Op 1 januari 2015 werden de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de stad Hasselt aangesloten bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO, zoals ingesteld bij de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen.
Het beheer en de betaling van de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO werd verder toevertrouwd aan Ethias.
Dit gebeurde bij besluit “2014_GR_00032 - Pensioenen – Aansluiting bij het gesolidariseerd pensioenfonds van RSZPPO vanaf 1 januari 2015 – Goedkeuren”.
In datzelfde besluit werd besloten om het OCMW van Hasselt niet toe te laten treden tot het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO, maar om jaarlijks te onderzoeken of de opportuniteit zich voordoet om alsnog toe te treden op een moment dat het duidelijk is dat een toetreding voordelig is voor de opbouw en/of inzet van de bij Ethias opgebouwde pensioenreserves.
Sinds 1 januari 2022 is ook het OCMW van Hasselt toegetreden tot het gesolidariseerd pensioenfonds. Dit gebeurde bij besluit: "2021_RMW_00092 - Pensioenen - Toetreding tot het gesolidariseerd pensioenfonds - Goedkeuren"
De bevoegdheden van de RSZPPO worden sinds 2017 overgenomen door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en de Federale Pensioendienst (FPD). Het beheer en de betalingen van de pensioenen en de betaling van de pensioenbijdragen aan de RSZ wordt uitgevoerd door pensioeninstelling Ethias.
Uit studies van Ethias is gebleken dat in de nabije toekomst het resultaat en later ook de dekkingswaarden van het fonds negatief zullen zijn, als we enkel de geplande bijdragen zouden storten. Een gedeeltelijke oplossing is om jaarlijks zogenaamde koopsommen te storten in het fonds. Oorspronkelijk werden de koopsommen enkel voorzien in het meerjarenplan van de stad aangezien er aangenomen werd dat stad en OCMW in hetzelfde fonds zaten. Omdat nu blijkt dat het OCMW een apart fonds heeft (fonds 126), wordt 50% van het voorziene budget verschoven van Stad naar OCMW. Ook voor het OCMW zal het verschil tussen begroting en rekening ieder jaar extra als koopsom gestort kunnen worden.
Beslissingen die genomen moeten worden via dit besluit:
1. Goedkeuren koopsommen 1e pensioenpijler
Vanuit het zorgvuldigheidsbeginsel (voorzichtigheid) is het aangeraden om potentiële problemen te vermijden. Toegepast op deze context is het aangeraden om in jaren waarin budgettaire mogelijkheden zijn, deze budgetten aan te wenden om de financiering van de bijdragenverzekering voor de 1e pensioenpijler te verzekeren en zodoende de toekomstige kloof tussen pensioenlasten en de draagkracht van het pensioenfonds op elkaar af te stemmen.
2. Bevoegdheid delegeren
Teneinde bovenstaande doelstellingen op een efficiënte en wendbare manier te kunnen waarborgen, is het aangewezen om de bevoegdheid van vaststellen en goedkeuren van de koopsommen, te delegeren aan het vast bureau zoals ook bepaald is voor de jaarlijkse bijdragevoet in een eerdere beslissing.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, Titel II, hfdst. 3
De wet van 5 mei 2014 betreffende diverse aangelegenheden inzake de pensioenen van de overheidssector.
Wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 77, lid 2 Decreet Lokaal bestuur:
“De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt het beleid van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en kan daarvoor algemene regels vaststellen.”
Artikel 78, lid 1, Decreet Lokaal bestuur
De raad voor maatschappelijk welzijn kan bij reglement zijn bevoegdheden overdragen aan het vast bureau.
Artikel 78, lid 2, 16° Decreet Lokaal bestuur:
“[…] De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het vast bureau worden toevertrouwd: […] de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn, vermeld in artikel 263 en artikel 273 juncto artikel 265, 266, 267 en 269".
Artikel 265 Decreet lokaal bestuur:
“Een verbintenis mag alleen worden aangegaan als de financiële gevolgen ervan tijdens de periode van het meerjarenplan passen binnen de ramingen van het meerjarenplan en als de financiële gevolgen voor het lopende boekjaar passen binnen de limitatieve kredieten voor dat boekjaar in het meerjarenplan.
Als de gemeente nog niet over uitvoerbare kredieten beschikt voor het lopende boekjaar, is het aangaan of het wijzigen van verbintenissen onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring door de gemeenteraad. De gemeente kan dan alleen verbintenissen aangaan of wijzigen die behoren tot de exploitatie en die verband houden met de courante werking en de bestaande dienstverlening.
Iedereen die in strijd met het tweede lid verbintenissen heeft aangegaan, is daarvoor persoonlijk verantwoordelijk, behalve in de gevallen die door of krachtens dit decreet worden bepaald en met behoud van de eventuele medeverantwoordelijkheid van andere organen of personeelsleden.”
De kredieten voor deze uitgave zijn voorzien op:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om een bijkomende storting voor de koopsom van 500.000,00 EUR te doen in het gesolidariseerd pensioenfonds.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt dat het vast bureau het bedrag van eventuele bijkomende toekomstige koopsommen zelf vastlegt in functie van de beschikbare reserves en de financiële evoluties, teneinde de financiering van de bijdragenverzekering voor de 1e pensioenpijler te verzekeren.