MJP004925 - Besteding Covid-19 subsidie POD-MI steuntype
In de periode mei-juli 2020 maakte de federale regering aanzienlijke budgetten vrij als subsidie Covid-19, om OCMW’s toe te laten de noodzakelijke hulpverlening toe te kennen aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Deze algemene hulpverlening werd door de federale overheid vervolgens ook aangevuld met bijkomende steun voor afgebakende vormen van ondersteuning zoals bijv. voor psychologische ondersteuning of voor de ondersteuning van meer specifieke doelgroepen zoals meerderjarige jongeren en studenten, extra kwetsbaar door de COVID-pandemie.
De insteek van de ZOOM 18-25 middelen is de volgende:
De de te verlenen steun aan jongeren en studenten in het kader van de COVID-19 crisis heeft de benaming “Zoom 18/25” meegekregen, verwijzend naar de leeftijdsgrenzen voor deze oproep.
Minister Lalieux stelt in haar omzendbrief dat door de COVID-crisis in het bijzonder de jongeren en studenten geraakt worden en dat deze crisis de situaties van armoede heeft verergerd. De moeilijkheden die jongeren (jongvolwassenen, studenten, werkenden of werkzoekenden) ondervinden zijn veelzijdig en hebben betrekking op uiteenlopende situaties. De vooruitzichten voor hun toekomst op vlak van scholing en arbeid zijn noch duidelijk, noch geruststellend. Een deel jonge mensen wordt zeker ook financieel getroffen, met als gevolg: bijkomende financiële stress. Hun groei naar een maatschappelijke volwassenheid door middel van scholing, beroepsopleiding e.d. stokte en hervat moeizaam. De federale regering wil deze groep helpen, naar gelang de behoeften van elk individu. De regering moedigt sterk aan om synergiën te ontwikkelen met bestaande ondersteunende netwerken (sociale diensten van hogescholen en universiteiten en diensten/organisaties die met deze specifieke doelgroep werken). Voor de opmaak van dit toetsingskader is er voorafgaand overleg gepleegd met onder meer de sociale diensten van de Limburgse hogescholen en de universiteit Hasselt en de diensten aktivering. Hieruit blijkt dat kosten specifiek verbonden aan een opleidings- en/of activeringstraject (studiemateriaal, huisvesting, verplaatsing) voldoende opgenomen worden.
Er blijkt evenwel een nood te zijn in de ondersteuning van de internetkosten van deze doelgroep. Een goede internetverbinding is essentieel zowel voor studenten waarbij het studietraject steeds meer verschuift naar hybride onderwijstrajecten als voor jongeren in activeringstrajecten.
In opvolging van het relanceplan Hasselt wil het OCMW Hasselt aan deze categorie van uitgaven tegemoetkomen via een tussenkomst van internetkosten aan 18 tot en met 24 jarigen, die zelf kwetsbaar zijn ( inkomen door toekenning van een leefloon of een equivalent leefloon in de maand oktober 2021) of wiens ouders een zeer beperkt inkomen hebben ( inkomen door toekenning van een leefloon of een equivalent leefloon in de maand oktober 2021) .
Voor deze jongeren of de cliëntsystemen waarin ze verblijven, beschikken we reeds over noodzakelijke informatie zoals een afgerond sociaal onderzoek en positieve beslissing BCSD m.b.t. toekenning leefloon.
Er wordt gebruikgemaakt van een proactieve toekenning i.f.v. de beschikbare informatie van de sociale dienst in Neptunus. Voor wat betreft het sociaal onderzoek voor deze maatregel geeft het PODMI zelf de volgende duiding:
Is het nodig om een nieuw sociaal onderzoek te voeren alvorens er kan besloten worden om steun te verlenen in het kader van de maatregel ZOOM 18/25?
Wanneer iemand een aanvraag indient bij uw centrum, bepaalt het centrum het bestaan en de omvang van de behoefte aan dienstverlening en vervolgens welke hulp het die persoon kan bieden. Deze hulp houdt onmiskenbaar verband met de situatie (van betrokkene) op een welbepaald ogenblik, en evolueert dus in de tijd, zeker in Covidtijden.
Zo is een nieuw sociaal onderzoek niet nodig indien de huidige staat van behoefte werd vastgesteld op basis van het eerder uitgevoerde sociaal onderzoek. Een voorbeeld: in februari kan iemand niet meer werken wegens Covid en vraagt u de facturen en het schoolmateriaal voor zijn kinderen te betalen. In juni klopt hij opnieuw aan bij het OCMW voor een tegemoetkoming in de vakantiekampen voor zijn kinderen. Zijn financiële situatie is niet veranderd (het hele onderzoek hoeft dus niet opnieuw te worden uitgevoerd). Het OCMW moet gewoon nagaan of het deze steun toekent en/of nagaan of er nog andere bijkomende hulpverlening nodig is.
In dezelfde logica is het aanvaardbaar dat, indien een bepaalde groep die reeds bekend is bij het OCMW, een specifieke behoefte heeft die kosten met zich brengt, zonder verder sociaal onderzoek een vast minimumbedrag mag worden toegekend aan alle gebruikers van deze groep die voldoen aan de intern vooraf vastgestelde gedragslijnen/toekenningscriteria. Een voorbeeld: een financiële tegemoetkoming voor alle leefloongerechtigde studenten bij het begin van het schooljaar omdat dit specifieke kosten met zich brengt. Een ander voorbeeld: een welbepaalde financiële tegemoetkoming die overeenkomt met de kosten voor een jaarabonnement op het openbaar vervoer voor alle jonge leefloongerechtigden, omdat zij zich frequent moeten verplaatsen tijdens hun actieve zoektocht naar werk.
Het indicatief bedrag van 25 EUR per maand, en dit voor de periode van 01.09.2021 tot en met 31.08.2022, zal worden toegekend als een maandelijks forfait voor de 19 tot en met 25 jarigen en aan de hand van de INSZ nummer.
De forfait is gebaseerd op de goedkoopste internettarieven van de providers ( informatie van Testaankoop).
Aan de hand van het unieke INSZ nummer komt iedere persoon slechts éénmaal in aanmerking voor deze internettussenkomst.
Voor meerdere jongvolwassenen ( 19 tot en met 25 jarigen ) die tot deze doelgroep behoren, in één gezin, wordt de tussenkomst beperkt tot 1 per gezin.
Voor de 18 jarigen zal er een tussenkomst van 10 EUR per maand voor diezelfde periode worden voorzien daar zij reeds een bedrag van 150,00 EUR als septembertoelage ontvingen.
OCMW -wet van 8 juli 1976 en latere wijzigingen
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
KB van 13 mei 2020 houdende het invoeren van een subsidie “Covid-19” voor de doelgroep van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen.
De raad voor maatschappelijk welzijn geeft haar goedkeuring aan het toetsingskader inzake de eenmalige internetvergoeding in het kader van de Covid ZOOM 18-25 middelen.