Terug
Gepubliceerd op 23/10/2024

2024_GR_00270 - Zaak der wegen - Aanleggen van een nieuwe fietssnelweg tussen Hasselt en Kuringen - Opening van een nieuwe gemeenteweg in het kader van de omgevingsvergunning OMV_2023168520 - Goedkeuren

gemeenteraad
di 22/10/2024 - 20:05 Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Guido Fissette, voorzitter; Steven Vandeput, burgemeester; Marc Schepers, schepen; Dymfna Meynen, schepen; Laurence Libert, schepen; Rik Dehollogne, schepen; Nele Kelchtermans, schepen; Frank Dewael, schepen; Derya Erdogan, schepen; Michel Froidmont, gemeenteraadslid; Brigitte Smets, gemeenteraadslid; Karolien Mondelaers, gemeenteraadslid; Tom Vandeput, gemeenteraadslid; Kevin Schouterden, gemeenteraadslid; Pieter Cuppens, gemeenteraadslid; Bert Lambrechts, gemeenteraadslid; Frank Troosters, gemeenteraadslid; Joost Venken, gemeenteraadslid; Kim De Witte, gemeenteraadslid; Stefan Hendrickx, gemeenteraadslid; Anne Caelen, gemeenteraadslid; Inge Hendrikx, gemeenteraadslid; Tom Cox, gemeenteraadslid; Raf Martens, gemeenteraadslid; Bart Moors, gemeenteraadslid; Koen Ooms, gemeenteraadslid; Dietrich Vandereyken, gemeenteraadslid; Carlo Gysens, gemeenteraadslid; Maryam Jamshid, gemeenteraadslid; Philip Dehollogne, gemeenteraadslid; Hubert Lenssen, gemeenteraadslid; Dirk Sweron, gemeenteraadslid; Marc Roppe, gemeenteraadslid; Peter Briers, gemeenteraadslid; Sameer Srivastva, gemeenteraadslid; Dirk Thoelen, gemeenteraadslid; Mark Leppens, gemeenteraadslid; Koen Deconinck, algemeen directeur

Afwezig

Habib El Ouakili, schepen; Joske Dexters, gemeenteraadslid; Gerald Corthouts, gemeenteraadslid; Silvie Nickmans, gemeenteraadslid; Peter Vanaken, adjunct-algemeendirecteur

Secretaris

Koen Deconinck, algemeen directeur

Voorzitter

Guido Fissette, voorzitter

Stemming op het agendapunt

2024_GR_00270 - Zaak der wegen - Aanleggen van een nieuwe fietssnelweg tussen Hasselt en Kuringen - Opening van een nieuwe gemeenteweg in het kader van de omgevingsvergunning OMV_2023168520 - Goedkeuren

Aanwezig

Guido Fissette, Steven Vandeput, Marc Schepers, Dymfna Meynen, Laurence Libert, Rik Dehollogne, Nele Kelchtermans, Frank Dewael, Derya Erdogan, Michel Froidmont, Brigitte Smets, Karolien Mondelaers, Tom Vandeput, Kevin Schouterden, Pieter Cuppens, Bert Lambrechts, Frank Troosters, Joost Venken, Kim De Witte, Stefan Hendrickx, Anne Caelen, Inge Hendrikx, Tom Cox, Raf Martens, Bart Moors, Koen Ooms, Dietrich Vandereyken, Carlo Gysens, Maryam Jamshid, Philip Dehollogne, Hubert Lenssen, Dirk Sweron, Marc Roppe, Peter Briers, Sameer Srivastva, Dirk Thoelen, Mark Leppens, Koen Deconinck
Stemmen voor 25
Bert Lambrechts, Brigitte Smets, Carlo Gysens, Derya Erdogan, Joost Venken, Kevin Schouterden, Laurence Libert, Michel Froidmont, Rik Dehollogne, Steven Vandeput, Dymfna Meynen, Anne Caelen, Marc Schepers, Raf Martens, Nele Kelchtermans, Frank Dewael, Bart Moors, Kim De Witte, Philip Dehollogne, Dirk Sweron, Peter Briers, Marc Roppe, Sameer Srivastva, Mark Leppens, Guido Fissette
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 11
Frank Troosters, Hubert Lenssen, Karolien Mondelaers, Pieter Cuppens, Tom Vandeput, Stefan Hendrickx, Maryam Jamshid, Tom Cox, Koen Ooms, Dietrich Vandereyken, Dirk Thoelen
Blanco stemmen 1
Inge Hendrikx
Ongeldige stemmen 0
2024_GR_00270 - Zaak der wegen - Aanleggen van een nieuwe fietssnelweg tussen Hasselt en Kuringen - Opening van een nieuwe gemeenteweg in het kader van de omgevingsvergunning OMV_2023168520 - Goedkeuren 2024_GR_00270 - Zaak der wegen - Aanleggen van een nieuwe fietssnelweg tussen Hasselt en Kuringen - Opening van een nieuwe gemeenteweg in het kader van de omgevingsvergunning OMV_2023168520 - Goedkeuren

Motivering

Aanleiding en context

Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende: 

 

“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. 

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt. 

 

§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.” 

 

Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47, bepaalt het volgende: 

Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.” 

 

Volgens de toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit: 

Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald: 

- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen; 

- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden; 

- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep; 

- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag; 

- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.” 

Argumentatie

Onderwerp aanvraag

Opening van een nieuwe gemeenteweg in kader van de omgevingsvergunningaanvraag 'Het aanleggen van een fietssnelweg en een nieuwe visnevengeul tussen Hasselt en Kuringen, evenwijdige met de spoorlijn die de fietsbrug over het Albertkanaal verbindt met de Herkenrodesingel, de Crutzenstraat en aansluit op de Overdemerstraat.'

Zaak der wegen

De aanvraag tot omgevingsvergunning werd bij departement omgeving (Vlaanderen) ingediend en betreft de omgevingsaanvraag voor "Het aanleggen van een fietssnelweg en een nieuwe visnevengeul tussen Hasselt en Kuringen, evenwijdig met de spoorlijn die de fietsbrug over het Albertkanaal verbindt met de Herkenrodesingel, de Crutzenstraat en aansluit op de Overdemerstraat". De gemeenteraad van Hasselt dient zich enkel uit te spreken over ‘de zaak der wegen’.

 

Deze omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omvat daarmee een nieuwe rooilijn, voor de aanleg van de fietssnelweg (bestaande uit 5 deelplannen). Deze wijziging houdt in concreto een opening van een nieuwe gemeenteweg in. Het beoogde ontwerp rooilijnplan voorziet een nieuwe gemeenteweg over percelen ten kadaster gekend HASSELT - afdeling 7 sectie G nrs. 337Z, 341A, 343L, 343D, 365H2, 365N, 365L, 365G, 365H, 365M5, 365C5, 365B5, 368K, 680E, 711A, afdeling 12 sectie B nrs. 93R, 93P, 93S, 94K, 95H, 96G, 96F, 96E, 97F, 97G, , 109L, 109N, 109F, 109C, 109T, 109R, 109P, 113B, 118M,181Z, 181Y, 182V, 184K, 679L, 679R, 679V, 679T, 679K, afdeling 13 sectie E nrs. 99D, 100G, 101B, 101/2, 102A en 104V. Hierbij heeft de gemeente de intentie de zone binnen de rooilijnen op te nemen binnen haar openbaar domein.  

 

De plannen die betrekking hebben op de nieuwe gemeentelijke rooilijn (6.1.1, 6.1.2, 6.1.3, 6.1.4, 6.1.5, 6.2.1, 6.2.2, 6.2.3) werden opgesteld door Studiebureau Sweco, door landmeter-expert A. Bulen op datum van d.d. 27/09/2024, nl. - een gemeentelijk rooilijnplan waaruit duidelijk de actuele en de toekomstige rooilijn van de gemeenteweg blijkt. De rode lijn geeft de toekomstige rooilijn weer. 

 

In de projectzone is buurtweg 2 (chemin 2) in de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt gesitueerd. Wat betreft de bestaande buurtweg heeft het project geen impact op de continuïteit van deze weg in huidige toestand gezien de bestaande toestand zal hersteld worden. Hier zal dus verder ook geen uitspraak over gedaan worden.  

 

In het kader van de aanleg van een fietssnelweg tussen Hasselt (Singel) en Kuringen en de bijhorende aanpassing van de infrastructuur, is het vestigen van nieuwe rooilijnen een essentieel onderdeel van het project. Het vastleggen van deze rooilijnen is niet enkel noodzakelijk om de fysieke ruimte voor de infrastructuur te garanderen, maar ook om een duurzame, verkeersveilige en multimodale omgeving te creëren. Hierbij wordt specifiek rekening gehouden met artikel 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen, die de basis vormen voor de vaststelling en aanpassing van rooilijnen binnen gemeentelijke projecten: 

 

  • Bevordering van openbaar gebruik: De voorgestelde fietssnelweg zal fungeren als een belangrijke verkeersader voor fietsverkeer in de regio, door een vlotte en veilige verbinding te creëren tussen de fietsbrug over het Albertkanaal en omliggende wegen zoals de Herkenrodesingel, Crutzenstraat en Overdemerstraat. Door het vastleggen van de rooilijnen wordt voldoende ruimte voorzien voor een breed fietspad dat het verkeer van verschillende fietsersstromen aankan en een veilige doorgang garandeert. 

  • Optimalisatie van verkeersstromen: De aanleg van deze fietssnelweg zorgt voor een duidelijke scheiding tussen het gemotoriseerde verkeer en fietsers, wat de verkeersveiligheid aanzienlijk verbetert. De inrichting van de fietssnelweg minimaliseert het aantal conflictpunten en verhoogt de doorstroming voor zowel fietsers als voetgangers, waardoor het risico op ongelukken wordt beperkt. 

  • Toegankelijkheid (Artikel 3): Conform artikel 3 van het Decreet Gemeentewegen moet de fietssnelweg toegankelijk zijn voor openbaar gebruik. De route is niet enkel bedoeld voor snelle fietsers, maar biedt ook ruimte aan trage fietsers en voetgangers. Dankzij strategisch aangelegde bochten wordt de snelheid op een natuurlijke manier beperkt, zonder het gebruik te belemmeren. Dit zorgt voor een veilige, gedeelde ruimte waar verschillende weggebruikers kunnen samenkomen. 

  • Duurzaam ruimtegebruik en natuurbehoud: Door het fietstracé langs de rand van het natuurgebied te leggen, wordt de impact op waardevolle flora en fauna beperkt. De aanleg van nieuwe aanplantingen en een aquatische corridor versterkt de biodiversiteit en draagt bij aan het natuurbehoud in de regio. Dit duurzame ruimtegebruik zorgt ervoor dat mobiliteit en natuurbehoud hand in hand gaan, met oog voor het evenwicht tussen ecologie en infrastructuur. 

  • Veiligheid en duurzaamheid bij de rooilijnen (Artikel 4): Artikel 4 van het Decreet Gemeentewegen benadrukt het belang van rooilijnen die veiligheid en duurzaamheid ondersteunen. Door de rooilijnen strategisch vast te stellen, wordt de fietssnelweg breed genoeg aangelegd om veilig gedeeld te worden door fietsers en voetgangers. De heraanleg van de Overdemerstraat met veilige oversteekplaatsen vermindert conflicten tussen verschillende weggebruikers, terwijl de bochten in het tracé ervoor zorgen dat de snelheid van fietsers onder controle blijft, zonder de functionaliteit te verminderen. 

  • Evenwicht tussen mobiliteit en natuur: Het verplaatsen van het fietstracé naar de rand van het natuurgebied toont een bewuste keuze voor duurzaam ruimtegebruik. Niet alleen worden ingenomen boszones gecompenseerd door nieuwe aanplantingen, maar er wordt ook bijgedragen aan de biodiversiteit door de aanleg van een visnevengeul en aquatische corridor. Dit project biedt een duurzaam evenwicht tussen mobiliteit en natuurbehoud, met positieve lange-termijnvoordelen voor de regio. 


Openbaar Onderzoek

Een eerste openbaar onderzoek met betrekking tot de omgevingsvergunning, inclusief het rooilijnplan, vond plaats van 30 mei 2024 tot en met 28 juni 2024. Een tweede openbaar onderzoek, na aangebrachte wijzigingen, werd gehouden van 25 juli 2024 tot en met 23 augustus 2024. Tijdens deze periodes werden in totaal 13 bezwaarschriften ingediend. 

 

In dit gemeenteraadsbesluit, dat zich uitsluitend richt op de vaststelling van de toekomstige rooilijnen, worden alleen de bezwaren besproken die specifiek betrekking hebben op deze rooilijnen. Overige bezwaren worden afgehandeld binnen de procedure van de omgevingsvergunning. 

 

Geen van de ingediende bezwaren was expliciet gericht op de rooilijnen. Echter, enkele bezwaren raakten indirect aan de kwestie van de rooilijnen. In het kader van behoorlijk bestuur worden deze bezwaren hier toch vermeld en behandeld: 

 

Deel van bezwaar: Wij gaan akkoord om onze grond af te staan indien dit kan gebeuren in ruil met het stuk grond gelegen tussen perceel 109N en 114E, nu groen aangeduid met de volgende tekst " Draineren en nivelleren terrein zodat het gebruikt kan worden als speelterrein". De kerkfabriek kan niet akkoord gaan met enige andere compensatie. Tevens willen we dat de voorziene en beschreven werken uitgevoerd worden voordat de ruil kan plaatsvinden. De regel die wij als kerkfabriek moeten navolgen is dat wij ons als kerkfabriek niet mogen verarmen. Eveneens is bij de schenking van deze grond expliciet vermeld dat het geschonken perceel enkel mag dienen voor gebruik door de jeugd. 

 

Antwoord: De verwerving van de grond volgt in aansluiting op de aanvraag van de omgevingsvergunning. De vraag om de gronden te ruilen in plaats van aan te kopen wordt voorgelegd aan het bestuur en 

maakt onderdeel uit van de onderhandeling bij de grondverwerving van de benodigde gronddelen 

voor de fietsverbinding. De bemerking aangaande het expliciet gebruik van de gronden door de jeugd is momenteel begrijpelijk maar wordt door het organiseren van bijvoorbeeld rommelmarkten, Jaarmarkt e.d. ook niet strikt gevolgd. Het aanleggen van de fietsverbinding sluit echter in dezelfde zin aan bij de voorwaarde om te gebruiken door de jeugd, gezien deze verbinding zowel voor de kinderen van de jeugdbewegingen als de schoolgaande jeugd een verbetering is aangaande veiligheid. Dit zowel vanuit bijv. omgeving Gebrandestraat, als de wijken Rode Rok en Kuringen Heide. 

 

Deel van bezwaar: Als bezorgde Kuringenaren willen we ook opmerken dat bij de oversteek van de Diepstraat de (vaak snelle) fietsers voorrang hebben op het doorgaand verkeer. Misschien kan hier beter van afgestapt worden gezien de Diepstraat een drukke weg is waar plots opduikende fietsers voor gevaarlijke situaties kunnen zorgen wat de frustratie en de onveiligheid voor de gebruikers verhoogt. Deze verkeerssituatie is bovendien gevaarlijk voor de vele schoolgaande kinderen die via de Diepstraat naar school fietsen en bij deze voorrang voor de fietsers op de fietssnelweg dreigen omver gefietst te worden. 

 

Antwoord: Het basisprincipe van een fietssnelweg is dat fietsers overal voorrang krijgen op het gemotoriseerde verkeer. De veiligheid van zwakke weggebruikers staat bij het bestuur voorop. Daarom zijn in het ontwerp diverse elementen opgenomen om de kruisingen met gemotoriseerd verkeer extra te beveiligen. Denk hierbij aan trajectcontroles, verkeersdrempels en versmalling van de weg door middel van middengeleiders. 

 

Deel van bezwaar: Het is niet veilig omwille van de verschillende kruisingen met wegen, wandel- en voetpaden. Er bestaan alternatieve routes die mogelijk zijn zonder hinder te veroorzaken aan lokale wandelaars, fauna en flora. Er bestaan alternatieve routes die sneller zijn. Deze snelweg heeft te veel bochten en is veel langer dan andere alternatieven. Dit impliceert in belastinggeld die onnodig wordt besteed. 

 

Antwoord: De naam 'fietssnelweg' kan de misvatting creëren dat deze verbinding enkel bedoeld is voor snelle fietsers (45 km/u) die snel van A naar B willen. In realiteit is het gebruik veel diverser. De fietssnelweg fungeert als verbinding over zowel korte als lange afstanden, toegankelijk voor een breed scala aan fietsers, van traag tot snel. De route is ontworpen om conflicten met gemotoriseerd verkeer te minimaliseren. Net zoals op fietspaden in woongebieden, is wederzijds respect tussen fietsers en voetgangers essentieel. Flankerende signalisatie of borden kunnen geplaatst worden waar nodig, maar de verantwoordelijkheid voor veilig gebruik ligt bij elke weggebruiker. De "vele bochten" zijn een gevolg van bijsturing juist om de natuur te ontzien en bijkomend tegemoet te komen aan de wensen van de lokale jeugdwerking. Dit heeft als indirect voordeel dat de snelheid wordt verlaagd, terwijl fietsers van jong tot oud uit de omgeving nog steeds veilig van en naar Kuringen kunnen pendelen. De oorspronkelijke planning was om de fietssnelweg langs de Demer aan te leggen dwars door de natuur. Na overleg met natuurinstanties is besloten om het tracé te verplaatsen naar de rand. Dit zorgt voor een evenwicht tussen een veilige fietsverbinding en maximaal behoud van de natuur, met name het kerngebied waar waardevolle fauna verblijft. Hoewel alternatieve tracés in theorie mogelijk lijken, heeft onderzoek en overleg met stakeholders geleid tot de keuze voor de huidige route. Deze route biedt een directe en veilige verbinding tussen belangrijke verkeersaders en is ontworpen met een focus op zowel efficiëntie als veiligheid, terwijl ook ecologische overwegingen zijn meegenomen. 

 

 

Deel van Bezwaar: De voorgestelde route kruist de wandelpaden in het gebied en loopt langs een speeltuin. 

Door de combinatie met fietsers die aan hoge snelheden langsrazen, ontstaan potentieel gevaarlijke situaties. Een alternatieve route langs het Albertkanaal zou een kleiner effect op de natuur hebben en toch de nagestreefde connectie van de F70 tussen Stokrooie en Bilzen waarmaken. Deze route is 4 km korter, bovendien is ze overzichtelijker, waardoor de veiligheid opvallend toeneemt. Ze sluit ook beter aan bij wat we doorgaans verstaan onder het begrip 'snelweg' 

 

 

Antwoord: Hoewel de bezorgdheid over de veiligheid bij kruisingen met wandelpaden en de nabijheid van de speeltuin begrijpelijk is, is de voorgestelde route ontworpen met uitgebreide maatregelen om deze risico's te minimaliseren. Het ontwerp omvat veilige oversteekplaatsen, duidelijke signalering en andere maatregelen om de interactie tussen fietsers en voetgangers te reguleren, met als doel een veilige omgeving voor alle gebruikers te creëren. De alternatieve route langs het Albertkanaal lijkt aantrekkelijk vanwege de kortere afstand en grotere overzichtelijkheid, maar voldoet in deze niet aan alle projectdoelstellingen. De gekozen route is zorgvuldig geselecteerd om niet alleen de oost-westverbinding te verbeteren, maar ook om naadloos aan te sluiten op lokale kerngebieden, wat essentieel is voor het bevorderen van lokale mobiliteit en het integreren van de fietssnelweg met bestaande netwerken. Andere mogelijke routes, zoals het inschakelen van bestaande straten, zijn onderzocht, maar bleken onpraktisch vanwege grote hoeveelheden conflicten, zoals hoge aantallen inritten en kruisingen met gemotoriseerd verkeer, wat de veiligheid en doorstroming zou ondermijnen. De gekozen route biedt een afgewogen balans tussen veiligheid, functionaliteit en ecologische overwegingen.  

 

 

Deel van bezwaar: De fietsverbinding tussen de fietssnelweg en de Crutzenstraat loopt doorheen de verkaveling ‘Crutzenstraat’, over lot 14, ingekleurd als zone hoofdzakelijk voor voetgangers (art. 2.6). Volgens de verkavelingsvoorschriften, meer bepaald art. 2.6, is de wegenis hoofdzakelijk voor voetgangers ‘…met een aangepaste inrichting voorbehouden voor voetgangers en eventueel ook fietsers (zacht verkeer)’. De voorgestelde inrichting is echter enkel op fietsers voorzien. Zo sluit het pad rechtstreeks aan op de fietssnelweg en is er geen ruimte voor de voetgangers voorzien. Aan de kant van de Crutzenstraat sluit het pad eveneens aan op de fietspaden en een fietsoversteekplaats. Er zijn in de Crutzenstraat geen voetpaden of voetgangersoversteken voorzien. Dergelijke inrichting leest voor de gebruikers als een fietspad waar in het beste geval voetgangers gedoogd worden. Dit staat haaks op verkavelingsvoorschriften. Er is hier geen sprake van een aangepaste inrichting voor voetgangers. 

Bijkomend vermeldt het betreffende artikel 2.6 uit de verkavelingsvoorschriften dat de ‘paadjes in kleinschalige materialen’ moeten worden aangelegd. Op plan Plan A_Verharding_PRT_N_3_TDP6.pdf staat echter dat het fietspad wordt aangelegd in een asfaltverharding. Dit is strijdig met de verkavelingsvoorschriften. In de verantwoordingsnota B26 staat onder artikel 3.2.2 dat de werken op lot 14 geen conflict vormen met de verkaveling. Dit is vanzelfsprekend ook niet correct. 

 

Antwoord: Het zijwegje (lot 14) uit het verkavelingsplan van de Crutzenstraat (2019), grijs gekleurd, is inmiddels overgedragen naar het openbare domein. De verkavelingsvoorschriften Crutzenstraat zijn gebaseerd op het oudere BPA Kuringen centrum. Het zijwegje is voorbehouden voor hoofdzakelijk voetgangers volgens het BPA, maar doet hier geen inbreuk als dubbele functie fiets/voetpad daar een fietser ook wordt aanschouwd als zacht verkeer.  Het BPA Kuringen Centrum is van 1988 en destijds was het gebruikelijk om een onderscheid te maken tussen rijwegverhardingen enerzijds en fiets- en voetpadverbindingen anderzijds. Deze laatste voorzien in een verharding van kleinschalig materiaal is echter niet comfortabel volgens de huidige richtlijnen en adviezen van de fietsersbond. De voorkeur gaat naar monolieten verhardingen.  

 

 

Deel van bezwaar: Op plan Plan A_Verharding_PRT_N_3_TDP6. pdf staat het fietspad ingetekend met een breedte van 3,30m inclusief trottoirbanden, en een bermbreedte van 2 x 0,60m. Het totale profiel bedraagt bijgevolg 4,50m. De breedte van lot 14 bedraagt slechts 4m. Dit betekent dat het voorgestelde profiel niet inpasbaar is binnen de beschikbare ruimte. Worden de aangelanden hiervoor onteigend? 

 

Antwoord: Het profiel TDP6 is genomen ten noorden van lot 9 waar de breedte openbaar domein 50m is. Ter hoogte van het zijwegje (lot 14) tussen de loten 9 en 10 is het openbaar domein inderdaad 4,00m breed. We stellen bijgevolg TDP6a voor waarbij we de berm van 60cm versmallen naar 35cm. Deze smalle berm wordt aangelegd als een infiltratiezone voor het regenwater en kan geoptimaliseerd worden door deze te voorzien van een grindkanaal met drainagebuis, aangesloten op het RWA-stelsel in de Crutzenstraat. De minimale schuwzone van 50cm tussen asfaltverharding fietspad en de perceelsgrens wordt hierbij gerespecteerd. Bijkomende innames zijn aldus niet nodig. 

 

Deel van bezwaar: In het ‘Gemotiveerd verzoek voor afwijkingsbepalingen voor handelingen van algemeen belang met ruimtelijk beperkte impact’ wordt de fietssnelweg als een ontbrekende schakel omschreven. Dit is echter niet correct. Er is momenteel een volwaardig en veilige route voor de F70 langsheen het Albertkanaal. Deze route sluit aan in het knooppunt ter hoogte van de spoorbrug (knoop F5 – F74 – F741 – F70). Deze route is volledig conflict-vrij aangelegd, de laatste jaren zijn er trouwens investeringen gebeurd in veilige oversteken en fietspaden in de Slachthuiskaai, Gebrandestraat, Simpernelstraat en Overdemerstraat. Het is bijzonder cynisch om nu een omleiding te voorzien op een ingerichte fietssnelweg enkel om Kuringen – Centrum te bedienen. De huidige ligging langsheen het Albertkanaal is trouwens beter bereikbaar voor alle inwoners van Kuringen-Heide. Bijkomend is het centrum van Kuringen volledig ontsloten met conforme en veilige fietspaden die recent zijn (Overdemerstraat) of zelfs momenteel (Crutzenstraat) worden aangelegd. Via deze twee straten is Kuringen rechtstreeks aangesloten op de F70 langsheen het Albertkanaal, op de F741 in de Oude Spoorbaan en de op F74 ter hoogte van de fietsbrug langsheen de spoorbrug. Er is op dit moment geen enkele noodzaak voor een bijkomende fietsverbinding door het parkgebied van de Prinsbeemden. Dit betekent ook dat alle schade door de aanleg van de fietssnelweg vermijdbare schade is. 

Antwoord: De tijdelijke route op het jaagpad geeft geen directe ontsluiting voor het centrum van Kuringen. De aanwezige en in aanleg zijnde fietsverbindingen zijn gelegen naast wegen welke gebruikt worden door autoverkeer en waar op zeer regelmatige afstanden opritten de fietspaden kruisen waar ook de nodige risico's mee verbonden zijn. Alternatieve tracés zijn wel degelijk onderzocht. Initieel ingediende omgevingsvergunning voorzag de aanleg van een fietsverbinding vlak naast de Demer. Dit tracé doorkruiste echter het aanwezige natuurgebied en werd in overleg verplaatst naar het zuiden. Ook hier zijn diverse alternatieven voorgesteld om uiteindelijk te komen tot het huidige tracé dat aan de rand van het groengebied doch op voldoende afstand van de achterzijde van de woning komt te liggen. De terminologie 'openbaar groen' sluit de aanleg van een fietsverbinding niet uit. 

 

Deel van bezwaar: Naast de vergunningsaanvraag is in het dossier ook een verzoek tot het nemen van een beslissing over de zaak van de wegen opgenomen. Het gaat om een beslissing over een gemeenteweg. De bezwaarindiener is het niet eens met de kwalificatie van de aan te leggen fietssnelweg als gemeenteweg en zal dit hierna toelichten. Hierna wordt uiteengezet wat een gemeenteweg is. Gemeentewegen zijn decretaal omschreven als: 1 “een openbare weg die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt, ongeacht de eigenaar van de grond. (1 Art. 2. 6° Gemeentewegendecreet. 2 Parl.St. VL.PARL. 2018-2019, nr. 1847/1, p. 3. 3 Parl.St. VL.PARL. 2018-2019, nr. 1847/1, p. 9. ) In de parlementaire voorbereiding die aan het Gemeentewegendecreet is voorafgegaan werd het volgende overwogen: 2 “Dit voorstel van decreet vormt de uitwerking van de principes uit de conceptnota, die uitgaat van een geïntegreerde benadering en één uniforme regelgeving voor alle gemeentewegen. Dat volgt de huidige logica in het administratief recht, dat een onderscheid maakt tussen gemeentewegen, (provinciewegen), gewestwegen en autosnelwegen (ook beheerd door het gewest). Die benadering maakt bijgevolg een eind aan de bestaande situatie waar alles juridisch ‘door elkaar loopt’. Het is logisch dat alle gemeentewegen een vergelijkbaar statuut krijgen en met uniforme procedures worden behandeld. Dat zorgt voor eenduidigheid en duidelijkheid.” Verder wordt in de parlementaire voorbereiding nog overwogen dat: 3 “Gemeentewegen zijn uiteraard een gemeentelijke bevoegdheid. De autonomie en de bevoegdheid van de gemeenten worden met dit voorstel bevestigd. De gemeenten zijn belast met het beheer van het lokale wegennet. Dat betekent een belangrijke verantwoordelijkheid en kostenpost voor de lokale besturen. Het verantwoordt waarom de aanleg, wijziging, verplaatsing en opheffing van dergelijke wegen gehoorzamen aan strikte en verordenende regels. Met dit nieuwe decretale initiatief opteren de indieners resoluut voor een geïntegreerde benadering en dus één decreet voor alle gemeentewegen. Dat betekent dat de wijziging, verplaatsing of opheffing van een voormalige ‘buurtweg’ via dezelfde procedure zal verlopen als ‘gewone’ weg in een verkaveling.” Tot slot is de volgende overweging nog relevant voor een correct begrip van wat een gemeenteweg is: 4 “Omdat lokale wegen bij uitstek een gemeentelijke bevoegdheid zijn, behoort het tot de exclusieve taak van de gemeente om een beleidskader op te stellen voor haar gemeentewegen. Bepaalde gemeentewegen kunnen uiteraard een intergemeentelijk karakter hebben, maar beperken zich steeds tot het lokale niveau. Vlaanderen past met andere woorden ook hier het subsidiariteitsbeginsel toe.” Voor een omschrijving van lokale wegen moet worden gekeken naar het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. De indeling van de wegen is een beleidstaak die is gedaan in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Aan lokale wegen werd daarin de volgende definitie gegeven: 5 “Lokale wegen zijn wegen waar het toegang geven de belangrijkste functie is en zijn aldus niet van gewestelijk belang.” Een gemeenteweg is dus een weg die onder het beheer van een gemeente valt en die een rol speelt in het lokale wegennet. Een fietssnelweg kan maar het voorwerp zijn van een gemeenteraadsbeslissing over de zaak van de wegen indien deze fietssnelweg een lokale weg is. Hierna wordt aangetoond dat een fietssnelweg geen lokale weg is. Fietssnelwegen zijn de ruggengraat van het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk, namelijk potentieel intensief te gebruiken doorgaande fietsroutes tussen steden en belangrijke attractiepolen, die met kwalitatief hoogwaardige infrastructuur worden uitgerust. 6 Uit de definitie van de term fietssnelweg blijkt dat dit geen lokale weg is. Doordat een fietssnelweg geen lokale weg is, kan deze onmogelijk beschouwd worden als een gemeenteweg. Bijgevolg is het wegenisdossier onrechtmatig en kan de gemeenteraad van de stad Hasselt niet op rechtmatige wijze beslissen om de strook grond waar de fietssnelweg zal worden aangelegd, te kwalificeren als een gemeenteweg.  

Antwoord: Het bezwaar dat de fietssnelweg geen gemeenteweg zou zijn en dus niet onder de bevoegdheid van de gemeenteraad valt, kan weerlegd worden door te verwijzen naar het Decreet betreffende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en de omgevingswetgeving die duidelijk stelt dat de gemeenteraad bevoegd is om te beslissen over gemeentewegen, ongeacht het bovenlokale of intergemeentelijke karakter van de infrastructuur. 

Het decreet gemeentewegen bepaalt dat een gemeenteweg een openbare weg is die onder het beheer van de gemeente valt, ongeacht of deze een bovenlokaal of lokaal belang heeft. Het is een misvatting te denken dat een fietssnelweg, omdat deze deel uitmaakt van een bovenlokaal netwerk, automatisch buiten de bevoegdheid van de gemeente valt. Artikel 3 van het decreet stelt immers dat het beheer van gemeentewegen, zelfs als ze een intergemeentelijk karakter hebben, nog steeds onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de gemeente valt. Het gaat hier om wegen die een publieke functie hebben en deel uitmaken van het lokale wegennet, wat ook geldt voor fietssnelwegen. 

Verder bevestigt het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47, dat de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft wanneer het gaat om wegenwerken die de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg betreffen. De gemeenteraad moet zich daarbij uitspreken over de ligging, breedte en uitrusting van de gemeenteweg, wat ook geldt voor de fietssnelweg in kwestie. Dit betekent dat de gemeenteraad niet alleen het recht, maar ook de plicht heeft om zich over het rooilijnplan en de fietssnelweg uit te spreken. 

Bovendien is in dit specifieke geval de fietssnelweg ontworpen om een directe verbinding te vormen met lokale kernen en stadscentra. Hoewel het traject deel uitmaakt van een bovenlokaal fietsroutenetwerk, vervult het ook een essentiële rol in het ontsluiten van de lokale gebieden en het stimuleren van fietsverkeer in de gemeente, wat het karakter van de fietssnelweg als een gemeenteweg verder bevestigt. 

Conclusie: Het argument dat de fietssnelweg geen gemeenteweg zou zijn en daardoor niet onder de bevoegdheid van de gemeenteraad valt, is niet houdbaar binnen het juridische kader van het decreet gemeentewegen en het omgevingsbesluit. De gemeenteraad is bevoegd om een beslissing te nemen over het tracé en de rooilijnen van deze fietssnelweg. 

Juridische grond

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

Artikel 47 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

Het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende openbaarheid van bestuur.

Het Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur
De gemeenteraad is bevoegd op basis van artikel 40-41 van het decreet lokaal bestuur

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de zaak der wegen goed betreffende de opening van een nieuwe gemeenteweg, volgens het rooilijnplan opgemaakt door A. Bulen (Studiebureau Sweco) Landmeters - Experten d.d. 27/09/2024 en ingediend via het Omgevingsloket (OMV_2023168520).

Artikel 2

De rooilijnen van de fietssnelweg, zoals weergegeven op bijgevoegd rooilijnplan, worden vastgesteld. De nieuwe rooilijnen worden gedefinieerd met hoekpunten zoals op ieder deelplan aangeduid in Belge-Lambert-72 coördinaten.

Artikel 3

Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.

Artikel 4

Dit besluit van de gemeenteraad is nietig: (1)wanneer de omgevingsvergunning met dossiernummer OMV_20231685, niet wordt verleend, of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd; (2)wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.