Sinds vorige week maandag wordt er terug lesgegeven in onze scholen. Vele leerkrachten hebben keihard gewerkt in de Paasvakantie om online lessen voor te bereiden. Enorm veel creativiteit en engagement om hun leerlingen deze coronacrisis door te helpen.
Maar een belangrijk deel van de leerlingen wordt niet bereikt. Professor Valcke, onderwijsspecialist aan de UGent, spreekt in het onderwijstijdschrift Klasse over 15 procent van de leerlingen die niet bereikt worden. Een schatting, want er is geen verplichte inventarisatie. In bepaalde scholen en in centrumsteden zou het over een pak meer gaan: 30 à 40 procent. Schepen van onderwijs in Antwerpen, Jinnih Beels, heeft het inderdaad over 30 à 40 procent van de leerlingen die niet bereikt worden in de Scheldestad.
Ons onderwijs is vandaag al zeer ongelijk: een kind uit een arm gezin heeft 7 keer meer kans op schoolachterstand dan een kind uit een rijk gezin. In de huidige situatie wordt die sociale kloof nog veel groter, omwille van de omkadering thuis, de grootte van het huis (een rustige werkplek), de toegang tot een laptop en internet etc.
Mijn vragen:
1. Heeft u cijfers voor de stad Hasselt over hoeveel kinderen er bereikt worden met de pre-teaching?
2. Er zijn 18.000 kinderen die een officiële vraag hebben ingediend om een laptop te krijgen bij de Vlaamse regering. Die wil er 10.000 ter beschikking stellen. Er blijven dus nog 8.000 leerlingen achter zonder laptop. Kunnen we als stad Hasselt geen initiatief nemen om daaraan tegemoet te komen?