Omdat voorgaande ook betrekking heeft op personen die tijdens de kerstvakantie in het buitenland verbleven, is elk verder uitstel om aan controle en handhaving te doen onaanvaardbaar.
De urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID19 met zich meebrengt voor de Belgische bevolking, met inbegrip van de inwoners en bezoekers van onze gemeente, verplichten de Stad Hasselt onmiddellijk de nodige stappen te nemen – in het bijzonder het ondertekenen van het protocol tussen het Agentschap Zorg en Gezondheid en het organiseren van de controle en handhaving - om de openbare gezondheid in het algemeen, en de gezondheid van de bezoekers en inwoners van onze gemeente in het bijzonder, op een adequate manier te vrijwaren.
Het ondertekenen van het protocol tussen de Stad Hasselt en het Agentschap Zorg en Gezondheid was essentieel om de quarantaineverplichting op lokaal niveau te kunnen controleren en handhaven, om op die manier de verdere verspreiding van het COVID-19-virus tot een minimum te beperken.
In dat protocol diende de Stad tevens een verantwoordelijke van verwerking aan te duiden. Dit is de persoon die de gegevens zal ontvangen. Per gemeente is er slechts één persoon aan wie de gegevens zullen worden overgemaakt. Deze persoon kan vervolgens, overeenkomstig de bepalingen van het protocol, de informatie overmaken aan de diensten/personen die zullen instaan voor de effectieve controle en handhaving van de quarantaineverplichtingen (voorbeeld : lokale politiezone, OCMW-personeelsleden, …).
Vanaf de inwerkingtreding van het wetgevend kader en de ondertekening van het hogergenoemd protocol, krijgt de verantwoordelijke van de verwerking van de Stad de gegevens van de personen die verplicht in quarantaine moeten.
Gelet op de bevoegdheid bestuurlijke politie van de burgemeester alsook gelet op de gevoeligheid van de gegevens werd de burgemeester van de Stad Hasselt aangeduid als verantwoordelijke van de verwerking en worden de gegevens dus aan hem bezorgd.
Aangezien de Stad Hasselt een beroep wenst te doen op de medewerkers van het OCMW Hasselt voor bepaalde taken in het kader van de opvolging van de quarantaine- en isolatieverplichtingen dienen zij eveneens toegang te hebben tot de gegevens die de Stad Hasselt ingevolge hogergenoemd protocol heeft ontvangen van het Agentschap Zorg en Gezondheid.
Om deze doorgifte van gegevens aan het OCMW Hasselt mogelijk te maken, dient er een bijkomend protocol afgesloten te worden tussen de Stad Hasselt en het OCMW Hasselt.
Artikel 34/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid (hierna het decreet van 21 november 2003 te noemen) en artikel 2 van het besluit Vlaamse Regering 8 januari 2021 tot uitvoering van artikel 34/1, tweede lid, en artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19, maken gegevensdeling mogelijk tussen enerzijds het agentschap Zorg en Gezondheid en anderzijds de gemeente van de hoofdverblijfplaats of een andere gepaste plaats waar die personen in tijdelijke afzondering gaan, waaraan de persoonsgegevens worden bezorgd, met het oog op de handhaving van de maatregel, vermeld in artikel 47/1 van hetzelfde decreet.
De Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming, AVG);
Artikel 28 lid 3 van de AVG stelt dat de uitvoering van verwerkingen door een verwerker moet worden geregeld in een overeenkomst tussen verwerkingsverantwoordelijke en verwerker: de verwerkingsovereenkomst, verwerkingsovereenkomsten tussen overheden worden gevat in een protocol;
De Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
België wordt geconfronteerd met de COVID-19-pandemie. De karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid, het sterfterisico en het aantal gevallen die werden gedetecteerd dwingen tot het opleggen en doen naleven van bepaalde maatregelen, in het bijzonder de quarantaine- en isolatieplicht.
Met het oog op de bescherming van de volksgezondheid werd federaal de quarantaineverplichting opgelegd in volgende omstandigheden:
Artikel 47/1 van het preventiedecreet bepaalt dat de lokale besturen instaan voor de controle en de handhaving van deze quarantaine- en isolatieverplichtingen.
Teneinde te kunnen voldoen aan deze taak van controle en handhaving van de quarantaine- en isolatieverplichtingen wenst de Stad Hasselt een beroep te doen op medewerkers van het OCMW Hasselt, waaronder maar niet beperkt tot medewerkers van de sociale dienst.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het protocol tussen Stad Hasselt en OCMW Hasselt voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) in het kader van de quarantaine- en isolatieverplichting goed.
Er werden notulen opgemaakt van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 december 2020. Deze notulen worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Elk raadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de algemeen directeur.
Er werden geen opmerkingen gemaakt.
Artikel 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur.
De notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 december 2020 worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 15 december 2020 goed.
De vraag van Bart De Pauw van 5 januari 2021 om het verslag van de algemene vergadering van Audio en bijlagen ter kennisgeving voor te leggen aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
De afgevaardigden van de deelgenoten van Audio zijn verantwoordelijk voor de kennisgeving van het verslag van de algemene vergadering aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Art. 20 van de statuten van Audio.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het verslag van de algemene vergadering van Audio van 18 december 2020.
De huidige definitie dagelijks bestuur is voornamelijk toegespitst op het creëren van een financieel kader rond de bevoegdheid inzake overheidsopdrachten.
Door de definitie te verruimen, en er onder andere bepalingen omtrent verbintenissen in te verwerken, scheppen we op die manier duidelijkheid door de financiële grenzen voor de bevoegdheid in diverse dossiers gelijk te trekken. Anderzijds kan er daardoor in dergelijke dossiers korter op de bal gespeeld worden. Doordat de bevoegheid bij het vast bureau gelegd wordt, kan er veel meer snelheid gemaakt worden, enerzijds rekening houdend met de hogere frequentie van deze vergaderingen, anderzijds met het feit dat de voorbereidings- en indieningstijd voor de dossiers in dat geval veel korter is dan voor de raad voor maatschappelijk welzijn.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' als volgt, goed:
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt overeenkomstig artikel 78, tweede lid, 9° van het decreet lokaal bestuur vast wat onder het begrip ‘dagelijks bestuur’ moet worden verstaan.
De raad voor maatschappelijk welzijn vertrouwt op basis van artikel 78 eerste alinea decreet lokaal bestuur het dagelijks bestuur toe aan het vast bureau.
1. Algemeen
Voor het bepalen van de drempelbedragen in deze definitie dient rekening gehouden te worden met de volledige looptijd van de opdracht of verbintenis.
2. Overheidsopdrachten
De raad voor maatschappelijk welzijn beschouwt als opdracht van dagelijks bestuur:
1. tot maximaal de drempel van de aanvaarde factuur voor de kredieten ingeschreven op het investeringsbudget, voor zover het gaat om nieuwe investeringen. Dit drempelbedrag evolueert mee met de geldende wetgeving. Op 01.01.2021 bedraagt het drempelbedrag € 30.000 exclusief BTW.
2. tot maximaal de drempel van € 250.000 exclusief BTW voor de kredieten ingeschreven op het investeringsbudget, voor zover het gaat om gelijkwaardige instandhoudings- of vervangingsinvesteringen.
1. tot maximaal de drempel van de aanvaarde factuur voor de kredieten ingeschreven op het investeringsbudget, voor zover het gaat om nieuwe investeringen. Dit drempelbedrag evolueert mee met de geldende wetgeving. Op 01.01.2021 bedraagt het drempelbedrag € 30.000 exclusief BTW.
2. tot maximaal de drempel van € 250.000 exclusief BTW voor de kredieten ingeschreven op het investeringsbudget, voor zover het gaat om gelijkwaardige instandhoudings- of vervangingsinvesteringen.
Voor de aftoetsing aan de drempelbedragen worden enkel de voorziene uitgaven voor het eigen bestuur meegerekend.
3. Verbintenissen
De raad voor maatschappelijk welzijn beschouwt als dagelijks bestuur:
4. Beheer financieringen - beleggingen
De raad voor maatschappelijk welzijn beschouwt als dagelijks bestuur:
5. GDPR
De raad voor maatschappelijk welzijn beschouwt de overeenkomsten en protocollen opgesteld in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van 27 april 2016 en de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens als dagelijks bestuur.
Naar aanleiding van de beoogde wijziging van de definitie dagelijks bestuur, wordt de vrijstelling van de visumplicht best als apart besluit genomen, conform de decretale bepalingen.
De vrijstelling wordt uitgebreid met de vermelde personeelscontracten.
Het gaat om contracten voor bepaalde duur, waarbij het belangrijk is snel in vervangingen te voorzien, nadat invulling van de functie, na eventuele gesprekken/proeven, mogelijk is.
Decreet Lokaal Bestuur, artikel 266
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt, overeenkomstig artikel 266 van het decreet Lokaal Bestuur, de uitsluiting van de volgende categorieën van verrichtingen van de visumverplichting door de financieel directeur, goed:
alle verbintenissen met een netto budgettaire uitgave tot maximaal de drempel van de aanvaarde factuur met uitzondering van investeringssubsidies, die altijd onder de visumplicht vallen, onafhankelijk van het bedrag
alle contracten voor personeelsleden, voor zover die, desgevallend gecumuleerd en voor dezelfde functie, de maximale duur van twee jaar niet overschrijden
In het kader van de organisatie van de bron- en contacttracing wordt door de Vlaamse Regering aan de lokale besturen gevraagd om de lokale expertise in te brengen en het Vlaamse proces te ondersteunen. Daarbij wordt de keuze gelaten uit 2 opties. Enerzijds een optie waarbij lokale contacttracingcapaciteit georganiseerd wordt (optie 2) en anderzijds een optie waarbij het lokaal bestuur volop inzet op bronopsporing en quarantaine-ondersteuning (optie 1). Deze laatste optie sluit het dichtste aan bij de werkwijze die we eerder installeerden in onze Covid-contactlijn.
De Vlaamse regering vroeg om de keuze kenbaar te maken, ten laatste op 11/12/2020. Na advies van het MAT m.b.t. de beschikbare personeelsbezetting verkoos de interne crisiscel om te kiezen voor het uitdiepen van de werking van de bestaande werking met de bronopsporing.
Via besluit 2020_CBS_03308 werd aan het CBS gevraagd kennis te nemen van de opties en de keuze voor optie 1 te bekrachtigen. In een latere zitting van het CBS en GR zou de formele besluitvorming in overweging worden genomen en dit ten laatste eind januari 2021.
In de fase van de COVID-19-crisis waarin we ons momenteel bevinden, is een cruciale rol weggelegd voor contactonderzoek en bronopsporing.
Ter ondersteuning van de centrale contactopsporing heeft de Vlaamse Regering op 16 oktober 2020 de lokale besturen gemobiliseerd om complementair in te zetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine-coaching en lokaal contactonderzoek.
De contouren werden verder uitgewerkt in het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Wat de aard van de engagementen betreft, kunnen lokale besturen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 kiezen tussen de volgende opties:
De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters.
De lokale besturen worden gesubsidieerd voor het opnemen van complementaire engagementen als volgt :
De gemeente wil, na overleg met alle betrokken diensten, complementair inzetten op optie 1.
Hiertoe wordt door de gemeente een samenwerkingsovereenkomst opgesteld met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
Bij deze samenwerkingsovereenkomst worden volgende documenten als bijlage gevoegd :
Het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
De gemeente zorgt voor de nodige capaciteit en middelen om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen.
De engagementen die de gemeente opneemt, doen geen afbreuk aan de engagementen die de gemeente in de bestrijding van de coronapandemie reeds opgenomen worden binnen de werking van de ELZ. Integendeel, ze zijn bedoeld om deze werking nog te versterken.
Artikel 191 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie verankert het voorzorgsbeginsel in het kader van het beheer van internationale gezondheidscrisissen en van de actieve voorbereiding van zulke potentiële crisissen. Dit beginsel houdt in dat, wanneer een ernstig risico hoogstwaarschijnlijk werkelijkheid zal worden, het aan de overheid is om dringende en voorlopige maatregelen te nemen;
Gelet op de oproep van de Vlaamse Regering van 16 oktober 2020, verankerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken, aan alle Vlaamse gemeenten om aanvullend en ondersteunend aan de reeds bestaande initiatieven bijkomende engagementen op te nemen in deze strijd;
Gelet op de stijgende besmettingsgraad in Vlaanderen;
De complementaire engagementen worden opgenomen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, meer in het bijzonder in het kader van het verder beheersen van de tweede golf en het proberen vermijden van een derde golf.
Een en ander vergt dat de gemeente zo snel mogelijk met haar engagementen kan opstarten, zodat geen kostbare tijd verloren gaat.
Om te kunnen opstarten is de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met bijlagen vereist. Op basis daarvan ontvangt de gemeente tevens de nodige accounts voor de verschillende platformen.
De nodige stukken hiertoe werden sedert midden december 2020 door de Vlaamse overheid ter beschikking gesteld, zodat vanuit de gemeenten niet vroeger kon worden geagendeerd/gereageerd.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de voorgelegde samenwerkingsovereenkomst met bijlagen en keurt deze goed.
Omdat voorgaande ook betrekking heeft op personen die tijdens de kerstvakantie in het buitenland verbleven, is elk verder uitstel om aan controle en handhaving te doen onaanvaardbaar.
De urgentie en het risico voor de volksgezondheid die het coronavirus COVID19 met zich meebrengt voor de Belgische bevolking, met inbegrip van de inwoners en bezoekers van onze gemeente, verplichten de Stad Hasselt onmiddellijk de nodige stappen te nemen – in het bijzonder het ondertekenen van het protocol tussen het Agentschap Zorg en Gezondheid en het organiseren van de controle en handhaving - om de openbare gezondheid in het algemeen, en de gezondheid van de bezoekers en inwoners van onze gemeente in het bijzonder, op een adequate manier te vrijwaren.
Het ondertekenen van het protocol tussen de Stad Hasselt en het Agentschap Zorg en Gezondheid was essentieel om de quarantaineverplichting op lokaal niveau te kunnen controleren en handhaven, om op die manier de verdere verspreiding van het COVID-19-virus tot een minimum te beperken.
In dat protocol diende de Stad tevens een verantwoordelijke van verwerking aan te duiden. Dit is de persoon die de gegevens zal ontvangen. Per gemeente is er slechts één persoon aan wie de gegevens zullen worden overgemaakt. Deze persoon kan vervolgens, overeenkomstig de bepalingen van het protocol, de informatie overmaken aan de diensten/personen die zullen instaan voor de effectieve controle en handhaving van de quarantaineverplichtingen (voorbeeld : lokale politiezone, OCMW-personeelsleden, …).
Vanaf de inwerkingtreding van het wetgevend kader en de ondertekening van het hogergenoemd protocol, krijgt de verantwoordelijke van de verwerking van de Stad de gegevens van de personen die verplicht in quarantaine moeten.
Gelet op de bevoegdheid bestuurlijke politie van de burgemeester alsook gelet op de gevoeligheid van de gegevens werd de burgemeester van de Stad Hasselt aangeduid als verantwoordelijke van de verwerking en worden de gegevens dus aan hem bezorgd.
Aangezien de Stad Hasselt een beroep wenst te doen op de medewerkers van het OCMW Hasselt voor bepaalde taken in het kader van de opvolging van de quarantaine- en isolatieverplichtingen dienen zij eveneens toegang te hebben tot de gegevens die de Stad Hasselt ingevolge hogergenoemd protocol heeft ontvangen van het Agentschap Zorg en Gezondheid.
Om deze doorgifte van gegevens aan het OCMW Hasselt mogelijk te maken, dient er een bijkomend protocol afgesloten te worden tussen de Stad Hasselt en het OCMW Hasselt.
Artikel 34/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid (hierna het decreet van 21 november 2003 te noemen) en artikel 2 van het besluit Vlaamse Regering 8 januari 2021 tot uitvoering van artikel 34/1, tweede lid, en artikel 47/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19, maken gegevensdeling mogelijk tussen enerzijds het agentschap Zorg en Gezondheid en anderzijds de gemeente van de hoofdverblijfplaats of een andere gepaste plaats waar die personen in tijdelijke afzondering gaan, waaraan de persoonsgegevens worden bezorgd, met het oog op de handhaving van de maatregel, vermeld in artikel 47/1 van hetzelfde decreet.
De Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming, AVG);
Artikel 28 lid 3 van de AVG stelt dat de uitvoering van verwerkingen door een verwerker moet worden geregeld in een overeenkomst tussen verwerkingsverantwoordelijke en verwerker: de verwerkingsovereenkomst, verwerkingsovereenkomsten tussen overheden worden gevat in een protocol;
De Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
België wordt geconfronteerd met de COVID-19-pandemie. De karakteristieken van het coronavirus COVID-19, in het bijzonder met betrekking tot de besmettelijkheid, het sterfterisico en het aantal gevallen die werden gedetecteerd dwingen tot het opleggen en doen naleven van bepaalde maatregelen, in het bijzonder de quarantaine- en isolatieplicht.
Met het oog op de bescherming van de volksgezondheid werd federaal de quarantaineverplichting opgelegd in volgende omstandigheden:
Artikel 47/1 van het preventiedecreet bepaalt dat de lokale besturen instaan voor de controle en de handhaving van deze quarantaine- en isolatieverplichtingen.
Teneinde te kunnen voldoen aan deze taak van controle en handhaving van de quarantaine- en isolatieverplichtingen wenst de Stad Hasselt een beroep te doen op medewerkers van het OCMW Hasselt, waaronder maar niet beperkt tot medewerkers van de sociale dienst.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het protocol tussen Stad Hasselt en OCMW Hasselt voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) in het kader van de quarantaine- en isolatieverplichting goed.
De verwerkingsovereenkomst is een verplichte stap om zich in orde te stellen met de GDPR en vereist geen bijkomende kosten.
De GDPR verplicht elke verwerkingsverantwoordelijke om overeenkomsten af te sluiten met de verwerkers waarop het een beroep doet.
De verwerking gebeurt in het kader van software voor personeelsplanning, voornamelijk voor het opstellen en beheren van uurroosters.
De VVSG heeft één generiek sjabloon opgesteld voor de lokale besturen dat de basis vormt voor elke verwerkingsovereenkomst. Dit model is gebaseerd op het sjabloon van de ‘Juridische werkgroep GDPR’ van de Vlaamse overheid en werd doorsproken met een aantal belangrijke verwerkers en informaticaleveranciers van de lokale besturen.
De stad en het OCMW van Hasselt gebruiken normaal het sjabloon van de VVSG als basis voor hun verwerkingsovereenkomst.
De verwerkingsovereenkomst met DÉHORA volgt dit model.
De Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming, AVG);
Artikel 28 lid 3 van de AVG stelt dat de uitvoering van verwerkingen door een verwerker moet worden geregeld in een overeenkomst tussen verwerkingsverantwoordelijke en verwerker: de verwerkingsovereenkomst;
De Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de verwerkingsovereenkomst met DÉHORA goed.
De verwerkingsovereenkomst is een verplichte stap om zich in orde te stellen met de GDPR en vereist geen bijkomende kosten.
De GDPR verplicht elke verwerkingsverantwoordelijke om overeenkomsten af te sluiten met de verwerkers waarop het een beroep doet.
De verwerking gebeurt in kader van het verlenen van logopedische diensten aan voornamelijk de bewoners van onze rusthuizen.
De VVSG heeft één generiek sjabloon opgesteld voor de lokale besturen dat de basis vormt voor elke verwerkingsovereenkomst. Dit model is gebaseerd op het sjabloon van de ‘Juridische werkgroep GDPR’ van de Vlaamse overheid en werd doorsproken met een aantal belangrijke verwerkers en informaticaleveranciers van de lokale besturen.
De stad en het OCMW van Hasselt gebruiken normaal het sjabloon van de VVSG als basis voor hun verwerkingsovereenkomst.
De verwerkingsovereenkomst met Elien THONISSEN volgt dit model.
De Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming, AVG);
Artikel 28 lid 3 van de AVG stelt dat de uitvoering van verwerkingen door een verwerker moet worden geregeld in een overeenkomst tussen verwerkingsverantwoordelijke en verwerker: de verwerkingsovereenkomst;
De Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de verwerkingsovereenkomst met Elien THONISSEN goed.