Het vaststellen van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting is de bevoegdheid van de gemeenteraad.
In het bestuursakkoord 2019-2024, punt 325, is een lokale taxshift opgenomen.
Het bestuur wenst een wijziging door te voeren voor de tarieven van de opcentiemen op de onroerende voorheffing en op de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting.
Het tarief van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting wordt verlaagd van 7,5% naar 7%.
Het aantal opcentiemen op de onroerende voorheffing wordt verhoogd van 941,44 naar 986,40 opcentiemen.
De berekening van de opcentiemen gebeurde rekening houdend met het verlies door de verlaging van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting.
Artikel 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd.
De gemeenteraad stelt de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelastingen gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar vast voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.
De belasting wordt vastgesteld op 7% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van Inkomstenbelasting 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelasting.
Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur.