Eind 2008 ondertekende Stad Hasselt, net als al de andere Limburgse gemeenten, het Burgemeestersconvenant voor Energie 2020. Stad Hasselt engageerde zich hiermee om concrete maatregelen te nemen om de CO2-uitstoot op het eigen grondgebied te doen dalen met minstens 20% tegen 2020. Hiervoor stelde de gemeente een Actieplan voor Duurzame Energie (SEAP) op met maatregelen en acties om deze vooropgestelde ambitie te behalen. De stad ging ondertussen ook aan de slag met de uitvoering hiervan.
In oktober 2015 lanceerde de Europese Commissie een nieuw convenant, het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030, waarin de nieuwe EU-klimaatdoelstellingen voor 2030 geïmplementeerd werden. Ook dit convenant werd door Stad Hasselt, samen met bijna al de andere Limburgse gemeenten, ondertekend. Het nieuwe burgemeestersconvenant heeft als doel om de CO2-uitstoot op het grondgebied van de gemeente met minstens 40% te doen dalen tegen 2030 en de stad uit te laten groeien tot een veerkrachtige plaats waar burgers toegang hebben tot veilige, duurzame en betaalbare energie.
Door de ondertekening van het burgemeestersconvenant 2030 engageerde het bestuur zich voor de opmaak van een nulmeting, een risico- en kwetsbaarheidsanalyse en een Actieplan voor Duurzame Energie en Klimaat (SECAP), binnen twee jaar na de ondertekening ervan.
De nulmeting was reeds beschikbaar bij de ondertekening. De risico- en kwetsbaarheidsanalyse werd, op maat van Stad Hasselt, opgemaakt en aangeleverd door de provincie Limburg.
De stedelijke diensten hebben een klimaatactieplan voor Stad Hasselt opgemaakt aan de hand van het modelactieplan dat werd voorbereid door provincie Limburg. Als doelstelling wordt vooropgesteld dat er minstens 40% CO2 zal bespaard worden t.o.v. referentiejaar 2011. Het klimaatactieplan wordt voorgelegd aan de gemeenteraad. Na de goedkeuring zal de provincie en haar partners de gemeenten verder ondersteunen bij de uitvoering van de klimaatactieplannen.
Bestuursakkoord 2019-2024: Nr 431. We werken met de stadsdiensten bottom up een transversaal en gedragen klimaatactieplan uit, in kader van de Convenant of Mayors. En andere acties zoals: 193-200, 202-214, 430-441, 442-449, 558-571.
Lokale en regionale overheden, samen met de nationale overheden, dragen de verantwoordelijkheid voor het bestrijden van de opwarming van de aarde en moeten zich dan ook actief daarvoor inzetten, ongeacht wat de andere partijen doen.
Steden en gemeenten zijn direct en indirect (via de door de burgers gebruikte producten en diensten) verantwoordelijk voor meer dan de helft van de broeikasgasemissies als gevolg van het gebruik van energie in het kader van menselijke activiteiten.
Veel van de maatregelen ter vermindering van de vraag naar energie, ter bevordering van het gebruik van duurzame energie en ter bestrijding van de klimaatopwarming, vallen onder de bevoegdheden van de lokale overheden of zouden zonder de politieke steun van de lokale overheden niet kunnen worden uitgevoerd.
De Europese Commissie heeft in 2008 het Burgemeestersconvenant in het leven geroepen om lokale overheden te betrekken en te ondersteunen bij de uitvoering van maatregelen met het oog op de beperking van klimaatopwarming. Sinds zijn oprichting wordt het Burgemeestersconvenant erkend als een essentieel EU-instrument, met name voor zijn rol in de strategie voor de energie-unie (Europese Commissie, 2015) en de Europese strategie voor energiezekerheid (Europese Commissie, 2014) om de energietransitie te versnellen en de zekerheid van de energievoorziening te verbeteren.
De Europese Commissie heeft in 2014, als essentiële maatregel van de EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatopwarming (Europese Commissie, 2013), het "Mayors Adapt"-initiatief in het leven geroepen om lokale overheden te betrekken en te ondersteunen bij de uitvoering van maatregelen met het oog op aanpassing aan klimaatopwarming. In 2015 lanceerde de Europese Commissie een nieuw, geïntegreerd Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie. Dit Convenant houdt rekening met de Europese klimaatdoelstellingen voor 2030 en verenigt beperking van en aanpassing aan - beide pijlers van de strijd tegen de klimaatopwarming - in 1 overkoepelend initiatief.
Het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2017 om het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030 te ondertekenen en samen met de Provincie Limburg aan een klimaatneutraal Limburg te werken.
Provincie Limburg bevestigde zijn engagement als territoriaal coördinator in het kader van het vernieuwde Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie op 9 maart 2017, en zal dus ondersteuning blijven bieden aan de steden en gemeenten.
De doelstellingen van het Burgemeestersconvenant 2030 zijn: de CO2-uitstoot op ons grondgebied met ten mínste 40% terug dringen tegen 2030 en maatregelen nemen om de samenleving veerkrachtig te maken voor de gevolgen van de klimaatopwarming.
De engagementen binnen het Burgemeestersconvenant om een emissieberekening uit te voeren, een risico- en kwetsbaarheidsanalyse op te stellen en het actieplan worden binnen twee jaar na de formele ondertekening van het Burgemeestersconvenant ingediend. De Limburgse gemeenten die het Burgemeestersconvenant 2030 ondertekenden, hebben van de Europese Commissie uitstel gekregen voor de indiening van hun SECAP tot 15 maart 2020.
De emissieberekening voor de gemeente (nulmeting) en de risico- en kwetsbaarheidsanalyse van de gemeente, werd aangereikt door de Vlaamse Overheid en de provincie Limburg.
Een actieplan dat moet worden ingediend bij het Burgemeestersconvenant bestaat uit een klimaatactieplan (tekst in het Nederlands) en een Sustainable Climate and Energy Action Plan (SCEAP, online tool in het Engels). Het modelactieplan wordt aangereikt door de provincie.
Via het intern participatietraject 'Samen Klimaatrobuust', met plenaire sessies en 1-op-1 werksessies met de diensten (mobiliteit, gebouwen, planning, vergunningen, wegen, groen, jeugd, sport, domein Kiewit, Japanse Tuin, onderwijs, centrale werkplaatsen, cultuur, bibliotheek, communicatie, wonen, helics, OCMW, gelijke kansen, toerisme , economie, handhaving, personeelsdienst, preventie, stafdienst, strategische projecten, wijkmanagement, ...) zijn er deelactieplannen opgesteld. Deze zijn gebruikt als input voor het modelactieplan. Na goedkeuring van de BBC zijn de opgenomen maatregelen en acties nogmaals afgetoetst met de diensten. Er is ook een stuurgroep opgericht met vertegenwoordigers uit verschillende diensten om de vorderingen van het klimaatplan op te volgen.
Stad Hasselt neemt ook deel aan het pilootproject van de European Energy Award met Bond Beter Leefmilieu om een internationaal kwaliteitsmanagementsysteem voor de implementatie van lokale klimaatplannen, uit te testen.
Decreet lokaal bestuur, Art 2 §2: De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet, bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.
Op 12 december 2015 ondertekende 195 landen, waaronder België, de overeenkomst van Parijs. Dit akkoord wil de temperatuurstijging ruim onder 2°C (t.o.v. de pre-industriële periode) houden en zelfs nastreven om deze te beperken tot 1,5°C; de capaciteit van landen verhogen om zich aan te passen aan klimaatopwarming en klimaatweerbaarheid te verhogen (adaptatie); de transitie maken naar een koolstofarme maatschappij en financiële stromen compatibel maken met de transitie naar deze koolstofarme en klimaatweerbare ontwikkeling.
De Europese Unie heeft in 2014 het Klimaat- en Energiepakket 2030 aangenomen, waarin drie doelstellingen zijn opgenomen, namelijk een bindende, interne broeikasgasvermindering van minstens 40% t.o.v. 1990, een bindende doelstelling van minstens 32% hernieuwbare energie in het finale energiegebruik in 2030, een indicatieve reductiedoelstelling van minstens 32,5% voor het energiegebruik in 2030 (t.o.v. het 2007-referentiescenario) en een interconnectiedoelstelling van 15% in de elektriciteitssector.
De Europese Commissie heeft in 2011 de ‘Routekaart naar een concurrerende koolstofarme economie in 2050’ aangenomen die tot doel heeft tegen 2050 de uitstoot van broeikasgassen in de EU met 80 tot 95% te verminderen ten opzichte van 1990 - dit initiatief is tevens door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie toegejuicht.
Het Vlaams klimaatbeleidsplan 2013-2020 dat op 28 juni 2013 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering en dat bestaat uit een Vlaams Mitigatieplan en een Vlaams Adaptatieplan.
Het ontwerp van Vlaams klimaatbeleidsplan 2021-2030 dat op 20 juli 2018 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Nationale regeringen, inclusief België, zijn in het kader van de Rio+20-Conferentie van de Verenigde Naties een reeks duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's) overeengekomen. Deze vereisen onder meer dat de internationale gemeenschap "de toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen verzekert" (SDG7), dat "steden en woonplaatsen inclusiever, veiliger, veerkrachtiger en duurzamer worden gemaakt" (SDG11) en dat "dringend actie wordt ondernomen om klimaatverandering en de gevolgen daarvan te bestrijden" (SDG13).
De gemeenteraad stelt het gemeentelijk klimaatactieplan 2030 van Stad Hasselt vast.
Afdeling Milieu & Energie zal het klimaatactieplan en de SECAP (sustainable energy and climate action plan) online invullen op de website van het Burgemeestersconvenant.