Naar aanleiding van de goedkeuring van het woondecreet van 9 juli 2021, dienen sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren zich om te vormen tot één woonactor per gemeente, de woonmaatschappij. In Limburg werd ervoor gekozen om de betrokken huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren onder te brengen in 1 sterke, toekomstgerichte Limburgse woonmaatschappij.
Door het samenbrengen van de expertise en kennis van de 19 organisaties wenst men beter te kunnen inspelen op de uitdagingen op vlak van sociaal wonen (socio-demografisch, duurzaamheid en klimaat, ruimtelijke ordening, socio-economische ontwikkelingen…). Daarnaast zal deze keuze ook verbeterde dienstverlening en efficiëntiewinsten met zich meebrengen. Men wil een sterke centrale organisatie op poten zetten die door de decentrale en toegankelijke dienstverlening garant staat voor een snelle, herkenbare, vertrouwde en nabije dienstverlening voor de klant.
De transformatie naar één woonmaatschappij dient plaats te vinden binnen het tijdskader en de modaliteiten zoals bepaald door het woondecreet van 9 juli 2021. Inzake dit transformatieproces werd door de gemeenteraad reeds een advies verleend voor de verlenging van de erkenning van de sociale huisvestingsmaatschappijen tot en met 30 juni 2023. Voorliggend aanvraag tot advies betreft de eigenlijke erkenning als woonmaatschappij.
De minister van Wonen moet via de erkenningsaanvraag kunnen nagaan of de kandidaat-woonmaatschappij de doelstellingen kan realiseren die met de hervorming worden nagestreefd. Kernwoorden hierbij zijn klantgerichtheid (naar (kandidaat-)huurders en - kopers, maar ook naar partners en lokale besturen uit het werkingsgebied) en samenwerking en synergie in de verschillende deelopdrachten om zo de beoogde aanbodverruiming te realiseren.
In het schrijven dd. 5 januari 2023 van Atelier20 wordt gevraagd om een advies uit te brengen over de erkenningsaanvraag als woonmaatschappij, in het bijzonder artikel 4.98 &1,3° punt K inzake de lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering.
De erkenningsaanvraag bevat een ontwerp van statuten, een intern reglement en een toelichting bij het werkgebied. Verder omschrijft de aanvraag de wijze waarop een laagdrempelige bereikbaarheid voor de doelgroep wordt gewaarborgd, een toelichting over de aandeelhouders en de stemrechten, het patrimonium en de aanwezige expertise in de organisatie.
De erkenningsaanvraag licht de inschrijvings- en toewijzingsprocedure toe, de huurdersbegeleiding- en participatie en de lokale inbedding en verankering. Dit laatste punt is de aanleiding van deze nota.
Tot slot is er een toelichting van de procedures van interne controle, het debiteurenreglement en het financieel plan.
Artikel 40 en volgende van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2021 tot wijziging van verschillende besluiten over wonen.
De Vlaamse Codex Wonen van 2021 (VCW)
Het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 (BVCW), in het bijzonder artikel 4.98, §1, 3°, punt k.
De te fusioneren huisvestingsmaatschappijen hebben zich verenigd onder een werktitel W20.
Het werkingsgebied omvat heel Limburg (42 gemeenten). Om de laagdrempeligheid van de dienstverlening te bewaken wordt er gekozen voor drie zones. Hasselt behoort tot de zone Haspengouw, Zuid Oost Limburg en Herkenrode. De overige gemeenten uit deze zone zijn Zonhoven, Herk-De-Stad, Alken, Diepenbeek, Tongeren, Herstappe, Riemst, Voeren, Heers, Bilzen, Hoeselt, Nieuwerkerken, Sint-Truiden, Wellen, Kortessem, Borgloon en Gingelom.
De gemeenteraad neemt kennis van de aanvraag tot erkenning als woonmaatschappij.
De gemeenteraad stelt in het kader van de procedure vermeld in artikel 4.98§1 tweede lid, 2°, punt k van het besluit Vlaamse codex wonen van 2021 vast dat de aldus te vormen woonmaatschappij zal zorgen voor voldoende lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering.
Deze beslissing wordt aan de aanvrager bezorgd.