De wet op het politieambt regelt het gebruik van alle types van camera’s die de politie inzet voor haar bestuurlijke en gerechtelijke politieopdrachten. Zoals het gebruik van al dan niet tijdelijk vaste camera’s geplaatst op openbaar domein. En het gebruik van mobiele camera’s zoals bodycams, camera’s gemonteerd in of op politievoertuigen en op politiedrones. En tenslotte het gebruik van al dan niet intelligente camera’s zoals camera’s die geluiden en bewegingen detecteren en ANPR-camera’s.
De politiezone Limburg Regio Hoofdstad wenst haar operationeel personeel uit te rusten met bodycams, haar politievoertuigen die als dusdanig geïdentificeerd kunnen worden uit te rusten met mobiele camera’s (dashcams/combicams) en gebruik te maken van politiedrones die als dusdanig geïdentificeerd kunnen worden met daaraan een mobiele camera gemonteerd (dronecam).
Op basis van de wet op het politieambt dient de korpschef van de politiezone een aanvraag te doen aan de gemeenteraden van de politiezone om bodycams, dashcams en dronecams te mogen gebruiken in niet-besloten plaatsen en besloten plaatsen desgevallend beperkt tot de duur van een interventie voor de plaatsen waarvan de politiediensten niet de beheerder zijn (artikel 25/4, §1, 1° en artikel 25/3 WPA).
In deze toestemmingsaanvraag van de korpschef dient het type camera, de doeleinden, de gebruiksmodaliteiten, de plaats en een impact- en risicoanalyse op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op operationeel niveau te worden beschreven.
De politiezone Limburg Regio Hoofdstad wenst over te gaan tot het gebruik van bodycams (mobiele camera’s). De bodycam wordt gedragen door een operationeel politiepersoneelslid tijdens zijn dienst en registreert beelden en geluiden. Het personeelslid neemt deel aan de gesprekken die hij registreert met de bodycam.
Verder wenst de politiezone ook gebruik te maken van dashcams (mobiele camera’s). Het betreft camera’s die in of op politievoertuigen worden gemonteerd, gewoonlijk dashcams genoemd. Hierbij dus ook inbegrepen de camera’s die aan de buitenkant van politievoertuigen worden gemonteerd en dan soms combicams genoemd.
Tenslotte wenst de politiezone ook gebruik te maken van dronecams (mobiele camera’s). Het betreft camera’s die gemonteerd zijn op/onder een politiedrone (politieluchtvaartuig).
De korpschef van de politiezone Limburg Regio Hoofdstad heeft daarvoor een toestemmingsaanvraag dd. 27 november 2019 voor het gebruik van bodycams, dashcams en dronecams gericht aan de gemeenteraad.
Bij de uitvoering van politionele opdrachten worden deze camera’s als mobiele zichtbare camera’s beschouwd. Bodycams worden door de wet als zichtbaar beschouwd als ze gedragen worden door leden van het operationeel kader van de politiediensten, die als dusdanig identificeerbaar zijn en over het gebruik van de bodycam een mondelinge waarschuwing geven (indien mondelinge waarschuwing mogelijk is) (art. 25/2 §2, 2° b) WPA). Dashcams en dronecams worden door de wet als zichtbaar beschouwd als ze gemonteerd zijn aan boord van politievoertuigen en -luchtvaartuigen die als dusdanig geïdentificeerd kunnen worden.
In het kader van haar opdrachten zal de politiezone Limburg Regio Hoofdstad deze camera’s op zichtbare wijze gebruiken onder de volgende voorwaarden van art. 25/3 WPA:
Dit voor de duur van de interventie - van bij de aanvang tot aan het beëindigen ervan - en in de gevallen zich calamiteiten en/of onregelmatigheden voordoen in functie van het waarborgen van de algemene veiligheid van de betrokken politieambtenaren.
Het beschikbare beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door middel van bodycams, dashcams en dronecams, kan worden aangewend:
Daarenboven worden dronecams ook aangewend voor onder meer het maken van luchtbeelden en -opnames ter operationele ondersteuning, overzichtsbeelden van verkeersongevallen en fotogrammetrie en gerechtelijke opsporingen (vb. opsporen van wietplantages met warmtecamera’s).
Het aanwenden van bodycams, dashcams en dronecams in de politiezone Limburg Regio Hoofdstad is enkel toegelaten voor zover voldaan is aan de principes van finaliteit, proportionaliteit, transparantie en voor het nastreven van volgende doeleinden:
De politiezone Limburg Regio Hoofdstad wil deze camera's, de beelden en de geluidsopnames enkel gebruiken in uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, zoals bepaald in de wet op het politieambt en mits de beperkingen die de wet op het politieambt oplegt. In het bijzonder om:
Voor opdrachten van gerechtelijke politie, gedefinieerd in art. 15 WPA, geldt geen beperking voor het gebruik van de data, gegenereerd door deze camera's.
Het zichtbare gebruik van camera’s voor het inwinnen van informatie van bestuurlijke politie gedefinieerd in art. 14 WPA, is uitsluitend toegelaten in de volgende gevallen voor de persoonsgegevens die voor doeleinden van bestuurlijke politie verwerkt worden in de gegevensbanken ANG en basisgegevensbanken (art. 44/5, §1, 2° - 6° WPA):
Deze vernoemde gegevens omvatten eveneens de gegevens die verwerkt worden in het kader van de internationale politionele samenwerking in strafzaken.
Het beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door middel van bodycams, dashcams en dronecams wordt niet aangewend voor permanente controles op de personeelsleden.
De bodycams, dashcams en dronecams schenden niet de privacy van de inwoners en bezoekers in het cameragebied, doordat het mobiele camera’s zijn, gedragen door een operationeel politiepersoneelslid die de gefilmde persoon te kennen geeft dat hij wordt gefilmd door de bodycam (art. 25/2 §2, 2°, b) WPA) of dat de dahscam en dronecam respectievelijk zijn bevestigd op een herkenbaar politievoertuig of politiedrone (art. 25/2 §2, 2°, a) WPA).
Camera’s mogen noch beelden opleveren die de intimiteit van een persoon schenden, noch gericht zijn op het inwinnen van informatie over de radicale of etnische oorsprong van een persoon, zijn religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, zijn politieke opvattingen, zijn vakbondslidmaatschap, zijn gezondheidstoestand, zijn seksleven of zijn seksuele geaardheid (art. 25/3, §3 Wet op Politieambt).
De verwerking van de beelden en/of geluidsopnames van de camera's omvat, naast bovenstaande generieke opdrachten van gerechtelijke en bestuurlijke politie, concreet volgende lokale doelstellingen: registratie van de vaststellingen van een eerstelijnspolitieploeg naar aanleiding van een oproep of ambtshalve tussenkomst. En handhaving en herstel van de openbare orde in het kader van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte.
Het exploiteren van het beschikbare beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door middel van bovenvermelde camera's is enkel mogelijk via een interface. De politieambtenaren zullen de beschikbare informatie enkel aanwenden voor het realiseren van de doelen, hierboven vermeld en conform de opgestelde policy.
De opslag van de beelden, geluidsopnames en bijhorende persoonsgegevens zal gebeuren op volgende wijze:
Het beschikbare beeldmateriaal en elk ander gegeven wordt op een beveiligde server opgeslagen.
Het gebruik en de raadpleging van het beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door deze camera's zal geen inmenging in de persoonlijke levenssfeer tot gevolg hebben.
De toegang tot het beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door deze camera's dient operationeel gemotiveerd te zijn en een bestuurlijke of gerechtelijke finaliteit te hebben. Ze is afhankelijk van de politieopdracht die de toegang ertoe vereist. Ze is nominatief bepaald. De toegang tot het beschikbare beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door middel van deze camera's, wordt beperkt tot de hiertoe gerechtigde personeelsleden. En ze wordt maximaal beveiligd met de bestaande technologieën.
Wanneer het gaat om de toegang ervan voor een finaliteit inzake bestuurlijke politie, moet dit gebeuren binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de registratie.
Wanneer het gaat om de consultatie ervan voor een finaliteit inzake gerechtelijke politie, komt de toegangstermijn overeen met de bewaringstermijn, namelijk maximum twaalf maanden. Na een maand kan de consultatie ervan slechts gebeuren na een beslissing van de procureur des Konings en enkel indien de strafbare feiten een correctionele hoofdgevangenisstraf van een jaar of een zwaardere straf tot gevolg kunnen hebben.
Een register met alle gebruiken van camera’s wordt bijgehouden bij de betrokken politiedienst en op een digitale wijze bewaard.
Wanneer andere personen dan leden van de politiediensten, binnen de contouren van de wettelijke bepalingen, in real time toegang bekomen tot het beeldmateriaal en elk ander gegeven dat verzameld wordt door deze camera's, dan zal het in real time bekijken van de beelden steeds onder toezicht van een operationeel politiepersoneelslid gebeuren. Indien het bekijken van de beelden wordt gedaan door CALog-personeel of agenten van politie kunnen zij dit enkel doen na het volgen van een opleiding van 8 uur.
De gebruiksmodaliteiten van de bodycams inclusief een toelichting van het wettelijk kader werden volledig uitgeschreven in het ‘Inzetkader bodycams’ dat door de politiepersoneelsleden dient te worden gerespecteerd.
Hetzelfde zal gebeuren voor dashcams en dronecams wanneer zij effectief worden aangekocht.
- Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden.
- Verordening (EU) nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van
persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (AVG).
- Richtlijn (EU) nr. 2016/680, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van
persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van
strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van
Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (RGS).
- Strafwetboek, in het bijzonder artikel 314bis en 259bis.
- Wet op het politieambt van 5 augustus 1992. (WPA)
- Wet van 21 maart 2018 tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera's door de politiediensten te regelen, en tot
wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, van de wet van 30 november
1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en
bijzondere veiligheid.
- Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens
(bestaande wetten, koninklijke besluiten en andere reglementering die verwijzen naar de Wet van 8 december 1992 worden geacht te
verwijzen naar de nieuwe wet).
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de korpschef, die instaat voor het gebruik van de camera’s op zichtbare wijze door de politiediensten conform de overeenkomstige wettelijke bepalingen, en de procureur des Konings.
Deze toestemming wordt openbaar gemaakt voor wat betreft de opdrachten van bestuurlijke politie. Dit besluit wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website.
De gemeenteraad keurt het gebruik op zichtbare wijze van bodycams, dashcams en dronecams voor het uitvoeren van opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie door de politiediensten op het grondgebied van de gemeente, principieel goed.