Het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid op de artikelen 40 en 41.
Het VIA6-voorakkoord van 24 november 2020 dat voor de private en publieke social profit sectoren werd afgesloten.
Het VIA6-akkoord met koopkrachtmaatregelen voor de publieke sector dat de sociale partners en de Vlaamse regering op 22 december 2020 bereikt hebben, en waarover onderhandeld werd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 23 december 2020.
Het toepassingsgebied van dit VIA6-akkoord, met name voor wat de eenmalige verhoging van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 betreft.
Het feit dat de verhoging van de eindejaarstoelage voor het zorgpersoneel geldt voor al het personeel dat in de DMFA-aangifte een VIA-deelcode heeft toegewezen gekregen, met uitzondering van de deelcodes 102 (dienstencheques) en 500-512 (socio-culturele sector).
Het feit dat personeel tewerkgesteld met VIA-code 509 (lokale diensteneconomie) toch moet meegenomen worden voor de eenmalige verhoging van de eindejaarstoelage, als deze personen van de lokale diensteconomie tewerkgesteld zijn in één van de VIA sectoren.
Het feit dat het al dan niet toekennen van een VIA-deelcode op zich geen element is om te besluiten dat iemand wel of geen recht heeft op de koopkrachtmaatregelen en op de verhoging van de eindejaarstoelage in het bijzonder, maar dat het eerder een administratieve bevestiging is dat het om VIA-personeel gaat.
Het feit dat in voorkomend geval een rechtzetting van de juiste VIA-deelcode noodzakelijk is, omdat de omvang van de subsidies van de Vlaamse overheid ervan afhangt en ook de verdere verdeling van deze subsidies aan elk individueel bestuur.
Het feit dat, voor wat het ondersteunend personeel in de welzijns-, zorg- en gezondheidsvoorzieningen betreft, het bestuur enige beleidsmarge heeft om te oordelen dat een ondersteunend personeelslid onder het VIA-toepassingsgebied valt en dus als VIA-personeelslid (met de bijhorende VIA-deelcode) wordt beschouwd.
Het feit dat het criterium om de afweging (wel of niet-VIA-personeelslid) te maken, kan zijn om te kijken naar de hoofdactiviteit: wie voor het grootste deel van zijn tijd de ondersteuning doet van VIA-diensten, zou dus ook als VIA-personeelslid kunnen beschouwd worden. Een ander argument kan de fairheid zijn: bijv. alle medewerkers van de ondersteunende dienst zijn wel/geen VIA-personeelslid.
Het akkoord bereikt in het comité C1.
De VIA-financiering die hiertegenover staat.
De informatie op de webpagina van het Agentschap van het Binnenlands Bestuur met betrekking tot de hoogte van het vast bedrag van de eindejaarstoelage van het jaar 2020, die 1.288,43 euro bedraagt.
Het advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur met betrekking tot de boeking van deze uitgaven.
Dat de coronacrisis heeft aangetoond dat het billijk is dat de personeelsleden in de VIA-zorgsectoren die onder het toepassingsgebied van het VIA6-akkoord ressorteren, een onmiddellijke koopkrachtverhoging ontvangen in de vorm van een verhoging van de eindejaarstoelage met betrekking tot het jaar 2020.
Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid op de artikelen 40 en 41.
Het VIA6-voorakkoord van 24 november 2020 dat voor de private en publieke socialprofitsectoren werd afgesloten.
Het VIA6-akkoord met koopkrachtmaatregelen voor de publieke sector dat de sociale partners en de Vlaamse regering op 22 december 2020 bereikt hebben, en waarover onderhandeld werd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 23 december 2020.
Op 24 november 2020 sloten de Vlaamse regering, de vakbonden en de werkgeversfederaties in de publieke en private socialprofitsectoren een voorakkoord over een opwaardering van een aantal sectoren waaronder de zorgvoorzieningen. Dit moet leiden tot een betere verloning, meer mensen op de werkvloer en meer werkbaar werk. De Vlaamse regering maakt hiervoor vanaf januari 2021 elk jaar 577 miljoen euro vrij: 412 miljoen euro voor koopkracht en 165 miljoen euro voor kwaliteit. Het voorakkoord biedt perspectief voor een blijvende opwaardering van maar liefst 180.000 mensen, waarvan 40.000 in de publieke sector.
In uitvoering van dit voorakkoord sloten de sociale partners en de Vlaamse regering op 22 december 2020 een VIA6-akkoord met koopkrachtmaatregelen voor de publieke sector af. Hierover werd op 23 december 2020 onderhandeld in het comité C1 voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse Gemeenschap.
Een van de maatregelen in het akkoord is de verhoging van de eindejaarstoelage van het jaar 2020. Omwille van de coronacrisis wensen de sociale partners op zeer korte termijn een financiële waardering te geven aan het personeel in de VIA-zorgsectoren.
De verhoging van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 wordt toegekend aan het personeel tewerkgesteld in de sectoren die onder het toepassingsgebied van het VIA6-akkoord van 22 december 2020 ressorteren, maar met uitzondering van het personeel van de socio-culturele sector (vrijetijdsdiensten, jeugddiensten, sportdiensten…). Kortom, de verhoging van de eindejaarstoelage voor het zorgpersoneel geldt voor al het personeel dat in de DMFA-aangifte een VIA-deelcode heeft toegewezen gekregen, met uitzondering van de deelcodes 102 (dienstencheques) en 500-512 (socio-culturele sector). Opgelet: code 509 moet toch meegenomen worden als deze personen van de lokale diensteconomie tewerkgesteld zijn in één van de VIA sectoren.
Concreet wordt het variabel bedrag van de eindejaarstoelage van 2020 verhoogd met 1,1%. Voor het personeel in de ouderenzorg dat momenteel een lagere eindejaarstoelage (attractiviteitspremie) ontvangt, wordt het vast bedrag van de eindejaarstoelage van 2020 bovendien verhoogd zodat het vast bedrag van 1.159,36 euro tot 1.288,43 euro (+129,07 euro) bedraagt en het variabel bedrag van 2,5% tot 3,6% (+1,1%) bedraagt.
De verhogingen mogen in het totaal nooit leiden tot een eindejaarstoelage die hoger is dan een twaalfde van het jaarsalaris.
Raming totale kost voor de aanpassing van het EJT personeel Hogevijf volgens VIA6: 175.000 euro.
Bijhorende MJP nummers zijn in bijlage opgenomen.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt goed om het vast en variabel bedrag van de berekening van de eindejaarstoelage van het jaar 2020 te verhogen met 1,1% zodat de nieuwe berekeningswijze als volgt is: aanpassing vast bedrag van 1.159,36 euro tot 1.288,43 euro (+129,07 euro) en variabel bedrag van 2,5% tot 3,6% (+1,1%) = nieuw bedrag eindejaarstoelage 2020.
Deze beslissing is van toepassing op volgende personeelsleden tewerkgesteld in de erkende diensten in de ouderenzorg, woonzorgcentra, dagverzorgingscentra, kinderopvang, lokale dienstencentra, diensten logistieke hulp, centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, opvoedingswinkels, groepsopvang schoolgaande kinderen (of initiatieven voor buitenschoolse opvang en lokale diensten voor buurtgerichte kinderopvang).