De notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 september 2021 worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Er werden notulen opgemaakt van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 september 2021. Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur.
Er werden geen opmerkingen gemaakt.
Artikel 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 september 2021 goed.
Raming: €308.098,77 excl. btw, €345.070,62 incl 12% btw
MJP: MJP003327
ARK: 22910000
ORBA : PA5605
Basis- of beleidsbudget: Beleidsbudget.
Borg: Ja
Prijsherziening: Ja
Totaal bedrag budgetbedrag van het MJP003327: €326.477,15
Restbudget: Niet van toepassing - besteksvaststelling
Er is een gebrek aan bewegingsruimte voor de 16 bewoners van de afdeling Pauline in het woonzorgcentrum Stadspark. Dit zijn bewoners met een moeilijk hanteerbaar gedrag omwille van dementie. Het ontbreken van een ‘rustgevende wandel lus’ en een ruimte om te differentiëren, zorgt voor een verhoogde onrust bij de bewoners en een belasting van het personeel. Deze bewonersgroep heeft een voortdurende veilige en geborgen omgeving nodig waarin de hulpverlener een belangrijke rol speelt en het overzicht moet bewaren. Vandaar dat het verblijven op de kamer geen optie is. De uitbreiding zorgt ervoor dat er een wandel-lus gecreëerd wordt waarbij beweging, daglicht en buitenlucht ervoor zorgen dat de bewoners connectie hebben met de buitenwereld. Hierdoor draagt deze uitbreiding positief bij aan de belevingswereld en aan het welzijn van de bewoners. De noodzaak voor deze uitbreiding, en het recht op kwaliteitsvol leven, werd veelvuldig besproken met de directie, campusmanagers, expert dementie en betrokken zorgpersoneel.
In het kader van de opdracht “Uitbreiding leefgroep Pauline WZC Hogevijf Stadspark” werd een bestek met nr. 2021-4965 opgemaakt door Ruimte - werken - gebouwen.
De uitgave wordt geraamd op € 308.098,77 excl. btw of € 345.070,62 incl. 12% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 77 en 78, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 84, betreffende de bevoegdheden van het vast bureau .
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het bestek met nr. 2021-4965 opgemaakt door Ruimte - werken - gebouwen in het kader van de opdracht “Uitbreiding leefgroep Pauline WZC Hogevijf Stadspark goed.
De uitgave wordt geraamd op € 308.098,77 excl. btw of € 345.070,62 incl. 12% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Na goedkeuring van het bestek door de raad voor maatschappelijk welzijn, zal het standaard publicatieformulier worden ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
MJP004925 - Besteding Covid-19 subsidie POD-MI steuntype
In de periode mei-juli 2020 maakte de federale regering aanzienlijke budgetten vrij als subsidie Covid-19, om OCMW’s toe te laten de noodzakelijke hulpverlening toe te kennen aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Deze algemene hulpverlening werd door de federale overheid vervolgens ook aangevuld met bijkomende steun voor afgebakende vormen van ondersteuning zoals bijv. voor psychologische ondersteuning of voor de ondersteuning van meer specifieke doelgroepen zoals meerderjarige jongeren en studenten, extra kwetsbaar door de COVID-pandemie.
De insteek van de ZOOM 18-25 middelen is de volgende:
De de te verlenen steun aan jongeren en studenten in het kader van de COVID-19 crisis heeft de benaming “Zoom 18/25” meegekregen, verwijzend naar de leeftijdsgrenzen voor deze oproep.
Minister Lalieux stelt in haar omzendbrief dat door de COVID-crisis in het bijzonder de jongeren en studenten geraakt worden en dat deze crisis de situaties van armoede heeft verergerd. De moeilijkheden die jongeren (jongvolwassenen, studenten, werkenden of werkzoekenden) ondervinden zijn veelzijdig en hebben betrekking op uiteenlopende situaties. De vooruitzichten voor hun toekomst op vlak van scholing en arbeid zijn noch duidelijk, noch geruststellend. Een deel jonge mensen wordt zeker ook financieel getroffen, met als gevolg: bijkomende financiële stress. Hun groei naar een maatschappelijke volwassenheid door middel van scholing, beroepsopleiding e.d. stokte en hervat moeizaam. De federale regering wil deze groep helpen, naar gelang de behoeften van elk individu. De regering moedigt sterk aan om synergiën te ontwikkelen met bestaande ondersteunende netwerken (sociale diensten van hogescholen en universiteiten en diensten/organisaties die met deze specifieke doelgroep werken). Voor de opmaak van dit toetsingskader is er voorafgaand overleg gepleegd met onder meer de sociale diensten van de Limburgse hogescholen en de universiteit Hasselt en de diensten aktivering. Hieruit blijkt dat kosten specifiek verbonden aan een opleidings- en/of activeringstraject (studiemateriaal, huisvesting, verplaatsing) voldoende opgenomen worden.
Er blijkt evenwel een nood te zijn in de ondersteuning van de internetkosten van deze doelgroep. Een goede internetverbinding is essentieel zowel voor studenten waarbij het studietraject steeds meer verschuift naar hybride onderwijstrajecten als voor jongeren in activeringstrajecten.
In opvolging van het relanceplan Hasselt wil het OCMW Hasselt aan deze categorie van uitgaven tegemoetkomen via een tussenkomst van internetkosten aan 18 tot en met 24 jarigen, die zelf kwetsbaar zijn ( inkomen door toekenning van een leefloon of een equivalent leefloon in de maand oktober 2021) of wiens ouders een zeer beperkt inkomen hebben ( inkomen door toekenning van een leefloon of een equivalent leefloon in de maand oktober 2021) .
Voor deze jongeren of de cliëntsystemen waarin ze verblijven, beschikken we reeds over noodzakelijke informatie zoals een afgerond sociaal onderzoek en positieve beslissing BCSD m.b.t. toekenning leefloon.
Er wordt gebruikgemaakt van een proactieve toekenning i.f.v. de beschikbare informatie van de sociale dienst in Neptunus. Voor wat betreft het sociaal onderzoek voor deze maatregel geeft het PODMI zelf de volgende duiding:
Is het nodig om een nieuw sociaal onderzoek te voeren alvorens er kan besloten worden om steun te verlenen in het kader van de maatregel ZOOM 18/25?
Wanneer iemand een aanvraag indient bij uw centrum, bepaalt het centrum het bestaan en de omvang van de behoefte aan dienstverlening en vervolgens welke hulp het die persoon kan bieden. Deze hulp houdt onmiskenbaar verband met de situatie (van betrokkene) op een welbepaald ogenblik, en evolueert dus in de tijd, zeker in Covidtijden.
Zo is een nieuw sociaal onderzoek niet nodig indien de huidige staat van behoefte werd vastgesteld op basis van het eerder uitgevoerde sociaal onderzoek. Een voorbeeld: in februari kan iemand niet meer werken wegens Covid en vraagt u de facturen en het schoolmateriaal voor zijn kinderen te betalen. In juni klopt hij opnieuw aan bij het OCMW voor een tegemoetkoming in de vakantiekampen voor zijn kinderen. Zijn financiële situatie is niet veranderd (het hele onderzoek hoeft dus niet opnieuw te worden uitgevoerd). Het OCMW moet gewoon nagaan of het deze steun toekent en/of nagaan of er nog andere bijkomende hulpverlening nodig is.
In dezelfde logica is het aanvaardbaar dat, indien een bepaalde groep die reeds bekend is bij het OCMW, een specifieke behoefte heeft die kosten met zich brengt, zonder verder sociaal onderzoek een vast minimumbedrag mag worden toegekend aan alle gebruikers van deze groep die voldoen aan de intern vooraf vastgestelde gedragslijnen/toekenningscriteria. Een voorbeeld: een financiële tegemoetkoming voor alle leefloongerechtigde studenten bij het begin van het schooljaar omdat dit specifieke kosten met zich brengt. Een ander voorbeeld: een welbepaalde financiële tegemoetkoming die overeenkomt met de kosten voor een jaarabonnement op het openbaar vervoer voor alle jonge leefloongerechtigden, omdat zij zich frequent moeten verplaatsen tijdens hun actieve zoektocht naar werk.
Het indicatief bedrag van 25 EUR per maand, en dit voor de periode van 01.09.2021 tot en met 31.08.2022, zal worden toegekend als een maandelijks forfait voor de 19 tot en met 25 jarigen en aan de hand van de INSZ nummer.
De forfait is gebaseerd op de goedkoopste internettarieven van de providers ( informatie van Testaankoop).
Aan de hand van het unieke INSZ nummer komt iedere persoon slechts éénmaal in aanmerking voor deze internettussenkomst.
Voor meerdere jongvolwassenen ( 19 tot en met 25 jarigen ) die tot deze doelgroep behoren, in één gezin, wordt de tussenkomst beperkt tot 1 per gezin.
Voor de 18 jarigen zal er een tussenkomst van 10 EUR per maand voor diezelfde periode worden voorzien daar zij reeds een bedrag van 150,00 EUR als septembertoelage ontvingen.
OCMW -wet van 8 juli 1976 en latere wijzigingen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
KB van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie “Covid-19” voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen.
De raad voor maatschappelijk welzijn geeft haar goedkeuring aan het toetsingskader inzake de eenmalige internetvergoeding in het kader van de Covid ZOOM 18-25 middelen.
MJP004925 - Besteding Covid-19 subsidie POD-MI steuntype
In de periode mei-juli 2020 maakte de federale regering aanzienlijke budgetten vrij als subsidie Covid-19, om OCMW’s toe te laten de noodzakelijke hulpverlening toe te kennen aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Deze algemene hulpverlening werd door de federale overheid vervolgens ook aangevuld met bijkomende steun voor afgebakende vormen van ondersteuning zoals bijv. voor psychologische ondersteuning of voor meer specifieke doelgroepen zoals studenten uit het hoger onderwijs.
Eerdere onderzoeken stelden reeds vast dat de minimuminkomens voor alleenstaanden en gezinnen met kinderen niet volstaan om een menswaardig leven te leiden. Covid-19 heeft dit nog verscherpt. De afgelopen 2 lockdowns en de naweeën van de lockdowns hebben een grote impact op verschillende aspecten van het sociaal beleid en op verschillende kwetsbare groepen. Binnen de werking van de sociale dienst stelden we vast dat alleenstaanden en gezinnen die reeds voor de Covid-19 crisis in een kwetsbare toestand verkeerden met weinig of geen financiële reserves, extra hard worden getroffen door de crisis: tijdelijke werkloosheid, stijgende uitgaven en onvoorziene uitgaven.
Binnen de stijgende uitgaven zijn er de algemene prijsstijgingen van consumptiegoederen en de sterk stijgende energieprijzen van de afgelopen maanden. De afgelopen weken verschenen er meermaals berichten in de media over fikse stijgingen van voorschotfacturen. Deze sterk stijgende energieprijzen (zeker de gasprijzen) liggen aan de basis van een inflatiepeil van 2,2 %.Aan de hand van toetsingskaders wil het OCMW intern enkele richtlijnen en toetsingscriteria aanreiken aan haar MA’s in de functie van de sociale onderzoeken en beoordelingen van een bijzonder kwetsbare doelgroep (begunstigde leefloon met toekenning voor oktober 2021) en i.f.v. de meest essentiële uitgaven. Hierdoor weet de sociale dienst en de betrokken MA’s dat indien een dergelijke persoon zich aanbiedt bij het OCMW die voldoet aan de gestelde voorwaarden/toetsingscriteria dat een bepaalde steun kan worden toegekend. Deze beslissing wordt nog steeds op individuele basis genomen, i.f.v. het eerder verrichte sociale onderzoek en deze beslissing wordt bevestigd door het BCSD.
Voor de eindejaarsvergoeding wordt volgende doelgroep vastgelegd:
Bovendien zijn de algemene voorwaarden voor de federale covid steun en de algemene voorwaarden voor de toekenning van individuele steun ook van toepassing op de afbakening van de doelgroep.
Voor de berekening van het indicatieve bedrag van de eindejaarsvergoeding werd er rekening gehouden met volgende afwegingen.
Rekening houdend met bovenstaande afwegingen wordt in dit toetsingskader een indicatief richtbedrag voorgesteld als een eenmalige vergoeding van 200 EUR voor éénieder die voldoet aan doelgroepomschrijving. Dit is uiteraard een indicatief richtbedrag voor de beoordelende MA. In functie van de individuele elementen uit het eerder gevoerde sociale onderzoek kan dit aangepast worden i.f.v. voorliggende noden.
Het onderzoek naar het recht op deze eenmalige eindejaarsvergoeding wordt tijdens de covid-periode proactief opgenomen door de Sociale Dienst van het OCMW. Hiervoor moet geen nieuwe aanvraag worden ingediend door de begunstigden dit wordt gebaseerd op het eerder recent afgelegde sociale onderzoek.
In het proactief onderzoek van de MA en de sociale dienst zal voor elke begunstigde van de doelgroep zoals omschreven de volgende toetsingscriteria worden afgetoetst:
1) Leefloon (of equivalent) heeft betrekking op de maand oktober 2021
2) voorwaarden van de eerdere toekenning volgens de covid-19 criteria (stijgende uitgaven-dalende inkomsten in functie van covid-19) zijn nog steeds van toepassing
3) de algemeen geldende regels met individuele toekenningen door het OCMW zijn evenzeer van toepassing (bevoegdheidsregels, geen voorwerp uitmaken van een onderzoek naar fraude, geen voorwerp van een onderzoek naar het recht op leefloon, geen voorwerp van een intrekking van het recht op leefloon).
Enkel dossiers die positief scoren op elk van bovenstaande toetsingscriteria komen in aanmerking. Dit betekent dat het uitsluitend behoren tot de doelgroep niet voldoende is.
Dossiers die positief worden beoordeeld, worden als beslissing op een lijst van begunstigden, ter bekrachtiging, voorgelegd aan het bijzonder comité sociale dienst.
Dit betekent dat het uitsluitend behoren tot de doelgroep niet voldoende is om een automatisch en proactief recht te genereren op deze eindejaarsvergoeding.
Enkel de combinatie van zowel behoren tot de doelgroepomschrijving, positief scoren op elk van de toetsingscriteria en een positieve beslissing van het bijzonder comité van de sociale dienst geven aanleiding tot een eenmalige eindejaarsvergoeding. Bovendien blijft het een individuele beslissing.
OCMW -wet van 8 juli 1976 en latere wijzigingen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
KB van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie “Covid-19” voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen.
De raad voor maatschappelijk welzijn geeft haar goedkeuring aan het toetsingskader inzake de eenmalige eindejaarsvergoeding in het kader van de armoedebestrijding ten gevolge van de COVID-19 pandemie.