De stad Hasselt is aangesloten bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg. In artikel 3.A.5.4 en 5.5. van de statuten van Fluvius Limburg zijn de volgende activiteiten opgenomen in het maatschappelijk doel van Fluvius Limburg:
“5.4. het ter beschikking stellen en exploiteren van capaciteit met het oog op data- en aanverwante communicatie op elektronische-communicatienetwerken en installaties, en de opslag en de beveiliging van deze data ten behoeve van de deelnemers die daartoe een uitdrukkelijke beslissing hebben genomen, en binnen het toegestane wettelijke en contractuele kader.
5.5. Inzake de infrastructuur op de openbare verlichtingsinstallaties of op andere dragers, in opdracht van de deelnemende gemeenten die daartoe een uitdrukkelijke beslissing hebben genomen.”
In het verslag van de algemene vergadering van Fluvius Limburg van 9 december 2020, die deze passage aan het maatschappelijk doel toevoegde, werd daarbij de volgende toelichting gegeven:
“Tenslotte wordt de reeds bestaande activiteit verduidelijkt waarbij sensoren, camera’s of andere apparatuur (onder meer in het kader van Smart Cities) worden geplaatst op openbare verlichtingsinstallaties of op andere dragers in opdracht van de deelnemende gemeenten die daartoe een uitdrukkelijke beslissing hebben genomen.”
De stad Hasselt heeft derhalve een aantal opdrachten in het kader van smart cities aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg toevertrouwd. Met name de opdracht om sensoren, camera’s of andere apparatuur in het kader van smart cities op het openbaar domein aan te brengen, werd aan het beheer van deze opdrachthoudende vereniging overgedragen. Deze beheersoverdracht verhindert dat de gemeentes zelf nog initiatieven nemen m.b.t. smart cities wat de toegewezen elementen aanbelangt.
Het leveren en verlenen van dienstverlening inzake sensoren, camera’s en andere apparatuur die onder de smart city toepassingen vallen, is een taak van algemeen belang. De Limburgse gemeentebesturen hebben zich in dat opzicht ook willen verenigen om deze taak intergemeentelijk aan te pakken.
De stad Hasselt wil verder inzetten op dergelijke smart city toepassingen, waarbij er wordt samengewerkt tussen steden en gemeenten zodoende schaalvoordelen te genereren en de samenwerking tussen de gemeenten te bevorderen. Een aantal gemeentes willen een trekkersrol vervullen in deze ambitie en zullen ook worden vertegenwoordigd in het overlegorgaan.
De vraag stelt zich of het niet opportuun zou zijn om de kennis inzake IT-toepassingen, dataplatform, databeheer, applicaties, … die relevant zijn voor de ontwikkeling van de smart region, te centraliseren op één niveau. De gemeente wenst te onderzoeken of er een duurzamere en efficiëntere werkwijze gevonden kan worden, waarbij bijvoorbeeld een dienstverlenende vereniging verschillende datagedreven (ondersteunende) producten en diensten in het publieke domein zou kunnen aanbieden voor de aangesloten steden en gemeenten. Het voordeel van een dienstverlenende vereniging is dat er een centralisatie van kennis kan plaatsvinden maar dat de individuele gemeentes wel nog zelf de snelheid kunnen bepalen van de gevraagde dienstverlening. Er kan in vergelijking met de situatie vandaag misschien een flexibeler alternatief ontwikkeld worden.
Het smart maken van de Limburgse steden en gemeenten lijkt immers een betrouwbare en duurzame partner te kunnen gebruiken, die hoogstkwalitatieve service biedt met toegevoegde waarde, waarbij onderscheidende kennis en kunde ter beschikking worden gesteld bij de uitrol van projecten.
Overeenkomstig artikel 413 van het Decreet over het lokaal bestuur moeten de gemeenten die de oprichting van een dienstverlenende of een opdrachthoudende vereniging overwegen, via hun gemeenteraad vooraf beslissen een overlegorgaan op te richten om de samenwerkingsmogelijkheden en voorwaarden te bestuderen voor een of meer welbepaalde beleidsdomeinen. Terzelfder tijd wijzen ze een lid van het college van burgemeester en schepenen aan die zitting zal hebben in het overlegorgaan en leggen ze eventueel een begrotingskrediet vast om de voorbereidende fase te financieren. Dat overlegorgaan beschikt over een periode van maximaal één jaar, die ingaat op zijn installatievergadering, om zijn studieopdracht te vervullen.
Uitsluitend gemeenten kunnen deel uitmaken van het overlegorgaan. Het overlegorgaan bezit geen rechtspersoonlijkheid en kan geen verbintenissen aangaan ten laste van de op te richten dienstverlenende vereniging.
De stad Hasselt vraagt het overlegorgaan in het bijzonder te onderzoeken of een dienstverlenende vereniging kan worden opgericht, die zijn focus legt op smart cities en nieuwe technologieën maar ook in een ruimer kader kan opereren. Er kan daarbij gedacht worden aan het centraliseren en beheren van kennis inzake IT-toepassingen, dataplatform, databeheer, applicaties, … maar ook de aan- en verkoop, en exploitatie en beheer van infrastructuur en de ontwikkeling van eigen, smart city geïnspireerde en andere relevante toepassingen, waarbij de dienstverlenende vereniging onder meer als aankoopcentrale zou kunnen fungeren. In dat kader moet ook onderzocht worden of een aanpassing van de opdracht die aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg werd toevertrouwd, zich opdringt.
Er kan daarbij ook onderzocht worden hoe er desgevallend kan worden samengewerkt met de coöperatieve vennootschap s-Lim. In het algemeen moeten alle adequate alternatieven onderzocht worden.
Het lijkt ook aangewezen om in dialoog te gaan met s-Lim cv, alsook met Fluvius Limburg ov en haar leden om te beoordelen of de aan Fluvius Limburg ov toegewezen opdrachten ingebracht kunnen worden in een desgevallend op te richten dienstverlenende vereniging.
Indien het resultaat van de studieopdracht positief is ten opzichte van de mogelijke oprichting van een dienstverlenende vereniging, stelt het overlegorgaan aan de deelnemende gemeenten een bundel ter beschikking waarin de volgende documenten opgenomen zijn:
Deze documenten vormen de basis van de uitwerking van het samenwerkingsconcept.
De gemeenteraad dient een beslissing te nemen over de oprichting en deelname aan een overlegorgaan, ter voorbereiding van de oprichting van een dienstverlenende vereniging in het kader van verscheidene datagedreven (ondersteunende) producten en diensten in het publieke domein, gericht op het ontwikkelen van de smart region Limburg.
Aan het overlegorgaan wordt verzocht om haar eindrapport spoedig over te maken. Op basis van het eindrapport zal de gemeenteraad gevat worden om zich uit spreken over de deelname aan de nieuwe dienstverlenende vereniging.
Overeenkomstig artikel 413 van het Decreet over het lokaal bestuur moet er een lid van het college van burgemeester en schepenen worden aangewezen die zitting zal hebben in het overlegorgaan.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om aan de heer Steven Vandeput, burgemeester, het mandaat te verlenen om de gemeente te vertegenwoordigen in het overlegorgaan.
De artikelen 413 tot en met 460 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 413-415
De gemeenteraad keurt goed, de oprichting van een overlegorgaan om de samenwerkingsmogelijkheden en - voorwaarden te bestuderen voor een intergemeentelijke samenwerking in het kader van verschillende datagedreven (ondersteunende) producten en diensten in het publieke domein, gericht op het ontwikkelen van de smart region Limburg.
De gemeenteraad keurt goed, de aanduiding van de heer Steven Vandeput, burgemeester, om te zetelen in het overlegorgaan ter voorbereiding van een dienstverlenende vereniging.
De gemeenteraad keurt goed, de opdrachten die het overlegorgaan in deze voorbereidende fase zal uitvoeren: