Terug
Gepubliceerd op 20/12/2019

2019_GR_00285 - Procedure nietigverklaring bepaalde artikelen codex politieverordeningen tussen VZW Liga voor Mensenrechten en Stad Hasselt, Gemeente Zonhoven en Gemeente Diepenbeek - Arrest - Kennisnemen

gemeenteraad
di 17/12/2019 - 20:30 Raadzaal
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Guido Fissette, Steven Vandeput, Marc Schepers, Lies Jans, Habib El Ouakili, Laurence Libert, Rik Dehollogne, Joske Dexters, Frank Dewael, Joost Venken, Karolien Mondelaers, Kevin Schouterden, Derya Erdogan, Peter Liefsoens, Pieter Cuppens, Bert Lambrechts, Lut Creemers, Gerald Corthouts, Frank Troosters, Kim De Witte, Hans Similon, Silvie Nickmans, Stefan Hendrickx, Dymfna Meynen, Anne Caelen, Tom Cox, Raf Martens, Nele Kelchtermans, Bart Moors, Karolien Stevens, Koen Ooms, Pinar Akbas, Dietrich Vandereyken, Carlo Gysens, Maryam Jamshid, Sophie Persoons, Koen Deconinck

Afwezig

Michel Froidmont, Brigitte Smets, Ivo Belet, Tom Vandeput, Inge Hendrikx, Joost Laureys, Peter Vanaken

Secretaris

Koen Deconinck

Voorzitter

Guido Fissette
2019_GR_00285 - Procedure nietigverklaring bepaalde artikelen codex politieverordeningen tussen VZW Liga voor Mensenrechten en Stad Hasselt, Gemeente Zonhoven en Gemeente Diepenbeek - Arrest - Kennisnemen 2019_GR_00285 - Procedure nietigverklaring bepaalde artikelen codex politieverordeningen tussen VZW Liga voor Mensenrechten en Stad Hasselt, Gemeente Zonhoven en Gemeente Diepenbeek - Arrest - Kennisnemen

Motivering

Aanleiding en context

Bij gemeenteraadsbeslissingen van respectievelijk 26 maart 2012, 23 april 2012 en 27 maart 2012 wijzigen de gemeenten Zonhoven en Diepenbeek en de Stad Hasselt - toen verenigd in de politiezone HAZODI - hun codex politieverordeningen.

Op 25 mei 2012 werd door de Liga voor Mensenrechten VZW een beroep tot nietigverklaring ingesteld tegen desbetreffende gemeenteraadsbeslissingen.

Argumentatie

De Raad van State heeft op 5 november 2019 arrest uitgesproken en de beroepen van de VZW Liga voor Mensenrechten gedeeltelijk gegrond verklaard.

De Raad  vernietigde volgende bepalingen van de Codex politieverordeningen

  • Art 4
  • Art 30
  • De bewoordingen “en minstens 6 weken voor de geplande datum” in art 31
  • Art 34
  • Art 36
Dit heeft tot het gevolg dat deze bepalingen dienen geschrapt te worden uit de codex politieverorderingen, aangezien ze worden geacht nooit te hebben bestaan.
 

Artikel 4.: Het is verboden overdag om het even welk geluid, gerucht of rumoer te veroorzaken zonder reden of zonder noodzaak en dat toe te schrijven is aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg en dat van die aard is dat het de rust van de inwoners in het gedrang kan brengen. Het bewijs van geluidsoverlast kan met alle mogelijke middelen geleverd worden.

De Raad is van oordeel dat de omschrijving van dit artikel een te grote onduidelijkheid en onzekerheid laat over welke concrete gedragingen nu al dan niet gesanctioneerd worden. De omschrijving is dus te vaag en te weinig concreet opdat de rechtzoekende kan weten welke precieze vormen van daggeluiden de verwerende partijen wensen te bestraffen.

Artikel 30. §1. Het gebruik van alcoholhoudende dranken (gedistilleerde of gegiste dranken al dan niet in gemixte vorm) op de openbare weg of op het openbaar domein, buiten de terrassen en andere toegelaten plaatsen speciaal bestemd voor dit doel, is verboden op de plaatsen vastgelegd door de gemeenteraad. Het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten wordt gelijkgesteld met het gebruik beoogd in dit artikel.

§2. Een uitzondering op voorgaand artikel kan door de burgemeester worden toegestaan aan de organisatoren van activiteiten waarbij de inname van een afgebakende zone van de openbare ruimte voorafgaandelijk werd toegestaan. De uitzondering heeft enkel uitwerking binnen de toegestane afbakening van de openbare ruimte.

De Raad is van oordeel dat het besproken voorschrift essentieel de morele orde beoogt.

De gemeente is enkel bevoegd op grond van haar algemene politiebevoegdheid om de openbare overlast tegen te gaan die de materiële orde raken of minstens dreigen te raken en die dus geen inbreuken op de morele orde mag betreffen. De Raad is van oordeel dat wij in essentie een doel van zedelijke bescherming beogen, hetgeen de morele openbare orde raakt en niet de materiële.

Artikel 31: Zonder een voorafgaande schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden om manifestaties, evenementen en activiteiten op het openbaar domein en vergaderingen in openlucht te organiseren. De aanvraag moet schriftelijk en minstens 6 weken voor de geplande datum bij de bevoegde stedelijke of gemeentelijke dienst ingediend worden.

De Raad is van oordeel dat een termijn van zes weken in een aantal gevallen onmogelijk na te leven is, zodat het houden van de betrokken vergaderingen verhinderd wordt. Bijgevolg vernietigt de raad de bewoordingen “en minstens 6 weken voor de geplande datum”

 Artikel 34: Het is verboden op welke manier dan ook een concert, spektakel, evenement,sportieve bijeenkomst of gelijk welke andere bijeenkomst, die door de gemeentelijke overheid toegelaten is, te verstoren.

De Raad is van oordeel dat artikel 34 niet concreet en inzichtelijk bepaalt wat allemaal in aanmerking komt om als hinderlijk voor een concert, spektakel, evenement, sportieve of andere toegelaten bijeenkomst bestraft te worden.

Artikel 36: De burgemeester moet minstens 48 uur op voorhand op de hoogte gebracht worden van openbare vergaderingen die niet in de open lucht plaatsvinden.

De Raad van State is van oordeel dat de maatregel een onvoldoende redelijk verband van evenredigheid inhoudt met het nagestreefde doel en bijgevolg de vrijheid van vergadering schendt.

Vervolgens heeft de Raad bevolen dat dit arrest op dezelfde wijze dient bekendgemaakt te worden als de gedeeltelijk vernietigde besluiten, dit wil zeggen publicatie op de website en kennisgeving aan de Politierechtbank, Rechtbank van eerste aanleg en de Deputatie.

Besluit

De gemeenteraad neemt kennis van het volgende besluit.

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad neemt kennis van het bijgevoegde arrest van de Raad van State van 5 november 2019 waarbij de beroepen van VZW Liga voor Mensenrechten gedeeltelijk gegrond worden verklaard.