Groep Hasselt is aan het evolueren naar een moderne en vooruitstrevende werkgever die begaan is en blijft met haar medewerkers.
In het kader van organisatiebeheersing werden diverse projecten opgezet die een veilige werkcontext creëren voor collega’s (ADM-beleid, deontologische code …) en zo ook duidelijk maken welke attitude en gedrag Groep Hasselt van haar werknemers verwacht. Deze duidelijkheid geeft leidinggevenden een ondersteunend kader en voorziet handvaten om werknemers te sturen en te ondersteunen, alsook waar nodig op te treden. Waar nodig, wensen we snel en kordaat te handelen om zo ongewenst en ongepast gedrag zo snel mogelijk aan te pakken. In dit kader wenst de organisatie te kunnen overgaan tot dadingen waarbij we een moeilijk en onzeker parcours voor de werknemer vermijden.
In het kader van personeelsbeleid zetten we als organisatie steeds meer in op competentiemanagement, waarbij we zowel werken aan de competenties die we vandaag nodig hebben als vooruitkijken naar de nodige competenties die mee het verschil zullen maken in de toekomst. Medewerkers worden uitgenodigd om continu te leren en worden via het vormingsaanbod hierin ook begeleid. We streven ernaar de juiste persoon op de juiste plaats te hebben en op die manier ook bij te dragen aan het arbeidsgeluk van onze medewerkers. Zoals in elke organisatie evolueren die competentiebehoeften, maar ook de wensen en ambities van onze medewerkers evolueren. Hierdoor kan een mismatch ontstaan die niet productief is voor de organisatie. Sterker nog, deze creëert stress en onzekerheid bij de betrokken medewerker en heeft een impact op hun fysiek en mentaal welzijn. Deze mismatch kan zowel met de job zijn – waarbij een re-integratietraject, interne mobiliteit of een groei- en ontwikkeltraject mogelijk is - als een mismatch met (de missie en/of visie van) de organisatie. Helaas leiden de evoluerende behoeften/wensen/ambities momenteel vaak tot langdurige, reactieve exit-parcours die van de medewerker veel vergen. Daarom willen we als werkgever transparant duidelijkheid scheppen voor medewerkers en met hen in open dialoog gaan over hun loopbaan. In dit kader wenst de organisatie in de toekomst met respect voor (de privacy van) de medewerker te kunnen overgaan tot dadingen waarbij we o.m. via outplacement de betrokken medewerker laten begeleiden naar een nieuwe uitdaging buiten Groep Hasselt, zonder haar/zijn gezicht te verliezen.
Op deze wijze wenst de organisatie ervoor te zorgen dat alle bevoegdheden m.b.t. het werkgeverschap, die voortvloeien uit de zgn. rol als aanstellende overheid, homogeen en helder bij hetzelfde bestuursorgaan worden gelegd. Deze delegatie dient verder samen gelezen te worden met de andere elementen van het organisatiebeheersingssysteem dat helderheid nastreeft in een efficiënte allocatie van de bevoegdheden in de organisatie. De ambtelijke organisatie bereidt in deze geest een voorstel van verfijning en precisering van de definitie dagelijks bestuur voor.
Op deze manier nemen we zowel onze verantwoordelijkheid op naar de betrokken medewerker als naar de organisatie.
Het afsluiten van dadingen met medewerkers is gekoppeld aan het behandelen van individuele personeelsdossiers, waarvan de bevoegdheid reeds bij het vast bureau, dan wel de algemeen directeur ligt.
Teneinde een discreet en snel traject op te zetten, én ten volle gebruik te maken van de voorziene delegatie in het decreet Lokaal Bestuur, wordt voorgesteld om de bevoegdheid om dadingen af te sluiten met personeel n.a.v. een beëindiging van het dienstverband, te delegeren van de raad voor maatschappelijk welzijn naar het vast bureau. Deze delegatie is niet van toepassing op het eventuele sluiten van dadingen over het beëindigen van het dienstverband van de algemeen, adjunct-algemeen- of financieel directeur(s).
Het vast bureau kan volgens artikel 85 van het decreet lokaal bestuur deze gedelegeerde bevoegdheid vervolgens niet verder delegeren naar de ambtelijke organisatie en de algemeen directeur in het bijzonder.
Een dading zal door het vast bureau enkel in die uitzonderlijke omstandigheden worden aangegaan waarin de gebruikelijke H.R. instrumenten niet tot het gewenste resultaat leiden.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de delegatie aan het vast bureau goed, van de bevoegdheid inzake het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, uitgezonderd voor dergelijke dadingen aan te gaan met de algemeen, adjunct-algemeen- of financieel directeur(s).