Geachte burgemeester en schepenen,
Bij de start van de vorige legislatuur werd namens de NVA-fractie - door toenmalig raadslid en huidige voorzitter van de gemeenteraad Guido FISSETTE - de vraag gesteld waarom de toenmalige coalitie besloten had het maximaal toegelaten aantal schepenen aan te stellen terwijl er toch, naar analogie met bvb. Maastricht, met 5 schepenen kon worden volstaan? Het aanstellen van minder schepenen zou bovendien een serieuze kostenvermindering met zich meebrengen, van wel 1,5 mio euro per legislatuur, zo werd gesteld….
Het antwoord kon NVA blijkbaar niet bekoren en argumenten zoals “er ligt veel werk op de plank”, het ruime takenpakket van elke schepen die voldoende kans moet hebben om zich in elke toegewezen materie te bekwamen en het feit dat schepenen taken voor hun rekening nemen die daardoor niet door de administratie opgenomen moeten worden, werden door de NVA-fractie rigoreus van tafel geveegd.
De NVA (-fractie) liet weten ‘ontgoocheld’ te zijn in het toenmalige bestuur. Voor NVA was het immers niet meer dan logisch dat er, in het kader van efficiënt en goed bestuur, bespaard had moeten worden op het aantal schepenen. Felle woorden en straffe uitspraken, die bij latere gelegenheden meermaals herhaald zouden worden.
Bij aanvang van de nieuwe legislatuur en het aantreden van een nieuwe bestuursploeg, met NVA aan het stuur, werd dan ook verwacht dat men naar zijn eigen uitspraken zou handelen. Edoch, wat stelden we tijdens de eerste gemeenteraadszitting vast? Dit bestuur kiest er op haar beurt eveneens voor om het maximaal toegelaten aan te stellen personen rond de collegetafel te brengen….
Volgende vragen daaromtrent :
Waarom heeft deze bestuursploeg op haar beurt gekozen voor het maximaal toegelaten aantal schepenen?
Moeten wij daaruit begrijpen dat de ‘inzichten’ ivm de samenstelling van het college van burgemeester en schepenen, en dan in het bijzonder de inzichten van de NVA, inmiddels geëvolueerd (lees: volledig gewijzigd) zijn? ?
Zo ja: welke reden/redenen waren daartoe de aanleiding?
Of wordt het begrip ‘efficiënter en beter bestuur’ anders gedefinieerd en krijgt het een andere invulling naar gelang men in de meerderheid of in de oppositie zit?