De notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 26 april 2022 worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Er werden notulen opgemaakt van de vergadering van de gemeenteraad van 26 april 2022. Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
Er werden geen opmerkingen gemaakt.
Artikel 32, 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur.
De gemeenteraad keurt de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 26 april 2022 goed.
Het schrijven van I.G.L., voor de algemene vergadering en buitengewone algemene vergadering van 23 juni 2022 om 18.00 uur.
De stad Hasselt is deelnemer van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg.
De beslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2019 waarbij de mevrouwen Nele Kelchtermans en Inge Hendrikx respectievelijk aangesteld werden als afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde in de algemene vergadering van I.G.L.
Artikel 35 van de gecoördineerde statuten van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg.
De gemeenteraad keurt de agendapunten van de algemene vergadering en buitengewone algemene vergadering van de Intercommunale vereniging voor hulp aan Gehandicapten in Limburg op 23 juni 2022 goed, op basis van de bekomen documenten en toelichtingsnota's.
De gemeenteraad verleent aan mevrouw Nele Kelchtermans en mevrouw Inge Hendrikx mandaat om aan alle beraadslagingen en stemmingen met betrekking tot de dagorde deel te nemen, alle akten, stukken, notulen en aanwezigheidslijsten te ondertekenen en om in het algemeen het nodige hiervoor te doen.
De aanstelling van de afgevaardigden en het toegekende mandaat blijven behouden ingeval van verdaging van deze algemene en/of buitengewone algemene vergadering met dezelfde agenda.
Het schrijven van Fluvius Limburg van 1 april 2022, voor de algemene vergadering van 21 juni 2022, om 18.00 uur, met volgende agenda:
De stad Hasselt is deelnemer van Fluvius (voorheen Infrax Limburg).
De beslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2019 en de beslissing van de gemeenteraad van 18 februari 2020 waarbij de heer Philip Dehollogne en de heer Bart Moors respectievelijk aangesteld werden als afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde om de stad Hasselt te vertegenwoordigen op de gewone en buitengewone algemene vergaderingen van Fluvius Limburg en dit voor de volledige duur van de legislatuur 2019-2024, tot andersluidend besluit van de gemeenteraad.
Artikel 432 van het decreet Lokaal Bestuur.
Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale Algemene Vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken.
De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg d.d. 21 juni 2022 goed, op basis van de bekomen documenten en toelichtingsnota's.
De gemeenteraad draagt de vertegenwoordiger van de stad Hasselt, die fysiek dan wel digitaal zal deelnemen aan de algemene vergadering van Fluvius Limburg op 21 juni 2022 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) op, zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikel 1 van onderhavige beslissing.
Aan raadsleden Philip Dehollogne en Bart Moors wordt mandaat gegeven om aan alle beraadslagingen en stemmingen met betrekking tot de dagorde deel te nemen, alle akten, stukken, notulen, aanwezigheidslijsten te ondertekenen en om in het algemeen het nodige hiervoor te doen.
De aanstelling van de afgevaardigden en het toegekende mandaat blijven behouden ingeval van verdaging van deze algemene vergadering met dezelfde agenda.
Het schrijven van Fluvius OV van 28 maart 2022, voor de algemene vergadering van 8 juni 2022 om 15.30 uur met volgende agenda:
1. Kennisneming van het jaarverslag, het verslag van de Raad van Bestuur en het verslag van de Commissaris.
2. Goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar 2021.
3. Verlenen van afzonderlijke kwijting aan de bestuurders en aan de Commissaris.
4. Statutaire benoemingen.
5. Statutaire mededelingen.
De stad Hasselt is deelnemer van Fluvius OV.
De beslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2019 en de beslissing van de gemeenteraad van 18 februari 2020 waarbij mevrouw Laurence Libert, schepen, en de heer Philip Dehollogne, gemeenteraadslid, respectievelijk aangesteld werden als afgevaardigde en plaatsvervangend afgevaardigde om de stad Hasselt te vertegenwoordigen op de gewone en buitengewone algemene vergaderingen van Fluvius OV en dit voor de volledige duur van de legislatuur 2019-2024, tot andersluidend besluit van de gemeenteraad.
Artikel 432 van het decreet Lokaal Bestuur.
Als de op dat moment geldende coronamaatregelen dat vereisen, zal de algemene vergadering digitaal doorgaan en worden de vertegenwoordigers daarvan op de hoogte gebracht.
De gemeenteraad keurt de agendapunten van de algemene vergadering, van 8 juni 2022 van Fluvius OV goed, op basis van de bekomen documenten en toelichtingsnota's.
De gemeenteraad draagt de vertegenwoordiger van de stad die zal deelnemen aan de algemene vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 8 juni 2022 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) op, zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Aan schepen Laurence Libert en raadslid Philip Dehollogne wordt mandaat gegeven om aan alle beraadslagingen en stemmingen met betrekking tot de dagorde deel te nemen, alle akten, stukken, notulen, aanwezigheidslijsten te ondertekenen en om in het algemeen het nodige hiervoor te doen.
De aanstelling van de afgevaardigden en het toegekende mandaat blijven behouden ingeval van verdaging van deze algemene vergadering met dezelfde agenda.
De mail van Limburg.net van 4 mei 2022, voor de algemene vergadering van 22 juni 2022 om 18.30 uur met als agenda
1. Goedkeuring van het verslag van de algemene vergadering van 15 december 2021
2. Aanduiding secretaris en stemopnemers (art. 38 statuten)
3. Jaarrekening en jaarverslag per 31 december 2021
4. Activiteitenverslag 2021
5. Kwijting aan de bestuurders (art. 454 DLB, art. 40 statuten)
6. Kwijting aan de commissaris (art. 454 DLB, art. 40 statuten)
7. Ontslag en benoeming bestuurder en adviserend bestuurder raad van bestuur (art. 20 statuten)
8. Benoeming leden en plaatsvervangers algemeen comité (art. 29 statuten)
9. Varia
De stad Hasselt is lid van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Limburg.net.
De statuten van Limburg.net.
De beslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2019 waarbij raadsleden Meynen, Erdogan en Libert aangesteld werden als afgevaardigden, en raadsleden Caelen, Hendrikx en Dewael als plaatsvervangende afgevaardigden, om de stad Hasselt te vertegenwoordigen op de gewone en buitengewone algemene vergaderingen van Limburg.net en dit voor de volledige duur van de legislatuur 2019-2024, tot andersluidend besluit van de gemeenteraad.
De beslissing van de gemeenteraad van 25 juni 2019 waarbij raadslid Meynen door raadslid Caelen en raadslid Libert door raadslid Similon vervangen werden als effectief afgevaardigden en raadslid Caelen door raadslid Akbas en raadslid Dewael door raadslid Moors vervangen werden als plaatsvervangend afgevaardigden.
De beslissing van de gemeenteraad van 18 februari 2020 waarbij raadslid Similon door raadslid P. Dehollogne vervangen werd als effectief afgevaardigde.
De beslissing van de gemeenteraad van 24 november 2020 waarbij mevr. Pinar Akbas door raadslid Dirk Sweron vervangen werd als plaatsvervangend afgevaardigde.
De gemeenteraad keurt de agendapunten van de algemene vergadering van 22 juni 2022 van Limburg.net goed op basis van de bekomen documenten en toelichtingsnota's.
Aan de raadsleden Caelen, Erdogan en P. Dehollogne en aan hun plaatsvervangers raadsleden Hendrikx, Sweron en Moors, wordt mandaat gegeven om aan alle beraadslagingen en stemmingen met betrekking tot de dagorde deel te nemen, alle akten, stukken, notulen, aanwezigheidslijsten te ondertekenen en om in het algemeen het nodige hiervoor te doen.
De aanstelling van de afgevaardigden en het toegekende mandaat blijven behouden ingeval van verdaging van deze algemene vergadering met dezelfde agenda.
De stemmen waarover de stad Hasselt beschikt zijn verdeeld als volgt:
34% aan raadslid Caelen;
33% aan raadslid Erdogan;
33% aan raadslid P. Dehollogne.
Ingeval één van de aangeduide vertegenwoordigers niet aanwezig is op de algemene vergadering, worden diens stemmen automatisch overgedragen op de aanwezige vertegenwoordiger(s).
Sinds 2014 zijn verkeersgerelateerde inbreuken inzake het stilstaan en parkeren opgenomen in de GAS-wet (GAS 4).
Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 3,3° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en is van toepassing op elk meerderjarig natuurlijke persoon of rechtspersoon die zich op het grondgebied van de stad Hasselt bevindt.
Vanaf 1 juni 2022 zal in Hasselt gestart worden met het opleggen van gemeentelijke administratieve sancties (GAS) voor overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren (GAS 4).
We verwijzen hiervoor naar besluit 2021_GR_00276 betreffende de toetreding tot de raamovereenkomst C-smart (aankoop software InTouch en goedkeuring implementatie GAS 4). Dit besluit werd goedgekeurd door de Gemeenteraad van 23 november 2021.
Om GAS 4 te kunnen toepassen, moet een verordening worden opgemaakt en goedgekeurd door de gemeenteraad.
De verordening is van toepassing op:
- overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren die zijn begaan op het grondgebied van Hasselt, met uitzondering van de autosnelwegen die dit grondgebied doorkruisen. De overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 (verboden toegang in 2 richtingen en voetgangerszone) vastgesteld via ANPR, worden niet gesanctioneerd via GAS.
- iedere meerderjarige natuurlijke persoon en iedere rechtspersoon die zich op het grondgebied van de stad Hasselt bevindt, ongeacht zijn woonplaats of ligging van de maatschappelijke zetel.
De overtredingen die gesanctioneerd kunnen worden via GAS zijn vastgelegd bij Koninklijk Besluit en onderverdeeld in 2 categorieën. De bedragen van de administratieve geldboetes worden vastgelegd in artikel 2 van het eerder vernoemde K.B. Overtredingen van de eerste categorie worden bestraft met een administratieve geldboete van 58 euro. De overtredingen van de tweede categorie worden bestraft met een administratieve geldboete van 116 euro. De sanctionerend ambtenaar kan niet afwijken van deze bedragen.
Alle overtredingen opgenomen in het K.B. worden overgenomen in onze verordening behalve - zoals hierboven gezegd - de twee bepalingen die betrekking hebben op de verkeersborden C3 en F103 (toegangscontrole via ANPR).
Enkele voorbeelden van overtredingen van de eerste categorie zijn: parkeren in erven en woonerven; stilstaan en parkeren op verhoogde inrichtingen; parkeren in voetgangerszones; onjuiste aanduiding parkeerschijf; niet aanbrengen van de speciale kaart voor personen met een handicap; stilstaan en parkeren op witte markering parkeerzonde.
Enkele voorbeelden van overtredingen van de tweede categorie zijn: stilstaan en parkeren op autowegen en parkeren op parkeerplaatsen voorbehouden voor personen met een handicap.
Het volledige overzicht van de overtredingen die vanaf 1 juni via GAS gesanctioneerd zullen worden, kan geraadpleegd worden in de verordening in bijlage.
De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-wet).
Het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stiltaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie op het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
De gemeenteraad keurt de politieverordening betreffende de overtredingen op het stilstaan en parkeren goed.
Vanaf 1 juni 2022 zal in Hasselt gestart worden met het opleggen van gemeentelijke administratieve sancties (GAS) voor overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren (GAS 4).
We verwijzen hiervoor naar besluit 2021_GR_00276 betreffende de toetreding tot de raamovereenkomst C-smart (aankoop software InTouch en goedkeuring implementatie GAS 4). Dit besluit werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 23 november 2021.
Voor de implementatie van GAS 4 dient er verplicht een protocolakkoord met het parket afgesloten te worden. Het is een overeenkomst die wordt afgesloten tussen het college van burgemeester en schepenen en de bevoegde procureur des Konings. Het protocol dient ook door de gemeenteraad bekrachtigd te worden (cfr. artikel 23 GAS wet).
In het protocolakkoord worden de nadere regels vastgelegd over de manier van afhandeling van de overtredingen inzake GAS 4 en worden afspraken gemaakt inzake gegevensuitwisseling en rapportering.
Het protocolakkoord dat werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen van donderdag 5 mei 2022 is terug te vinden als bijlage.
We verwijzen hiervoor naar besluit 2022_CBS_01467.
Na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen werd het protocol ondertekend door de burgemeester, de algemeen directeur en de procureur des Konings.
Het gaat om een standaarddocument dat inhoudelijk hetzelfde is voor alle steden en gemeenten van het gerechtelijke arrondissement Limburg, Afdeling Hasselt. Het parket wil immers binnen het gerechtelijk arrondissement Limburg, afdeling Hasselt, een zo uniform mogelijke werkwijze hanteren.
- De artikelen 22 en 23 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-wet).
- Het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stiltaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen.
Na bekrachtiging door de gemeenteraad zal het protocolakkoord bekend gemaakt worden op de website van de stad en/of via een affiche waarop vermeld staat waar de tekst van het protocol geraadpleegd kan worden.
Het protocol zal van kracht gaan vanaf 1 juni 2022.
De gemeenteraad bekrachtigt het protocolakkoord met het parket betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren dat werd afgesloten tussen het college van burgemeester en schepenen en de procureur des Konings.
Dit besluit wordt voorgelegd op vraag van lokale politie LRH in het kader van het globaal veiligheidsplan.
De bepalingen rond het opstijgen en vliegen met drones zijn bij wet voorzien door het Koninklijk Besluit van 8 november 2020 (Koninklijk besluit tot uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen).
Daarnaast werd in onze codex politieverordeningen opgenomen dat elke niet recreatieve vlucht met een drone boven de stad moet gemeld worden via het aanmeldingsformulier 'dronevluchten'. Hierbij kan de burgemeester altijd voorwaarden opleggen of de vlucht verbieden wanneer de openbare orde in het gedrang komt.
Om het goede verloop van de muziekfestivals Hear Hear en Pukkelpop 2022 en de openbare orde, rust en veiligheid van de bevolking gedurende het festivalgebeuren te verzekeren, is het noodzakelijk om een bijkomende maatregel te nemen om preventief het gebruik van dergelijke luchtvaartuigen te kunnen vermijden in de omgeving van het festivalgebeuren.
Zo zal deze politieverordening het bezit van drones en/of hun besturingssystemen binnen een bepaalde perimeter van het Hear Hear en Pukkelpop festival 2022, en dit gedurende de volledige duur van het festival, administratief strafbaar stellen. Deze maatregel dient genomen te worden om de stad de mogelijkheid te bieden om sneller en op een meer efficiënte manier te kunnen reageren op problemen van lokale aard.
Het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid de artikelen 2, 40, 41, 56 §1 en 63.
De Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid de artikelen 119, 119bis en 135 § 2;
De Wet van 27 juni 1937 houdende de herziening van de wet van 16 november
1919 betreffende de regeling van de luchtvaart;
De Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
Het Koninklijk Besluit van 8 november 2020 tot uitvoering van uitvoeringsverordening (EU) 2019/947 van de Commissie van 24 mei 2019 inzake de regels en procedures voor de exploitatie van onbemande luchtvaartuigen.
De gemeentelijke codex politieverordeningen betreffende de openbare rust, de openbare veiligheid, de openbare reinheid, de openbare gezondheid en de openbare overlast vastgesteld op de gemeenteraad van 24 november 2020.
De gemeenteraad keurt de politieverordening goed die het bezit van drones (RPA – een op afstand bestuurd luchtvaartuig) en/of de besturingssystemen ervan op de openbare weg en het openbaar domein binnen de perimeter van het festivalgebeuren, bepaald in artikel 2 van het onderhavig besluit, verbiedt van zondag 14 augustus 2022 vanaf 00 uur tot en met maandag 15 augustus 2022 om 09 uur en van donderdag 18 augustus 2022 00 uur tot en met maandag 22 augustus 2022 om 16 uur. Dit verbod geldt niet voor het bezit van deze luchtvaartuigen en/of hun besturingssystemen door bevoegde overheden of door vergunninghouders.
De perimeter bevat op het grondgebied van Hasselt de openbare wegen en het openbaar domein in het gebied afgebakend door de volgende openbare wegen: Hasseltse Beverzakstraat - Bokrijkseweg - Zavelvennestraat - Kiewitstraat - Banneuxstraat - Paalsteenstraat - Vilstraat - Blookstraat - Nieuwstraat - Hoogheide - Langvennestraat - Paalsteenstraat - Ranonkelstraat - Slangbeekweg - Ranonkelstraat - Kempische Steenweg. De voornoemde openbare wegen maken deel uit van de perimeter waarop het verbod van toepassing is.
Deze politieverordening zal bekend gemaakt worden zoals voorzien in artikel 286 Decreet Lokaal Bestuur en artikel 15 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties met betrekking tot minderjarigen.
§1. De leden van de lokale en federale politie zijn gelast met de uitvoering van deze verordening. Na vaststelling van de inbreuk door de lokale of federale politie kan volgende maatregel genomen worden:
Voor het Hear Hear festival beginnende zondag 14 augustus 2022 vanaf 00 uur tot en met maandag 15 augustus 2022 om 09 uur.
Voor het Pukkelpop festival beginnende donderdag 18 augustus 2022 vanaf 00 uur tot en met maandag 22 augustus 2022 om 16 uur.
§2. Overtredingen op deze verordening worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete van maximum 175 euro indien de overtreder minderjarig is of 350 euro indien de overtreder meerderjarig is en dit overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, zoals verder geregeld in de artikelen 300 -304 van de Codex Politieverordeningen, zoals vastgesteld op de gemeenteraad van 24 november 2020 en latere wijzigingen.
Dit reglement doet geen afbreuk aan de wetgeving van toepassing op de luchtvaart, aangevuld met de vigerende bepalingen van het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV) en moet te allen tijde door alle partijen worden gerespecteerd.
Een afschrift van deze politieverordening zal conform artikel 119 Nieuwe Gemeentewet worden overgemaakt aan de deputatie van de provincieraad en de griffie van de politierechtbank van eerste aanleg.
Naar aanleiding van de overname van de aandelen van Crematorium Hasselt NV door de Stad Hasselt op 31 december 2021, dringt een nieuwe samenwerkingsovereenkomst zich op.
Deze samenwerkingsovereenkomst wordt opgemaakt in het kader van artikel 247 van het Decreet Lokaal Bestuur (hierna kortweg “DLB”) en concretiseert de rechten en verplichtingen van zowel de Stad als Crematorium Hasselt in de samenwerking tussen deze partijen met betrekking tot de aan Crematorium Hasselt toevertrouwde taken van gemeentelijk belang en het statutair voorwerp van Crematorium Hasselt, zoals omschreven in artikel 3 van de statuten van Crematorium Hasselt.
De aan Crematorium Hasselt toevertrouwde taken van gemeentelijk belang hebben betrekking op het beheer en de exploitatie van het crematorium gelegen te 3500 Hasselt, Prins Bisschopssingel 67, opgericht door Crematorium Hasselt op basis van de erfpachtakte tussen de Stad en Crematorium Hasselt van 22 mei 1989.
Crematorium Hasselt staat in voor het beheer en de exploitatie van voormeld crematorium en dit binnen de grenzen en op de wijze zoals voorzien in onderhavige samenwerkingsovereenkomst, het Decreet van 16 januari 2004 (Decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging) en de terbeschikkingstellings-overeenkomst van 28 mei 2021 tussen de Stad en Crematorium Hasselt.
Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid artikel 247,
Statuten Crematorium Hasselt NV, goedgekeurd door de algemene vergadering van Crematorium Hasselt NV, inzonderheid artikel 12.
Geen rechtstreekse financiële impact.
Wel implicaties met betrekking tot organisatiebeheersing, boekhouding en controle zoals beschreven in hoofdstuk 2 van de overeenkomst.
De gemeenteraad keurt de voorliggende samenwerkingsovereenkomst tussen de Stad Hasselt en Crematorium Hasselt NV goed.
Door de "Werkgroep Noodplanning" - die in de schoot van de Gemeentelijke Veiligheidscel van de stad Hasselt werd opgericht - is een voorlopige versie van het Bijzonder Nood- en Interventieplan (BNIP) Pukkelpop & HearHear 2022 opgesteld.
In uitvoering van het KB van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning vormt dit Bijzonder Nood- en Interventieplan (BNIP) Pukkelpop & HearHear 2022 een aanvulling op het reeds bestaande Algemeen Nood- en Interventieplan (ANIP) van de Stad Hasselt. Dit BNIP beschrijft de organisatie van de hulpverlening en de multidisciplinaire coördinatie zowel in preventieve fase als tijdens een noodsituatie.
Een noodsituatie kan altijd en onverwacht toeslaan. Omdat op zo'n moment multidisciplinair moet worden samengewerkt, is een goede voorbereiding en adequaat veiligheidsplan noodzakelijk.
Het stadsbestuur beschikt reeds over een Algemeen Nood- en Interventieplan (ANIP) dat in werking treedt bij een noodsituatie. Grote openluchtfestivals zoals Pukkelpop & HearHear kennen hun typerende risico's en vergen specifieke afspraken naar inzet van de interventiediensten. Daarom is het noodzakelijk om deze risico's met de nodige interventiemiddelen en verantwoordelijken per discipline (brandweer, politie, organisatie, ...) vast te leggen in een Bijzonder Nood- en Interventieplan (BNIP).
Nieuw dit jaar is de bijkomende festivaldag ‘HearHear’ op zondag 14 augustus 2022. Hoewel tijdstip en capaciteit verschillen, alsook het feit dat er geen camping wordt georganiseerd, is de locatie en organisatie dezelfde en vergt HearHear gelijkaardige afspraken en maatregelen met betrekking tot de noodplanning en het crisisbeheer.
Hoewel we beschikken over de planning van de wegeniswerken op de R71 en N74 en we reeds de nodige scenario's hebben voorbereid en maatregelen hebben getroffen, moeten we er rekening mee houden dat de planning van dergelijke grootschalige werken onderhevig is aan allerlei factoren. Ook de nog steeds heersende COVID-19 pandemie kan ons confronteren met snel wijzigende maatregelen, afgestemd op de epidemiologische situatie.
Kortom, het is op dit moment niet mogelijk om alle risico's in te schatten waarmee we te maken zullen krijgen tijdens de festivaldagen in augustus. Bijgevoegd BNIP is daarom slechts een voorlopige versie op basis van de situatie zoals we die nu kennen en de informatie waarover we momenteel beschikken. Aanpassingen zijn in een latere fase noodzakelijk en een definitieve versie kan daarom pas worden goedgekeurd kort voor aanvang van de betreffende festivaldagen.
Koninklijk Besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen;
Koninklijk Besluit van 18 mei 2020 tot vaststelling van het nationaal noodplan betreffende de aanpak van een terroristische gijzelneming of terroristische aanslag;
Ministeriële omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 betreffende de operationalisering van het referentiekader CP 4 over het genegotieerd beheer van de publieke ruimte n.a.v. gebeurtenissen die de openbare orde aanbelangen;
Ministeriële Omzendbrief SPV06 van 25 mei 2016 betreffende Veiligheid van festivals en evenementen met een grote volkstoeloop in het kader van dreigingsniveau 3.
Gezien in de maanden juli en augustus geen gemeenteraad plaatsvindt, dienen de bevoegdheden inzake de goedkeuring van de definitieve versie van het BNIP Pukkelpop & HearHear 2022 te worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen. De Wet Civiele Veiligheid (art. 9, §4, 2e lid) en het KB betreffende Lokale Noodplanning staan dat toe.
De gemeenteraad keurt de voorlopige versie van het Bijzonder Nood- en Interventieplan Pukkelpop & HearHear 2022 goed.
De gemeenteraad delegeert de bevoegdheid tot goedkeuring van het definitieve Bijzonder Nood- en Interventieplan Pukkelpop & HearHear 2022 aan het college van burgemeester en schepenen, na aanpassing van de voorlopige versie van het Bijzonder Nood- en Interventieplan Pukkelpop & HearHear 2022 aan de wijzigingen in de risicoanalyse en de bijhorende risicobeperkende maatregelen.
In de zitting van 29 juni 1992 keurde de gemeenteraad een overeenkomst met C.V. Interelectra (heden Fluvius) betreffende de inbreng van distributienetten en installaties van elektriciteit, goed. Conform deze gemeenteraadsbeslissing besloot de stad Hasselt om de aan haar toebehorende elektriciteitsnetten voor de distributie van laagspanning en middenspanning op het grondgebied Hasselt in te brengen bij C.V. Interelectra (heden Fluvius). De overdracht van deze activa aan C.V. Interelectra (heden Fluvius) werd vergoed door de uitgifte van aandelen van C.V. Interelectra (heden Fluvius). Kortom, met deze beslissing stelde de stad Hasselt de nodige grondzaten ter beschikking (tegen vergoeding in aandelen) waarop Fluvius haar eigen cabines kon plaatsen. Echter zorgt dit heden voor moeilijke situaties: bv. een perceel in eigendom van de stad Hasselt waarop de cabine van Fluvius staat, wordt ingesloten door particuliere eigendommen. Vandaag wil Fluvius toegang nemen tot deze cabine, maar vermits de stadsgrond (waarop de cabine staat) ingesloten wordt door particuliere eigendommen, dient Fluvius de particuliere eigendommen te betreden. Vandaag komt het steeds frequenter voor dat de betreffende particulieren de toegang aan Fluvius ontzeggen. Immers, er is nooit bij akte een erfdienstbaarheid bedongen geweest waarmee men de ingesloten percelen stadseigendom kan ontsluiten.
Een regularisatie dringt zich aldus op vermits het niet de bedoeling kan zijn dat de stad Hasselt (eigenaar van vele heersende erven) met alle particulieren (eigenaars van vele lijdende erven) vandaag de onderhandelingen moet voeren om een recht van doorgang - ten gunste van Fluvius - te bedingen.
In de zitting van 12/08/2021 keurde het college van burgemeester en schepenen dan ook de opstart van het dossier met betrekking tot de vervreemding grondzaten ter regularisatie van de cabines, aan Fluvius, goed (2021_CBS_02428).
Om deze regularisatie te finaliseren is het wenselijk dat de stad Hasselt het perceel gelegen te Vliegeneinde en ten kadaster gekend Hasselt 16de afdeling, Spalbeek, sectie A, perceelnummer 54/R verkoopt aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg.
De betreffende cabine valt onder de categorie: "De grondzaten waarop doorheen de jaren door Fluvius een cabine (zowel gas als elektriciteit) geplaatst is geweest, waar de stad Hasselt destijds geen aandelen voor in ruil kreeg, zal Fluvius aankopen bij notariële akte, conform de prijs zoals deze wordt bepaald door een onafhankelijk beëdigd landmeter-expert-schatter aangesteld door de stad Hasselt".
Via deze weg wordt dan ook bijgevoegde overeenkomst met prijs en voorwaarden voor de verkoop van het perceel gelegen te Vliegeneinde en ten kadaster gekend Hasselt 16de afdeling, Spalbeek, sectie A, perceelnummer 54/R ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Prijs conform het schattingsverslag zoals opgesteld door bvba Geowijzer (aangesteld volgens raamcontract) dd. 07/04/2022, dossier 2022HA03.
De verkoop geschiedt dan ook om reden van openbaar nut.
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het aanstellen van de notaris. Deze notaris wordt belast met de verdere afhandeling van het dossier en de opmaak van de authentieke akte. De akte zal verleden worden door de dienst Vastgoedtransacties, zoals aangesteld bij besluit 2021_CBS_02428. Deze dienst zal het dossier afhandelen en op haar beurt de authentieke akte verlijden. Deze dienst is gevestigd te Jaarbeurslaan 19, 3600 Genk. Alle kosten die het verlijden en opmaken van de akte met zich meebrengt zijn ten laste van de koper.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, Titel II, hfdst. 3
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
De kredieten voor deze ontvangsten zijn voorzien op:
Bedrag = €1.750,00 (incl. BTW)
Volgnummer:MJP006741 (BE)
Prijs conform schattingsverslag zoals opgesteld door bvba Geowijzer (aangesteld volgens raamcontract) dd. 07/04/2022, dossier 2022HA03.
De gemeenteraad keurt de verkoop van het perceel gelegen te Vliegeneinde en ten kadaster gekend Hasselt 16de afdeling, Spalbeek, sectie A, perceelnummer 54/R volgens bijgevoegd plan, aangeduid als lot 1 en afgebeeld in gele kleur, plan opgemaakt door Ibens landmeters, opgemaakt op datum van 13 april 2021 (dossier 11885J), aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Limburg, goed. De verkoop geschiedt conform bijgevoegde overeenkomst.
Voornoemd opmetingsplan werd opgenomen in de databank van de plannen van afbakening van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie met referentie 71054-10131.
Het doel van de verkoop is het regulariseren van de grondzate in functie van een distributiecabine ten openbare nutte.
De toegang naar het perceel grond gebeurt via lot 2 (particuliere eigendom) zoals aangeduid op het voornoemde opmetingsplan.
De koper zal hiervoor met de eigenaar van lot 2 een erfdienstbaarheid vestigen voor de aanleg, herstel, vervanging en onderhoud van ondergrondse leidingen en tevens een erfdienstbaarheid van toegang voor het personeel van Fluvius System Operator, Fluvius Limburg, beide erfdienstbaarheidszones zoals omschreven in het hierboven vermelde plan van Ibens landmeters als lot 2, afgebeeld in paarse kleur met een oppervlakte van 37m².
De verkoop van de grond wordt toegestaan en aanvaard voor de prijs van DUIZEND ZEVENHONDERDVIJFTIG EURO (€1.750,00).
De koopsom zal betaald worden bij de ondertekening van de notariële akte.
De overeenkomst wordt aangegaan onder volgende opschortende voorwaarden:
- de koper bekomt een omgevingsvergunning op het verkochte onroerend goed, indien vereist voor de werken die zij wenst uit te voeren
- de verkoop wordt goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de koper.
De Algemene Administratie voor de Patrimoniumdocumentatie wordt ontslagen om ambtshalve inschrijving te nemen om welke redenen het ook mag wezen.
De stad Hasselt heeft via OVAM een blanco bodemattest ontvangen.
De akte zal verleden worden door de dienst Vastgoedtransacties (Jaarbeurslaan 19, 3600 Genk). Alle kosten die het verlijden en opmaken van de akte met zich meebrengt zijn ten laste van de koper.
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van dit besluit.
Naar aanleiding van de te voorziene volkstoeloop en de indeling van de terreinen ter gelegenheid van het evenement Pukkelpop 2022 is het noodzakelijk maatregelen te treffen ter vrijwaring van het veilig verkeer en van de openbare orde en rust.
Tijdens de opbouw van Pukkelpop ter hoogte van de Tulpinstraat en de nabije omgeving van sporthal Kiewit is het nodig om met voertuigen te rijden die op de openbare weg niet toegelaten zijn.
Verder wil de organisatie privé bewakingsdiensten inschakelen voor de algemene veiligheid en bescherming tegen diefstal.
Wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid.
Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 over het algemeen reglement betreffende de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen.
Het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald en latere wijzigingen.
Het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg en latere wijzigingen.
De gemeenteraad keurt goed dat volgende straten tussen de periode van 1 juli tot en met 30 juli 2022 tijdens de weekdagen en vanaf 31 juli tot en met 28 augustus 2022 permanent, onttrokken worden aan het openbaar domein:
Door dit reglement worden de bestaande gemeentelijke verkeersreglementen opgeschort voor zover zij betrekking hebben op de straten bedoeld in dit artikel en dit voor zover deze strijdig zijn met het huidig reglement. De nodige signalisatie wordt aangebracht om dit kenbaar te maken aan de weggebruikers.
Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47, bepaalt het volgende:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Volgens de toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
Op 17 december 2021 werd de aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer OMV2021187988 ingediend bij de stad door Vanhelmont Guido voor het bouwen van een meergezinswoning met 12 studio’s, te Stadsomvaart zn, tussen nrs. 157 en 161, 3500 Hasselt, kadastraal gekend als 8e afdeling sectie D, perceel 153M02 en sectie D, perceel 153F04.
Deze omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omvat onder meer het wijzigen van buurtweg nr. 78 in de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt, ter plekken ook gekend als de Plankenweidevoetweg. Deze wijziging houdt in concreto een verlegging in. Hiervoor werd een gemeentelijk rooilijnplan opgesteld.
De plannen die betrekking hebben op gemeentelijke rooilijnen werden opgesteld door landmeter-expert Bart Cleuren op datum van d.d. 5 augustus 2020, nl.
(1)een gemeentelijk rooilijnplan waaruit duidelijk de actuele en de toekomstige rooilijn van de buurtweg, in wezen ook een gemeenteweg, blijkt
(2)topografische kaart, orthofoto en wegenkaart
(3)een uittreksel uit de Atlas van de Buurtwegen.
De getroffen of betrokken kadastrale percelen en onroerende goederen zijn gedefinieerd als 8e afdeling sectie D, perceel 153M02 en sectie D, perceel 153F04.
Het schattingsverslag van de waardevermindering/waardevermeerdering van landmeter-expert Peter Gijsen d.d. 10 september 2020 wordt als integraal deel van de plannen aanschouwd.
Het voorliggend rooilijnplan geeft verdere uitvoering aan artikel 3 en artikel 4 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019:
(1)De voorliggende verlegging van voetweg 78 zorgt ervoor dat de verbinding behouden blijft. Het segment afgebakend met hoekpunten 01,02,03,04 (rode opvulling) zal afgeschaft worden en vervangen worden voor het segment afgebakend met hoekpunten 05,07,02,06 (groene opvulling). Het gele segment blijft behouden en zal aansluiten op de verlegging. De samenhang van het gemeentelijk trage wegennetwerk blijft hierbij gewaarborgd. Tevens zal de toegankelijkheid voor zachte weggebruikers verbeteren gezien de buurtweg verbreed wordt tot meer dan 3 meter (variabel). De vrije doorrijhoogte is gegarandeerd tot 2m45.
(2)De voorgestelde verlegging staat den dienste van het algemeen belang, gezien de connectiviteit van het tragewegennetwerk verbeterd wordt. De verbinding tussen Stadsomvaart en de Jongmansstraat blijft gegarandeerd.
(3)Het behoud van de huidige ligging kon niet geopteerd worden, gezien het een blijvende hypotheek zou vormen op een mogelijke omgevingsvergunning. Bovendien had de originele ligging van de buurtweg in se geen aansluiting meer op het openbaar domein van de Stadsomvaart, maar liep deze dood tegen de gevel van perceel 153G4. Deze situatie wordt in dit dossier rechtgetrokken.
(4)De voorgestelde verlegging geeft invulling aan een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, waarbij een privaat wooninitiatief wordt gecombineerd met een publieke doorgang, waarmee de leefbaarheid van de stad wordt verbeterd.
Het decreet gemeentewegen schrijft voor dat het bijhorende schattingsverslag dient opgemaakt te worden door een beëdigd landmeter-schatter aangesteld door de stad. In deze werd echter het schattingsverslag aangeleverd door de heer Peter Gijsen.
Op dd. 2 oktober 2020 ontvingen we echter van de landmeter-schatter die de stad vertegenwoordigd het formeel advies dat het opgestelde schattingsverslag verantwoord is rekening houdend met artikel 28 van het decreet gemeentewegen. De verlegging binnen eigen perceel met een verbreding van de weg verantwoordt daarboven de gesloten beurs.
Het openbaar onderzoek betrekkende de omgevingsvergunning, inclusief het rooilijnplan, vond plaats van 28 februari 2022 tot en met 29 maart 2022. Er werden in totaal 8 bezwaarschriften ingediend waarvan 2 identieke bezwaren en 3 andere bezwaren (deels) betrekking hebben op het voorliggend rooilijnplan.
Het bezwaar 2, ingediend door een aanpalende, werd als volgt omschreven voor het deel gaande over het voorliggend rooilijnplan:
1. Er is een beroepsprocedure aanhangig in Brussel tegen het verplaatsen van de Plankeweidevoetweg. Zolang als er hierover geen uitspraak is gebeurd, kan er sowieso niet gebouwd worden. Het lijkt ons ook onmogelijk dat men een bouwvergunning zou kunnen toekennen bovenop een bestaande weg, waarover nog een beroepsprocedure loopt in Brussel. We zien trouwens het nut niet in van het verleggen van die buurtweg. Het dient alleen, om voor de aanvrager de bouw van de studio’s mogelijk te maken, iets wat om vele redenen niet wenselijk is voor ons.
6. De Plankeweidevoetweg wordt door de bewoners van de huizen gelegen aan de Stadsomvaart gebruikt voor hun garages. Op de plannen is heel vlotjes een auto getekend die op de Plankeweidevoetweg rijdt! Het daar op of uit geraken vanuit de doorgang in het nog te bouwen complex is zo goed als onmogelijk door de te korte bocht.
In verband met bovenstaand bezwaar kan volgende bespreking en weerlegging volgen:
1. In het gemeenteraadbesluit van de omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer VVO2020/1104-OMV2020143627 werd opgenomen dat de beslissing nietig is wanneer er geen geldige omgevingsvergunning wordt afgeleverd. De aanvraag werd in de beroepsfase ingetrokken waardoor er geen omgevingsvergunning werd afgeleverd en bijgevolg de gemeenteraadsbeslissing ook komt te vervallen, bijgevolg is de beroepsprocedure ook nietig.
6. Deze verlegging én verbreding formaliseert voor het eerst de toegang met een auto. De bereikbaarheid van de achterliggende percelen wordt dus in feite verbeterd. In de originele toestand, waarbij de buurtweg slechts een breedte heeft van 1m20 is de toegang met een gemotoriseerd voertuig eigenlijk nooit mogelijk geweest.
De draaicirkel wordt uitgezet op het plan en toont aan dat dit haalbaar is voor personenwagens. Er is bijkomend nog ruimte links van de buurtweg die ervoor zorgt dat de bocht zelfs ruimer genomen kan worden dan aangegeven op het plan.
Het bezwaar 4, ingediend door een aanpalende, werd als volgt omschreven voor het deel gaande over het voorliggend rooilijnplan:
Doorrijhoogte 2m45: ook hiertegen mijn volledige afwijzing, dit is onaanvaardbaar voor de vierde keer. Wat met een verhuiswagen, brandweerwagen, mobilhome, camionette, aanhangwagen……, probeer maar eens langs de geplande weg achterwaarts naar de stadsomvaart uit te rijden. De hoogte is onaanvaardbaar.
Op het huidige plan is de breedte van de buurtweg vooraan geen 3,15m maar slechts 2,95m en achteraan geen 3,40m maar 3,20m, dit omwille van palen die rechts op de weg komen, dit mocht en kan niet volgens de provincie (verslag provincie 8/08/2014). De palen zijn wel aanwezig op het plan, dit verkleint de draaicirkel naar ons huis.
In verband met bovenstaand bezwaar kan volgende bespreking en weerlegging volgen:
De doorgangshoogte van 2m45 is voldoende voor de doorgang van plaatselijk autoverkeer te kunnen garanderen, momenteel is de woning ook niet bereikbaar voor vrachtwagens omwille van de beperkte breedte van de doorgang. In uitzonderlijke omstandigheden (vb. verhuis) kan er toestemming gevraagd worden om langs de andere zijde van de buurtweg toegang te verkrijgen. De kolommen hinderen de draaicirkels volgens het plan niet.
Wat betreft het overbouwen van de buurtweg kan eigenlijk gesteld worden dat de rooilijn van de gemeenteweg niet wordt gewijzigd, verplaatst of opgeheven door deze handeling en dat bijgevolg dit aspect (over de hoogte van de doorgang) eigenlijk niet ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de gemeenteraad (Decreet gemeentewegen). Vanuit ruimtelijk oogpunt is een doorgang met een hoogte van 2,45 meter voldoende om een wagen te laten doorrijden. Dit kan ook verder binnen de omgevingsvergunning geëvalueerd worden.
De ruimte voorzien voor de kolommen werd mee opgenomen op het rooilijnplan (20 cm) en bij deze is de voorziene doorrijdbreedte gekend en transparant volgens het rooilijnplan. De breedte wordt voldoende geacht. De kolommen zijn mee opgenomen als wegaanhorigheid van de gemeenteweg om een verhakkelde rooilijn te voorkomen.
Het bezwaar 6, ingediend door een buurtbewoner en aanpalende van de buurtweg, werd als volgt omschreven voor het deel gaande over het voorliggend rooilijnplan:
Er werd een verkoop beslist ten gunste van de aanvrager waar al meer dan 30 jaar een andere ligging van de weg bestaat. Hoe kan een weg met naambord ineens niet meer bestaan (servitude geworden) en ontnomen worden van de jarenlange functies (een servitude weg heeft geen naam, deze wel: Plankeweidevoetweg).
Ik kan zeker niet akkoord gaan met een onderdoorgang van 2,45 m. Op het huidige plan is de breedte aan de straatkant 2,95 m (wat niet wettelijk is) en achteraan 3,20 m (dit verkleint de draaicirkel naar mijn woonst), versmalling omwille van palen die rechts op de weg komen volgens het bouwplan. Ik ben aannemer en mijn camionette is hoger + met mijn aanhangwagen geraak ik niet gedraaid. Een weg mag zomaar niet overbouwd worden.
In verband met bovenstaand bezwaar kan volgende bespreking en weerlegging volgen:
De buurtweg is altijd al een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid geweest, wat concreet betekent dat de grondzate wel tot de particulier blijft behoren, maar dat de weg wel een openbaar karakter heeft. Er werd in deze ook niet louter een afschaffing of verkoop beslist maar een verlegging en verbreding binnen het eigen perceel. De weg en zijn functie blijven dus behouden en het algemeen belang wordt dus niet geschaad.
In verband met de hoogte en breedte van de onderdoorgang, zie weerlegging bezwaar 4 hierboven.
De originele breedte van de buurtweg was niet voorzien voor gemotoriseerd verkeerd (meer dan 1m20), de voorziene aanpassing is een verbetering ten opzichte van de bestaande toestand.
Het gedeelte van de buurtweg gelegen achter de panden rechts van het project wijzigt niet. Dit staat als te behouden op het rooilijnplan met een gele indicatie. Het probleem van de draaibeweging situeert zich altijd al ter hoogte van het eigen eigendom en niet ter hoogte van het nieuwe bouwproject.
Het bezwaar 7 en 8, ingediend door aanpalende, gaande over het voorliggend rooilijnplan, werd als volgt omschreven:
Onder het algemeen inleidend gedeelte:
Ondergetekende tekent bezwaar aan tegen de wijze waarop het openbaar onderzoek gevoerd wordt. De stukken zijn niet behoorlijk raadpleegbaar. Op het Omgevingsloket worden slechts enkel ter zake niet dienstige documenten gepubliceerd. Het overgroot deel ervan bevat geen relevante informatie. Bovendien werden enkel het opmetingsplan Geotec dd. 08.11.2011 in het loket opgenomen en het verslag van de bepaling van de meer- en minderwaarde begroting niet, noch het verleggingsplan.
Het ter inzage gelegde dossier op het stadhuis was enkel op een computerscherm raadpleegbaar. Het fysieke dossier kon niet voorgelegd worden. In meer werd uitdrukkelijk aangegeven dat er geen foto’s van het scherm mochten genomen worden. Op dergelijke wijze is het onmogelijk een behoorlijk onderzoek van het ter inzage gelegde dossier door te voeren. Zo ontbreekt op bepaalde plannen bijvoorbeeld essentiële maatvoering zodat zelfs de bouwdiepte niet juist bepaald kan worden.
In verband met dit gedeelte van het bezwaar kan volgende bespreking en weerlegging volgen:
Op het omgevingsloket kan men enkele dossierstukken online inkijken, maar privacygevoelige informatie wordt hiervan uitgesloten (vb. persoonsgegevens en auteursrechtelijk beschermde plannen). Het volledige dossier is daarom enkel raadpleegbaar op het stadhuis zelf. De terinzagelegging gebeurde volgens de bepalingen opgenomen in het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Dit kan enkel digitaal geraadpleegd worden, gezien er geen mogelijkheid meer is in de omgevingsaanvraagprocedure om een papieren aanvraag in te dienen, er kan dus geen fysiek dossier voorgelegd worden. Bij deze stukken ter inzage in het stadshuis, was het rooilijnplan wel aanwezig.
Onder punt B in het bezwaarschrift:
1. Bij akte d.d. 19.04.2012 verleden voor notaris Smeets verkoopt de Stad Hasselt een perceel grond gelegen aan de Stadsomvaart, volgens recent kadastraal uittreksel gekadastreerd sectie D nummer 153/F/4 met een oppervlakte volgens het kadaster van één are drieëndertig centiare (1a33ca), en met een oppervlakte volgens het hiernavermelde opmetingsplan van één are zevenendertig centiare (1a37ca) aan de NV IMMO GEVAN met maatschappelijke zetel te Hasselt, Thonissenlaan 63 bus 1,
vertegenwoordigd door dhr. Freddy VANHELMONT (de huidige aanvrager van de omgevingsvergunning) tegen de prijs van 225,00 euro/m², hetzij in het totaal voor 30.825,00 euro.
2. Aan de akte werd het plan Cleuren d.d. 04.08.2011 gehecht. Dhr. Cleuren is landmeterexpert in dienst van de Stad.
3. Het plan geeft de ligging van de gemeenteweg (destijds buurtweg) nr. 78 verkeerd weer (zie verder). Het opmetingsplan Geotec d.d. 08.11.2011 – dat opgenomen wordt bij het ter inzage gelegde dossier, neemt het plan Cleuren met inbegrip van de ligging van de gemeenteweg zonder meer identiek over en breidt het uit met de opmeting van het perceel 153/m/2 (waarbij zelfs de achtergrens van dit perceel niet bepaald werd).
4. Alhoewel het perceel op dat ogenblik doorkruist werd door een buurtweg (thans gemeenteweg) en de betrokken percelen bijgevolg op dat ogenblik niet bebouwbaar waren, werd de grond door de Stad anno 2012 verkocht tegen de (toenmalige) prijs van volwaardige bouwgrond en dan nog onder de voorwaarde dat de koper moet zorg dragen voor de verlegging (van het huidig deel) van de gemeenteweg. In de mate dat de verlegging van de gemeenteweg door de Stad niet goedgekeurd zou worden en er voor het betrokken perceel geen omgevingsvergunning tot bouwen uitgereikt wordt, loopt de Stad het risico op een aanzienlijke schadeclaim vanwege de koper/bouwheer. In casu is de Stad zowel bij de beoordeling van de huidige vergunningsaanvraag ten minste belanghebbende partij, zowel voor het verleggen van de gemeenteweg als voor het toekennen van de aanvraag tot bouwen en is ze niet bevoegd om de al dan niet toekenning van de aanvraag onpartijdig te beoordelen. In het andere geval ontstaat er belangenvermenging en gaat zulks in tegen iedere vorm van behoorlijk bestuur.
In verband met bovenstaand gedeelte van dit bezwaar kan volgende bespreking en weerlegging volgen:
De afgeronde vastgoedtransacties die in het verleden hebben plaatsgevonden (zonder een uitspraak te doen over de correctheid van bovenstaande informatie) hebben geen invloed op de huidige voorliggende omgevingsvergunning. De stad is in deze dus ook verder geen belanghebbende partij en kan wel onpartijdig oordelen over de voorliggende omgevingsvergunning, dat ook haar taak is.
De plannen, opgesteld door een beëdigd landmeter-expert, worden naar eer en geweten opgesteld. Indien er een betwisting bestaat over de correctheid van een plan, moet dit door een college dat bestaat uit meerdere landmeter-experten uitgeklaard worden en kan zonder aanlevering van verdere bewijzen van ‘fouten’ geen ambtelijke uitspraak krijgen.
Onder punt C. in het bezwaarschrift worden volgende elementen aangehaald:
1. Blijkens de bindende atlas der buurtwegen heeft de gemeenteweg ter plaatse een breedte van 1,20 m en hoort de zate voor de helft toe aan de aangelande eigenaars.
In praktijk bezit de buurtweg aldaar sedert meer dan 30 jaar een andere ligging, configuratie en breedte van 3 m of meer. Dat betekent dat de bestaande wegbreedte overeenkomstig art. 10 van het Veldwetboek inmiddels lang verjaard is (o.m. Cass. 20 mei 1983, Pas. 1983, I, p. 1057-1061; Cass. 29 november 1996, RW 1997-1998, p. 225-226; Cass. 4 maart 1974, Pas. 1974, I, p. 683-685; Rb. Turnhout 29 maart 2010, T.Not 2011, p. 377-384).
De jarenlange feitelijke ligging, configuratie en breedte van de gemeenteweg wordt duidelijk weergegeven op onderstaande luchtfoto’s vanaf Geopunt.
2. Volgens de atlas der buurtwegen strekt de buurtweg zich uit vanaf het kruispunt van de buurtweg nr. 64 (thans Windmolenstraat), buurtweg nr. 71 (thans Windmolenstraat) en buurtweg nr. 64 (thans Stadsomvaart) in zuidelijke richting uit tot ver voorbij de huidige Kunstlaan.
3. Aan de betrokken buurtweg werd nooit enige goedgekeurde wijziging aangebracht: meer bepaald geen verlegging, noch afschaffing. Dat betekent dat de ligging en de configuratie van deze gemeenteweg moet overeenstemmen met de atlas en deze buurtweg nog steeds onveranderd moet bestaan.
Vastgesteld wordt dat voorbij het goed van ondergetekende de buurtweg verder in de richting van de huidige Kunstlaan dwars door de gebouwen op perceel nr 154/y/2 loopt en derhalve niet anders dan besloten kan worden dat deze gebouwen niet overeenkomstig de regelgeving werden ingeplant en dus de (eventueel) afgeleverde bouwvergunning onwettig is.
Tevens dient vastgesteld te worden dat de buurtweg eveneens de bebouwde percelen nummers 153/y/2 153/k/4 en 153/g/4 doorkruist zonder dat die ter plaatse werd afgeschaft hetgeen impliceert dat ook deze bouwvergunningen onrechtmatig werden afgeleverd.
4.Volgens de atlas der buurtwegen situeert de buurtweg zich vanaf het kruispunt van de buurtweg nr. 64/deel (thans Windmolenstraat), buurtweg nr. 71 (thans Windmolenstraat) en buurtweg nr. 64/deel (thans Stadsomvaart) in zuidelijke richting uit tot ver voorbij de huidige Kunstlaan (zie hoger).
5. De atlas van de buurtwegen is ook na het Decreet Gemeentewegen zowel voor de Stad als de aangelanden bindend voor wat de ligging, breedte én configuratie van een gemeenteweg betreft.
6. De verkeerde situering van de gemeenteweg op het plan Cleuren blijkt ook eenduidig uit de georefering door de diensten van de Provincie Limburg van de atlas der buurtwegen op het kadastraal plan (of GRB?). Het is overduidelijk dat de betrokken buurtweg ten opzichte van de oostelijke perceelsgrenzen met de kadastrale percelen 153/f/4, 154/x/2, 154/f/2, etc. een behoorlijk stuk oostelijker gesitueerd is dan het plan Cleuren aangeeft. Het plan Cleuren dient de juridisch bestaande toestand weer te geven en alle andere feitelijke terreingegevens.
De achtertuin van het perceel 153/x/2 wordt aan de noordoostelijke kant afgesloten door een omheining in betonnen palen en platen met een hoogte van ca. 2 m en aan de oostelijke zijde door een haag. Deze worden op het plan niet afgebeeld maar vormen wel belangrijke obstakels bij het manoeuvreren (zie verder).
Het plan Cleuren geeft de bestaande toestand o.m. qua afsluitingen onvolledig weer. Zijdelings (noordoost) is het perceel 153/x/2 thans afgesloten door een afsluiting in betonnen palen en platen met een hoogte van ca. 2 m en aan de achterzijde door een levende haag die door haar uitgroei de toegang tot de eigendom van ondergetekende met regelmaat bijkomend bemoeilijkt.
Bovendien wordt op het plan Cleuren een streeplijn aangeduid die niet op de legende van het plan voorkomt en waarvan dus niet geweten is wat die streeplijn inhoudt, te meer die streeplijn door de voorbouw van ondergetekende werd getrokken.
Het plan Cleuren kan door ondergetekende niet aanvaard worden.
7. Volgens het in openbaar onderzoek gelegd plan Cleuren wordt de gemeenteweg gesitueerd voor een (klein)deel op het huidig perceel 153/g/4 en mondt deze buurtweg rechtstreeks uit op de buurtweg nr. 64/deel (thans Stadsomvaart). Het plan Cleuren is opgesteld uitgaande van het kadastraal plan dat duidelijk niet overeenstemt met de gegevens van de atlas der buurtwegen die tegensprekelijk is aan partijen. Gelet op het gebrek aan enige juridische waarde van het kadastraal plan en de juridisch bindende atlas der buurtwegen werd het openbaar onderzoek georganiseerd op basis van onjuiste gegevens ten minste voor wat de ligging van de weg betreft.
Het plan Cleuren stemt voor wat de ligging van de buurtweg betreft bijgevolg niet overeen met de bindende atlas der buurtwegen. Het plan waaromtrent het openbaar onderzoek wordt gevoerd is verkeerd.
8. Overeenkomstig art. 30, 1ste lid van het decreet Gemeentewegen verzoekt ondergetekende de Stad in deze omstandigheden dan ook om over te gaan tot de (tegensprekelijke) afpaling van de huidige gemeenteweg (vroegere buurtweg) nr. 78 ten minste vanaf zijn eigendom tot aan de Stadsomvaart en zulks alvorens er sprake kan zijn van enige wijziging aan de gemeenteweg.
9. Het plan Cleuren voldoet niet aan artikel 16, §3, 2° van de Decreet Gemeentewegen. Op het (kadastrale) perceel waarop de verlegging doorgevoerd wordt, bevinden zich alle nutsleidingen (riolering, waterleiding, elektriciteit, kabel tv, internet, etc.) ten behoeve de achterliggende eigendom van ondergetekende. Deze zijn ten minste voor een gedeelte gesitueerd op (onder) de gemeenteweg in kwestie. Deze (ondergrondse) leidingen worden niet afgebeeld op het plan Cleuren (noch op het plan Geotec).
10. Aangezien het openbaar onderzoek dat thans georganiseerd wordt, uitgaat van pertinent verkeerde gegevens en essentieel ontbrekende elementen is het openbaar onderzoek alleszins voor wat de verlegging van de gemeenteweg betreft nietig.
11. Het schattingsverslag (overeenkomstig art. 28 van het Decreet Gemeentewegen) stelt dat de meer- en minderwaardevergoeding ten gevolge van het verplaatsen van de gemeenteweg gelijk is aan 800,00 euro en dat ze ingevolge art. 28, §2(, 5de lid) van het Decreet Gemeentewegen elkaar neutraliseren.
12. Het plan Geotec d.d. 08.11.2011 werd opgesteld door landmeter-expert Gijsen in opdracht van de vergunningsaanvrager c.q. een vennootschap waarin de vergunningsaanvrager bestuurder is. Het schattingsverslag Gijsen werd opgesteld op verzoek van Gevan Immo met maatschappelijke zetel te Hasselt, Thonissenlaan 63 bus 1, zijnde de koper van het perceel (zie hoger).
13. In meer: artikel 28, §2 van het Decreet Gemeentewegen bepaalt dat de waardevermeerdering of de waardevermindering ten gevolge van (o.m.) de verplaatsing van een gemeenteweg moet opgesteld worden door een landmeter-expert die door de gemeente wordt aangesteld. Blijkens het verslag Gijsen (pg. 3: I. Opdracht) is zulks geenszins het geval aangezien het verslag werd opgesteld op verzoek van Gevan Immo.
14. Voorgaande wekt ten minste een schijn van partijdigheid, waardoor het verslag onaanvaardbaar is.
15. Art. 28, §2, 2de lid van het Decreet Gemeentewegen bepaalt: “Bij de berekening van de waardevermindering of de waardevermeerdering wordt onder meer rekening gehouden met het verschil in venale waarde, ….” In het verslag Gijsen wordt op geen enkele wijze rekening gehouden met het verschil in venale waarde van het goed vóór en ná de verlegging van de gemeenteweg. Het perceel kan overeenkomstig het BPA “Castorwijk nr 15” sexto vóór de verlegging zelfs niet als parking gebruikt worden, zoals zulks thans constant het geval is. De normale verkoopwaarde( m.a.w. de prijs die een normale, voldoende ingelichte liefhebber voor een goed wil geven) is derhalve erg miniem. Ná de verlegging komt de eigendom echter in aanmerking voor bebouwing met appartementen in 3 volwaardige verdiepingen met een bijkomende dakverdieping. Het verschil in venale waarde vóór en ná de verlegging van de gemeenteweg is alzo dermate significant dat er geenszins sprake kan van zijn dat de minderwaardevergoeding de meerwaardevergoeding zou elimineren. Daarenboven wordt vastgesteld dat de waardering van de zogenoemde welvoegelijkheidsvergoeding (een term die trouwens in het decreet Gemeentewegen niet gedefinieerd noch gebruikt wordt) in het verslag nergens enigszins gemotiveerd wordt. Alleen dat al is op zich volstrekt onaanvaardbaar.
16. Het schattingsverslag Gijsen kan onder geen enkel beding weerhouden worden. Dit verslag is pertinent onjuist, benadeelt financieel niet alleen ondergetekende als inwoner van de Stad maar ook alle inwoners van de Stad en zulks is onaanvaardbaar. De aanvaarding van dit rapport maakt alleszins geen deel uit van behoorlijk en voorzichtig bestuur.
17. Zoals eerder gesteld, is het goed van ondergetekende enkel gedeeltelijk, thans reeds zeer moeilijk ontsloten en alleen bereikbaar vanaf de Stadsomvaart. Gelet op de configuratie en de bebouwing van het betrokken goed, en alle andere betrokken eigendommen én het actueel gebruik van de erfdienstbaarheid is het nu reeds zeer moeilijk om zelfs met een gewone personenwagen de eigendom van ondergetekende te bereiken. Zulks kan thans alleen maar via een voorwaartse inrijbeweging en achterwaarts uitrijden hetgeen niet alleen een probleem geeft rekening houdende het actueel (wederrechtelijk) gebruik van het perceel 153/f/4 maar ook omtrent de verkeersveiligheid langs de Stadsomvaart.
18. Bovendien wordt de buurtweg aan de zuidzijde ter hoogte van het perceel 154/y/2 middels twee ijzeren palen afgesloten zodat de buurtweg daardoor enkel toegankelijk is voor voetgangers en tweewielers.
19. Het voorstel tot verlegging houdt totaal geen rekening met de actuele behoefte tot ontsluiting van het goed van ondergetekende. Integendeel, het geformuleerde verleggingsvoorstel leidt ertoe dat in de toekomst het goed van ondergetekende – rekening houdende met de voorgestelde breedte en de configuratie – in praktijk met geen enkel voertuig en enkel nog te voet bereikbaar is. Bijgevolg is van een normaal gebruik van het goed in kwestie helemaal geen sprake meer. De voorgestelde nieuwe ligging van de buurtweg maakt het door de voorgestelde breedte en de configuratie onmogelijk om de eigendom van ondergetekende met eender welk voertuig nog te bereiken.
Een middenklasse wagen heeft een gemiddelde wielbasis van 2,72 m. De rijlijn (uiterste draaicirkel van de wielen) bedraagt overeenkomstig 5,67 m met een maximale veeglijn van 0,35 m zoals afgebeeld op onderstaande figuur. Ondergetekende heeft de minimale sleeplijn, de maximale rijlijn en de maximale veeglijn van zo een gemiddelde wagen geprojecteerd op de bestaande toestand. Dat geeft volgend resultaat:
Rekening houdende met de bestaande breedte van de buurtweg zoals aangegeven op het plan Cleuren ad 3,08 m van de buurtweg (en niet met de juridische breedte ad 1,20 m) bedraagt de straal van de rijlijn 5,20 m, hetgeen 0,47 m minder is dan de strikt benodigde 5,67 m. En dan wordt er nog geen rekening gehouden met de veeglijn, noch de sleeplijn. Zelfs al zou de houten afsluiting verdwijnen, dan nog is het onmogelijk met een gemiddelde personenwagen – laat staan zelfs met een lichte vrachtwagen – om de eigendom van ondergetekende te bereiken.
Zoals hiervoor duidelijk aangetoond wordt, is het voorwaarts inrijden reeds onmogelijk, laat staan dat een achterwaartse inrijbeweging mogelijk is.
Bovendien, als op de eigendom van ondergetekende 2 wagens aanwezig zijn, rest er geen enkele manoeuvreerruimte meer. Ook in geval ondergetekende dat deel voortuin wil of – omwille van welke redenen dan ook – moet herinrichten, wordt manoeuvreren op eigen terrein onmogelijk.
20. Elementaire en noodzakelijke dienstverlening wordt onmogelijk. Een doorsnee ziekenwagen heeft een hoogte van méér dan 2,45 m (bijvoorbeeld: een ziekenwagen 4X2 heeft een hoogte van 2,667 m) en kan bijgevolg onder de doorgang niet passeren, laat staan de bocht aan de achterzijde nemen. Een gewone brandweerwagen kan in geen enkel geval het goed van ondergetekende bereiken.
Dat betekent dat de eigendom van ondergetekende een behoorlijke minderwaarde ondergaat indien de vergunning zou uitgereikt worden. Het spreekt voor zich dat die minderwaarde op de Stad verhaald zal worden.
21. Na de verlegging van de gemeenteweg en de bebouwing wordt de hoogte van de doorgang beperkt tot 2,45 m. Dat impliceert niet alleen een bijkomende gebruiksbeperking van de weg maar tevens dat het gedeelte van de gemeenteweg in verticale richting moet worden afgeschaft. De huidige aanvraag houdt uitsluitend de (horizontale) verlegging van de gemeenteweg in en niet de afschaffing van een gedeelte ervan in verticale zin.
22. In acht genomen de actuele noodzaak tot ontsluiting van het betrokken goed moet vastgesteld worden dat zelfs deze niet voldoet aan de essentieel noodzakelijke behoefte(n). De voorgestelde verlegging van de buurtweg maakt het feitelijk onmogelijk om het betrokken goed naar de vigerende normen nog te bereiken. In dit verband wordt integraal verwezen naar art. 682 B.W. De geplande toegangsmogelijkheden beantwoorden geenszins aan deze vereisten, laat staan dat de voorgestelde gewijzigde ontsluiting daaraan enigszins zou kunnen beantwoorden.
23. De betrokken buurtweg werd aan de zuidkant van het betreffende goed middels ijzeren paaltjes feitelijk afgesloten zonder dat aan ondergetekende daarvan enige kennisgeving werd gedaan, laat staan daaromtrent enige inspraak heeft gekend. Daardoor is zijn goed aan de zuidkant feitelijk onbereikbaar geworden.
24. Dit alles leidt tot het feit dat zijn goed – mede door de beperkte breedte en hoogte na de verlegging van de gemeenteweg – helemaal niet meer bereikbaar is voor hulpdiensten (politie, brandweer, ambulance, …). Het goed van ondergetekende is na de uitvoering van de voorliggende vergunningsaanvraag zelfs niet meer bereikbaar met grotere voertuigen zoals bestelwagens (een normale bestelwagen zoals bijvoorbeeld een Mercedes Sprinter Loader met bagagedrager is reeds hoger dan 2,45 m), campingwagen, (verhuis)vrachtwagens, etc. Dat alles leidt ertoe dat zelfs actueel het goed voor elementaire en essentiële dienstverlening niet (meer) bereikbaar is.
25. De verlegging van de buurtweg maakt door de voorgestelde afmetingen en configuratie de situatie nog extremer. De draaicirkel voor voertuigen aan de achterkant van het geplande gebouw is veel te klein om het goed van ondergetekende naar behoren te ontsluiten.
26. Alle nutsvoorzieningen (gas, elektriciteit, water, etc.) ten behoeve van bovenvermeld pand zijn gesitueerd in de zate van de buurtweg (zie hoger) en op het perceel 154/f/4 vormen ze een (conventionele) erfdienstbaarheid. In dit verband wordt gewezen op art. 3.121 t.e.m. 125 nieuw BW. Tot op heden werd daaraan (door de vergunningsaanvrager) geen enkel gevolg aan gegeven. Maar hiermee dient bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag zonder twijfel rekening mee gehouden te worden.
27. Het verleggen van de gemeenteweg impliceert dat ook alle nutsvoorzieningen zullen moeten verlegd worden. Nergens wordt vermelding gemaakt wie de kosten daarvan zal moeten voor zich nemen, noch wie de schadevergoeding ingevolge de nadelige gevolgen van zulk een verplaatsing voor zich moet nemen. Het dossier is onvolledig.
In verband met dit gedeelte van de bezwaren kan volgende bespreking en weerlegging volgen:
Bezwaren 1 tot en met 10 handelen in se allemaal over de juridische ligging van de buurtweg. Eerst en vooral dient er de vergissing rechtgezet te worden dat het rooilijnplan werd opgesteld door Geotec. Het rooilijnplan werd opgemaakt door de beëdigd landmeter-expert Bart Cleuren.
Zoals de bezwaarindiener vermeldt klopt het inderdaad dat 'Aan de betrokken buurtweg werd nooit enige goedgekeurde wijziging aangebracht: meer bepaald geen verlegging, noch afschaffing. Dat betekent dat de ligging en de configuratie van deze gemeenteweg moet overeenstemmen met de atlas en deze buurtweg nog steeds onveranderd moet bestaan.' Derhalve dat er mogelijks onwettige vergunningen zijn afgeleverd op andere percelen dan het betrokken perceel in deze omgevingsvergunning, vormt geen onderdeel van dit dossier.
Het al dan niet 30 jaar gebruik door het publiek van een andere zate dient ook met alle middelen van bewijs en recht aangetoond te worden in een uitvoerbare rechterlijke uitspraak. Bovendien kunnen er geen gemeentewegen gewijzigd worden zonder voorafgaande goedkeuring van de gemeenteraad (Art.8 decreet gemeentewegen).
De bezwaarindiener suggereert hier ook dat het rooilijnplan verkeerde informatie zou bevatten en op basis van het kadaster zou ingetekend zijn. Thans zijn hier niet voldoende bewijzen voor. Het rooilijnplan wordt geacht te vertrekken van de juridische ligging van de Atlas van de Buurtwegen, wat in deze ook het geval hoort te zijn. Het plan werd derhalve ook opgesteld door een beëdigd landmeter-expert die dergelijke plannen naar eer en geweten opstelt. Er is op dit ogenblik geen indicatie dat het plan en de inmetingen niet conform de correcte juridische grens zijn. Het plan, dat ook tijdens het openbaar onderzoek ter inzage lag, wordt geacht correct te zijn. Zoals hierboven ook reeds vermeld: Indien er een betwisting bestaat over de correctheid van een plan, moet dit door een college dat bestaat uit meerdere landmeter-experten uitgeklaard worden en kan zonder aanlevering van verdere bewijzen van ‘fouten’ geen ambtelijke uitspraak krijgen.
Specifiek in verband met puntje 9 in dit bovenstaande bezwaar, dat het plan niet voldoet aan het decreet gemeentewegen is niet correct. Het decreet gemeentewegen schrijft namelijk voor:
§ 3. In voorkomend geval bevat het rooilijnplan de volgende aanvullende elementen:
1° een berekening van de eventuele waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de aanleg, wijziging of verplaatsing van een gemeenteweg overeenkomstig artikel 28;
2° de nutsleidingen die door de wijziging of verplaatsing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen.
De nutsleidingen zijn dus aanvullend en enkel van toepassing om te visualiseren als deze door de verplaatsing van de gemeenteweg op private eigendom komen te liggen. Binnen het vergunningstraject wordt opgenomen dat de nutsleidingen onder het nieuwe traject van de buurtweg moeten komen te liggen.
Bovendien doet de klachtindiener uitspraken over de locatie van de buurtweg gebaseerd op een digitale overlay van ingescande en gegeorefereerde kaarten (Atlas van de Buurtwegen) ten opzichte van andere digitale bronnen (GRB, digitale Kadaster). Op basis van deze digitale overlay kan en mag er geen uitspraak gedaan worden over de exacte ligging van grenzen (rooilijnen, maar ook andere grenzen), gezien er altijd een zekere foutenmarge bestaat in deze digitale omgeving. De éxacte locatie van een buurtweg kan énkel op terrein bepaald worden door een beëdigd landmeter-expert, die op basis van alle informatie voorhanden en met de correcte technieken hierover een uitspraak doet. In deze is dat ook zo uitgevoerd.
Bezwaren 11 tot en met 16 hebben betrekking op het schattingsverslag dat volgens de bezwaarindiener niet kan weerhouden worden omwille van onjuiste en onvolledige motivatiegronden. Er wordt verwezen naar een significant verschil in venale waarde dat niet correct werd geraamd. Thans moet hier ook de wetgeving (artikel 28) van het decreet gemeentewegen volledig geïnterpreteerd worden: Waardeverminderingen en waardevermeerderingen ingevolge wijzigingen of verplaatsingen van een gemeenteweg op een goed van dezelfde eigenaar door de toepassing van dit decreet worden geacht elkaar te neutraliseren. De oppervlakte van het nieuwe tracé is hierbij zelfs groter dan het afgeschafte deel. De verlegging binnen eigen perceel met een verbreding van de weg verantwoord de gesloten beurs.
Het decreet gemeentewegen schrijft voor dat het bijhorende schattingsverslag dient opgemaakt te worden door een beëdigd landmeter-schatter aangesteld door de stad. In deze werd echter het schattingsverslag aangeleverd door de heer Peter Gijsen. Op dd. 2 oktober 2020 ontvingen we echter van de landmeter-schatter die de stad vertegenwoordigd het formeel advies dat het opgestelde schattingsverslag verantwoord is rekening houdend met de artikel 28 van het decreet gemeentewegen. De verlegging binnen eigen perceel met een verbreding van de weg verantwoordt daarboven de gesloten beurs.
Bezwaren 17 tot en met 27, tot slot, hebben als onderwerp de ontsluiting van het perceel van de bezwaarindiener, zowel in de breedte als in de hoogte.
De bezwaarindiener zegt dat in de toekomst zijn eigendom niet meer met een gemotoriseerd voertuig bereikbaar zal zijn. Deze uitspraak is niet waar vermits de weg niet enkel verplaatst wordt maar ook verbreed wordt van een breedte van 3m15 ter hoogte van de Stadsomvaart tot een breedte van 3m58 ter hoogte van de draai naar het te behouden gedeelte van de weg. Deze verlegging én verbreding formaliseert dus voor het eerst de toegang met een auto. De bereikbaarheid van het goed van de bezwaarindiener wordt dus in feite verbeterd. In de originele toestand, waarbij de buurtweg slechts een breedte heeft van 1m20 - waar de bezwaarindiener ook zelf melding van maakt in bezwaren 1 t.e.m. 10 - is de toegang met een gemotoriseerd voertuig eigenlijk nooit mogelijk geweest.
De bereikbaarheid van het goed van de bezwaarindiener via de zuidzijde en de plaatsing van ijzeren paaltjes valt in principe buiten dit dossier, maar reguleert in feite enkel de wettelijke breedte van 1m20. Een breedte die enkel haalbaar is voor inderdaad, voetgangers en fietsers.
De draaicirkel wordt uitgezet op het plan en toont aan dat dit haalbaar is voor personenwagens. Er is bijkomend nog ruimte links van de buurtweg die ervoor zorgt dat de bocht zelfs ruimer genomen kan worden dan aangegeven op het plan.
Wat betreft het overbouwen van de buurtweg kan bovendien gesteld worden dat de rooilijn van de gemeenteweg niet wordt gewijzigd, verplaatst of opgeheven door deze handeling en dat bijgevolg dit aspect (over de hoogte van de doorgang) eigenlijk niet ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de gemeenteraad (Decreet gemeentewegen). Vanuit ruimtelijk oogpunt is een doorgang met een hoogte van 2,45 meter voldoende om een wagen te laten doorrijden. Dit kan ook verder binnen de omgevingsvergunning geëvalueerd worden.
In geval van een verhuiswagen,… en dienstverlening (politie, brandweer, ambulance) kan er gebruik worden gemaakt van de brandweg op het aanpalende perceel 154Y2. In uitzonderlijke omstandigheden (vb. verhuis) kan er toestemming gevraagd worden om langs deze zijde van de buurtweg toegang te verkrijgen.
Er wordt niet aangetoond dat het manoeuvreren en voorwaarts uitrijden niet mogelijk is. Op het eigen perceel is er ook ruimte om het manoeuvreren mogelijk te maken.
In verband met de lokalisatie van de nutsleidingen – hier wordt binnen het vergunningstraject voldoende aandacht aan geschonken en zal opgenomen worden dat de nutsleidingen onder het nieuwe traject van de buurtweg moeten komen te liggen.
Het decreet van de Vlaamse regering houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende openbaarheid van bestuur;
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van ruimtelijke ordening;
De Vlaamse Codex ruimtelijke ordening;
Het omgevingsdecreet;
De gemeenteraad keurt de voorliggende beslissing over de opheffing en verplaatsing van een deel van de gemeenteweg Plankeweidevoetweg, thans ook gekend als buurtweg 78 in de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt, zoals weergegeven op het bijgevoegde rooilijnplan, opgesteld door landmeter-expert Bart Cleuren op datum van d.d. 5 augustus 2020 in kader van omgevingsvergunningaanvraag met dossiernummer VVO2021/1224-OMV2021187988, goed.
De gemeenteraad keurt het schattingsverslag van de waardevermindering/waardevermeerdering van landmeter-expert Peter Gijsen d.d. 10 september 2020, en goedgekeurd door landmeter-expert Jean-Pierre Leenen, goed.
De rooilijnen van een deel van de gemeenteweg Plankeweidevoetweg, ook gekend als buurtweg 78 in de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt, zoals weergegeven op bijgevoegd rooilijnplan, worden vastgesteld. De nieuwe rooilijnen worden gedefinieerd met hoekpunten 05,07,02,06 (groene opvulling).
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:
(1)wanneer de omgevingsvergunning met dossiernummer VVO2021/1224-OMV2021187988, op 17 december 2021 ingediend bij de stad door Vanhelmont Guido voor het bouwen van een meergezinswoning met 12 studio’s, te Stadsomvaart zn, tussen nrs. 157 en 161, 3500 Hasselt, kadastraal gekend als 8e afdeling sectie D, perceel 153M02 en sectie D, perceel 153F04, niet wordt verleend, of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd;
(2)wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.
Het omgevingsdecreet, in bijzonder artikel 31, bepaalt het volgende:
“§ 1. Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
§ 2. Als het college van burgemeester en schepenen niet de bevoegde overheid is die in eerste aanleg over de aanvraag beslist, dan bezorgt de gemeente de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg binnen zestig dagen na het verzoek aan de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15.”
Het omgevingsbesluit, in bijzonder artikel 47, bepaalt het volgende:
“Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, neemt de gemeenteraad daarover een besluit. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Uiterlijk tien dagen na de gemeenteraadszitting stelt de gemeente de gemeenteraadsbeslissing ter beschikking hetzij van de bevoegde omgevingsvergunningscommissie als die advies moet verlenen, hetzij van het bevoegde bestuur als geen advies van een omgevingsvergunningscommissie vereist is.”
Volgens de toelichting bij bovengenoemd omgevingsdecreet en -besluit:
“Art. 47. Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning herneemt de welbekende regeling van de tussenkomst van de gemeenteraad over de zaak van de wegen. Voor alle duidelijkheid wordt ook hier herhaald:
- de bevoegde overheid mag rechtstreeks weigeren zonder het dossier aan de gemeenteraad voor te leggen;
- de regeling geldt zowel voor aanvragen voor stedenbouwkundige handelingen als voor het verkavelen van gronden;
- beslist de gemeenteraad ongunstig over de zaak van de wegen, dan kan de bevoegde overheid geen vergunning verlenen, ook niet in beroep;
- de gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de zaak van de wegen, niet over de vergunningsaanvraag;
- de gemeenteraad bespreekt enkel de bezwaren die handelen over de zaak van de wegen, niet de andere bezwaarschriften.”
Op 9 juli 2021 werd de aanvraag voor een omgevingsvergunning met dossiernummer OMV_2021117557 ingediend bij de stad voor het verbouwen van een woning, te Voorstraat 7, kadastraal gekend als, HASSELT - afdeling 3 sectie C nr. 1125Z8.
Deze omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omvat ondermeer het wijzigen van buurtweg nr. 32 in de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt. Deze wijziging houdt in concreto een gedeeltelijke afschaffing in. Hiervoor werd een gemeentelijk rooilijnplan opgesteld en een waardebepaling uitgevoerd.
De plannen die betrekking hebben op gemeentelijke rooilijnen werden opgesteld door landmeter-expert Bart Cleuren op datum van d.d. 19 januari 2022, nl.
- een gemeentelijk rooilijnplan waaruit duidelijk de actuele en de toekomstige rooilijn van de buurtweg, in wezen ook een gemeenteweg, blijkt
- topografische kaart, orthofoto en wegenkaart
- een uittreksel uit de Atlas van de Buurtwegen.
De getroffen of betrokken kadastrale percelen en onroerende goederen zijn gedefinieerd als 3°Afdeling, Sectie C, Nrs. 1125/y8-1125/z8, 1125/a9.
Het schattingsverslag van de waardevermeerdering van de opheffing van de buurtweg van landmeter-expert Bart Severi, d.d. 11 februari 2022, aangesteld door de Stad Hasselt volgens goedgekeurd raamcontract, wordt als integraal deel van de plannen aanschouwd. Deze wordt geraamd op 0,00 euro. Artikel 28§2 van het decreet gemeentewegen dd. 03-05-2019 luidt als volgt: “De waardevermeerdering wordt geacht nihil te zijn als de gemeenteweg in de feiten verdwenen is, omdat infrastructuren door of in opdracht van de overheid zijn aangelegd of omdat de gemeenteweg werd bebouwd krachtens een rechtsgeldige, niet-vervallen vergunning die werd verleend vóór 1 september 2019.” Op de betrokken percelen staan woningen. Hiervoor is in het verleden een bouwvergunning afgeleverd en werden er verder geen opmerkingen geformuleerd aangaande de buurtweg.
Het afschaffen van buurtwegen moet gezien worden als een uitzonderingsmaatregel en daarbij ook afdoende gemotiveerd worden. In dit dossier is de afschaffing te verantwoorden gezien alle aspecten van artikel 3 en 4 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019 in acht werden genomen:
- De volledig uitgeruste Voorstraat heeft intussen de volledige functie van buurtweg 32 in de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt overgenomen. Buurtweg 32 takte vroeger aan op Buurtweg 1, door middel van een vorksplitsing. De afschaffing handelt enkel over het oostelijk tracé van deze vorksplitsing, het hoofdtracé van de Voorstraat blijft hierbij onaangetast. Bovendien is ondertussen ook Buurtweg 1 ter plaatse officieel afgeschaft, waardoor het netwerk ter plekke al onderbroken was.
- Het betrokken tracé is ook reeds sinds 1960 volledig overbouwd, met een geldende vergunning, waarbij er destijds geen officiële afschaffing van de buurtweg werd doorgevoerd of melding werd gemaakt van de buurtweg. Hierbij heeft het openbaar bestuur reeds eerder indirect goedkeuring gegeven om de buurtweg niet langer als openbare verbinding te aanschouwen.
- De voorgestelde afschaffing heeft geen negatief effect op het lokaal wegennet, dat volledig behouden blijft.
- De voorgestelde afschaffing heeft ook geen negatief effect op het (toekomstig) trage wegennetwerk, gezien het tracé al ruime tijd doodlopend was met de afschaffing van buurtweg 1.
- De voorgestelde afschaffing heeft dus ook geen negatieve impact op het algemeen belang.
- De voorgestelde afschaffing geeft daarenboven wel de mogelijkheid aan een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, waarbij een privaat wooninitiatief wordt verbouwd waarbij de woonkwaliteit geoptimaliseerd kan worden.
Het openbaar onderzoek betrekkende de omgevingsvergunning, inclusief het rooilijnplan, vond plaats van 22 maart 2022 tot en met 20 april 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Het decreet van de Vlaamse regering houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019;
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 betreffende openbaarheid van bestuur;
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;
Het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van ruimtelijke ordening;
De Vlaamse Codex ruimtelijke ordening;
Het omgevingsdecreet;
De gemeenteraad keurt de voorliggende beslissing over de gedeeltelijke afschaffing van buurtweg 32 in de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt, zoals weergegeven op het bijgevoegde rooilijnplan, opgesteld door landmeter-expert Bart Cleuren op datum van d.d. 19 januari 2022, in het kader van omgevingsvergunningaanvraag met dossiernummer VVO2021/0737 - OMV_2021117557, goed.
De gemeenteraad keurt het schattingsverslag van de waardevermeerdering van landmeter-expert Bart Severi d.d. 11 februari 2022, goed.
De rooilijnen van een deel van de buurtweg nr. 32 in de Atlas van de Buurtwegen van Hasselt, zoals weergegeven op bijgevoegd rooilijnplan, worden vastgesteld. De rooilijnen opgesteld door de hoekpunten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 (rode opvulling) worden afgeschaft.
Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens art. 31/1 van het Omgevingsdecreet.
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:
(1)wanneer de omgevingsvergunning met dossiernummer VO2021/0737 - OMV_2021117557, op 9 juli 2021 ingediend bij de stad, voor het verbouwen van een woning en het afschaffen van de gemeenteweg (Chemin nr. 32) te Voorstraat 7, 3500 Hasselt, kadastraal gekend als HASSELT - afdeling 3 sectie C nr. 1125 , niet wordt verleend, of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd;
(2)wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.
De kerkraden van de rooms-katholieke kerkfabrieken stellen jaarlijks de rekening van het voorgaande jaar vast en dienen deze in bij het centraal kerkbestuur (CKB).
Het CKB dient vervolgens alle rekeningen van de kerkfabrieken die onder haar werking ressorteren, gezamenlijk in bij de stad Hasselt.
De kerkraad van de protestantse kerkfabriek bezorgt ons rechtstreeks hun jaarrekening.
Deze rekening per kerkfabriek, bestaande uit een financieel deel en een toelichting, met een afzonderlijk resultaat voor de exploitatie en voor de investeringen, wordt onderworpen aan het advies van de gemeenteraad.
In Hasselt werd één centraal kerkbestuur aangesteld voor 18 rooms-katholieke kerkfabrieken. Het CKB dient ons de 18 rekeningen te bezorgen voor 1 mei, waarna de gemeenteraad advies uitbrengt en dit advies verzendt aan het provinciebestuur binnen de 50 dagen na ontvangst van de rekeningen.
Wij ontvingen de bijgevoegde jaarrekeningen 2021 van 18 rooms-katholieke kerkfabrieken op 8 april 2022. De rekening van de protestante kerkfabriek ontvingen we op 28 april 2022.
Uit de jaarrekeningen blijkt dat de stad Hasselt in 2021 aan alle kerkfabrieken samen een totale exploitatietoelage van € 786.220,50 betaalde. Daarnaast is er in de jaarrekeningen 2021 een totaal overschot van € 903.943,94 in de exploitatie en een totaal overschot van € 1.563.664,10 in de investeringen.
De kerkbesturen dienen erover te waken dat elke investering in evenwicht sluit.
Er kan gunstig advies verleend worden over de rekeningen 2021 van 12 van de 19 kerkfabrieken.
Er zijn 7 kerkfabrieken met een gunstig advies mits de volgende opmerkingen:
Het Decreet van de Vlaamse Raad van 7 mei 2014, en navolgende bepalingen, over de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten.
Niet van toepassing
De gemeenteraad verleent gunstig advies over de jaarrekeningen 2021 van de 19 kerkfabrieken van Hasselt, bij 7 daarvan moet rekening worden gehouden met de volgende opmerkingen:
Afschrift van dit besluit wordt gezonden aan :
Als centrumstad behaalden we in 2014 reeds het label ‘Kindvriendelijke Stad’, als één van de pioniers. We moeten echter toegeven dat er sindsdien heel wat veranderde: een nieuwe bestuursploeg trad aan in 2019, stad Hasselt evolueerde naar Groep Hasselt met een nieuwe algemeen directeur en een nieuwe directeur Vrije Tijd, maar ook de jeugddienst veranderde van samenstelling en aanpak. Dat resulteerde in de moedige beslissing om ons label niet te verlengen, maar het traject opnieuw af te leggen richting het behalen van het label in 2022.
Het traject, dat als einddoel heeft een visie en strategie rond kindvriendelijkheid te ontwikkelen, is gebaseerd op de input van kinderen, jongeren, studenten en gezinnen. We doorliepen 3 fases:
Fase 1: data-analyse
In een eerste fase van het project werd op basis van een vragenlijst, diepgaande gesprekken, kwalitatieve beleidsindicatoren en cijfermateriaal een beeld gevormd van de ‘staat van kindvriendelijkheid’. Hiervoor deden we een beroep op alle stedelijke diensten, lokale actoren en uiteraard op kinderen en jongeren. De thema’s hebben betrekking op de volledige leefwereld van kinderen en jongeren: welzijn & gezondheid, wonen, veiligheid, onderwijs & scholen, vrije tijd (sport, spel, cultuur en recreatie), mobiliteit & verkeer, milieu & duurzaamheid, publieke ruimte, participatie & actorschap van kinderen en jongeren.
We bereikten in totaal: 855 kinderen, 637 jongeren en 844 volwassenen.
De opvallendste resultaten van de data-analyse en de vragenlijsten vormden voeding voor verschillende focusgesprekken met onder andere stadsdiensten, de partners van het Huis van het Kind, directie van Hasseltse scholen (kleuter, lager en secundair), de stuurgroep van de speelpleinwerking, de jeugdraad (Hoezitet) en een vertegenwoordiging van het jeugdwerk in Hasselt.
Op basis van deze analyse werd bepaald welke beleidsuitdagingen opgenomen werden voor verdere analyse. Het Strategisch Platform Kindvriendelijk Hasselt selecteerde de prioritaire uitdagingen op basis van speerpunten en aan de hand van criteria zoals de impact op de kinderrechten en leefwereld van kinderen en jongeren. Waarop het MAT en college van burgemeester en schepenen ze bekrachtigden. Op deze manier maken we na fase 1 een onderscheid tussen prioritaire en algemene beleidsuitdagingen. Ook al zijn alle thema’s belangrijk, we kunnen beter inzetten op enkele zaken die we willen realiseren. Daarom maakten we een selectie op basis van een grondige analyse, gecombineerd met de beleidsinitiatieven die vandaag al lopen. Op deze manier zorgen we voor ‘extra beleid’
De volgende thema’s werden gekozen als prioritair voor het belevingsonderzoek, fase 2: mentaal welzijn; diversiteit, inclusie en gelijke kansen; publieke ruimte; participatie en actorschap.
Fase 2: het belevingsonderzoek
In een tweede fase werd op deze 4 thema’s, dieper ingegaan met kinderen, jongeren, studenten en volwassenen. Aan de hand van verschillende methodieken verkregen we een diepgaand beeld over de beleving, ervaringen en ideeën vanuit diverse kinderen en jongeren.
Voor de uitwerking en uitvoering van het belevingsonderzoek zetten we sterk in op ons brede netwerk aan interne en externe partners en organisaties.
Vanuit hun belevingswereld formuleren we uitdagingen en schuiven we oplossingen naar voor, dit uiteraard steeds in overleg met de stad en de betrokken diensten.
We bereikten in totaal: 56 kleuters, 338 kinderen, 251 jongeren, 225 studenten en 24 volwassenen.
Fase 3: visie en strategie
Als derde en laatste visie werken we een visie en strategie over kindvriendelijkheid uit.
We gingen in gesprek met de verschillende diensten en schepenen. Op basis van deze gesprekken en de input van kinderen en jongeren maakten we een actieplan op. Hierin formuleren we:
Onze lokale visie op kindvriendelijkheid:
Wat betekent dat nu, kindvriendelijkheid in Hasselt? Waar staan we de komende jaren achter, wat willen we bereiken? Samen met het strategisch platform en het managementteam schreven we een visie rond kindvriendelijkheid in Hasselt:
We bieden kinderen en jongeren …
Want kindvriendelijk is mensvriendelijk.
We vertaalden onze visie ook op kindermaat opdat ook zij weten wat we als stad voor hen kunnen en willen betekenen.
We bouwen de komende jaren voort aan een Kindvriendelijke Stad.
Wat betekent dat voor jou?
We werken voor jou aan …
Want kindvriendelijk is mensvriendelijk.
De mandaten gekoppeld aan kindvriendelijkheid in Hasselt:
Iedere schepen is een schepen van kindvriendelijkheid en elke dienst heeft een ‘mandaat’ om aan kindvriendelijkheid te werken. Laat ons daar mee beginnen. Toch beseffen we dat er meer nodig is om kindvriendelijkheid levend te houden en te verspreiden als een olievlek binnen onze organisatie. Daarom kiezen we ervoor om volgende aanpak te hanteren:
Jeugddienst:
De jeugddienst maakt personeelstijd vrij en creëert een medewerker ‘Kindvriendelijkheid, inspraak en participatie’. Ze krijgt het mandaat om hier mee bezig te zijn/rond te werken. Samen met andere diensten zet ze inspraak- en participatietrajecten op, organiseert nieuwe belevingsonderzoeken en zorgt het hele jaar door voor een permanente vinger aan de pols.
De dienst jeugd zal fungeren als een ondersteunende dienst voor interne werkingen en participatietrajecten om kinderen en jongeren te betrekken in de thema’s die hen aanbelangen.
We kiezen ervoor als stad de focus te leggen op de directe samenwerking met de diensten. Om dit te verankeren in het beleid zal er elk kwartaal een intern overleg plaatsvinden tussen de desbetreffende dienst en de coördinator kindvriendelijkheid op de dienst jeugd. Hier worden komende projecten besproken en een kindvriendelijke toets uitgevoerd.
Directeur Vrije Tijd
Ieder lid van het managementteam is een ambassadeur voor kindvriendelijkheid in de stad. We streven ernaar dat elke directeur zijn of haar eigen project screent op kindvriendelijkheid. Daarnaast krijgt de directeur Vrije Tijd het mandaat om transversale projecten die voor het MAT verschijnen te screenen op kindvriendelijkheid en indien nodig terug naar de tekentafel te sturen.
Rapportage Kindvriendelijke Stad
Om de strategie echt te kunnen verankeren rapporteren we elke 6 maanden aan het managementteam over kindvriendelijke stad en haar stand van zaken. We definiëren een aantal KPI’s (budget, aantal m² kindvriendelijke ruimte...) waardoor we kindvriendelijkheid op een visuele, kwalitatieve en/of kwantitatieve manier in kaart kunnen brengen. Aansluitend onderzoeken we de mogelijkheden naar een aanvraagformulier welke diensten kunnen invullen voor de ondersteuning van de dienst jeugd tijdens projecten.
Adviesraden
Hasselt zet voortdurend in op zijn verschillende adviesraden. In het bijzonder Hoezitet als jeugdraad met zijn verschillende deelraden: Basta Bende (kinderraad) en de klasredactiedagen, kerngroep van het jeugdwerk, stuurgroep skaten (jongerencultuur), commissie jongerencultuur en commissie jeugdwerk. Later dit jaar zal deze uitgebreid worden met een studentenraad en vertegenwoordiging rond jeugdwelzijn.
Naast deze vaste structuren wordt er voortdurend ingezet op inspraak en participatie van onze kinderen en jongeren. Via B-part hebben kinderen en jongeren in Hasselt een vaste plek waar ze hun stem kunnen achterlaten.
Om een permanente vinger aan de pols te houden organiseren we jaarlijks nieuwe belevingsonderzoeken op basis van interne en externe noden en behoeftes, maar ook maatschappelijke tendensen.
Interne werking
Stad Hasselt wierf in april een participatieambtenaar aan, welke mee instaat voor de participatie van onze bevolking doorheen het volledige beleid. Hier zal een samenwerking ontstaan met de dienst jeugd.
Tenslotte maken we een kindvriendelijke stad allemaal samen. We zetten de komende jaren in op interne en externe samenwerkingsverbanden en stuurgroepen. We werken de komende jaren verder uit hoe we dit aanpakken en sturen steeds bij.
Doelstellingen en acties
De acties werden opgemaakt in samenwerking met de verschillende diensten vanuit hun input. Alle bestaande acties werden in kaart gebracht en de reeds bestaande budgetten werden hieraan gekoppeld. Daarnaast kwamen er verschillende ideeën uit voor nieuwe acties. Deze werden opgelijst maar zullen steeds goedgekeurd worden via de interne governance-regels. We stellen jaarlijks een ORBA-fiche op waarin alle acties voor dat jaar een plaats krijgen en nieuwe acties afgetoetst worden. De fiche voor OP23 werd reeds aangemaakt.
Deze aanpassing zal ook gebeuren in het strategisch actieplan (document).
Daarnaast worden in het strategisch actieplan ook het verloop van het traject, de plaats in de beleidsplanning en de communicatie errond opgenomen.
Dit actieplan werd ondertussen afgerond. We presenteren graag de grote lijnen van het actieplan en laten deze goedkeuren.
Uit het bestuursakkoord:
"We verliezen onze jonge Hasselaren niet uit het oog. Hasselt moet een frisse stad zijn, waar onze jeugd veilig kan opgroeien, zichzelf kan zijn en zich volledig kan ontplooien. Daarom moet het volledige beleid doorspekt zijn met de jeugdreflex. We toetsen alle beleidsmaatregelen af en bekijken of er voldoende rekening wordt gehouden met de jongeren in Hasselt. Heel belangrijk is hierbij de stem van kinderen en jongeren zelf. Het beleid moet afgestemd worden op de jongeren en zij moeten dit ondersteunen. De beste manier is door hen van bij het begin nauw te betrekken en te laten participeren."
345. We passen een kinder- en jongerentoets toe op alle beleidsdomeinen waardoor de erkenning als 'Kindvriendelijke Stad' een evidentie wordt.
Het Kinderrechtenverdrag
In 1989 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het ‘Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind’ aan. België ratificeerde in 1991 het Kinderrechtenverdrag. Bij ratificatie door een hogere overheid hebben ook lagere bestuurseenheden beleidsverantwoordelijkheid om de kinderrechten in praktijk om te zetten. Bovendien gebeurt de realisatie van kinderrechten in belangrijke mate op lokaal niveau. Daarom worden de rechten van het kind gehanteerd als basis van operationalisering voor kindvriendelijkheid op lokaal niveau.
Het Kinderrechtenverdrag bundelt alle rechten van kinderen in één verdrag: niet alleen burgerlijke en politieke rechten, maar ook economische, sociale en culturele rechten. Het Verdrag vertrekt van een visie op kinderen die uitgaat van de erkenning dat kinderen volwaardige deelnemers aan de samenleving zijn. Kinderen en jongeren zijn geen mensen in wording, maar mensen op weg naar volwassenheid. Kinderen en jongeren hebben dan ook ruimte nodig om te groeien tot een evenwichtige volwassene. Het Kinderrechtenverdrag heeft wel degelijk gezorgd voor een andere kijk op en behandeling van kinderen en jongeren: van een grotendeels beschermende houding, naar een benadering die gebaseerd is op de rechten die kinderen en jongeren hebben en waarbij zij erkend worden als actoren die actief betrokken worden in beslissingen die een impact hebben op hun leven en leefwereld.
Vanaf het moment van ratificatie wordt het Kinderrechtenverdrag een strategisch instrument. Overheid en betrokken verantwoordelijken zijn verplicht om een beleid afgestemd op de kinderrechten te ontwikkelen en de rechtspositie van kinderen te versterken.
Vlaamse vertaalslag
In België zijn verschillende overheden verantwoordelijk voor thema’s die verbonden zijn met het Kinderrechtenverdrag. De Vlaamse overheid introduceerde in 1997 een instrument om de inzet rond kinderrechten te rapporteren en te bewaken, het KER-decreet (KindEffectRapport), nadien omgevormd tot JOKER-decreet (Jongeren en Kind effectrapportage). Het decreet houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid van 20 januari 2012 bepaalt bovendien dat de Vlaamse Overheid telkens aan het begin van een regeerperiode een Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan indient. Daarin geeft ze voor de volgende beleidsperiode de prioritaire doelstellingen van de Vlaamse regering aan en bepaalt ze de resultaatsindicatoren. Op federaal en Vlaams niveau werd werk gemaakt van de rechtspositie van kinderen in het kader van adoptie, spreekrecht bij echtscheidingen, hoorplicht in de jeugdbeschermingswet, een rechtspositieregeling voor jongeren in de integrale jeugdhulp, enzovoort.
Lokale context: een barometer voor leefbaarheid
Kinderrechten stoppen uiteraard niet bij de Vlaamse en federale verantwoordelijkheden. Heel wat initiatieven die concreet bijdragen aan de realisatie van de artikels in het Kinderrechtenverdrag, spelen zich af op lokaal niveau. Gemeentebesturen dragen verantwoordelijkheid voor alle beleidsterreinen die de directe leefwereld van kinderen en jongeren raken. Steden en gemeenten hebben dus evenzeer een verantwoordelijkheid in het waarborgen van de kinderrechten. Meer nog, in navolging van de VN-Habitat conferentie (1996) stellen we dat het implementeren van de kinderrechten inhoudt dat er gebouwd wordt aan een leefbare en duurzame samenleving. En laat dat net de kerntaak van een lokale overheid zijn. Artikel 2 van het decreet lokaal bestuur zegt immers dat “de gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen om op het lokale niveau duurzaam bij te dragen aan het welzijn van de burgers en verzekeren een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van hun bevoegdheden”. Kindvriendelijkheid is een kwaliteit van de stad of gemeente in al haar aspecten. Kindvriendelijkheid is dus een barometer voor de leefbaarheid.
De operationalisering van het Kinderrechtenverdrag gebeurde door UNICEF aan de hand van de beweging Childfriendly Cities. In Vlaanderen werd de toolkit 'Kindvriendelijke steden en gemeenten' ontwikkeld door Bataljong, hét netwerk van experts op vlak van lokaal beleid voor kinderen en jongeren. Concreet kunnen steden en gemeenten in Vlaanderen een traject opstarten met als einddoel het behalen van het label 'Kindvriendelijke stad of gemeente'. Het label erkent wie werkt aan kindvriendelijkheid en is 6 jaar geldig. De beoordeling gebeurt door de jury die bestaat uit: het kinderrechtencommissariaat, Hogeschool Gent, Demos, Universiteit Gent, AP Hogeschool, VVSG en Bataljong.
Kindvriendelijk beleid baseert zich op 4 principes
De gemeenteraad gaat akkoord met het opgemaakt strategisch actieplan Hasselt Kindvriendelijke Stad en de hieraan gekoppelde visie, mandaten en plaats in de beleidsplanning.
Gezien men op verschillende locaties binnen het Hasselts patrimonium tijdens de warmste maanden van het jaar kampt met oververhitting willen we de warmte op een ecologische en energie-arme manier buiten houden door het plaatsen van screens.
De gemeenteraad keurt het bestek met nr. 2020-4852 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen screens op diverse locaties Hasselts patrimonium" opgesteld door ruimte - werken - gebouwen, goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 53.000,00 excl. btw of € 56.930,00 incl. btw.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
* Perceel 1 (Buitenschoolse Kinderopvang Runkst), raming: € 5.000,00 excl. btw of € 6.050,00 incl. 21% btw;
* Perceel 2 (Stedelijke Basisschool Spalbeek), raming: € 32.500,00 excl. btw of € 34.450,00 incl. 6% btw;
* Perceel 3 (Stedelijke Basisschool Kuringen - D-blok), raming: € 10.000,00 excl. btw of € 10.600,00 incl. 6% btw;
* Perceel 4 (Stedelijke Basisschool Tuilt), raming: € 5.500,00 excl. btw of € 5.830,00 incl. 6% btw.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 53.000,00 excl. btw of € 56.930,00 incl. btw.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
De gemeenteraad keurt het bestek met nr. 2020-4852 en de raming voor de opdracht “Leveren en plaatsen screens op diverse locaties Hasselts patrimonium" opgesteld door ruimte - werken - gebouwen, goed. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 53.000,00 excl. btw of € 56.930,00 incl. btw.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
* Perceel 1 (Buitenschoolse Kinderopvang Runkst), raming: € 5.000,00 excl. btw of € 6.050,00 incl. 21% btw;
* Perceel 2 (Stedelijke Basisschool Spalbeek), raming: € 32.500,00 excl. btw of € 34.450,00 incl. 6% btw;
* Perceel 3 (Stedelijke Basisschool Kuringen - D-blok), raming: € 10.000,00 excl. btw of € 10.600,00 incl. 6% btw;
* Perceel 4 (Stedelijke Basisschool Tuilt), raming: € 5.500,00 excl. btw of € 5.830,00 incl. 6% btw.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 53.000,00 excl. btw of € 56.930,00 incl. btw.
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze openbare procedure.
Pukkelpop trekt jaarlijks duizenden bezoekers aan en brengt een belangrijk deel van onze stad in beweging. Voor de goede organisatie van verkoopstanden in de nabijheid van het festivalterrein en het vrijwaren van de openbare orde reiken we met dit tijdelijk gemeentelijk reglement een transparant kader aan voor gevestigde handelaars, plaatselijke verenigingen en lokale bewoners.
Dit tijdelijk reglement is van toepassing tijdens de festivalperiode van Pukkelpop, van donderdag 18 tot en met maandagochtend 22 augustus 2022. De festivalomgeving wordt begrensd door de Genkersteenweg, Kempische Steenweg, Paalsteenstraat, gemeentegrens met Zonhoven en de gemeentegrens met Genk.
Stad Hasselt erkent Pukkelpop als culturele manifestatie waardoor de privé-organisator op het festivalterrein, aan de ingangen en op de campings zelf de ambulante activiteiten dient te organiseren, waarbij hij enkel een standplaats kan toewijzen aan of via de houders van een machtiging ambulante activiteiten als werkgever of aan organisatoren van occasionele verkopen zonder commercieel karakter voor één van de wettelijk omschreven doelen. De ambulante verkopen tijdens dergelijke manifestatie moeten bijkomstig blijven aan de aard van de manifestatie en de goederen en diensten moeten erop betrekking hebben. Deze regelgeving geldt zowel op het openbaar domein als op het privédomein. De ambulante activiteiten op het festivalterrein vallen niet onder toepassing van huidig reglement.
Het tijdelijk reglement bepaalt de voorwaarden waaraan men als plaatselijke vereniging of gevestigde handelaar moet voldoen om een schriftelijke machtiging te bekomen. Dit reglement werd opgemaakt rekening houdend met de wet op de ambulante handel en in overleg met betrokken stedelijke diensten, politie en de organisatie.
Op basis van de evaluatie van de ambulante handel en uitbating verkoopstanden tijdens de vorige editie van Pukkelpop werden enkele wijzigingen aan het reglement doorgevoerd:
De wet op de ambulante handel stelt wel dat particulieren (in geval van Pukkelpop, inwoners zonder ondernemingsnummer) enkel privé overschotten mogen verkopen. Inwoners die een eigen ondernemingsnummer hebben of zelfstandige zijn in bijberoep kunnen zelf een aanvraag indienen. De afspraken over de samenwerking tussen een plaatselijke vereniging en een inwoner voor gebruik van privéterrein worden dan onderling gemaakt.
Artikelen 119, en 135§2 van de Nieuwe gemeentewet;
Artikel 40 §3 van het Decreet lokaal bestuur;
Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten en latere wijzigingen;
KB van 24 september 2006 en haar latere wijzigingen, betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten, Artikel 7;
De codex politieverordeningen van 24/11/2020 en haar latere wijzigingen.
Vlarema 17 februari 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, Onderafdeling 5.3.12. Voorwaarden voor het gebruik van cateringmateriaal
De gemeenteraad keurt het tijdelijk reglement voor uitbating verkoopstanden tijdens de culturele manifestatie Pukkelpop editie 2022 goed.
Conform het decreet lokaal bestuur van 22/12/2017 (art 249) dient de gemeenteraad de jaarrekening 2021 van de Stad Hasselt vast te stellen.
Nadat de rekeningen van de boekhouding in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris van al de bezittingen, rechten, vorderingen, schulden en verplichtingen, van welke aard ook, worden ze samengevat opgenomen in het ontwerp van de jaarrekening dat ter vaststelling voorligt.
De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.
De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
Het is verplicht om de jaarrekening vast te laten stellen door de gemeenteraad alvorens deze voor te leggen aan de toezichthoudende overheid.
Verder wordt conform art. 274 DLB goedkeuring gegeven m.b.t. de tussenkomst van de Stad aan het tekort van het OCMW ten bedrage van 8.774.204 euro.
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22/12/2017 en haar latere wijzigingen (o.a. meer specifiek art 249-256, art 260, art 262).
Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer in het bijzonder artikel 172.
Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Ministerieel Besluit van 26 november 2012 tot wijziging van het Ministerieel Besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra van maatschappelijk welzijn.
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Omzendbrief KB/ABB 2018 /4 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005.
RESULTAAT OP KASBASIS | Jaarrekening | Meerjarenplan | ||
I. | Exploitatiesaldo | 23.529.836 |
11.074.520 | |
A. | Ontvangsten |
202.949.879 |
205.660.585 | |
B. | Uitgaven |
179.420.043 |
194.586.066 | |
| ||||
II. | Investeringssaldo | -12.446.285 |
-39.948.624 | |
A. | Ontvangsten |
22.402.766 |
31.005.357 | |
B. | Uitgaven |
34.849.051 |
70.953.981 | |
III. | Saldo exploitatie en investeringen | 11.083.551 | -28.874.105 | |
| ||||
IV. | Financieringssaldo |
-1.752.366 |
-1.672.730 | |
A. | Ontvangsten |
12.620.586 |
17.174.271 | |
B. | Uitgaven |
14.372.952 |
18.847.000 | |
| ||||
V. | Budgettaire resultaat van het boekjaar | 9.331.185 |
-30.546.834 | |
| ||||
VI. | Gecumuleerd budgettaire resultaat vorig boekjaar | 51.104.482 |
51.104.482 | |
| ||||
VII. | Gecumuleerd budgettair resultaat | 60.435.666 |
20.557.647 | |
| ||||
VIII. | Onbeschikbare gelden |
6.942.860 |
6.818.883 | |
IX. | Beschikbaar budgettair resultaat |
53.492.806 |
13.738.764 |
BALANS | |||
ACTIVA | 2021 | ||
I. | Vlottende activa | 83.584.765 | |
II | Vaste activa | 954.344.496 | |
A. | Vorderingen op lange termijn | 79.547.105 | |
B. | Financiële vaste activa | 124.595.329 | |
C. | Materiële vaste activa | 748.126.143 | |
D. | Immateriële vaste activa | 2.075.919 | |
TOTAAL ACTIVA | 1.037.929.261 | ||
PASSIVA | 2021 | ||
I. | Schulden | 321.577.924 | |
A. | Schulden op korte termijn | 34.045.206 | |
1. Schulden uit ruiltransacties | 22.973.511 | ||
2. Schulden uit niet-ruiltransacties | 2.405.194 | ||
3. Overlopende rekeningen van het passief | 250 | ||
4. Schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen | 8.666.261 | ||
B | Schulden op lange termijn | 287.532.718 | |
1. Schulden uit ruiltransacties | 287.532.718 | ||
2. Schulden uit niet-ruiltransacties | 0 | ||
II. | Nettoactief | 716.351.337 | |
TOTAAL PASSIVA | 1.037.929.261 |
De gemeenteraad stelt de jaarrekening 2021 vast in de vorm waarin ze is voorgelegd.
De gemeenteraad stelt de tussenkomst van de Stad aan het tekort van het OCMW ten bedrage van 8.774.204 euro vast.
Een afschrift hiervan zal aan de hogere overheid overgemaakt worden.
Conform het decreet lokaal bestuur van 22/12/2017 (art 249) dient de gemeenteraad de jaarrekening 2021 van zowel Stad Hasselt als OCMW Hasselt goed te keuren.
Nadat de rekeningen van de boekhouding in overeenstemming zijn gebracht met de gegevens van de inventaris van al de bezittingen, rechten, vorderingen, schulden en verplichtingen, van welke aard ook, worden ze samengevat opgenomen in het ontwerp van de jaarrekening dat ter vaststelling voorligt.
De jaarrekening bestaat uit een beleidsevaluatie, een financiële nota en een toelichting.
De jaarrekening wordt vastgesteld voor 30 juni van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarop de rekening betrekking heeft.
De jaarrekening 2021 van de stad Hasselt werd door de gemeenteraad vastgesteld, de jaarrekening van het OCMW werd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn vastgesteld.
Door de goedkeuring van de jaarrekening van het OCMW door de gemeenteraad, zijn beide jaarrekeningen goedgekeurd en kunnen ze bezorgd worden aan het toezicht.
Verder wordt conform art. 274 DLB goedkeuring gegeven m.b.t. de tussenkomst van de Stad aan het tekort van het OCMW ten bedrage van 8.774.204 euro.
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22/12/2017 en haar latere wijzigingen (o.a. meer specifiek art 249-256, art 260, art 262).
Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer in het bijzonder artikel 172.
Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Ministerieel Besluit van 26 november 2012 tot wijziging van het Ministerieel Besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra van maatschappelijk welzijn.
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Omzendbrief KB/ABB 2018 /4 betreffende het bestuurlijk toezicht en de bekendmakingsplicht in het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005.
RESULTAAT OP KASBASIS | Jaarrekening | Meerjarenplan | ||
I. | Exploitatiesaldo | 23.529.836 |
11.074.520 | |
A. | Ontvangsten |
202.949.879 |
205.660.585 | |
B. | Uitgaven |
179.420.043 |
194.586.066 | |
II. | Investeringssaldo | -12.446.285 |
-39.948.624 | |
A. | Ontvangsten |
22.402.766 |
31.005.357 | |
B. | Uitgaven |
34.849.051 |
70.953.981 | |
III. | Saldo exploitatie en investeringen | 11.083.551 | -28.874.105 | |
IV. | Financieringssaldo |
-1.752.366 |
-1.672.730 | |
A. | Ontvangsten |
12.620.586 |
17.174.271 | |
B. | Uitgaven |
14.372.952 |
18.847.000 | |
V. | Budgettair resultaat van het boekjaar | 9.331.185 |
-30.546.834 | |
VI. | Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar | 51.104.481 |
51.104.482 | |
| ||||
VII. | Gecumuleerd budgettair resultaat | 60.435.666 |
20.557.647 | |
| ||||
VIII. | Onbeschikbare gelden |
6.942.860 |
6.818.883 | |
IX. | Beschikbaar budgettair resultaat | 53.492.806 | 13.738.764 |
BALANS | |||
ACTIVA | 2021 | ||
I. | Vlottende activa | 83.584.765 | |
II | Vaste activa | 954.344.496 | |
A. | Vorderingen op lange termijn | 79.547.105 | |
B. | Financiële vaste activa | 124.595.329 | |
C. | Materiële vaste activa | 748.126.143 | |
D. | Immateriële vaste activa | 2.075.919 | |
| |||
TOTAAL ACTIVA | 1.037.929.261 | ||
| |||
PASSIVA | 2021 | ||
I. | Schulden | 321.577.924 | |
A. | Schulden op korte termijn | 34.045.206 | |
1. Schulden uit ruiltransacties | 22.973.511 | ||
2. Schulden uit niet-ruiltransacties | 2.405.194 | ||
3. Overlopende rekeningen van het passief | 250 | ||
4. Schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen | 8.666.261 | ||
B | Schulden op lange termijn | 287.532.718 | |
1. Schulden uit ruiltransacties | 287.532.718 | ||
2. Schulden uit niet-ruiltransacties | 0 | ||
II. | Nettoactief | 716.351.337 | |
TOTAAL PASSIVA | 1.037.929.261 |
De gemeenteraad keurt de jaarrekening 2021 zoals vastgesteld door de raad van maatschappelijk welzijn goed.
Door deze goedkeuring worden de jaarrekeningen 2021 van de stad Hasselt en het OCMW Hasselt goedgekeurd.
De gemeenteraad keurt de tussenkomst van de Stad aan het tekort van het OCMW ten bedrage van 8.774.204 euro goed.
Een afschrift hiervan zal aan de hogere overheid overgemaakt worden.
Het stadsarchief wil gebruik maken van het digitale archiefbeheer, in eerste instantie van het Serieregister en het E-depotbeheerssysteem.
Daarom is het wenselijk toe te treden tot de raamovereenkomst van de Vlaamse Gemeenschap - Het Facilitair Bedrijf.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.
De toetreding omvat geen aankoopverplichting.
Het agentschap Facilitair Bedrijf treedt op als aankoopcentrale in de zin van art. 2, 6° van de Wet Overheidsopdrachten voor de klanten die tot de rechtspersoon Vlaamse Gemeenschap en Vlaamse Gewest behoren, waaronder de lokale overheden.
In het kader van de opdracht "Een SaaS archief- en e-depotbeheerssysteem voor de Vlaamse overheid " (besteknummer 2018/HFB/MPMO/41019) werd een plaatsingsprocedure gevoerd door het Facilitair Bedrijf. De opdracht werd op 5 april 2019 door de Vlaamse Regering toegewezen aan Cronos voor beide percelen (Perceel 1 - SaaS serieregister, Perceel 2 - Saas archief en e-depotbeheerssystem).
Groep Hasselt kan van de mogelijkheid tot afname van de raamovereenkomst via de aankoopcentrale gebruik maken conform de voorwaarden van het desbetreffende bestek waardoor men krachtens artikel 47, § 2 van de wet van 17 juni 2017 is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.
Het is aangewezen dat groep Hasselt gebruik maakt van de aankoopcentrale om volgende redenen:
- De in de aankoopcentrale voorziene systemen en diensten voldoen aan de behoefte van het bestuur,
- Het bestuur moet zelf geen gunningsprocedure voeren,
- Groep Hasselt is niet verplicht tot enige afname van de raamovereenkomst (geen afnameverplichting).
Er zal bij een eventuele afname via deze raamovereenkomst altijd goedkeuring gevraagd worden aan het college.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36, en meer bepaald artikels 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Het betreft een toetredingsbeslissing tot de aankoopcentrale van de Vlaamse Gemeenschap - Het Facilitair Bedrijf. Er is geen aankoopverplichting.
De gemeenteraad keurt goed dat groep Hasselt beroep doet op de aankoopcentrale van de Vlaamse Gemeenschap - Het Facilitair Bedrijf
voor het gebruik van het digitale archiefbeheer, aangeboden via de raamovereenkomst “Een SaaS archief- en e-depotbeheerssysteem voor de Vlaamse overheid” (bestek 2018/HFB/MPMO/41019).
Dit houdt geen aankoopverplichting in.
Tijdens gesprekken met bewoners uit de Rode Rokwijk, uitten enkele ouders hun bezorgdheid over de speelmogelijkheden voor hun kinderen. In de omgeving van de Grote Bameriklaan en de kleine Bameriklaan is een klein speeltuintje met enkele toestellen voor heel jonge kinderen. Maar vanuit de buurt komen klachten over te veel lawaai als de kinderen er spelen. Uit respect voor de oude buurtbewoners gaan de kinderen niet meer in de speeltuin maar op straat spelen.
Dit is een drukke straat met heel wat auto’s. Je moet als automobilist goed opletten om geen ongeval te laten gebeuren. De ouders zijn terecht bang dat hun kinderen met bal en al onder een auto terechtkomen.
Naast het huidige speeltuintje liggen nog twee open ruimtes die door de kinderen ook als speelplaats worden gebruikt. Een aantal ouders zijn vragende partij om van deze ruimte een multifunctionele sport-en speelruimte te maken met een afsluiting zodat de kinderen daar veilig kunnen spelen.
Mijn vraag:
Kan de stad samen met de ouders bekijken wat de mogelijkheden zijn om basisinfrastructuur voor een sport-en speelplein in de Rode Rokwijk aan te leggen zodat de kinderen uit de buurt op een veilige manier kunnen buitenspelen?
Ons land krijgt weer te maken met een enorme droogte. Alle alarmbellen staan op rood. Er viel nauwelijks regen de laatste maanden. Op 70 procent van de locaties waar de grondwaterstand wordt gemeten, wordt een lage tot extreem lage waterstand waargenomen (bron).
Toch horen en zien we dat op enkele locaties in Hasselt bemalingswater in de riolering belandt. Dat is natuurlijk zeer kwalijk voor de grondwaterstand. Zo zien we dat er bij een bouwwerf in de Alverbergstraat al bijna twee jaar grondwater wordt opgepompt en in de riolering terechtkomt. Nochtans is de Vlaamse wetgeving duidelijk:
“Het verdient de voorkeur om het bemalingswater terug in de grond te brengen zodat er netto minder water opgepompt wordt. Dit kan door het bemalingswater te retourneren via infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten.
(...) Als retourneren niet mogelijk is, moet het bemalingswater in eerste instantie afgeleid worden naar de dichtstbijzijnde waterloop of, in het geval er een gescheiden riolering aanwezig is, naar de regenwaterafvoer.
(...) Enkel als voorgaande oplossingen niet haalbaar zijn, bijvoorbeeld door het veroorzaken van wateroverlast voor derden, mag er geloosd worden op de openbare riolering.” (bron)
In juni 2020 kondigde het Hasselts stadsbestuur een proefproject aan met het gebruik van het bemalingswater van enkele bouwwerven voor het besproeien van de eigen beplanting op het openbaar domein. Schepen van Ruimtelijke Ordening Marc Schepers (RoodGroen+) zei daar toen over in HBVL: “Blijkt dit proefproject een succes, dan willen we het principe ook binnen onze vergunningen opnemen. Omdat iedereen die een droogzuiging wil plaatsen, een vergunning aanvraagt, beschikken we over een goed overzicht van de werven waar bronbemaling plaatsvindt. Wij kijken in eerste instantie vooral richting grotere werven, waar aanzienlijke hoeveelheden grondwater worden opgepompt.”
Mijn vragen:
Woensdagavond hebben +- 120 leerlingen van de Hasseltse Kunstacademie het gebouw moeten verlaten nadat een lek van salpeterzuur in de kelder werd vastgesteld. Een lek dat, zo blijkt, al een oude kast had aangevreten.
Gelukkig heeft de brandweer Zuid-West Limburg heel snel en accuraat ingegrepen door het interventieplan af te kondigen en werd iedereen veilig geëvacueerd zonder ernstige gevolgen. Toch roept dit enkele vragen op betreffende de veiligheid:
1/ Waarom ligt er überhaupt salpeterzuur opgeslagen in de kelder van de Kunstacademie?
2/ Over welke hoeveelheid gaat het en onder welke omstandigheden ligt dat daar opgeslagen?
3/ Hoe komt het dat er een lek is ontstaan en welke maatregelen worden er genomen opdat dit niet opnieuw kan gebeuren ?
4/ Was u ervan op de hoogte dat salpeterzuur op deze locatie onder deze omstandigheden was opgeslagen en bent u momenteel op de hoogte van nog andere gelijkaardige locaties, zoals deze school - bedrijven met de nodige vergunningen buiten beschouwing gelaten - waar datzelfde zuur ligt opgeslagen ? Welke opslag omstandigheden en welke hoeveelheid?