aangename stad voor en met elke Hasselaar. Tevens willen we verdichten op goed uitgeruste locaties en ter zelfder tijd een aantrekkelijke, bruisende stad blijven. Om hieraan te werken streven we naar regelgeving die proactief is, ruimte laat voor creativiteit in het ontwerpproces, flexibel en toekomstbestendig is. De verordeningen woonkwaliteit (2011), wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007) van de stad Hasselt beantwoorden niet aan deze beschrijving. Door de vele minutieuze bepalingen, met name in de verordening woonkwaliteit (2011), worden ze eerder gezien als obstakel, dan wel een efficiënt richtsnoer voor ontwikkelingen. Ze geven aanleiding tot discussies die uiteindelijk weinig bijdroegen aan de ruimtelijke kwaliteit van een woonproject. Daarom besloot stad Hasselt tot het opheffen van de verordening wonen boven winkels (1997) en vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (2007), en het aanpassen van de verordening woonkwaliteit (2011) naar de verordening wonen (2023).

Argumentatie

De verordening werd goedgekeurd door de gemeenteraad van Hasselt op 18 september 2007. De verordening werd destijds opgemaakt omdat beargumenteerd werd dat de vrijgestelde functiewijzigingen (verkeerdelijk aangeduid als bestemmingswijzigingen) een dermate grote impact zouden kunnen hebben op de leefbaarheid en veiligheid van de onmiddellijke omgeving dat ze best vergunningsplichtig gemaakt werden. De stad wilde met deze verordening extra controle over functiewissels door ze ongeacht de oppervlakte vergunningsplichtig te maken en door een meer gedetailleerde categorisering te hanteren waardoor sneller een vergunning tot functiewissel zou aangevraagd moeten worden. De verschillende categorieën die stad Hasselt hanteerde waren:  

- hotels, restaurants en inrichtingen waar geen alcoholische dranken geserveerd worden; 

- café’s; 

- handel; - dienstenverlening; algemeen;  - dienstverlening in verband met internet- en/of telefoongebruik (internetcafé’s, telefoonshops, etc.), nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie; 

- kantoren; 

- ambachten.

Het stadsbestuur stelt voor om de verordening op te heffen omdat de verordening vergunningsplicht voorziet voor bestemmingswijzigingen kleiner dan 100m2 en hiermee strenger is dan de Vlaamse regelgeving.

Op 16 maart 2023 heeft het college van burgemeester en schepenen de opheffing verordening bestemmingswijzigingen en vergunningsplichtige bestemmingswijzigingen goedgekeurd om daarna cfr. artikel 2.3.2.§2 van de VCRO aan het departement, de deputatie en aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening advies te vragen. Het departement en de deputatie geven advies over de onverenigbaarheid, de strijdigheid of de niet-naleving, vermeld in paragraaf 2/1, derde lid, 1° tot en met 5°. De adviezen worden binnen dertig dagen na de ontvangst van het dossier naar het college van burgemeester en schepenen gestuurd. Als er geen advies is verleend binnen die termijn, mag aan de adviesvereisten worden voorbijgegaan.

De opheffing van verordening wordt aan de deputatie van provincie Limburg voorgelegd op 3 april 2023. De deputatie gaf geen advies.

De opheffing van de verordening wordt aan het departement omgeving voorgelegd op 3 april 2023. Het departement gaf het volgende advies : 

De stad wenst de verordening van 18 september 2007 af te schaffen. De stad stelt dat deze verordening vergunningsplicht voorziet voor bestemmingswijzigingen kleiner dan 100m2 en hiermee strenger is dan de Vlaamse regelgeving. Hierbij merken we op dat volgens art.2 §3 van het ‘uitvoeringsbesluit tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen’’ (dd. 14/04/2000) enkel een functiewijziging kleiner dan 100m2 wordt vrijgesteld indien het om een woongebouw gaat en mits voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden.

§ 3. Vrijgesteld van deze omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is het in een woongebouw uitoefenen van functies, complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen, verblijfsrecreatie, detailhandel, restaurant, café en bedrijvigheid, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is: 1° het woongebouw is gelegen in een woongebied of in een daarmee vergelijkbaar gebied; 2° de woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie; 3° de complementaire functie beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100 vierkante meter; 4° de complementaire functie is niet strijdig met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, bouwverordeningen, verkavelingsverordeningen, gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, bijzondere plannen van aanleg, minder dan vijftien jaar oude verkavelingsvergunningen of minder dan vijftien jaar oude omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden.

Op de website van de stad vinden we in de verordening van 18 september 2007 niet terug dat deze verordening enkel gaat over kleine functiewijzingen in woongebouwen. In de verordening is sprake van functiewijzigingen bij gebouwen met als functie horeca, handel, diensten, kantoren en ambacht. Bij dergelijke gebouwen geldt er volgens het genoemd uitvoeringsbesluit geen vrijstelling van vergunning voor kleine bestemmingswijzigingen.

Artikel 2. (22/11/2018- ...) § 1. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is nodig als een van de volgende hoofdfuncties van een bebouwd onroerend goed geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in een andere hierna vermelde hoofdfunctie. De volgende functies worden als hoofdfunctie beschouwd : 1° wonen; 2° verblijfsrecreatie; 3° dagrecreatie, met inbegrip van sport; 4° land- en tuinbouw in de ruime zin; 5° detailhandel; 6° dancing, restaurant en café; 7° kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen; 8° industrie en bedrijvigheid; 9° gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; 10° militaire functie.

De stad zal de motivering waarom ze de verordening “bestemmingswijzigingen” wil afschaffen dus moeten herbekijken.

Op 6 juni 2023 wordt de ontwerp verordening voorgelegd aan de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening.  

Afschaffing verordening wonen boven winkels en bestemmingswijziging. Het afschaffen hangt samen met het in werking treden van de nieuwe verordeningen. De leegstand boven de winkels en het gebruik van deze ruimtes als opslagruimtes is een probleem in de stad. Wat is de motivatie voor deze afschaffing, dit is onduidelijk. De motivering moet toegelicht worden door het beleid. Ongunstig advies voor de afschaffing verordening wonen boven winkels en bestemmingswijzigingen.

Een openbaar onderzoek heeft plaatsgevonden van 1 februari 2024 tot en met 1 maart 2024.

Dit werd bekendgemaakt in het stedelijk informatieblad "De nieuwe Hasselaar" van januari 2024, door aanplakking aan het stadhuis, de stedelijke website en het Belgisch Staatsblad op 24 januari 2024 http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article.pl?language=nl&sum_date=2024-01-24&lg_txt=N&numac_search=2024700212

Voor de verordening wonen werd een plan-MER screening opgemaakt die aan de adviesverlenende instanties werd voorgelegd en deze adviezen werden samen met deze plan-MER screening ter advies voorgelegd aan het team omgevingseffecten, milieueffectrapportage van het departement omgeving op 12 april 2024.

Op 24 april 2024 gaf het team omgevingseffecten het volgende advies:

Zoals in de screeningsnota aangegeven wordt, komt de stedenbouwkundige verordening in aanmerking voor een onderzoek tot milieueffectrapportage en kan er dus een plan-m.e.r.- screening gemaakt worden.

 Het screeningsdossier bevat de nodige informatie over de voorgenomen stedenbouwkundige verordening en heeft de relevante milieudisciplines besproken.

 Enkel adviesinstantie Agentschap Wegen en Verkeer heeft opmerkingen geuit over de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten van de stedenbouwkundige verordeningen (het gaat om één advies uitgebracht over de 4 hierboven vermelde verordeningen samen). Er wordt aangegeven dat dit advies handelt over de verordening mobiliteit. De opmerkingen werden op een voldoende wijze beantwoord en verwerkt of weerlegd in het screeningsdossier via een toevoeging van een 6e hoofdstuk in de screeningsnota, zodat het screeningsdossier voldoende informatie bevat om een correcte inschatting m.b.t. de milieueffecten te kunnen maken. 

In het screeningsdossier wordt duidelijk aangetoond dat de milieueffecten die de stedenbouwkundige verordening genereert niet van die aard zijn dat zij als aanzienlijk beschouwd moeten worden. 

 Opmerkingen die geen betrekking hebben op de beschrijving en beoordeling van de milieueffecten, maar die een suggestie inhouden om de stedenbouwkundige verordening te verbeteren hebben geen impact op de beoordeling van de aanzienlijkheid van de milieueffecten ervan. De initiatiefnemer beschikt in het kader van de plan-m.e.r.-screening over de vrije keuze om al dan niet in te gaan op deze opmerkingen. 

Rekening houdend met het bovenvermelde bevestigt het Team Omgevingseffecten dat de stedenbouwkundige verordening geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is.

Het stadsbestuur streeft naar een regelgeving die proactief is, ruimte laat voor creativiteit in het bouwproces, flexibel en toekomstbestendig is. De stad wenst deze verordening af te schaffen omdat deze niet resulteert in de gewenste ruimtelijke kwaliteit. Bovendien werd het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen (14-04-2000) in 2015 verstrengd waardoor er nu 10 hoofdfuncties zijn in plaats van 6. De bestaande functiecategorie ‘handel, horeca en diensten’ werd bijvoorbeeld opgedeeld in drie volwaardige hoofdfuncties 

- detailhandel;

- dancing, restaurant en café;

- kantoorfunctie, dienstverlening en vrije beroepen.

Hierdoor zijn er meer functiewijzigingen vergunningsplichtig geworden en worden de functiewijzigingen op Vlaams niveau afdoende geregeld.

Juridische grond

Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening art. 2.3.1 en art. 2.3.2.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 41 §1 2° van het decreet lokaal bestuur
Artikel 41 §1 2° van het decreet lokaal bestuur: De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: het vaststellen van andere gemeentelijke reglementen dan die over personeelsaangelegenheden, en het bepalen van straffen en administratieve sancties bij de overtreding van die reglementen

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de opheffing van de stedenbouwkundige verordening vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen (18 september 2007), goed.  

Artikel 2

Na opheffing wordt deze opheffing van de verordening vergunningsplichtige bestemmingen en bestemmingswijzigingen bekendgemaakt op de stedelijke website.