2021_GR_00157 - Crematorium - Terbeschikkingstellingsovereenkomst - Goedkeuren

Zie bijlage bij de TBS - berekening Steven Pazen

M.b.t. de uitbating van het crematorium gelegen langs de Prins Bisschopssingel te Hasselt is in het verleden een geschil ontstaan tussen de Stad Hasselt en de vennootschap Crematorium Hasselt NV die deel uitmaakt van de DELA-groep.

Voormeld conflict kan als volgt samengevat :

• Op 22 mei 1989 gaf de stad Hasselt het betreffende stuk grond langs de Prins-Bisschops-singel te Hasselt in erfpacht aan de vennootschap Crematorium Hasselt NV (destijds nog “Crematoriumbeheer Limburg CVBA”) met het oog op de oprichting van een crematorium. Deze erfpachtovereenkomst neemt een einde op 22 mei 2088.  
• De vennootschap Crematorium Hasselt NV heeft op voormelde grond een crematorium gebouwd en geëxploiteerd.
• Ingevolge wijzigingen in de toepasselijke regelgeving was het vanaf 2003 niet meer toegestaan dat de technische installaties van een crematorium beheerd worden door een particuliere onderneming. De exploitatie gebeurde daarom vanaf sept 2003 (einde decretaal voorziene overgangsperiode van 5 jaar) via de stad Hasselt op basis van een overeenkomst van terbeschikkingstelling met een duur van 9 jaar. 
• Na afloop van deze overeenkomst van terbeschikkingstelling geraakten partijen het niet eens over de voorwaarden van een nieuwe overeenkomst van terbeschikkingstelling, waarna de Stad Hasselt in 2014 besloot om tot onteigening van de technische installaties van het crematorium over te gaan omdat zij van mening was dat de exploitatie van deze technische installaties een taak was die haar bij decreet is opgedragen;
• De vennootschap Crematorium Hasselt NV betwistte de beslissing van de Stad Hasselt om tot onteigening over te gaan met het oog op restitutie van het onteigende goed (in hoofdorde de wettigheid met het oog op herstel in natura, ondergeschikt de onteigeningsvergoeding). 
• Voormelde gaf aanleiding tot een jarenlange juridische strijd met verschillende gerechtelijke procedures tussen de Stad Hasselt en de vennootschap Crematorium Hasselt NV, waarbij er de Stad belangrijke financiële claims boven het hoofd hingen.

In het kader van voormeld geschil werden met het oog op een algehele oplossing teneinde rechtszekerheid te bekomen in beleid, bestuur en de dienstverlening van het crematorium,  bemiddelingsgesprekken opgestart tussen de Stad Hasselt en de vennootschap Crematorium Hasselt NV en diens aandeelhouders. 

De bemiddelingsgesprekken resulteerden in de opmaak van een bemiddelingsakkoord onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad.

Voormeld bemiddelingsakkoord gaat uit van volgende krachtlijnen:

• Ingevolge het akkoord worden alle lopende gerechtelijke procedures tussen partijen stopgezet.
• In het kader van de herzieningsprocedure wordt afstand gedaan van de eerdere onteigening. Hierdoor komen de onteigende delen van het crematorium opnieuw toe aan de vennootschap Crematorium Hasselt NV. De onteigeningsvergoeding die in het verleden reeds door de stad Hasselt geconsigneerd werd bij de de Deposito- en Consignatiekas (8.415.619,03 euro vermeerderd met de door de Deposito- en Consignatiekas toegekende intresten) komt opnieuw toe aan de Stad Hasselt en kan aldus door de Stad Hasselt gebruikt worden voor de financiering van de overname van de aandelen. 
• De crematie-installatie die het voorwerp uitmaakt van voormelde onteigening wordt door de vennootschap Crematorium Hasselt NV ter beschikking gesteld aan de Stad op basis van een terbeschikkingstellingsovereenkomst. De Stad continueert op die basis het beheer van crematorium, zoals decretaal voorgeschreven.
• De Stad Hasselt koopt alle aandelen van de vennootschap Crematorium Hasselt NV over van de huidige aandeelhouders (zijnde Dela Holding Belgium NV en Dela Funerals Assistance 1 BV). Na de overname van de aandelen zal de vennootschap Crematorium Hasselt NV fungeren als een extern verzelfstandigd agentschap van de Stad.

In het kader van het bemiddelingsakkoord wordt afstand gedaan van de eerdere onteigening met betrekking tot de crematie-installatie, waardoor deze opnieuw toekomt aan de vennootschap Crematorium Hasselt NV.

Op heden voorziet het Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging nog steeds uitdrukkelijk dat enkel een gemeente of een intergemeentelijk samenwerkingsverband een crematorium kan oprichten en beheren. Aldus dient de crematie-installatie opnieuw ter beschikking gesteld te worden aan de Stad Hasselt (naar analogie met de eerdere terbeschikkingstelling in de periode vóór 2014).

De terbeschikkingstelling van de crematie-installatie zoals voorzien in het bemiddelingsakkoord maakt het voorwerp uit van een afzonderlijke schriftelijke terbeschikkingstellingsovereenkomst, waarin onder meer de voorwaarden en vergoeding voor het gebruik van de crematie-installatie wordt vastgelegd.

De vergoeding voor het gebruik van de Crematie-installatie wordt gebaseerd op een “cost plus-principe”, waarbij wordt de desbetreffende kosten van Crematorium Hasselt NV worden aangerekend aan de stad vermeerderd met een mark-up van 10%. Hierbij werd tevens voorzien in een afrekening voor de periode sinds 1 januari 2014 (einde van de vorige terbeschikkingstellingsovereenkomst).

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om over te gaan tot goedkeuring van het bemiddelingsakkoord (inclusief bijlagen bij het bemiddelingsakkoord).

Conform artikel 41, 17° van het Decreet Lokaal Bestuur is de Gemeenteraad bevoegd voor het aangaan van andere dadingen dan dadingen met personeelsleden.