Groep Hasselt is aan het evolueren naar een moderne en vooruitstrevende werkgever die begaan is en blijft met haar medewerkers.
In het kader van organisatiebeheersing werden diverse projecten opgezet die een veilige werkcontext creëren voor collega’s (ADM-beleid, deontologische code …) en zo ook duidelijk maken welke attitude en gedrag Groep Hasselt van haar werknemers verwacht. Deze duidelijkheid geeft leidinggevenden een ondersteunend kader en voorziet handvaten om werknemers te sturen en te ondersteunen, alsook waar nodig op te treden. Waar nodig, wensen we snel en kordaat te handelen om zo ongewenst en ongepast gedrag zo snel mogelijk aan te pakken. In dit kader wenst de organisatie te kunnen overgaan tot dadingen waarbij we een moeilijk en onzeker parcours voor de werknemer vermijden.
Op deze wijze wenst de organisatie ervoor te zorgen dat alle bevoegdheden m.b.t. het werkgeverschap, die voortvloeien uit de zgn. rol als aanstellende overheid, homogeen en helder bij hetzelfde bestuursorgaan worden gelegd. Deze delegatie dient verder samen gelezen te worden met de andere elementen van het organisatiebeheersingssysteem dat helderheid nastreeft in een efficiënte allocatie van de bevoegdheden in de organisatie. De ambtelijke organisatie bereidt in deze geest een voorstel van verfijning en precisering van de definitie dagelijks bestuur voor.
Op deze manier nemen we zowel onze verantwoordelijkheid op naar de betrokken medewerker als naar de organisatie.
Het afsluiten van dadingen met medewerkers is gekoppeld aan het behandelen van individuele personeelsdossiers, waarvan de bevoegdheid reeds bij het college van burgemeester en schepenen, dan wel de algemeen directeur ligt.
Teneinde een discreet en snel traject op te zetten, én ten volle gebruik te maken van de voorziene delegatie in het decreet Lokaal Bestuur, wordt voorgesteld om de bevoegdheid om dadingen af te sluiten met personeel n.a.v. een beëindiging van het dienstverband, te delegeren van de gemeenteraad naar het college van burgemeester en schepenen. Deze delegatie is niet van toepassing op het eventuele sluiten van dadingen over het beëindigen van het dienstverband van de algemeen, adjunct-algemeen- of financieel directeur(s).
Het college van burgemeester en schepenen kan volgens artikel 57 van het decreet lokaal bestuur deze gedelegeerde bevoegdheid vervolgens niet verder delegeren naar de ambtelijke organisatie en de algemeen directeur in het bijzonder.
Een dading zal door het college van burgemeester en schepenen enkel in die uitzonderlijke omstandigheden worden aangegaan waarin de gebruikelijke H.R. instrumenten niet tot het gewenste resultaat leiden.
De gemeenteraad keurt de delegatie aan het college van burgemeester en schepenen goed, van de bevoegdheid inzake het aangaan van dadingen met personeelsleden naar aanleiding van een beëindiging van het dienstverband, die de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband als voorwerp hebben, uitgezonderd voor dergelijke dadingen aan te gaan met de algemeen, adjunct-algemeen- of financieel directeur(s).